Report plenary meeting
Report
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de 33 maatregelen van de Vlaamse Regering om de Antwerpse mobiliteitsproblemen aan te pakken.
Het debat is geopend.
De heer Penris heeft het woord. (Opmerkingen)
Voorzitter, volgens mij zullen we in de loop van het debat een toelichting krijgen. We willen een aantal technische vragen stellen aan de leden van de Vlaamse Regering en dan in het bijzonder aan de minister-president, die de moeite heeft gedaan hier tijdens dit belangwekkend actualiteitsdebat aanwezig te zijn. (Opmerkingen)
In neem aan dat minister Crevits, de vakminister, meeluistert, of toch minstens haar administratie, naar de vragen die wij ter zake te stellen hebben.
Voorzitter, ik wil u als oprechte democraat bedanken voor de inspanning die u hebt gedaan vanmiddag. Ik vind het niet meer dan normaal dat u hebt gereageerd zoals u gereageerd hebt. Ik vind het niet meer dan normaal dat dit actualiteitsdebat vandaag plaatsvindt zoals het moet plaatsvinden.
Ik heb 5 minuten, minister-president, brengt u me niet van mijn stuk. Ik heb een aantal technische vragen aan u te stellen. Ik weet dat u mij wilt afleiden, maar ik zal u daartoe niet de gelegenheid geven.
Collega’s, in de wandelgangen heeft dit besluit al een bijnaam gekregen, het is ‘het verfpottenbesluit’ geworden omdat er heel veel met verf gekliederd zal moeten worden om de 33 maatregelen uit te voeren. (Rumoer)
Mag ik alstublieft om stilte verzoeken? De heer Penris heeft nu het woord en niemand anders.
Maar ik overstijg het rumoer, voorzitter, u hoeft daar niet ongerust over te zijn. (Gelach)
Collega’s, ik overloop de maatregelen even met u.
“1 De A12 tussen Leugenberg en Ekeren telt slecht 2x2 rijstroken met veel invoegend en uitvoegend verkeer”. Dat is een vaststelling, proficiat. “De doorstroming verbetert door de pechstrook als rijstrook in te richten zodat de invoegstrook overgaat in de uitvoegstrook”. Over hoeveel meter spreken we? Hoeveel verf hebben we daarvoor nodig, minister-president?
“2 De weefzone R1-A12 in Ekeren is een flessenhals. De rijstroken op de A12 worden verlengd waardoor deze flessenhals wordt weggenomen”. Ook hier gaan we verf op de rijbaan aanbrengen, neem ik aan. Over hoeveel verf spreken we?
“3 De afrit A12-Ekeren kan op de Noorderlaan niet voldoende afgewikkeld worden. Dit kan verbeterd worden door een herbelijning op de Noorderlaan.” Ook hier gaan we herbelijnen. Ook hier zullen we extra verf nodig hebben. Over hoeveel verf spreken we, minister-president?
“4 Een van de aandachtspunten op de E313 is de oprit in Wommelgem richting Antwerpen. De weefzone is te kort en zal nu worden verlengd”. Met hoeveel meter gaan we die zone verlengen? Hoeveel verf is daarvoor nodig, minister-president?
“5 Bereikbaarheid van het centrum van Antwerpen vanaf de Spaghettiknoop.” Ook daar moeten we een en ander aan doen, naar het schijnt. “De toegang tot de Leien via de Bolivartunnel wordt ook toegankelijk voor het verkeer op de R1 uit het zuiden en het oosten.” Hoe gaan we dat doen, minister-president? Hoeveel verf hebben we daarvoor nodig?
“6 Rijstrookbelijning R1 binnenring naar E19 (zuid).” Wat betekent dat? Wat gaan we daarmee doen? Hebben we verf nodig om dit te realiseren? En zo ja, hoeveel verf?
“8 Het veiliger maken van het gebruik van de Kennedytunnel door het aanpassen van de oprit van de Blancefloerlaan op Linkeroever naar de Kennedytunnel.” Hoe gaan we dat realiseren, minister-president? Hoeveel verf hebben we daarvoor nodig?
“9 Rijstrookbelijning: bij het uitrijden van de Kennedytunnel richting E17 komt er een rijstrook rechts bij in plaats van links om de benutting van de extra rijstrook te verbeteren.” Minister-president, hoeveel verf hebben we daarvoor nodig?
“10 Om de doorstroming (…)”. Ik heb nog 47 seconden, mijn tijd is bijna om.
Mijn tijd is bijna om, minister-president, en ik ben alleen nog maar aan het opsommen wat u eventueel zou kunnen en willen realiseren, ik neem aan buiten de begroting, maar het gaat hier slechts om een aantal likjes verf die u links en rechts extra wilt aanbrengen.
En dan vraag ik mezelf af of dit nu uw antwoord is op het ontwarren van de verkeersknoop in Antwerpen. Hebt u geen betere, grondigere, fundamentelere alternatieven aan te reiken? Ik denk het wel. Er zijn mensen uit uw omgeving die u wat dat betreft zelfs steunen. Grote industriëlen zoals de heer Leysen zeggen u: “Mijnheer Peeters, u kunt via een aantal kleine maatregelen de verkeersknoop in Antwerpen effectief ontwarren.”
Maak de Liefkenshoektunnel tolvrij. Zorg ervoor dat de Liefkenshoektunnel zowel op de Linkeroever als op de Rechteroever goed wordt aangesloten.
Zorg ervoor dat de oostelijke en de westelijke tangenten eindelijk worden aangelegd. Dan ben je er. En dan heb je die likjes verf, die u nu vandaag als alternatief aan ons probeert voor te stellen, helemaal niet meer nodig.
Minister-president, ik zou in u plaats verlegen zijn mocht ik dat aan het parlement hebben durven voorstellen. Ik weet dat er echte en grondige alternatieven zijn. (Rumoer)
U durft dat inderdaad. U kunt nu lachen maar u zult daarvoor door de kiezer ter verantwoording worden geroepen. Het gaat in Antwerpen over meer dan het aanbrengen van likjes verf op rijstroken. U hebt de politieke moed niet om de beslissingen te nemen die nodig zijn om de verkeersknoop te ontwarren. Dat betreur ik in uw plaats. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, minister, de CD&V-fractie is zeer tevreden met de doorstromingsmaatregelen die de Vlaamse Regering en de stad Antwerpen vanmiddag voorstellen als antwoord op de fileproblematiek. Wij hebben in het verleden altijd gezegd dat wij voorstander zijn van structurele maatregelen. Wij blijven dus voorstander van de realisatie van de Oosterweelverbinding en van de bijkomende werken die in de ruime regio rond Antwerpen moeten worden gerealiseerd. We moeten verder bekijken hoe het nu zit met de R11bis en de A102. Moet daar al dan niet een verdere ondertunneling toekomen? Het is ook goed – en dat hebben we ook in het verleden voorgesteld – dat tegelijkertijd, in afwachting de hele procedure die nog moet worden doorlopen, met deze doorstromingsmaatregelen uitwerking wordt gegeven aan de resolutie die we hier, in de plenaire vergadering, hebben goedgekeurd.
Als we nu zouden bouwen zonder een plan-MER, weten we dat we bouwen aan de vertraging, maar dan wel aan een vertraging in de rechtszalen. De procedure zal daar worden betwist. Daar zullen de discussies plaatsvinden.
Voor de resolutie kreeg de meerderheid de steun van Groen en het Vlaams Belang. Met die resolutie gaven wij aan dat wij het, om het fileleed te kunnen oplossen, ook van belang vinden om het bestaande wegennetwerk optimaal te benutten, en dat dat ook kan zonder grote bouwingrepen. In de resolutie pleitten we er ook voor dat dit moet worden onderzocht voor alle vervoersmodi: auto, bus en fiets. Dat moet allemaal in de denkoefening worden opgenomen. We vinden het dan ook goed dat de 33 maatregelen die werden overlegd met de stad Antwerpen en de Vlaamse Regering niet alleen van toepassing zijn op de wagen. Er wordt evengoed aandacht besteed aan de andere vervoersmodi, met verbeterde fietspaden en kruispuntinrichtingen aan de afritten van Stabroek.
De heer Keulen heeft het woord.
Mijnheer de Kort, ik heb een simpele vraag. Waarom moet u wachten tot zes maanden voor de verkiezingen om met deze voor de hand liggende maatregelen te komen? Wat heeft u belet om daar de afgelopen vier en een half jaar werk van te maken? Niets kon u dat beletten. Geef mij daar nu eens een plausibele uitleg voor. (Applaus bij de oppositie)
Ik wil u daar een heel duidelijk antwoord op geven. De heer Van Mechelen zal ook weten dat wij in het verleden hebben gezegd dat wij de fileproblemen niet gaan oplossen met enkel de Oosterweelverbinding. Wij hebben er altijd voor gepleit om bijkomende doorstromingsmaatregelen op de bestaande infrastructuur te bekijken en om ook infrastructuurwerken in de ruimere regio te bekijken. De heer Van Mechelen zal ook weten dat ik het initiatief heb genomen om samen met de streekintercommunale Igean te bekijken welke maatregelen er op dat vlak moeten worden genomen. De heer Martens zal ook heel goed weten dat ik dat naar voren heb gebracht in de commissie Openbare Werken, waarin men zeer aangenaam verrast was toen ik voorstelde dat we ook andere maatregelen zouden moeten nemen in de regio en ook ten aanzien van andere vervoersmodi.
Ik vind het daarom zeer goed dat er een brede consensus is ontstaan om een resolutie goed te keuren die betere doorstromingsmaatregelen en een betere benutting van onze wegeninfrastructuur bepleit. Mijnheer Keulen, voorbeelden tonen aan dat dit werkt. De spitsstrook op de E313 vermindert het aantal file-uren daadwerkelijk. De heer Van Dijck bevestigt dat.
De Vlaamse Regering is in verkiezingsmodus. Uw uitleg kan ik niet weerleggen. Maar u geeft geen antwoord op mijn duidelijke vraag: waarom moest u vierenhalf jaar wachten? Daarvoor hebt u toch geen resolutie nodig? Dit levert quick wins op. Men kan over de resultaten discussiëren. Maar waarom hebt u zo lang gewacht? Dat komt bijna neer op schuldig verzuim. U hebt tijd verloren. Wat u nu voorstelt, is wat elke stad en gemeente probeert te doen, in afwachting van structurele maatregelen: met dit soort van maatregelen de zwaarste noden te lenigen, in afwachting van een regeling ten gronde. Dat is een goed beleid, maar u komt daar zes maanden voor de verkiezingen mee op de proppen. Gedurende vierenhalf jaar had u alle teugels in handen om er iets aan te doen. (Applaus bij de oppositie)
U woont niet in Antwerpen. Vandaar wellicht dat u niet hebt kunnen merken dat er inmiddels al heel wat quick wins en ook grote infrastructuurwerken zijn gerealiseerd. Ik zou u een lijstje van maatregelen kunnen geven die in mijn streek een betere doorstroming in de hand moeten werken, zoals het op- en afrittencomplex aan de E19, bij Brecht. Ook andere maatregelen mogen worden vermeld, zoals de werken aan het Albertkanaal. Heel recent is beslist om te werken met de pps-formule: 235 miljoen euro is vastgelegd om 25 bruggen te verhogen. Er is ook in de verbreding van het Albertkanaal voorzien.
Om mij door het Albertkanaal te laten inspireren: u verdrinkt de vis in het water. U somt een aantal maatregelen op. Maar ik stel mijn vraag opnieuw: waarom moest u 4,5 jaar wachten om met die 33 maatregelen op de proppen te komen? Daarvoor hebt u toch geen resolutie nodig? Men moet geen ingenieur zijn om dat te weten.
De heer Sabbe heeft het woord.
Vooreerst wil ik u, voorzitter, bedanken omdat u de rechtlijnige beslissing nam om dit debat toe te staan. Voortbouwend op wat de heer Keulen zei, noteer ik dat u, mijnheer de Kort, zegt dat de Oosterweelverbinding het fileleed niet zal oplossen. Dat is een gevaarlijke uitspraak. Nochtans is dat volgens jullie dé oplossing. Een oplossing die op papier 1,85 miljard euro zal kosten, maar waarvan Karel Vinck zegt dat het 2 miljard euro zal worden. Nu zegt u dat de Oosterweelverbinding het fileleed zeker niet volledig zal oplossen.
Ik kijk met enige weemoed terug naar de eerste commissiebijeenkomst van augustus 2009. Toen reeds hebben verschillende commissieleden, waaronder ik, maatregelen opgesomd die al zouden kunnen worden genomen. Vandaag komt u met 33 maatregelen. Er zijn er een paar goede bij, maar het komt toch vooral neer op schilderwerk, zoals de heer Penris hier al zei. Nu zegt u dat de Oosterweelverbinding het fileleed niet zal wegwerken, en dat er nog andere maatregelen nodig zijn.
Eigenlijk zegt u dan zelf: is dat wel de goede oplossing? Men investeert 1,85 miljard euro. Dat is toch wel een van de grootste, zo niet de grootste investering in infrastructuur in Vlaanderen. U, lid van de meerderheid, zegt zelf dat dat het fileleed in feite niet zal oplossen. Daarmee geeft u eigenlijk zelf aan dat dit niet de juiste oplossing is, dat het niet de toekomstgerichte oplossing is die we nodig hebben voor de mobiliteit in Antwerpen en in bredere zin voor Vlaanderen en voor de Europese functie van de haven van Antwerpen voor de rest van onze 27 partners.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Ik ben redelijk verrast door de uitspraak van de heer de Kort dat hij bijzonder tevreden is met deze acties. In het voorjaar 2009 is de bouwvergunning ingediend voor de realisatie van de Oosterweelverbinding. Collega, normaal zouden we volgend jaar, in het najaar 2014, met de wagen over de nieuwe Oosterweelverbinding rijden en zouden u en ik en vele andere landgenoten bespaard blijven van dagelijks fileleed.
In 2010 hebben we hier een scherp debat over gevoerd. Ik kijk naar de minister-president, als u mij dat toelaat, mijnheer Van den Heuvel. De minister-president heeft toen gezegd dat de nieuwe procedures tot maximaal twee jaar vertraging zouden leiden. We zijn ondertussen november 2013. Er wordt nu gesproken over januari 2014. 4 april 2014, toevallig de datum voor het paasreces, is nu de magische datum. Ik heb ooit nog moeilijke beslissingen genomen op Goede Vrijdag. Vrijdag 4 april wordt nu dus naar voren geschoven. Na die datum wordt het parlement eigenlijk bijna ontbonden. Ik neem aan dat mijn fractieleider daar nog iets meer over zal zeggen. Mijnheer de Kort, deze legislatuur zal er niets beslist zijn in het dossier van de Oosterweelverbinding.
Zoals u wellicht gemerkt hebt, verschilt het perscommuniqué met de lijst van 33 punten. Het eerste punt van de lijst – ik verontschuldig mij ten opzichte van de niet-Antwerpse collega’s – is de nagenoeg evidente maatregel waarvan men al vier jaar vraagt die te realiseren: van 150 meter pechstrook een rijstrook maken om de verweving van de op- en afrit van en naar de A12 en naar de Noorderlaan mogelijk te maken. U noemt dat een doorbraak. Dat kunt u toch niet menen?
Het is juist dat er in het verleden al ingrepen gebeurd zijn, zoals de oprit in Brasschaat rechtstreeks aansluiten op de ring, maar dat zijn dan allemaal essentiële onderdelen van de bouwvergunning voor de hogesnelheidslijn die wij eertijds hebben genomen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, ik heb hier uw blinkende brochure van inderhaast genomen maatregelen voor de etalage. U hebt het verkocht als 33 maatregelen, maar er zijn eigenlijk 13 quick wins uit te voeren in 2014. Aan de achterzijde staan de andere maatregelen, die technisch verder uit te werken zijn. Daar wordt bijvoorbeeld gesproken over de wenselijkheid om het een of ander te onderzoeken. Kortom, die maatregelen op de tweede bladzijde zijn eigenlijk geen maatregelen. Zoals de collega’s zeggen, staan daar zaken tussen waarover er al jaren wordt gesproken. Mijnheer Van Mechelen heeft er de eerste maatregel uitgepikt, ik pik er de 26e uit, die dan nog eens staat bij ‘technisch verder uit te werken en te onderzoeken’: de herbelijning van het kruispunt N1-R11 in Mortsel. Daarvoor is men al minstens vijf jaar vragende partij. Nu komt u met een lijstje waarvan je zegt: het kan toch niet waar zijn dat men dat inderhaast probeert te presenteren als tijdelijke oplossingen voor een beslissing die er niet zal komen. Ik vind dat zeker een debat waard.
Ik wil een slechte indruk wegwerken. Mijnheer Sabbe, u moet niet ongerust zijn. Ik analyseer niet alleen wanneer er verf wordt gebruikt in dit verhaal. Deze regering heeft ook nog andere ambities. Ze zal nakijken, onderzoeken, de wenselijkheid van een aantal zaken meenemen, optimaliseren.
Ze gaat één keer echter heel concreet in Deurne een ongelijkvloerse kruising met de Ruggeveldlaan realiseren. Minister, een ongelijkvloerse kruising, dat is ofwel een tunnel ofwel een brug. Heeft men daarvoor de middelen in de begroting ingeschreven? Zo ja, over welk bedrag gaat het?
Er is de vraag of kleinere maatregelen nu zouden kunnen zorgen voor een betere doorstroming, en waarom men tot nu heeft gewacht. Wie de werkzaamheden kent van de commissie Openbare Werken, weet goed genoeg hoe de resolutie over de doorstroming tot stand is gekomen, na de toelichting en de bespreking met professor Chris Tampère. Die heeft duidelijk toegelicht en ons ervan overtuigd dat vele kleine maatregelen kunnen zorgen voor een betere doorstroming, en ook voor een gedeeltelijke oplossing voor de fileproblematiek. Mijnheer Sabbe, we hebben ook altijd gezegd dat dit voor ons een en-enverhaal is. We zeggen niet dat enkel de tangenten kunnen worden gerealiseerd, of enkel de Oosterweelverbinding. We zeggen ook dat er qua wegeninfrastructuur daarnaast nog andere infrastructuurwerken nodig zijn in de regio. Er moet ook een beter gebruik worden gemaakt van die betere bestaande infrastructuur. Die moet optimaal kunnen worden gebruikt. U moet maar eens nagaan hoe er op dit moment in Nederland wordt gediscussieerd over de infrastructuur: daar vindt momenteel dezelfde discussie plaats, over de vraag of men de bestaande infrastructuur niet veel beter kan benutten en gebruik kan maken van nieuwe technieken, om zo het fileleed daadwerkelijk te verminderen.
Nu zijn sommigen kwaad omdat er maatregelen worden genomen. Een paar maanden geleden was men kwaad omdat er geen enkele actie werd ondernomen. Mijnheer Penris, nu gebeurt dat wel, met 33 doorstromingsmaatregelen. Het is heel duidelijk dat daarvan een aantal maatregelen onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd. Er zijn er die nog wat studiewerk noodzaken en volgend jaar zullen worden uitgevoerd. We zouden ook nog een verdere opsomming kunnen maken van maatregelen die noodzakelijk zijn, in 2015 en verder. Ik ben ervan overtuigd dat we ook op dat vlak nog suggesties zouden kunnen doen over fietssnelwegen rond de stad Antwerpen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Mijnheer de Kort, we zijn helemaal niet kwaad. We zijn niet kwaad omdat er maatregelen worden genomen. We beklemtonen hier vooral dat die maatregelen eerder hadden kunnen worden genomen. Nu komt men met een aantal zaken die in feite in het midden van een debat over de mobiliteitsproblematiek in Vlaanderen vallen. We zijn wél kwaad over de manier waarop dit gebeurt. Daarover gaat het. Het gaat erover dat hier vanmiddag in het parlement een debat was aangekondigd. We hebben zelfs geen debat gevraagd. We zijn een correcte oppositie. We volgen het gentleman’s agreement. Er waren actuele vragen. Minister-president, u wist heel goed dat u daarop zou moeten antwoorden, en u hebt op dat moment nog heel vlug 33 quick wins en een persconferentie georganiseerd. Terwijl het debat hier bezig was, sijpelde dat hier binnen. Dat is de reden waarom we dit niet kunnen pikken. Het gaat er niet over dat u maatregelen neemt, maar wel dat u die te laat neemt, en over het feit dat de manier waarop u dat naar hier hebt gebracht, onverantwoord is, dat u het parlement buitenspel probeert te zetten. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer de kort, u zegt dat het een en-enverhaal is, maar hebt u al eens nagedacht over de invulling daarvan? Er is enerzijds de realisatie van de Oosterweelverbinding. Iedereen in dit halfrond weet dat ter zake de eerstkomende zes jaar – minstens zes jaar – niets zal worden gerealiseerd. Er is de discussie met Europa en Barnier. Er is nog altijd het MER dat moet worden opgemaakt. Er zijn nog zoveel hindernissen te nemen dat er van die ene ‘en’ sowieso al de eerste vijf jaar niets in huis komt. Die tweede ‘en’ bestaat uit 33 maatregelen, die we even tegen het licht hebben gehouden. De eerste bladzijde bevat effectief 13 zeer kleine, beperkte schilderwerken en pechstrookregelingen. Dan is er één kruising, en de rest zijn allemaal studies.
De eerste ‘en’ van het en-enverhaal bestaat niet, want dat is de processie van Echternach met Europa, om dat gedeelte vooralsnog door Noriant te laten uitvoeren, en het andere gedeelte zijn dertien schilderwerken. Van dat en-enverhaal blijven er wat schilderwerken over en is er niet één ‘en’. Straks zal ik een betoog houden over wat de werkelijke en-maatregelen zijn, die we vier jaar geleden al hadden kunnen initiëren.
De heer D'Hulster heeft het woord.
We moeten er niet onnozel over doen. Deze 33 maatregelen zullen er niet voor zorgen dat alle fileproblemen worden opgelost in de Antwerpse regio. Waar ze wel voor kunnen zorgen, is dat er een aantal ergernissen, die al een hele tijd meegaan, zoals onnodig tijdverlies op een aantal kruispunten, kunnen worden weggewerkt.
Mevrouw Meuleman heeft terecht verwezen naar punt 26. Daar wordt al jaren naar gevraagd. Het is goed dat er een checklist is om al die zaken, hopelijk snel, af te werken. Hoe limitatief is die lijst? Wat is het statuut ervan? Kunnen we nog toevoegingen doen? Ik heb enkele suggesties gehoord van de heer de Kort. Ik zou zelf ook nog enkele kruispunten kunnen bedenken waar wat extra verf of extra meters afslagstrook zinvol zouden kunnen zijn. Ik denk ook nog aan een fietsdeelproject dat we zouden kunnen uitbreiden. Hoe limitatief is de lijst? Kunnen we nog suggesties doen in de commissie? Bestaat er een e-mailadres waar we terechtkunnen? Of is dit de lijst en zal het daarbij blijven?
Mijnheer Sabbe, voor ons logisch verstand heb je eerst één en dan twee. Zo is dat ook met Oosterweel. Eerst moet je zorgen voor een plan-MER, dan kun je een beslissing nemen en verder vooruit gaan.
Mijnheer Van Mechelen, voornamelijk uw partij heeft respect gevraagd voor de beslissing van de Antwerpenaar dat er een wijziging kwam ten aanzien van het concept van het project, waardoor er toch belangrijke complicaties waren, en dat er een nieuw plan-MER moest worden opgesteld.
We zijn tevreden dat voor het zeer zware fileprobleem in Antwerpen en de regio, de grootste ergernissen nu kunnen worden aangepakt.
Mijnheer de Kort, we gaan dus vijf jaar niets hebben gewijzigd. Om daar zwartepieten over uit te delen, sta ik achteraan in de rij. Ik voel me dus niet aangesproken. De vraag is of die 33 maatregelen het probleem zullen oplossen, wetende dat de eerstvolgende tien jaar geen enkele wagen of vrachtwagen over een nieuwe ring rond Antwerpen zal rijden. Daarover zijn we het eens.
De goedkeuring van het plan-MER volgt in het beste geval begin volgend jaar, maar zal aanleiding geven tot het opstarten van een nieuw gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waarvoor je, gelet op de weerzin die er leeft in Antwerpen, minstens twee tot drie jaar procedures moet incalculeren voor je een nieuwe bouwaanvraag kunt indienen, laat staan de eerste schop in de grond steken.
De vraag is of we met deze 33 kruimelmaatregelen één stap vooruit zijn dan wel of we het geweer drastisch van schouder moeten veranderen. In de zomer van 2011heb ik gepleit voor een andere strategie, dezelfde die we ooit hebben genomen voor de spoorweginvesteringen. We hebben de tweede spoorontsluiting van Antwerpen achteruitgeschoven en de bouw van de Liefkenshoekspoortunnel vooruitgeschoven. Volgend jaar kunnen we die tunnel wellicht openen en zal het vrachtverkeer worden ontwikkeld via het spoorwegvervoer.
Het staat nu vast dat we tien jaar zijn geblokkeerd. We hebben vijf jaar verloren. Moeten we nu geen drastische maatregelen nemen?
Ik had begrepen dat de stad Antwerpen bij monde van haar schepen van Mobiliteit de deur had opengezet voor wat we ooit hebben gedaan bij de renovatie van de ring rond Antwerpen. Daarbij hebben we op de ring tal van op- en afritten afgesloten en kon enkel het doorgaand vervoer naar de E313, de E19 en de E17, zijnde de drie grote infrastructuurassen, plaatsvinden. Alle stadsverkeer werd afgesloten van de ring door het bouwen van overbruggingen op de Singel. Dat kunt u morgen realiseren. En dan kunt u onmiddellijk beslissen om alle vrachtverkeer van de ring van Antwerpen tussen 6 uur en 10 uur ’s morgens en tussen 16 uur en 22 uur of 20 uur ’s avonds van de ring te halen en om te leiden naar de Liefkenshoektunnel. Dat zijn mammoetmaatregelen. Wat zijn we nu met deze maatregelen? Dat is de vraag die wij u stellen. (Applaus bij de oppositie)
U bent nogal pessimistisch gestart, maar dan hebt u zelf ook aangegeven dat de Liefkenshoekspoortunnel heel belangrijk is op het gebied van het spoorwegvervoer.
Ik wil het ook nog hebben over het Albertkanaal. Als wij er effectief in slagen om al die bruggen te verhogen, dan zal dat een ontzettende ontlasting betekenen van de kleine ring rond Antwerpen. Mevrouw Dillen, u moet maar eens een bezoek brengen aan de bedrijven die zich op dit moment vestigen langs het Albertkanaal. Dat zijn havenbedrijven die daar eigenlijk de goederen laten overslaan op een binnenschip. In de toekomst zal een verhoging van de containervaart van twee naar drie lagen een belangrijke optimalisering zijn. Dat zal een serieuze ontlasting betekenen van de kleine ring rond Antwerpen.
Mijnheer de Kort, ik heb een zeer concrete vraag voor uw fractie. U bent gewezen burgemeester van een belangrijke gemeente in het noorden van Antwerpen. Het gaat niet alleen over het noorden van Antwerpen maar over de hele Kempen, over Vlaanderen, over de verbinding van Denemarken met Portugal. Wij staan stil, iedere dag, ieder uur, ieder moment, vakantie of geen vakantie.
We hebben bij de heraanleg van de ring een aantal draconische maatregelen genomen die bewezen hebben dat ze werken. Waarom zou men die morgen niet opnieuw nemen en alle op- en afritten op de ring ter hoogte van Antwerpen sluiten, de Singel beter uitrusten met overbruggingen wat nota bene de vorige burgemeester van Antwerpen niet wilde – nu is er een nieuwe burgemeester? De bedoeling is het verkeer minstens in de spitsuren, en wat mij betreft altijd, langs de Liefkenshoektunnel te sturen. What’s the problem?
Mijnheer Van Mechelen, u hebt een toelichting gegeven bij de 33 maatregelen. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
In het persbericht van de minister dat ik heb gelezen en dat straks wellicht verder wordt toegelicht, is er ook opdracht gegeven aan de werkgroep Minder Hinder. Dat is dezelfde werkgroep die vroeger met de renovatiewerken op de ring rond Antwerpen de maatregelen heeft voorgesteld en uitgewerkt die u hebt opgesomd. Ik verwacht van die werkgroep nog bijkomende resultaten.
Mijnheer de Kort, ik volg uw redenering. We moeten inderdaad zo veel mogelijk verkeer afleiden naar de vaarweg. Maar dan word ik geconfronteerd met de punten 30 en 31 van deze lijst: aansluiting Albertkanaalbaan op N12 in Wijnegem enerzijds en aansluiting Vaartkaai op Groenendaallaan/Vosseschijnstraat in de omgeving van de Metropolis in Antwerpen anderzijds. U bent mee verslaggever in de opvolgingscommissies dus u weet dat ik daar elke zitting vragen over stel. Het was schrikwekkend dat eerst nog niemand wist wie voor die straat verantwoordelijk was. Was dat de provincie, de waterwegen? Minister, ik zou willen weten hoe u de Vaartkaai, en ik stel de vraag nog een keer heel uitdrukkelijk aan u, zult inrichten. Dat heeft zijn belang voor de verkeersafwikkeling in onze regio, en zeker voor de industrie die zich daar nog wil ontwikkelen.
Hoe gaat u de Vaartkaai in Antwerpen, Merksem, Schoten herinrichten, minister? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Hoeveel hebt u daarvoor veil? Ik stel de vraag nu in het parlement, want ik heb op die vraag in het verleden in de commissies nooit een antwoord kunnen krijgen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister-president, ik ga niet te veel woorden vuil maken aan uw ‘verfpottenakkoord’ van deze middag. Wij zijn uiteraard blij met iedere maatregel die wordt getroffen om het fileleed te verlichten. Ik ga er ook niet flauw over doen: veel maatregelen zijn al jaren geleden door onze eigen fractie geopperd.
‘Lijnen trekken’. Ik stel me dan de vraag waarom dat niet sneller kon. Mijnheer Penris, ik ga ze niet overlopen, maar ik heb persoonlijk zeventien verfpotmaatregelen geteld. Voor de rest komen er fietspaden wat een goede zaak is, maar met die fietspaden krijg je natuurlijk geen containers in of uit de Antwerpse haven. Conclusie: too little, too late. U hebt een muis gebaard na een olifantendracht.
Laat ons terug naar de kern van de zaak gaan, naar uw twee blunderboeken: het Oosterweeldossier zelf en de flankerende maatregelen of beter gezegd het gebrek aan flankerende maatregelen. Voor wat het Oosterweeldossier betreft, hebben wij u in 2010 al gewaarschuwd voor uw politiek compromis. Wij hebben u al gezegd dat u het niet verkocht zou krijgen en dat de ongewijzigde aanbesteding niet zou lukken. U hebt ons steeds gezegd dat het in orde zou komen, dat we ons geen zorgen moesten maken en dat het maximum twee jaar vertraging zou betekenen. Intussen zitten we met de gebakken peren. De twee jaar zullen er waarschijnlijk tien worden. De MER-procedure heeft een tweetal jaar vertraging opgelopen. Wij moeten dat respecteren en voor alle duidelijkheid, wij staan achter die procedures. U blijft Europa opvoeren alhoewel men u al zo vaak heeft verteld dat u uw eigen zaakjes moet oplossen. Als de plan-MER er in januari zal zijn, is het verhaal nog niet ten einde, want dan moet er nog een RUP komen, een bouwvergunning en noem maar op. Normaal zouden we in 2014 over de brug denderen, het zal nu hopelijk door de tunnel zijn in 2024, met tien jaar vertraging.
U krijgt een herkansing, want u kunt flankerende maatregelen treffen. We reiken u de hand. Ik heb dat vanmiddag ook al gedaan. Ik heb u vier concrete maatregelen aangereikt die haalbaar zijn, betaalbaar zijn en een breed draagvlak kunnen vinden. U gaat er niet op in, maar ik ga ze toch nog even opsommen. Het zijn maatregelen die u zelf perfect als Vlaamse Regering kunt uitvoeren, zonder afhankelijk te zijn van Europa, van plan-MER’s enzovoort.
Er is de oostelijke tangent in het Waasland. In 2008 gingen de burgemeesters akkoord. De goedkeuring van het plan-MER dateert van het najaar 2011. Uw administratie omschrijft het momenteel als “Verder ontwerpend onderzoek is nog nodig. Noodzakelijke gegevens moeten nog worden opgevraagd. Voorschriften worden op dit moment afgerond.” Er zijn de parallelwegen E34, die ook in de pipeline zitten. Ik citeer opnieuw: “De Vlaamse Regering dient zich nog uit te spreken over het voorkeursalternatief. Beslissing wordt op dit ogenblik ambtelijk voorbereid.” We staan dus nog niet veel verder.
Dan heb ik eens een kleine rekenoefening gemaakt van het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel tijdens de spits. Ik baseer mij op cijfers van het Verkeerscentrum Vlaanderen dat zelf een berekening had gemaakt van wat het zou kosten om de Liefkenshoektunnel een uur per dag tolvrij te maken. Ik heb dat geëxtrapoleerd naar een uurtje ’s morgens tijdens de spits en een uurtje ’s avonds, twintig werkdagen per maand maal twaalf. Ik kom uit op een kostprijs van 4 miljoen euro. 4 miljoen euro om de Liefkenshoektunnel tijdelijk in file-uren tolvrij te maken, in afwachting van de volgende nieuwe oeververbinding. U doet dat niet. Hebt u geen zin? Hebt u geen draagvlak? U zult het mij zo dadelijk wel antwoorden.
De noodbruggen op de Singel zijn al aangehaald door mijn collega. Het was een zeer visionaire professor Claessens die al in 2005 zei: “Noodbruggen behouden is goedkoper. Haal ze niet weg. Laat ze staan. Ze zullen nog van pas komen.”
Op dat moment was 70 procent voorbehouden voor die noodbruggen. Ook daar heb ik een kleine rekenoefening gemaakt: 61.000 euro huurkosten per maand. Dat zou voor vijf bruggen 740.000 euro per jaar betekenen. Minister-president, waar wacht u op?
Ik concludeer. Eerst en vooral kondigde u op 4 april de definitieve beslissing aan. Voorzitter, ik ga ervan uit dat u in lijn met vandaag, dan ook het parlement in het paasreces zal bijeenroepen want het parlement is op dat moment al ontbonden. Dat gaan we toch niet laten gebeuren? (Opmerkingen van de voorzitter)
Algemene conclusie: Brussel en Antwerpen strijden qua aantal file-uren om de eerste plaats van alle Noord-Amerikaanse en Europese steden. We steken New York, Londen en Parijs voorbij. Bedrijven zoals dat van Wim Bosman en Corneel Geerts verlaten onze regio. Er zullen er nog volgen.
De Europese Commissie zegt in het kader van de budgetcontrole dat het fileprobleem een bijzonder zware belasting is voor de Belgische economie en een kostprijs heeft van maar liefst 2 procent van het bruto nationaal product: 6,8 miljard euro. De Vlaamse Regering kan dingen doen die haalbaar zijn, die betaalbaar zijn, die structureel zijn, en ze doet het niet. Niet enkel ik begrijp dat niet, maar de Vlaming begrijpt dat niet, de Vlaming die van dit alles het slachtoffer is en, voor alle duidelijkheid, in de file zal blijven staan de komende 10 jaar, zonder of met uw 33 maatregelen. (Applaus bij Open Vld)
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, minister, collega’s, we hebben deze namiddag akte kunnen nemen van een lijst van 33 quick wins die minister Crevits kennelijk in overleg met de stad Antwerpen heeft voorgelegd aan het politieke stuurcomité. Het is een lijst die door de oppositie smalend wordt afgedaan als verfpotmaatregelen. Beste collega’s, ik denk dat ook verfpotmaatregelen heel wat effect kunnen ressorteren. Als we kijken naar het effect dat de omwisseling van de pechstrook tot een spitsstrook bij het uitrijdend verkeer op de Antwerpse ring heeft tussen de Turnhoutse knoop en Wommelgem, dan zien we dat dat effectief heel wat file-uren heeft bespaard. Verpotmaatregelen kunnen dus ook hun effect hebben. Er zijn zelfs politieke partijen hier in dit halfrond die groot geworden zijn met verfpotmaatregelen, met het schilderen van zebrapaden en noem maar op.
We hebben hoe dan ook vragen bij die lijst van 33 projecten. Wat is nu de maturiteit van al die maatregelen? Zijn die doorgerekend op hun file-oplossend vermogen? Zijn die doorgerekend in verkeersmodellen van het Vlaams Verkeerscentrum? Wat is het effect van die individuele maatregelen? Die informatie hebben we wel nodig om een juiste beslissing te kunnen nemen. Minister, ik ga ervan uit dat u die maatregelen wel degelijk door het Vlaams Verkeerscentrum hebt laten doorrekenen. Het zou het democratische debat ten goede komen, mochten we die resultaten kunnen zien.
Hoe 'quick' is 'quick'? Hoe snel kunnen een aantal van die quick wins worden uitgevoerd? Minister, ik lees in uw persbericht dat een eerste reeks binnen de zes maanden kan worden uitgevoerd. Over welke reeks gaat het? Is dat de eerste pagina van de 33 maatregelen of zijn het andere maatregelen? Hoe zit het met adviezen die nog moeten worden gevraagd bij de gemeentelijke begeleidingscommissies, bij de provinciale veiligheidscomités, bij het provinciaal auditcomité? Welke rol gaat dat nog spelen? Kunt u een timing geven voor de realisatie van een aantal van die quick wins? Dat is niet onbelangrijk om hier een goed debat over te kunnen voeren.
Vereisen een aantal van die maatregelen een milieu-effectenrapport? Is voor een aantal van die maatregelen de toepassing van het besluit kleine werken noodzakelijk? Dat zijn vragen die bij ons zeker nog leven. Ten eerste zijn er vragen over de maturiteit, en ten tweede zijn er vragen over de volledigheid van de lijst.
Mijnheer Martens, was de sp.a op de hoogte van deze maatregelenlijst? Waren uw ministers daarin gekend? U klinkt heel gereserveerd. U bent een technicus, u kent de materie. Was de sp.a op de hoogte van deze maatregelenlijst? Zijn uw ministers in de Vlaamse Regering geïnformeerd?
Wij zijn gisterenavond in kennis gesteld van de lijst, collega Keulen. En als ik lees dat die is opgesteld in overleg met het stadsbestuur van Antwerpen, ga ik ervan uit dat Open Vld al veel vroeger betrokken was bij het opmaken van de lijst van 33 maatregelen. (Gelach. Applaus bij de meerderheid)
Voor een correcte lezing van de teksten: Open Vld is daar deze middag van in kennis gesteld.
Ik heb daarnet ook de correcte lezing gegeven van het feit dat wij, als regeringspartner, daar gisterenavond van in kennis zijn gesteld. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
We hebben daar vandaag akte van genomen, collega. Als u het persbericht van minister Crevits leest, zult u vaststellen dat dit een voorstel is dat de minister aan het politieke bestuurscomité heeft voorgelegd. Dat is het statuut van de tekst.
Gaat het hier over een voorstel of over een beslissing? Daar moet de regering nu duidelijkheid over geven.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, elk jaar stel ik binnen mijn bevoegdheid als minister van Openbare Werken investeringsprogramma’s op in elke provincie. Dat wordt ook aan het parlement meegedeeld, uiterlijk bij de stemming over de begroting in de commissie Openbare Werken. Dat zal nu op dezelfde manier gebeuren.
Voor geen enkele van de maatregelen uit die lijst heb ik de Vlaamse Regering nodig. Ik vond het wel van belang om daar met de stad Antwerpen, en meer bepaald met de schepen van Openbare Werken, een bilateraal gesprek over te hebben. Er is heel veel over en weer gesproken over wat kan en wat niet. We hebben ook veel geleerd uit ingrepen die de voorbije jaren op andere plaatsen in Vlaanderen gebeurd zijn.
Ik kan elk van die maatregelen nemen binnen mijn bevoegdheid. Ik heb daarvoor geen beslissing van de Vlaamse Regering nodig. Het zijn zaken die op een investeringsprogramma komen en die dan hun gang gaan. De Provinciale Commissie Verkeersveiligheid wordt daarvoor geraadpleegd. Het is een lijst die in beweging is, maar het zou goed zijn dat we zo snel mogelijk overgaan tot de uitvoering.
Minister, in de beleidsbrief wordt op geen enkele manier gewag gemaakt van deze mobiliteitsmaatregelen.
Ik herhaal: in de beleidsbrief worden een heel pak zaken opgesomd, maar de investeringsprogramma’s per provincie worden aan het parlement overgemaakt uiterlijk op het ogenblik dat in de commissie over de begroting gestemd wordt. Dat zal ook nu zo gebeuren. De maatregelen waarvan u vandaag kennis hebt gekregen, zullen ook geïntegreerd zijn in het meerjarenprogramma dat aan de commissie zal worden voorgelegd.
Sta me dan toch toe, minister, het vreemd te vinden dat u in de beleidsbrief, voor een van de topdossiers waar deze Vlaamse Regering mee wordt geconfronteerd op het vlak van Mobiliteit, op geen enkele manier naar die 33 maatregelen verwijst. Ik vind dat politiek vreemd.
Ik vind het ook – en dat staat in schril contrast met uw reputatie – niet echt collegiaal. U probeert het er hier op een diefje door te jagen, in die zin dat u liefst niet naar het parlement wou komen – we hebben de fractieleiders van de meerderheid gehoord. En nu zegt u dat het allemaal budgettair in orde is. Ik blijf het vreemd vinden dat u daar in de beleidsbrief, die intussen een paar weken oud is, op geen enkele manier naar verwezen hebt. (Applaus bij Open Vld en LDD)
Ik begrijp een aantal elementen in dit debat zelf niet. Er is een politiek stuurcomité. De uitnodiging is verstuurd en de vergadering is een hele tijd op voorhand aangekondigd. We hebben afgesproken de tijdelijke maatregelen en quick wins te bundelen die in de komende periode kunnen worden uitgevoerd. Ik heb dat document tegen de vergadering van vandaag klaargemaakt. Ik heb hierover de voorbije weken overleg met het stadsbestuur van Antwerpen gepleegd.
Dat document is klaar. Het bevat een aantal maatregelen. Ik ben blij dat het Vlaams Parlement het de moeite vindt hierover te spreken. Blijkbaar zijn die maatregelen dan toch belangrijk genoeg.
De maatregelen hebben onder meer betrekking op de herinrichting van de bestaande wegcapaciteit. Sommige mensen doen daar smalend over. Zij moeten maar eens kijken naar de spitsstrook die we op de Brusselse ring richting Leuven hebben aangelegd en naar de weefstrook in de richting van Holsbeek. Daar is kritiek op geleverd. We hebben ervaringen opgedaan. Deze Vlaamse Regering heeft beslist deze maatregelen uit te voeren. We maken hiervoor gebruik van de ervaringen die we elders in Vlaanderen hebben opgedaan.
We hebben een aantal bijkomende keuzes gemaakt. Van een aantal punten wisten we al langer dat die in het investeringsprogramma zouden worden opgenomen. Dat programma komt eraan. Met betrekking tot een aantal andere zaken zijn bijkomende beslissingen genomen. Een voorbeeld is de spitsstrook op de Antwerpse ring richting Kruibeke. We wisten vier maanden geleden nog niet of dit mogelijk zou zijn. Ik heb zelfs gecommuniceerd over nieuwe spitsstroken, onder meer op de E19.
Op dit ogenblik luidt onze stelling dat we daar bijkomende winsten kunnen boeken en dat we die quick wins willen realiseren. Dat is een evolutief gegeven. Ik heb een bundeling gemaakt van alle zaken die we kunnen en zullen uitvoeren. Dat is evolutief. We zullen hiervoor ook contact met de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid opnemen. Er is overleg met het stadsbestuur gepleegd. Ik kan al die zaken uitvoeren binnen mijn eigen meerjarenbegroting, die het Vlaams Parlement hopelijk zal goedkeuren.
Ik ben even verbaasd als de heer Keulen. Alleen vind ik niet dat de minister op een diefje handelt. Integendeel, zij brengt bepaalde zaken met een bepaalde bedoeling voor het voetlicht. Zij houdt een persconferentie en zij schrijft persmededelingen met betrekking tot 33 maatregelen ter ontwarring van de Antwerpse verkeersknoop die zij bij voorrang gerealiseerd wil zien. Dat is geen toeval.
Afgelopen maandag heeft de minister-president Europees commissaris Barnier bezocht. Hij heeft gedeeltelijk gelijk gekregen, maar voor een nog groter deel ongelijk gekregen. Europees commissaris Barnier heeft gesteld dat de minister-president de regels moet volgen die zijn eigen parlement hem oplegt. Dit betekent dat hij het MER en alles wat hier verband mee houdt, moet respecteren.
Daarop gaat de minister-president in de tegenaanval. Ik kan hem geen ongelijk geven, hij bevindt zich in een pre-electorale fase. Hij gaat in de tegenaanval en hij laat zijn collega 33 punten naar voren brengen. Dat gebeurt niet op een diefje, maar in het openbaar en heel welbewust. Dit is echter nogal ongelukkig. Hij moet het de oppositie dan ook vergeven dat wij hem hierop even willen aanpakken. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Minister-president, ik hoop het. Kunt u ons dan ook een antwoord geven op alle punctuele vragen die we hebben gesteld? (Applaus van mevrouw Marijke Dillen)
Minister, ik dank u voor uw tussentijds antwoord. Ik zou toch nog een paar opmerkingen willen maken. Iedere maatregel die wordt genomen, komt geen dag te vroeg. Daarvoor danken we u. We vragen evenwel mammoetmaatregelen en geen kruimelmaatregelen. Ik veronderstel dat u daar straks een antwoord op zult formuleren. U hebt zeer expliciet naar uzelf als minister en naar deze Vlaamse Regering verwezen. Wie was in de vorige Vlaamse Regering de minister van Openbare Werken?
Minister, we hebben akte kunnen nemen van de lijst met 33 projecten. Wat een aantal maatregelen betreft, hebben we nog een aantal vragen met betrekking tot de timing en het effect. Het is mogelijk dat u al die maatregelen binnen uw eigen bevoegdheid ten uitvoer kunt brengen. Misschien is dat des te beter. U had u echter niet tot dit lijstje moeten beperken. Zoals u weet, is mijn partij een loyale coalitiepartner. We zouden graag ook andere minderhindermaatregelen aan het lijstje toevoegen.
En wat ons toch opvalt in de lijst van 33 maatregelen, zijn de weinige openbaarvervoermaatregelen die erin staan. Zeker in het licht van het Minder-Hinderplan dat we destijds gekend hebben bij de heraanleg van de ring, want daar staken een pak meer openbaarvervoermaatregelen in.
Een van de weinige maatregelen die erin zit, is de verbeterde doorstroming van tram 3 vanaf Zwijndrecht Linkeroever naar de stad Antwerpen. Dat juichen we toe, we zijn er enorme fans van om die via verkeerslichtenbeïnvloeding sneller te laten doorstromen. Maar waarom doet u dat ook niet voor die andere tramassen? Ik heb u daar destijds over geïnterpelleerd en u verwijst graag naar de supercomputer die op komst is, maar, minister Crevits, we weten perfect dat bijvoorbeeld aan lijn 15 van Mortsel nu al, met de detectielussen die er nu in de grond steken, een verbeterde doorstroming kan worden gegeven. En dat is ook nodig om het overstapmodel te doen slagen dat u hebt ingevoerd waardoor de bussen niet meer tot in het hart van de stad rijden, maar aan de rand van de stad de stroom reizigers overgeven aan de trams. Waarom moeten de doorstromingsmaatregelen beperkt blijven tot tram 3?
Als we kijken naar het Minder-Hinderplan van vroeger, dan zaten daar nog een pak andere maatregelen in die wat ons betreft kunnen worden hernomen. Ook wat de spoorwegen betreft, werden extra inspanningen geleverd. Langs de E313 was een ‘park and ride’ ingericht in Herentals Wolfstee, met een hogere frequentie van de spoorlijnen van en naar Antwerpen.
Hetzelfde zou u kunnen doen met het station Noorderkempen langs de gloednieuwe hsl-lijn. Daar stopt vandaag één trein per uur, dat is minder dan het aantal treinen dat er vroeger stopte. De dienstverlening is afgebouwd. Het zou een perfecte ‘park and ride’ kunnen zijn waar reizigers kunnen overstappen op het openbaar vervoer om zich naar Antwerpen te begeven.
Ook wat de binnenvaart betreft, zaten er toen ruimere behandelingsvensters in. Ook daar zien we niets van terugkeren.
Wat de Liefkenshoektunnel betreft, zijn er een heel aantal fracties en grote groepen in de samenleving, die vragen om de tunnel tolvrij te maken, bijvoorbeeld tijdens de piekuren. Ik weet, minister, dat u bezorgd bent over uw begroting, maar een alternatief is natuurlijk het verplichten van een aantal vrachtwagenroutes, bijvoorbeeld de route tussen Nederland en Kortrijk/Rijsel. U kunt de vrachtwagens verplichten om van de Liefkenshoektunnel gebruik te maken of verbieden om van de Kennedytunnel gebruik te maken, net zoals dat het geval was tijdens het Minder-Hinderplan. Idem dito voor de Hollandse caravans: ook die werd toen verboden om van de Kennedytunnel gebruik te maken. Dat heeft gigantisch veel effect gehad. Waarom zouden we dergelijke maatregelen nu niet opnieuw invoeren? Het zal u niets kosten, u hoeft geen schaduwtol te betalen, u zult een veel betere benutting krijgen van de Liefkenshoektunnel en veel minder files op de Antwerpse ring. (Applaus bij sp.a)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Martens, ik kan uw betoog grotendeels ondersteunen, maar wat ik wel merkwaardig vind, is dat u vanuit de meerderheid heel wat extra maatregelen en nog ‘quickere wins’ aan het suggereren bent op een lijstje dat van de regering komt. (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Ze komen toch van het kabinet van de minister. Ik vind het merkwaardig dat u als coalitiepartner de avond voordien in kennis wordt gesteld en dan geen invloed meer hebt op het lijstje dat op Antwerps niveau wordt afgetoetst. Sorry, maar zo werkt een meerderheid niet! (Applaus bij Groen, Open Vld en het Vlaams Belang)
Ik herhaal nogmaals, minister, dat wij u onze uitgestoken hand aanbieden om uw lijstje te verruimen met een deel van de maatregelen die destijds hun nut hebben bewezen.
Mijnheer Van Mechelen, voor alle duidelijkheid, wat de noodbruggen betreft, dat is misschien een gemakkelijk standpunt om vanuit Kapellen in te nemen, maar het probleem is dat daarmee ook een verplaatsing van de vervuiling en van de geluidsoverlast ontstaat. Het is veel moeilijker uit te leggen aan de mensen die langs de Uitbreidingstraat of langs de Desguinlei wonen, dat ze de ring, die zich nu binnen de zate op min 1 bevindt, op plus 1 voor hun venster zullen horen donderen. Vandaag is het al zo dat de scholen die langs de Singel gelegen zijn, van de Vlaamse Gemeenschap negatief advies krijgen om bijkomende capaciteit te realiseren omdat de fijnstof- en geluidsnormen er niet kunnen worden gehaald. En dan is het niet eenvoudig om de ring gewoonweg te verleggen naar de Singel.
Maar los daarvan zitten er in het Minder-Hinderplan nog veel andere maatregelen die wat ons betreft zeker kunnen worden hernomen en die effect zullen hebben. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Martens, misschien kunnen we het over één ding eens zijn: we kunnen misschien eens een referendum organiseren in Antwerpen over de bouw van de tijdelijke bruggen over de Singel om de mobiliteit op te lossen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Waarom was sp.a niet aanwezig op die persconferentie? Waarom waren enkel CD&V en de N-VA daar? Die vraag werd hier gesteld door de heer Rzoska. Waarom werd sp.a pas gisterenavond ingelicht? Waarschijnlijk omdat dit in feite de aankondiging is van de toekomstige coalitie in de Vlaamse Regering na de verkiezingen van 2014. (Applaus van de heer Bart De Wever)
Dat is het eerste punt dat men daaruit kan afleiden. Het zijn misschien gissingen, maar het gaat toch in die richting.
Het verfpottenakkoord heeft ook op mij geen grote indruk gemaakt. Het verfpottenakkoord is ‘too little too late’. Sinds 2009 heb ik persoonlijk, in naam van mijn partij en ook voor de oppositie, een smeekbede gedaan opdat er dingen zouden gebeuren. De heer de Kort heeft het over ‘én-én’. Wij weten hier allemaal, kamerbreed, dat de Oosterweelverbinding er voor 2014 niet zal zijn. Die ene ‘én’ valt sowieso weg. Wat zijn dan wel de oplossingen? Minister-president Peeters heeft op 2 oktober gevraagd dat we een positieve oppositie zouden voeren. Wij willen hem daarin tegemoetkomen om hem te ontlasten van zijn zware taken en om hem te helpen met raad en daad. Welnu, minister, van de R4-oost hadden we al lang een autosnelweg moeten maken. Daardoor zou het verkeer van de havens van Gent en Antwerpen via de A4, die trouwens begin 2014 klaar zal zijn, een halfuur sneller in Rotterdam staan: via de Liefkenshoektunnel in plaats van via Breda. Dat project moet dringend en prioritair worden aangepakt. Dan hadden we tenminste nu al een duidelijke ontlasting gehad van de Antwerpse ring.
De N49-E34 is ook beslist beleid. Het stuk tussen Zelzate en Antwerpen is dan weliswaar al verkeerslichtenvrij, maar tussen de haven van Zeebrugge en Zelzate is de N49-E34 een model van een weg die is bezaaid met slecht functionerende en slecht gesynchroniseerde verkeerslichten. U hebt wel de A111 goedgekeurd. Die komt er. Dat pps-project is goedgekeurd. Het gaat om het stuk tussen de haven van Zeebrugge en de Expresweg. En dan is er uiteraard de R11 en de T102: ook daaraan hadden we al lang veel meer kunnen werken. Dat zouden we eigenlijk moeten doen.
Nu vind ik het vreemd dat zoveel intellect verenigd in dit parlement niet inziet waarom men de Liefkenshoektunnel niet tolvrij wil maken. Het gaat, heel eenvoudig, om de ESR-norm. Men wil de financiering van de Oosterweelverbinding duwen naar de NV Tunnel Liefkenshoek. Daardoor wordt al de schuldenlast, die we op ons nemen voor dat monsterproject, geparkeerd in een onderneming die niet moet consolideren in haar schuld met de Vlaamse overheidsschuld. Waarom wil de Vlaamse Regering halsstarrig die Liefkenshoektunnel niet tolvrij maken? Waarom vindt zij daarvoor alle soorten redenen en waarom zegt zij dat het Verkeerscentrum dat zegt en die weer wat anders? Bullshit!
Die schuld bedraagt inmiddels 2,3 miljard euro. Dat zou het ongeveer moeten kosten. Plus het feit dat de tunnel-brug een tunnel-tunnel is geworden. Welnu, die 2,3 miljard euro kan de Vlaamse overheid niet dragen. Daarom wil men de NV Tunnel Liefkenshoek absoluut niet tolvrij maken, want anders wordt de schuld mee geconsolideerd in de Vlaamse schuld. Dat is de echte reden waarom we hier zo rond de pot draaien. Neen, je moet die tunnel ‘carrément’ openzetten en de tol afschaffen. De uiteindelijke doelstelling – en dat was een idee van de vorige regering – is weg, want de volgende tien jaar gebeurt er niets. Dan zijn een aantal van ons er niet meer, of ze hebben een lange grijze baard of een aantal anderen doen andere zaken.
Over het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel is er de voorbije periode al heel veel gesproken. Ik heb inderdaad aan het Verkeerscentrum gevraagd om nog eens een zeer grondig onderzoek te doen naar de effecten. U zegt dat door de R4 de Westerscheldetunnel beter kan worden gebruikt. Het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel zorgt er onder andere voor dat er verkeer wordt weggetrokken van de Westerscheldetunnel. Dat is niet goed.
Ik raad u toch aan om eens de website van het Verkeerscentrum Vlaanderen te bekijken. Daarop staan de resultaten van een grondig onderzoek over het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel. Op 5 december volgt er een voortgangsrapportage over het masterplan, met een toelichting. U beweert dat de redenen van zuiver financiële aard zijn. U zult daar de mobiliteitsargumenten vinden waarom het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel geen oplossing is.
Minister, uw stelling wordt door de praktijk volledig onderuit gehaald. Op het ogenblik dat men de Liefkenshoektunnel tolvrij maakt wanneer er zich een probleem op de Antwerpse ring voordoet, dan loopt de tunnel vol. De theoretische capaciteit van de Liefkenshoektunnel is 90.000 voertuigen. Vandaag haalt men nauwelijks het cijfer van 20.000. Er is een enorme capaciteit. De A4 in Nederland, tussen Bergen op Zoom en Rotterdam, is in het voorjaar van 2014 klaar. Vraagt u eens aan de vrachtwagenbestuurders waar zij rijden. Elk jaar rijd ik 65.000 km. Ik maak deel uit van een aankoopgroepering in Rotterdam, en ben daar dus twee keer per maand. Ik weet dus wat er gebeurt. In die tunnel zie ik om 8.40 uur, op een maandagochtend, twee voertuigen voor mij, en ik moet al heel ver achteruitkijken om er een derde te zien.
U hebt het over het Verkeerscentrum Vlaanderen. Wel, dat is bullshit. Rijdt u eens met mij mee. Laten wij de Liefkenshoektunnel eens een maand lang openstellen. Dat zal ertoe leiden dat wij op de Antwerpse ring van 140.000 voertuigen naar 90.000 zullen gaan. De echte reden van de weigering heeft te maken met ESR. Dat is duidelijk, want anders had u dat al lang gedaan. Hebben wij niet altijd geleerd dat wij voor bewarende maatregelen moeten zorgen wanneer zich problemen voordoen? Wel, de Liefkenshoektunnel openstellen en de R4 doortrekken zijn bewarende maatregelen.
Misschien tonen zij zelfs aan dat wij het met de Oosterweelverbinding totaal verkeerd hadden. Welke grote stad plant immers nog een ring op 800 meter van het MAS? Dat is zo’n mooi gebouw, maar nu wilt u op 800 meter een ring aanleggen, die voor 20.000 autobewegingen zal zorgen. Dat is toch te gek voor woorden? Kijk naar Londen: daar legt men de ring 80 kilometer van de stad weg. Maar hier volhardt u in de boosheid. Ik wil op een constructieve wijze oppositie voeren. Negotieer met Noriant en blaas alles af. Laten wij met een schone lei beginnen en de maatregelen waarover ik het had, realiseren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik heb het studierapport van het Verkeerscentrum Vlaanderen bij. Daarin staat letterlijk dat de ontlasting voor het vrachtvervoer het sterkst is via de Kennedytunnel, maar ook een belangrijke impact heeft op de Westerschelde-oeververbinding. De winst van voertuigen op het hoofdwegennetwerk van Antwerpen wordt modelmatig begroot op 45.600 euro voor één ochtendspitsuur. Dat mag dus worden verdubbeld wanneer wij zowel ’s ochtends als ’s avonds die winst kunnen boeken. De baten-kostenverhouding bedraagt 4.2/1, wat betekent dat elke 4,2 euro winst 1 euro kost.
U kunt misschien wel beweren dat dit allemaal niets oplevert, maar de studie van ingenieur Eddy Peetermans bewijst het tegendeel. De opbrengsten zijn aanzienlijk. De vraag van de heer Sabbe is dus terecht. Ik begrijp het ESR-verhaal. Maar daar is een oplossing voor: werk met schaduwtol, twee keer een uurtje tijdens weekdagen. Op die manier verdwijnt de ESR-neutraliteit niet. De aparte entiteit blijft behouden. Het betekent wel dat de Vlaamse Regering een kostprijs van enkele miljoenen euro moet dragen.
Minister, ik denk ook dat er een combinatie van maatregelen nodig is: het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel, gecombineerd met het weren van vrachtwagens uit de Kennedytunnel en hen verplichten om een andere weg te nemen. Dat vereist wel politieke moed.
Het verhaal over de ESR-neutraliteit klopt niet, mijnheer Sabbe. Een schaduwtol kan men inderdaad buiten de begroting financieren, zoals de Diaboloverbinding en de Liefkenshoekspoortunnel. Dat is geen argument.
Twee, ik hoor sommigen ervoor pleiten de Liefkenshoektunnel tijdens de spitsuren tolvrij te maken. Ik wil waarschuwen voor de effecten die dat zal hebben aan het begin en het einde van dat tolvrij ‘venster’, want er zal natuurlijk een rush ontstaan om nog net op dat moment door de tunnel te gaan. Ik vraag me af wat daar de effecten van zijn op het vlak van de mobiliteit. Wat mij betreft, is een verplichte route voor verschillende vrachtwagenstromen minstens een evenwaardig alternatief.
Collega’s, ik weet niet uit welke studies u hier citeert. Ik wil u vragen om een kijkje te nemen op www.verkeerscentrum.be. Ik zou het hele onderzoek kunnen voorlezen, maar dat zou wat te veel tijd kosten. Het verkeerscentrum is vrij duidelijk: “Tijdens de ochtendspits is ongeveer een derde van de stijging van het vrachtverkeer” – als je hem dus tolvrij maakt – “in de Liefkenshoektunnel afkomstig van de Westerscheldetunnel, waar de belasting afneemt. Dit effect is er ook tijdens de overige uren, maar iets minder uitgesproken. Aan de Kennedytunnel” – want daarvoor doen we het – “is het verschil in verkeersbelasting echter zeer klein. Er is wel een afname van het vrachtverkeer in de Kennedytunnel, ongeveer 100 à 200 vrachtwagens per uur in beide richtingen, maar de vrijgekomen capaciteit wordt grotendeels ingenomen door personenwagens, waardoor de totale afname slechts enkele procenten bedraagt. Dit is te verklaren door de aard van het personenverkeer op de R1, waarvan een groot deel zijn herkomst en bestemming vindt in het gebied rond de R1 en waarvoor de omweg via de Liefkenshoektunnel te groot is.”
Op jullie verzoek heb ik het verkeerscentrum gevraagd het nog eens allemaal grondig te bekijken. Ze hebben een uitgebreid onderzoek gedaan. Het is gepubliceerd op de website en wordt voorgesteld in de voortgangsrapportage op 5 december. U kunt dat uitgebreid bekijken. We kunnen het debat dan ten gronde voeren. Lees alstublieft eerst die studie. Dat is toch van belang.
Mijnheer Martens, u weet dat de schaduwtol beperkt is. Als u het volledig akkoord leest, zult u merken dat u dat niet onbeperkt kunt blijven doen indien u aan die ESR-norm wil blijven voldoen. Het is beperkt in dagen en uren. Het is een beperkte, tijdelijke maatregel, die ook moet worden gemotiveerd. Het schaduwtolverhaal is een heel beperkt verhaal, waar je niets mee bereikt.
Als je een gat maakt in de grond, maar er gaat geen weg naartoe, is het logisch dat eender welke studie zal zeggen dat het weinig zin heeft. Wat bedoel ik daarmee? Als je de Liefkenshoektunnel laat zoals hij is, dat betekent zonder bijkomende ontsluiting, heb je natuurlijk geen oplossing. Waarom denkt u dat ik er hier voor pleit om de R4 Oost in autosnelweg te maken en de N49/E34 definitief autosnelweg te maken, wat trouwens aansluit bij beslist beleid in uitvoering? (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Minister Crevits heeft mij bevestigd dat de financiering van de A11 tussen Zeebrugge en Knokke nagenoeg rond is. Dat betekent dat we een autosnelweg krijgen van Zeebrugge tot in Knokke, maar dat we in Knokke terugvallen op een expresweg die bezaaid is met verkeerlichten. Het moet natuurlijk in elkaar passen. Mijn voorstel is om de R4 Oost om te vormen in autosnelweg – dat is eigenlijk beslist beleid, dus je hebt geen grote plannen of aanlooptijd nodig om dat te realiseren – en de N49 in autosnelweg om te toveren – wat ook beslist beleid is. Dan past het plaatje. Dan is er een duurzame oplossing voor de komende tien jaar, tot wanneer uw Oosterweelverbinding gerealiseerd kan zijn. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Onmiddellijk. Je maakt ze eerst tolvrij. Na het tolvrij maken, ga je onmiddellijk over op de werken die eigenlijk beslist beleid zijn.
Er zijn positieve zaken. Het R4-verhaal in Gent is een positief voorbeeld. Ik heb u dat al gezegd. Waarom doen we niet zoals met de R4 in Gent? Dat is vlak achter mijn deur. Waarom doen we het niet even constructief met de R4 Oost tussen Gentbrugge en Zelzate? De heer van Rouveroij kent de situatie. Als het kan aan de ene kant, kan het toch ook aan de andere? Dan hebben we een duurzame oplossing en moeten we niet blijven debatteren over de zaak, maar weten we dat het vooruit gaat. Dan kunnen we er in alle rust over nadenken of we de Oosterweelverbinding nog uitvoeren en zo ja, in welke vorm.
Mijnheer Sabbe, ik hoor uw pleidooi over de R4, de N49 en de A11 heel graag, maar als u de planning van deze dossiers bekijkt, dan ziet u dat de realisatie van de A11 uiteraard perfect synchroon loopt met het ombouwen van de N49 tot een snelweg, waartoe is beslist. U weet dat we de aansluiting van de R4-tangenten ook in de nieuwe pps-dossiers hebben gestopt. Wat dat betreft, is het plaatje dus compleet, lijkt me. Er is geen enkele bottleneck die daar wordt veroorzaakt. Daar wordt gestaag aan doorgewerkt.
Dat kan ik enkel toejuichen. Dan hebt u een totaaloplossing met het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel.
De heer De Wever heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, het debat is geëist met een beroep op de grondbeginselen van onze democratie. Zelfs het woord ‘dictatuur’ is hier gevallen, terwijl diezelfde mensen toch in één adem hebben gezegd dat de beslissingen echt niets voorstellen, dat ze nog geen persmededeling waard zijn. Een fractie had het over “een scheet in een fles”. Een andere sprak over “gemorrel in de marge”. Geen enkele oppositiepartij heeft nagelaten heel smalend haar betoog aan te vatten over de maatregelen die zijn genomen, maar dit is wél een actualiteitsdebat waard.
Mijnheer Penris, u hebt aan de minister-president gezegd dat u beschaamd zou zijn als u met zulke maatregelen voor de plenaire vergadering zou verschijnen. Ik moet u toch wijzen op de ironie: het is niet de keuze geweest van de minister-president om voor deze plenaire vergadering te verschijnen. Dat was uiteraard uw keuze. Zoals enigszins te voorspellen viel, is dit debat over allerlei dingen gegaan – een tolvrije Liefkenshoektunnel, de R4, de A11, heel boeiend allemaal –, maar over de quick wins heb ik nauwelijks iets gehoord. (Rumoer)
Ik heb allerlei dingen gehoord, maar niets over de quick wins, en daar wil ik het toch even over hebben, want waar komt die lijst nu eigenlijk vandaan? Die lijst is de vrucht van herhaaldelijk overleg dat er is geweest tussen diverse instanties, waaronder de stad Antwerpen en de Vlaamse Regering, namelijk met het kabinet van minister Crevits. Er werd inderdaad gezocht naar quick wins. Dan is er een lijst opgemaakt, en van die lijst is deze middag kennis gegeven aan het ministerieel stuurcomité, waarin vertegenwoordigers zetelen van de stad Antwerpen, van BAM en ook van de Vlaamse Regering, in haar volledige samenstelling, voor alle duidelijkheid. Er is kennis gegeven van die besliste maatregelen. De minister heeft er ook al op gewezen dat die maatregelen geheel onder de auspiciën van de bevoegde minister kunnen worden genomen en uitgevoerd. Daar is geen enkele formele beslissing meer voor nodig, zelfs niet binnen de Vlaamse Regering, laat staan in dit parlement of in dat politiek stuurcomité. Het is daar ter kennisgeving voorgelegd.
Mijnheer De Wever, ten eerste, u hebt als lid van deze assemblee met één stem, net zoals ikzelf, natuurlijk het recht om aan de oppositie te zeggen dat wij idioot zijn om dit debat te vragen.
Heb ik dat gezegd? (Opmerkingen)
Ik heb bijzonder goed naar u geluisterd, mijnheer de burgemeester. Ik zeg u: als de oppositie gezamenlijk een debat vraagt, dan zou iets meer respect u sieren.
Ten tweede, het debat ging inderdaad niet over deze kruimelmaatregelen. Het debat ging over de vraag wanneer er serieuze maatregelen komen.
Ten derde, het is uw eigen schepen van Mobiliteit, de heer Kennis, die heeft voorgesteld om bruggen op de Singel te bouwen. (Applaus bij Open Vld)
Voorzitter, ik denk dat de achtbare collega van de meerderheid ons niet mag verwijten dat wij een debat vragen. Wij vragen dit debat omdat we werden gealarmeerd door een persmededeling van het kabinet van minister Crevits. Ik meen dat het onze taak is om te reageren op persmededelingen van het kabinet van minister Crevits. Daartoe kunnen we diverse parlementaire instrumenten aanwenden. Vandaag stelden een aantal collega’s echter toevallig een actuele vraag over de mobiliteitsknoop rond Antwerpen, in de nasleep van een negatief antwoord van de heer Barnier aan onze minister-president. Goede collega De Wever, mogen wij geen achterdocht hebben? Uiteraard wel. Dat is onze taak als oppositie. Mogen wij geen kritische vragen stellen, mijnheer De Wever? Uiteraard wel. Dat is onze taak als parlementslid. Mogen wij dat niet doen in deze plenaire vergadering, collega? Ja, wij mogen dat doen in deze plenaire vergadering!
Ik weet dat sommigen onder u het daar moeilijk mee hebben, en ik weet ook waarom. Dit soort debatten wordt rechtstreeks uitgezonden en bekeken, tot in Antwerpen toe. Daar hebben sommige mensen het misschien lastig mee. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Gelukkig voor dit parlement, mijnheer De Wever, is het niet u die beslist of hier over een bepaalde zaak een debat wordt gehouden, maar is het nog altijd de parlementsvoorzitter, die tijdig heeft ingezien dat deze regering, en uzelf, mijnheer De Wever, in de fout zijn gegaan en heeft beseft dat dit een debat waard was. (Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
Het debat gaat inderdaad niet over de 33 aspirinemaatregelen, die wat hoofdpijn zullen wegnemen, maar de kwaal niet zullen aanpakken – dat weet u ook –, maar wel over de manier waarop u dit allemaal orkestreert en organiseert. U orkestreert het als burgemeester van Antwerpen samen met de Vlaamse Regering. U weet perfect dat u een persconferentie organiseert op het moment dat er een plenaire vergadering is van het parlement, waar de mobiliteit van Antwerpen op de agenda staat. U doet dat doelbewust omdat u het parlement niet respecteert, en hier durft u nog eens komen zeggen dat wij daar dan geen debat over mogen houden. U zou zich moeten schamen. (Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
Slecht theater, maar zeer goed geacteerd. Dat de heer Peumans een held is van de democratie, dat zal ik zeker niet betwisten.
Schamper doen, dat is uw stijl, mijnheer De Wever.
Mijnheer Tommelein, als je dat allemaal nog au sérieux moet nemen. Er worden hier actuele vragen gesteld over het gesprek dat met de heer Barnier heeft plaatsgevonden. Ik weet niet of de heer Barnier het ook over de new jerseys heeft gehad, die op het einde van de Turnhoutsebaan de mensen beletten om naar links te draaien of over de missing link in het ringfietspad, dat me in staat zal stellen het stadhuis nog iets sneller te bereiken per fiets. Ik weet niet of het daarover ging. Ik weet dus ook niet of onze snode persconferentie daar het debat heeft willen voorafnemen of heeft doorkruist. Sta me toe daar enigszins over te twijfelen.
U zegt dat u een debat vraagt en dat ik dat niet wil. U mag debatten vragen zoveel u wil. Ik stel alleen vast dat u een debat vraagt over 33 maatregelen en het er vervolgens niet over hebt, omdat u een heel ander debat wilde voeren. U hebt hier over van alles gesproken, maar niet over die 33 maatregelen.
Lees er de Handelingen op na.
Als u uw geacteerde pathos tot het minimum kunt beperken, mijnheer Penris. Er zijn grenzen aan alles.
Over de bruggen over de Singel wil ik het gerust hebben, maar dat is natuurlijk geen quick win. Dat is het nu net. Waar gaat het over? Dit gaat over een lijstje dat de vrucht is van een overleg tussen de stad Antwerpen, het kabinet van minister Crevits en nog andere partners, dat een aantal keer heeft plaatsgevonden, op 16 oktober, op 3 november en nog enkele keren. We waren op zoek naar maatregelen van een beperkte omvang die we snel konden nemen. Dat is de lijst niet. De lijst is geen oplossing voor de strategische mobiliteitsknoop. Dat hebt u vastgesteld en dat hebben we ook nooit beweerd. Welke gek zou zoiets durven te beweren? Daar ging het debat niet over, of daar had het niet over moeten gaan.
Het is ook geen limitatieve lijst van dingen die nu nog gebeuren, voorafgaand aan de grote werken, en het klopt niet dat er voor de rest niets anders of niets omvangrijkers meer zal gebeuren.
Het is ook geen lijst van minderhindermaatregelen, zoals de tijdelijke bruggen over de Singel, waar ik persoonlijk een grote voorstander van ben, om die daar te zetten op het moment dat de werken plaatsvinden. Niet iedereen is het daarover eens, ik persoonlijk ben er een groot voorstander van, maar dat is uiteraard geen quick win, het is geen maatregel van een beperkte omvang die je heel snel, binnen enkele maanden, kunt nemen. Daar ging het nu net over. Dit zijn quick wins, een lijst met beperkte maatregelen die snel kunnen worden uitgevoerd, met een beperkte budgettaire impact, die perfect passen binnen het reeds opgemaakte budget en die dus volledig onder auspiciën van de minister zelf, zonder naar de Vlaamse Regering terug te moeten koppelen, kunnen worden genomen en toch soelaas bieden op een aantal concrete pijnpunten.
Dat is het. Daarover had het debat kunnen gaan. Is dat de eerste inspanning die na vierenhalf jaar vanuit de Vlaamse Regering gebeurt? Neen, dat is niet juist. Minister Crevits kan u uiteraard een schets geven van andere maatregelen die al zijn genomen door de Vlaamse Regering, en ik zou u kunnen vertellen dat ook de stad Antwerpen zich in haar nieuw bestuur tot doel heeft gesteld alle maatregelen die de doorstroming kunnen bevorderen, te nemen en dat we ook al enkele maatregelen hebben genomen.
Wij zijn het overleg met de Vlaamse Regering met veel plezier aangegaan. Daar is nu ook een goede samenwerking. Die heeft uitgemond in de 33 maatregelen die er nu bij komen. En dat is wel belangrijk. Wanneer die maatregelen er nu liggen, dan is dat de vrucht van een heel goede verstandhouding die is gegroeid tussen de regering, De Lijn en het nieuwe stadsbestuur in Antwerpen. En dat vind ik in dit debat een heel belangrijke vaststelling die mij zeer optimistisch stemt over wat er nog komen gaat. En dat is natuurlijk het eindelijk doorhakken van die strategische mobiliteitsknoop waar nu, als de plan-MER is opgeleverd, eindelijk de beslissing kan worden genomen. Het is natuurlijk fel betreurenswaardig dat dit niet eerder mogelijk is geweest maar u weet allemaal wat de historiek is van dit dossier, die deze legislatuur overstijgt. U weet ook allemaal wat de betrokkenheid is van diverse partijen in dit parlement en diverse meerderheden in de stad Antwerpen.
We staan aan de vooravond van die belangrijke beslissing. Ik stel vast dat die stedelijke overheid bijna in congruentie met de Vlaamse overheid optreedt, en dat stemt me bijzonder optimistisch dat we binnenkort ook deze grote knoop doorhakken. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer De Wever, het verbaast me een beetje dat u het niet logisch vindt dat er vanuit het parlement over het grootste wegenproject van de voorbije en misschien ook volgende decennia, na zo’n lange standstill geen vragen komen. Uiteraard is het niet zo dat we ons beperken tot de 33 maatregelen – en vooral de 13 maatregelen want de andere zijn onderzoeksmaatregelen – van het verfpottenakkoord. Wat me toch verbaast, is dat u zich in dergelijke optimistische termen uitlaat over dit ‘too little too late’-akkoord.
Men richt zich vooral tot de bevoegde minister, maar sinds 2009 zit uzelf ook in deze coalitie, in deze regering. Ik merk hoe uw partij, die federaal in de oppositie zit, erop wijst dat de regering niet vooruitgaat en dat er niets gebeurt terwijl u met uw partij toch een volwaardige coalitiepartner bent in de Vlaamse Regering, die sinds 2009 aan de hele mobiliteit rond Antwerpen geen bal heeft gedaan, wel iets kleins maar niets fundamenteels. Met de intelligentie die u hebt, moet het u toch opvallen dat er een enorme discrepantie bestaat tussen wat u zegt en doet. Luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden.
Mijnheer De Wever, ik heb goed geluisterd. Ik weet wel dat ik af en toe luid praat, maar ik kan ook goed luisteren. Ik stel vast dat u net doet alsof de fileproblemen over een paar maanden opgelost zullen zijn. Met andere woorden, die quick wins zijn niet voldoende. U geeft dat zelf aan. Er zijn ook andere maatregelen die u kunt nemen, die misschien wat minder ‘quick’ zijn maar die deel zouden kunnen uitmaken van een algemeen noodplan, zoals u enkele weken geleden zelf het dossier waar deze Vlaamse Regering in heeft gefaald, met name het Oosterweeldossier, hebt genoemd.
De 33 wins die u hier voorstelt, zijn geen 33 quick wins maar 33 election wins. Met andere woorden, die 33 quick wins moeten vooral dienen om te maskeren dat er de laatste 4 jaren te weinig of niets is gedaan. We hadden hier al een aantal maatregelen kunnen nemen.
Mijnheer De Wever, ik ga die maatregelen niet afvallen. Ik vind dat u die inderdaad moet nemen en dat u ze al veel langer had kunnen nemen. Maar er zijn ook nog een aantal andere maatregelen die u kunt nemen en die u zelfs kunt nemen als burgemeester van Antwerpen. Daarvoor hebt u die Vlaamse Regering niet noodzakelijk nodig. Als u noodbruggen wilt over de Singel, dan moet u daarvoor het nodige doen en moet u daartoe het initiatief nemen. U zit intussen al vier jaar en zelfs al langer in de Vlaamse Regering. Als u echt oplossingen zou willen en de oppositie had willen doen zwijgen, mijnheer De Wever, had u misschien ook een aantal voorstellen van sp.a, uw coalitiepartner in die Vlaamse Regering kunnen opnemen. Ik heb de heren D’Hulster en Martens een aantal voorstellen horen formuleren.
U had misschien zelfs een aantal voorstellen van Open Vld, een partner in uw stadsbestuur, kunnen meenemen. Misschien had u een breder draagvlak kunnen zoeken, maar dan had u natuurlijk wel een probleem: dan kon u vandaag geen ‘election’-persconferentie geven met uw ‘election wins’. (Applaus bij Open Vld)
Voorzitter, mijnheer De Wever, ik zal zeer kort zijn. Inhoudelijk heeft Jan Penris ons standpunt vertolkt, maar sta me toch toe om even terug te komen op de aanhef van uw betoog. U bent er een meester in om te zeggen dat de oppositie het maar niks vindt maar u wilt toch een groot debat. We gaan dat debat niet meer overdoen, maar het gaat erover dat de Vlaamse Regering met een aantal maatregelen komt om de indruk te wekken dat men de problemen gaat oplossen en dat men ermee bezig is, terwijl men al deze dingen al veel vroeger had kunnen doen.
U moet niet zo meewarig doen over de oppositie wat dit debat betreft. Ik ben ervan overtuigd dat als een federaal minister dit zou doen – zoals de Vlaamse Regering die een persconferentie geeft op het moment dat er in het Vlaams Parlement een debat is over de Oosterweelverbinding – de eerste die in de Kamer uit zijn bank zou springen Jan Jambon zou zijn die zou eisen dat de minister er zou zijn, en hij zou nog gelijk hebben ook. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer De Wever, over de noodbruggen hebben wij een ander standpunt. Ik kan uw standpunt begrijpen. U bent een beetje de Di Rupo van Antwerpen: u bestuurt Antwerpen zonder te beschikken over een meerderheid intra muros. (Gelach)
Als u verkeer van op de ring naar binnen de ring kunt verplaatsen, brengt dat geen schade toe aan uw electoraat. Wat ik niet begrijp, is uw arbitrair onderscheid tussen quick wins en minderhindermaatregelen. U zegt dat de noodbruggen geen quick wins zijn, want dat het een tijd duurt vooraleer ze er staan enzovoort. Maar in punt 20 van uw 33 maatregelen staat ‘de installatie van een tijdelijke brug voor de afrit Ekeren Noorderlaan’. Ofwel zijn tijdelijke bruggen niet op korte termijn realiseerbaar en dan mogen ze niet in het lijstje van quick wins worden opgenomen, ofwel zoeken we als grote mensen onder elkaar waar we snel een consensus over kunnen vinden en welke maatregelen we snel kunnen uitvoeren. Dan hoeft u het arbitrair onderscheid tussen quick wins en minderhindermaatregelen ook niet te maken.
Mijnheer De Wever, ik hoor u zeggen dat dit lijstje in grote consensus tussen het kabinet van minister Crevits, de stad Antwerpen – blijkbaar enkel de schepen als ik de collega’s van Open Vld hoor –, en De Lijn tot stand is gekomen. U hebt een aantal keren samengezeten. Ga ik er dan van uit dat De Lijn akkoord gaat met het opgeven van de busstrook langs de E313 tussen de aantakverbinding Ranst en de park-and-ride van Wommelgem? Alle bussen die van de Kempen komen, maken van die vrije busstrook gebruik om redelijk snel, ondanks de files en de spits, hun reizigers in hartje Antwerpen te brengen. Als u die vrije busstrook natuurlijk opgeeft en er een spitsstrook van maakt, dan kan ik me inbeelden dat de mensen die elke dag van de Kempen naar Antwerpen komen – en dat zijn er zeer veel – er minstens een half uur langer over doen. Is actie 23 in consensus met De Lijn overeengekomen?
De laatste vraag is uiteraard een vraag aan de minister, mijnheer Martens. Er is een tijd geweest dat Antwerpen een binnenburgemeester en een buitenburgemeester had, maar de middeleeuwen zijn allang voorbij. Ik denk dat we beter niet verdelend optreden. Tot voor heel kort had ik de indruk dat ondanks het feit dat iedereen heel schamper deed over de 33 maatregelen, er wel consensus over was dat het goede maatregelen waren. Ik heb geen enkele fractie dat horen ontkennen. Vandaar dat men er wellicht ook niet verder over heeft willen debatteren. Dat er andere maatregelen mogelijk zijn die niet onder de noemer quick win vallen, heb ik nooit ontkend. Ik zal er toch nog wel mijn persoonlijke opinie over mogen ventileren.
Wat ik natuurlijk niet mag, mijnheer Tommelein, is als burgemeester noodbruggen op een gewestweg zetten. Ik zal me erover beraden bij mijn schepen van Rechtszaken, maar ik denk dat die mij dat zal afraden, echt waar.
Wat het democratisch debat betreft: ik heb me er helemaal niet tegen verzet, ik heb me erover verbaasd dat een heel groot debat over de Antwerpse mobiliteit ‘out of the blue’ wordt gevoerd naar aanleiding van 33 maatregelen die even zo goed in een persmededeling hadden kunnen passeren en waarvoor niemand, ook niet federaal, uit zijn bank zou zijn gevlogen om onmiddellijk de democratie stil te leggen en een debat over iets geheel anders te organiseren. Daartoe worden toch wel alle mogelijkheden in dit halfrond ruim geboden, mijnheer Sabbe. Het is de heer Peumans, de held van de democratie, die de voortgangsrapportage heeft afgedwongen, waarbij op regelmatige basis alle actoren zich hier komen verantwoorden over wat er in dit dossier gebeurt, dan wel niet gebeurt. Dus zeg nu alstublieft niet dat de meerderheid of wie dan ook, dit debat niet zou durven voeren, komaan zeg.
Wat de algemene inschatting betreft over gebrek aan vooruitgang inzake de strategische mobiliteit, die ik hier vooral bij Open Vld heb gehoord, moet me nog één ding van het hart. Op een moment dat de bestaande plannen, zoals die al vele jaren lang werden uitgewerkt en geconcipieerd, tot op het niveau van de bouwvergunning – mijnheer Van Mechelen, dat verhaal kent u toch zeer goed –, kapseisden, dat er geen draagvlak voor bleek te zijn, ze niet verder konden worden uitgevoerd en de Vlaamse Regering dus een nieuwe voorkeursbeslissing heeft genomen, is de beslissing genomen – daar zal toch niemand in dit halfrond zich tegen verzetten – dat deze beslissing ten gronde moest worden afgewogen tegen de alternatieven die er zijn, zijnde het meccanotracé, de megatunnel en dergelijke. Zo waren er op een gegeven moment nog zeven of acht in de running. Daar was toch iedereen het mee eens. Wel, ik heb onmiddellijk – dat was op een uitzending van ‘De zevende dag’, ik zal dat nooit vergeten – gezegd... (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen)
Mag ik nog even afronden, mijnheer Van Mechelen? Ik ben al bezig met de repliek op de repliek op de repliek. Daarna kunt u het woord nemen. (Opmerkingen van de voorzitter)
Mijnheer Van Mechelen, ik heb mijn avondagenda al moeten vrijmaken. Ik ben zelfs in het Koffiehuis ter uwer beschikking om tot in de vroege uurtjes hierover door te gaan.
Op dat moment, mijnheer Van Mechelen, is iedereen ermee akkoord gegaan dat dit tegen elkaar moest worden afgewogen vooraleer de knoop kon worden doorgehakt. Ik heb toen onmiddellijk gezegd, wat toen choquerend was: nu zijn we voor jaren vertrokken en de uitkomst van deze oefening is onzeker. Dat was zo. Uw partij heeft om die reden enorm getwijfeld of ze in Antwerpen nog tot de meerderheid wilde behoren. De nationale leiding van de partij heeft zich daarin gemengd om te zeggen: misschien behoren we beter niet tot deze meerderheid. Na een week rustig nadenken binnen Open Vld heeft men verkozen het meerderheidstraject voort te zetten en hebt u zich ‘gefideliseerd’ aan de beslissing die genomen is. Dan moet u me toch eens uitleggen, als u dat op dat moment hebt gedaan, hoe u van ons kan verwachten dat wij voor het afronden van de plan-MER welke beslissing dan ook zouden kunnen nemen in die strategische mobiliteit? We wisten allemaal dat we vertrokken waren voor een traject van jaren, een traject dat zeer binnenkort afloopt, en waarvan ik denk – dat is de reden van mijn optimisme – dat in de constellatiepolitiek zoals ik ze nu zie binnen de Vlaamse Regering en de stad Antwerpen, dat deze knoop kan worden doorgehakt. (Applaus bij de N-VA)
Ik wil gewoon even aan de heer De Wever vragen, als het hem niet stoort natuurlijk, wie hier vier of vijf weken geleden voor de camera verklaard heeft dat de Vlaamse Regering gefaald heeft in het Oosterweeldossier. (Applaus bij Open Vld)
Ik heb daarover gezegd, mijnheer Van Mechelen, dat elke Vlaamse Regering tot heden daarin gefaald heeft, ook die waar u in zat.
Voorzitter, ik wil aan de heer De Wever niets vragen. Ik zal ook aan de heer De Wever geen mededeling doen, alleen aan u, voorzitter. Ik ben helaas wegens de beperkte spreektijd die me was toegemeten in dit debat, vijf minuten, niet verder geraakt dan punt 9 van de 33. Ik houd mij het recht voor om de andere punten morgen in extenso – dat is Latijn, mijnheer De Wever – te behandelen in het kader van de begrotingsbesprekingen die in uw commissie plaatsvinden, voorzitter. Ik heb daar nog wel een boompje over op te zetten, al of niet in aanwezigheid van de heer De Wever of andere partijgenoten van hem. Maar houd u vast aan uw bretellen, minister, ik ga zeer kritische vragen stellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Morgen bespreken we in de commissie de begroting. De bedoeling is dat er een inventaris wordt gemaakt van alle vragen over de begroting. De minister zal daar de volgende keer op antwoorden.
Mijnheer De Wever, het klopt dat de vorige regeringen gefaald hebben. Maar u hebt nog niet geantwoord op mijn vraag. Ik heb gezegd dat u als coalitiepartner sinds 2009 ook gefaald hebt. Van de maatregelen die u daarnet hebt opgesomd en die tot de mogelijkheden behoren, is ook binnen deze regering, waar u een volwaardige coalitiepartner van bent, niets tot stand gekomen.
Er is nu het verfpottenakkoord, zes maanden voor de verkiezingen. Maar waar was u in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013? Waar waren u en uw partij met structurele oplossingen voor de verkeersknoop rond Antwerpen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, mijnheer De Wever, jullie zijn ondertussen steeds meer inwisselbaar geworden. U hebt gezegd wat het niet is, namelijk een oplossing voor het fileprobleem. Ik ben het daar absoluut mee eens. Ik ben het er ook mee eens dat dit geen limitatieve lijst is.
Wat is dit wel? Een poging tot het vermijden van gezichtsverlies, om het eigen hachje nog te redden voor de verkiezingen, nu de situatie langzaam uitzichtloos begint te worden, nu u ook van Europa geen antwoord hebt gekregen. Het is duidelijk een kenmerk van iemand in paniek, dat men met een snelle persmededeling en een aantal geïmproviseerde maatregelen zeer snel naar buiten komt, omdat u geen rechte kant meer ziet aan dit dossier. Ik denk dat u nachtmerries hebt over dit dossier. Het is de achilleshiel geworden van deze Vlaamse Regering. Nachtmerries en paniek werken verblindend. Je kunt dan de hoofdzaak niet meer onderscheiden van de bijzaak en wij krijgen dan een lijstje waar we niet veel mee zijn.
De heer Leysen heeft vandaag een zeer interessant stuk in de krant geschreven. Hij maakt de schitterende vergelijking tussen een mannelijke en een vrouwelijke handelwijze bij het verloren rijden. Een man die verloren rijdt, begint blindelings links en rechts af te slaan, denkend dat hij nog wel ergens zal raken, maar hij rijdt zich volledig vast, schrijft de heer Leysen. Een vrouw zegt: wacht eens, hoe zijn we in deze situatie gekomen, laat ons terugkeren naar het punt waar we verkeerd zijn gereden en laat ons rustig bekijken waar het fout is gegaan, om de situatie recht te trekken. Ik denk dat dat niet zo dom is van de heer Leysen. Een vrouw aan het stuur is misschien toch niet zo’n slechte zaak, zegt hij.
Waar is het hier verkeerd gegaan? Het is verkeerd gelopen bij een enorm megalomaan megaproject, dat compleet onbetaalbaar aan het worden is. Men schat het nu op 3,5 miljard euro, maar dat zal wellicht oplopen tot 5 miljard euro. Wie zal dat nog financieren? Wie zal dit kunnen betalen? Hoe gaan we dit financieren? Hoe hoog zullen de studiekosten nog oplopen? Hoe hoog zal de schadeclaim zijn? Wie weet het nog in deze Vlaamse Regering? Wie weet nog hoeveel dit grapje ons zal kosten?
We moeten inderdaad naar maatregelen zoeken, echte oplossingen die rekening houden met de wensen en de leefkwaliteit van de Antwerpenaar. Definitieve oplossingen dus, die ervoor zullen zorgen dat het verkeer zo veel mogelijk uit de stad wordt geweerd, in plaats van het zo dicht mogelijk bij de stad te trekken. We moeten daar serieus over nadenken.
Ondertussen moeten er moedige tijdige maatregelen genomen worden, die iets doen aan de files, maar die ook iets doen voor de mensen in de stad, die iets doen aan het teveel aan verkeer, het teveel aan fijn stof, de onleefbaarheid voor alle mensen in de file, maar evengoed voor alle Antwerpenaren die dagelijks overspoeld worden door die files.
Ik vind die moedige maatregelen in die quick wins niet terug. Ik wil het hier, zoals ook is gevraagd, over die quick wins hebben.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik wilde mevrouw Meuleman daarnet al onderbreken. Ik vond het aandoenlijk dat ze de woorden van de heer Leysen gebruikt om het gros van haar spreektijd te vullen. Ik bleef maar op het standpunt van Groen wachten. Het standpunt van de heer Leysen hebben we eerder deze week kunnen lezen. Ik zat te wachten op het standpunt van Groen. (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Minister Crevits is een vrouw. We kunnen nog allerlei bemerkingen maken. (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Mevrouw Meuleman, u hebt uiteindelijk een aantal doelstellingen geformuleerd die Groen naar voren wil schuiven. Eerlijk gezegd, heb ik daar weinig problemen mee. Ik heb enkel een groot probleem met de concretisering. Wanneer zult u ons vertellen wat u concreet aan de mobiliteit in Antwerpen wilt doen? (Opmerkingen van mevrouw Elisabeth Meuleman)
Mijnheer Van Malderen, u bent te ongeduldig. Het gaat om dertien quick wins en niet om 33 quick wins. Daartoe behoren een fietspad, een aantal hertekende belijningen en de inzet van pechstroken in de vorm van spitsstroken. Met betrekking tot dat laatste stellen we ons vragen bij de veiligheid. Indien er een ongeval plaatsvindt en er zijn geen pechstroken meer, kan ik me al indenken hoe lang de files zullen zijn. De heer Martens vraagt zich ook af dat allemaal al is berekend. Hoeveel files zullen we op die manier uitsparen? Zullen er geen files bij komen? Dat zijn vragen die we ons, los van de veiligheid, stellen.
Ik zie niet veel heil in die quick wins. Ik heb de echt moedige oplossingen die we voorstellen, al eerder aangehaald. Ik denk dan aan een permanente snelheidsverlaging om de capaciteit op de bestaande rijstroken te verhogen. We moeten de vrachtwagens uit de Kennedytunnel weren. We moeten duurzame oplossingen zoeken, zoals trams, spoorverbindingen, binnenvaart en fietsverbindingen. Ik vind in dit plan veel te weinig fietssnelwegen terug. We moeten dit combineren met het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel. We moeten een trajectheffing voor vrachtwagens invoeren. De minister wil dit in 2015 invoeren. Volgens mij kunnen we die heffing tijdelijk nu al invoeren voor de rode trajecten waar problemen worden vastgesteld. Dat zijn de vijf concrete voorstellen die volgens mij moediger zijn en meer zullen opleveren dan deze quick wins, die heel weinig zoden aan de dijk zullen brengen.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben eigenlijk blij dat ik de kans krijg om alles nog even in het juiste kader te plaatsen. Ik neem de verantwoordelijkheid voor het perscommuniqué dat ik vandaag de wereld heb ingestuurd. Ik doe dat graag.
Ik heb daarnet trachten duidelijk te maken dat we intens overleg hebben gepleegd met het Antwerps stadsbestuur. Ik ben blij dat de burgemeester van Antwerpen, die ook in het Vlaams Parlement zetelt, dit daarnet heeft bevestigd. We zijn nagegaan hoe we binnen de bestaande context, de bestaande wegencapaciteit en het bestaande openbaar vervoer, een aantal ingrepen kunnen uitvoeren die binnen de reguliere Vlaamse begroting passen. Die ingrepen moeten een aantal lokale knelpunten oplossen en op die manier de doorstroming verbeteren. Op die manier is een lijst van 33 maatregelen tot stand gekomen. Daarover zijn hier terecht een aantal vragen gesteld.
Mijnheer Penris, u hebt acht maatregelen opgesomd. Het zijn er 33. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Als Vlaams minister ben ik niet van plan iedereen uit te leggen wat er allemaal zal veranderen, waar een bepaalde weefstrook zal komen of wat links of rechts nog zal gebeuren. Ik wil iedereen die dit wil, een technische toelichting verschaffen bij elk van die 33 maatregelen. Dat kan echter het best gebeuren op de gepaste plaats: de commissie Openbare Werken van het Vlaams Parlement. Indien iedereen dat wil, kan dat morgennamiddag gebeuren. Het moet in elk geval niet op deze tribune gebeuren. (Applaus bij CD&V)
Volgens sommige mensen zijn die 33 maatregelen niet duurzaam. We mogen echter niet vergeten dat we hier het Masterplan Antwerpen hebben goedgekeurd. Dat masterplan omvat onder meer tramprojecten die samen honderden miljoen euro’s zullen kosten. Brabo 1 is uitgevoerd. Brabo 2 wordt momenteel gerealiseerd. Ook het project Livan wordt momenteel gerealiseerd. Wie beweert dat er geen maatregelen met betrekking tot trams worden genomen, vergeet dat dit deel van het masterplan uitmaakt. Dit wordt momenteel ten uitvoer gebracht. (Applaus bij CD&V en bij de N-VA)
Ik keek eigenlijk vooral naar mevrouw Meuleman en naar de heer Rzoska. Mijn ogen zijn misschien niet erg gefocust. Op de heer Rzoska kan ik me nochtans focussen. Hij zit immers elke week in de commissie.
Zoals de heer de Kort al heeft aangehaald, omvat het masterplan ook belangrijke investeringen in de waterinfrastructuur, waaronder bruggen over het Albertkanaal. We hebben hier beslissingen over genomen. Tevens maken we keuzes met betrekking tot de brede omgeving rond Antwerpen.
Mevrouw De Ridder heeft het steeds over de tangenten. De A102, de R11bis, de oplossing in het Waasland, waarvoor we hebben gekozen omdat er een oplossing was van de Wase burgemeesters, zitten in het plan. We werken aan de uitvoering. Maar, tot spijt van wie het benijdt, ook daar hebben we een MER nodig en moeten we overleggen met de lokale besturen.
Als u de indruk wilt wekken dat de 33 maatregelen de duurzame oplossingen zijn voor Antwerpen, dan klopt dat natuurlijk niet. Ik heb een perscommuniqué de wereld ingestuurd met een aantal technische maatregelen binnen mijn bevoegdheden. Het kader is het Masterplan Antwerpen.
Ik heb trouwens nog een extraatje voor de regio Antwerpen en veel regio’s benijden Antwerpen daarvoor. We weten heel goed dat we in Vlaanderen enorme winsten kunnen boeken met dynamisch verkeersmanagement en verkeersdoorstroming. Het is deze legislatuur dat we overal in Vlaanderen langs de grote wegenassen en de assen van het openbaar vervoer tellussen hebben geplaatst zodat we op elk moment van de dag weten hoe de verkeerstromen evolueren en wat er gebeurt. We kunnen daar nu dynamisch op ingrijpen. We moeten de verkeerslichten die overal langs de gewestwegen staan, beter op elkaar schakelen, we moeten groene golven creëren, daar ben ik het volkomen mee eens.
We hebben beslist om samen met de stad een verkeerscomputer aan te kopen en om ervoor te zorgen dat we niet hier en daar iets doen, maar dat we het openbaar vervoer en het wegenvervoer gezamenlijk dynamisch kunnen aansturen. Ondertussen zijn we op al onze bussen – er zit wel wat vertraging op, maar we zijn ermee bezig – het KAR-systeem (Korte Afstands Radio) aan het installeren. Ook de bussen zullen de verkeerslichten kunnen beïnvloeden. Die investering wordt nu gedaan in de stad en de regio Antwerpen omdat dat de meest congestiegevoelige regio van Vlaanderen is. Ik hoop dat we het ook nog op andere plaatsen in Vlaanderen kunnen doen.
Er is dus het masterplan, er is het dynamisch management, er zijn de extra maatregelen die we samen met de stad zullen uitvoeren en het zal de minister van Openbare Werken zijn die ze zal betalen, dat is juist. (Opmerkingen)
Excuseer, als het parlement de begroting goedkeurt, zal het de belastingbetaler zijn die ze betaalt. Het zal vanuit de Vlaamse begroting zijn dat wordt betaald, ik neem mijn woorden terug.
We willen er een aantal knelpunten mee oplossen. Ik hoor nu mevrouw Meuleman zeggen: “oei, een spitsstrook, maar wat als daar iets gebeurt?”. We hebben een spitsstrook. Iemand noemde die spitsstrook richting Ranst een verfpotmaatregel, maar dat is absoluut niet juist. We hebben de weg moeten aanpassen, we hebben rijstrooksignalisatie moeten plaatsen, het is een serieuze ingreep. We hebben geprobeerd om ervoor te zorgen dat staduitwaarts de files verminderen op de ring zodat mensen sneller thuis geraken. Men heeft gezegd dat het een tijdelijke winst van een kwartier zou zijn. Tot op heden blijft die winst bestaan. Idem dito wat de afhandeling betreft van de ring van Brussel naar Leuven. We willen dus inderdaad op dat principe doorgaan. We willen nog een paar van die spitsstroken realiseren. Over eentje was al beslist en die zit er nu opnieuw in: de E19. De andere komt er op de E17 en zal het verkeer naar Oost-Vlaanderen ten goede te komen.
De technische uitleg zal zeker nog volgen, dat is afgesproken. U moet geen vragen stellen, ik wil die uitleg gerust zelf geven of laten geven. Ik hoop dat u heel goed begrijpt dat een aantal maatregelen niet in 2014, maar in 2015 zullen worden uitgevoerd. Ik verwijs onder meer naar de opmerking over de busbaan. We zijn LIVAN aan het realiseren. Als dat gebeurd is, kunnen we wat doen met de ‘park and ride’, maar dat zal pas na eind 2014 zijn. Ik kan zo ingaan op elke maatregel, maar dat is niet de bedoeling.
Deze regering heeft er inderdaad voor gekozen om nog een aantal andere maatregelen te nemen. De kilometerheffing voor vrachtwagens zal er komen vanaf 2016. Het is niet mogelijk om te zeggen dat die morgen zal starten. We moeten ervoor zorgen dat het systeem geïnstalleerd geraakt, we doen dat trouwens samen met de andere gewesten – dit is meteen een antwoord voor degenen die eraan twijfelen of we met de andere gewesten kunnen samenwerken. We hopen dat de timing heel strak zal kunnen worden gehaald.
Sommigen stelden dat ze hier toch wel op geregelde tijdstippen eens mogen spreken over de mobiliteit in Antwerpen, dat is juist.
Maar – en ik kijk naar de voorzitter – om de zes maanden is er in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van dit Vlaams Parlement een hele namiddag voorbehouden om de voortgang in het dossier te bespreken, niet alleen van de Oosterweelverbinding maar van het volledige masterplan voor Antwerpen. U kunt daar alle vragen stellen die u maar wilt stellen.
Mijnheer Penris, u hebt een punctuele vraag. Ik zal u daarop morgen een antwoord geven want als ik het voor uw vraag doe, moet ik het voor de 32 andere vragen doen. Dat zou niet verstandig zijn.
U hebt daar de kans om alle vragen te stellen. Kom mij hier dus alstublieft niet vertellen dat er niet voldoende informatie wordt verstrekt aan het parlement over dit dossier. Er zijn voldoende debatmogelijkheden. Maar laat mij als minister, in de bevoegdheden die ik heb en binnen de budgetten die ik heb, ook nog toe om tijdelijke maatregelen te nemen, die nota bene zijn doorgesproken met de stad en die op een goedkeuring kunnen rekenen. Ik heb hier trouwens niemand gehoord met fundamentele bezwaren tegen één van die 33 maatregelen. Ik wil jullie dus zeer fel bedanken voor jullie steun. (Applaus van de meerderheid)
Voorzitter, minister, voor alle duidelijkheid: ik voel mij niet beknot in mijn rechten als parlementair. Ik weet ook dat we elkaar regelmatig zien om over Antwerpse mobiliteitsdossiers te praten en zeer intens te praten. We krijgen daar de informatie die we op dat moment nodig hebben.
Maar, minister, neem me niet kwalijk. Vandaag en deze week hebben wij een aantal dingen mogen vernemen, helaas via de pers, dingen die wij als parlementslid toch wel even mogen controleren. Dat is onze taak. Sta ons toe dat wij u daarover ter verantwoording roepen. Ik begrijp dat u vandaag niet op alle 33 punten in extenso – ik gebruik weer dat lelijke Latijnse woord – zult antwoorden. Ik zal u daarover morgen ondervragen. U kennende, weet ik dat u ons ook wat dat betreft de nodige informatie zult geven.
Vandaag, minister, heeft dit parlement u, uw minister-president en uw regering en meerderheid, tot een bepaalde stelling willen brengen. Hoe gaat u ten gronde om met de mobiliteitsknoop in Antwerpen? Met die 33 maatregelen kunnen wij leven. Maar daar gaat het niet over. U moet belangrijkere beslissingen nemen om de mobiliteitsknoop in Antwerpen te ontwarren. En dat weet u maar al te goed. Ik hoop dat die 33 maatregelen geen bliksemafleider zijn geweest om te vermijden wat u wilt vermijden. Ik weet dat u bekommerd bent om de mobiliteit in en rond Antwerpen, maar ik zie dat niet omgezet in regeringsdaden. Een aantal van de collega’s en ook ikzelf hebben maatregelen aangereikt. Het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel kost ons niets, het zal ons baten brengen. Het zeer snel aanleggen van de tangenten, onmiddellijk als het kan, zal ons baten opbrengen, minister-president, veel meer dan een likje verf links en rechts.
Minister, om u daarover uit te dagen, kondig ik een motie aan. Ze is al geschreven, voorzitter, en kan dus binnen het kwartier ingediend zijn en goedgekeurd worden.
Minister, voor alle duidelijkheid: wij hebben nooit gezegd dat wij die 33 maatregelen geen goede zaak vinden. Ik heb ze zelfs in mijn uiteenzetting bejubeld. Ik heb gezegd dat het 33 goede aspirientjes zijn die de hoofdpijn iets zullen verlichten. Wij juichen iedere maatregel toe, hoe klein ook, om het fileleed te verlichten. Ik heb het ook niet gehad over de dossiers van de A102 en de R11bis die hun beloop kennen. Het gaat iets te traag naar mijn goesting, maar bon, we moeten daar de procedures volgen. Ik heb het ook niet gehad over de spitsstroken en ook niet over de groene golf. U weet dat wij dat goede maatregelen vinden en dat wij ons daar altijd achter scharen. Wij hebben in 2006 en 2007 als eersten die resoluties ingediend.
De boodschap is – en wij reiken u de hand – dat u best in afwachting van de nieuwe oeververbinding nog enkele andere, meer structurele maatregelen treft. Ik hoor u en de heer De Wever zeggen dat deze 33 maatregelen nog niet de structurele zijn. Ik stel dus vast dat u beseft dat het hier niet bij mag blijven. U spreekt over quick wins. Waarom spreekt u niet over midterm wins, en voegt u er niet een aantal aan toe? Ik denk dan aan de tangent in Oost-Vlaanderen. De parallelwegen langs de N49: het akkoord is er, voer het dan ook uit. De schaduwtol voor de Liefkenshoektunnel is perfect haalbaar. Het Verkeerscentrum Vlaanderen zegt dat. De noodbruggen op de Singel, waar ook de Antwerpse schepen een grote voorstander van is: doe er iets aan.
Als u die midterm wins uitvoert, zal ik uw grootste fan zijn. Laten wij dat de noodzaak van één minuut politieke moed noemen. Het slachtoffer is vandaag de Vlaming, die in afwachting van die nieuwe oeververbinding de komende 10 jaar in de file zal blijven staan. Neem dus de definitieve beslissing over de Oosterweel nog deze legislatuur, en neem in afwachting de komende maanden en jaren structurele tussenmaatregelen.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Toch wil ik het nog hebben over enkele onbeantwoorde vragen. Ik vroeg u of met het model van het Vlaams verkeerscentrum de effecten zijn berekend. Als dat zo is, dan zouden wij graag de effecten van elke individuele maatregel kennen. Want onder meer maatregel 23 – over de vrije busstrook op de E313, die wordt vervangen door een spitsstrook – doet mij eraan herinneren dat het verkeerscentrum in de commissie is komen uitleggen dat uit de tactische studie over de E313 blijkt dat dit de problemen niet zal oplossen omdat de flessenhals bij de aansluiting van de E313 met de ring zit. Dat zou dus betekenen dat men naast elkaar in de file zou komen te staan, in plaats van achter elkaar. Men zou geen minuut sneller in Antwerpen arriveren. Ik ben dus erg benieuwd naar de resultaten van de verkeersmodulering voor elk van die 33 maatregelen.
Wat de trams en de doorstroming betreft, verwijst u naar de supercomputer die ten vroegste binnen 2 jaar operationeel kan worden. Ik dring er toch op aan om voor een aantal binnenkomende assen naar Antwerpen toch al doorstromingsmaatregelen te nemen. Blijkbaar is het mogelijk voor tram 3, want dat staat expliciet opgenomen in uw lijstje van 33 maatregelen. Waarom is dat niet mogelijk voor andere assen waar doorstroming in functie van het door u ingevoerde overstapmodel van cruciaal belang is? Ik denk dan aan lijn 15, lijn 3, enzovoort. Ook op lijn 24 is al verkeerslichtenbeïnvloeding, zonder dat de supercomputer actief is. Het is dus vandaag al mogelijk om met de technologie die in de grond zit – met de detectielussen waarin al miljoenen zijn geïnvesteerd – werk te maken van de doorstroming, zodat de commerciële snelheid van de trams in Antwerpen de vergelijking met het buitenland kan doorstaan. Zoals u weet is de commerciële snelheid van buitenlandse stadstrams meer dan het dubbele dan die van de Antwerpse.
Wij zijn als partij en als fractie beschikbaar om uw lijstje aan te vullen met maatregelen die destijds hun nut hebben bewezen. Ik denk dan aan de verruimde vensters voor de behandeling van de binnenvaartschepen, maar ook aan reglementaire routes voor vrachtwagens, zodat de Liefkenshoektunnel veel beter wordt benut en de huidige ring wordt ontlast; het gebruik van een slimme kilometerheffing voor vrachtverkeer, gemoduleerd naar plaats en tijd, zodat het internationale vrachtverkeer om Antwerpen heen wordt geleid; de invoering van een snelheidsverlaging op de ring, zodat wordt geremedieerd aan de doorstroming én de geluidsoverlast. Aan de realisatie van al die maatregelen willen wij zeer graag constructief meewerken. Wij hopen bij de zaak te worden betrokken, en niet te worden geconfronteerd met een mededeling ter kennisgeving op een volgend politiek stuurcomité.
Minister, u hebt de inspanning geleverd om de quick wins, de kleinere, kortetermijnzaken – of het verfpottenakkoord –, duidelijk naar voren te brengen, waardoor u zich profileert en u ertoe engageert om die te realiseren. Ik denk dat het ogenblik is aangekomen om dat ook te doen met uw middellangetermijnopties.
Minister, uiteindelijk is er, zoals gezegd, geen Oosterweelverbinding voor 2024. In dat opzicht kunt u nu misschien duidelijk een plan opstellen waarin u de middellangetermijnzaken opneemt. We hebben een verschillende mening over het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel, maar er zijn nog andere zaken. Het zou goed zijn indien u over die concrete acties een planning voorlegt aan het parlement. Zo kunt u duidelijk maken wat u concreet zult doen aan de mobiliteit rond Antwerpen in afwachting van 2024.
Minister, u deed nogal smalend over het debat. U vroeg zich af waarom wij hier nu over moesten debatteren en u wilde het liever morgen rustig komen uitleggen in de commissie. Nogmaals, dit is het achilleshieldossier van de Vlaamse Regering, waarin elke daadkracht ontbreekt. U verwacht van iedereen heil en gaat tot naar Europa om heil te krijgen, maar die heil komt er voorlopig niet. U zit hier met een gigantisch kostelijk dossier dat al jaren aansleept. Op een blauwe woensdag komt u dan plots met een persconferentie en 23 maatregelen die moeten verhullen dat er een groot probleem is. Ik vind het de normaalste zaak van de wereld dat wij niet over de precieze details van elke belijning van om het even welke R-weg discussiëren, maar dat we wel discussiëren over een politiek probleem dat deze Vlaamse Regering toch duidelijk heeft met dat Oosterweeldossier. Dat dossier wordt volgens ons niet opgelost door de 33 maatregelen – of eigenlijk zijn het er maar 13 – die hier worden gepresenteerd.
Het grootste bewijs dat het debat terecht was, is de uiterst kritische stem van uw coalitiepartner, die heel terecht vraagt of die 13 maatregelen effectief efficiënt zijn, wat ze opbrengen, of dat is doorgerekend en of u er zicht op hebt wat dat zal betekenen voor de files. Tot nu toe hebben we daar inderdaad geen antwoord op gekregen. De finaliteit van het actualiteitsdebat vandaag is dat de verhullende maatregelen hun werk eigenlijk niet echt hebben gedaan. Het probleem blijft tot op vandaag even groot.
Minister-president, ik betreur dat men geprobeerd heeft de indruk te wekken dat de oppositie dit een duurzame oplossing zou vinden. Dat is helemaal niet het geval, minister Crevits. Ik ga niet in herhaling vallen, maar ik hou niet zo’n aangenaam gevoel over aan de communicatie die hier vandaag en deze middag door de regering en door de burgemeester van Antwerpen werd gevoerd. We kunnen daarover discussiëren.
Voorzitter, ik richt mij persoonlijk tot u.
Sorry, maar ik moet hier drie dingen tegelijk doen. Ik ben een man, ik kan maar een ding tegelijk doen. (Gelach)
Ik ben niet kwaad op u. Ik ben vandaag zelfs heel tevreden over u. (Gelach)
Dat mag voor een keer.
Voorzitter, ik wil opnieuw een beroep doen op u, want ik begin ongerust te worden. Ik hoorde de regering een datum naar voren schuiven als het ultieme moment waarop een beslissing zou moeten worden genomen over de problematiek rond de Oosterweelverbinding. Minister-president, ik hoor die datum van 4 april regelmatig opduiken. Als ik het goed begrijp, is dat voor u de laatste ultieme datum waarop een beslissing moet vallen.
Voorzitter, ik heb er de kalender van het Vlaams Parlement reeds bijgenomen. Ik zie dat vrijdag 4 april de vrijdag is voor het paasreces en dat wij eventueel – en dat is belangrijk – nog bij elkaar zouden komen op 23 april voor een plenaire vergadering.
Ook met wat er vandaag is gebeurd in het achterhoofd, zou ik het volgende van u willen vragen. Dit is een toch wel belangrijk dossier. Ooit hebben sommige mensen dit het belangrijkste Europese mobiliteitsproject van de voorbije decennia genoemd. Als daar een beslissing over wordt genomen net voor dit parlement in reces gaat en dit eventueel zelfs niet meer terugkeert naar de plenaire vergadering, dan heb ik daar wel grote bezwaren bij. Voorzitter, ik zou dus het liefst de garantie hebben dat, als de regering op 4 april een beslissing neemt, we dan beslissen om eventueel in het paasreces toch te komen werken. Als dat niet kan – maar mijn fractie en ik zijn ter beschikking – dan vraag ik dat we toch zeker ten laatste op 23 april nog een debat zouden voeren over de beslissingen die de regering heeft genomen. Dat lijkt me vanuit democratisch oogpunt toch wel belangrijk.
Voorzitter, geachte leden, zo dadelijk zal minister Crevits nog op een aantal bijkomende praktische vragen antwoorden. Om te beginnen wil ik duidelijk maken dat deze Vlaamse Regering hier is wanneer dit parlement een actualiteitsdebat vraagt. We hebben daar ook meteen gevolg aan gegeven.
Het is goed dat beslissingen die door de Vlaamse Regering of een minister worden genomen, hier worden besproken. Sommige van die beslissingen lijken me uitermate geschikt voor een commissie, maar goed, dit parlement heeft gemeend daar een actualiteitsdebat aan te besteden. Dat is zijn volste recht.
Wel wil ik de insinuaties uit de wereld helpen. Er was voorzien in een interministerieel comité. Dat ligt al een hele tijd vast. In dat comité zijn die quick wins aan bod gekomen, zoals diverse mensen hier hebben gezegd. Die quick wins zijn aan de pers meegedeeld. Ik vind het zwaar overdreven dat de oppositie zich daardoor in haar democratische rechten aangetast voelt. U niet, mijnheer Penris, maar ik heb begrepen dat Open Vld daar zwaar aan tilt. Ik kan u zeggen dat er in dit dossier nog beslissingen zullen worden genomen. Ik weet niet of die beslissingen op een woensdag, op een vrijdag of op een andere dag zullen vallen. Als daar vraag naar is, dan zullen we die beslissingen graag toelichten in dit Vlaams Parlement. Ik kan u zeggen dat aanstaande vrijdag het MER wordt ingediend. Daar zal een adviesronde over plaatsvinden. Dat MER wordt definitief goedgekeurd in januari. Naast deze quick wins zullen we nog andere maatregelen nemen in dit dossier. Ik dank al diegenen die daarover suggesties hebben gedaan of initiatieven hebben voorgesteld. Wij zullen in dit dossier verder beslissingen nemen.
Ik vind het ook wat betreurenswaardig dat men dat afdoet als een precampagne en dergelijke. Wat is het nu? Men vraagt dat deze Vlaamse Regering beslissingen neemt in dit belangrijke dossier. Als we dat niet zouden doen, dan zou men zeggen dat er in dit dossier geen vooruitgang wordt geboekt. Het is het ene of het andere. We zullen het in dit dossier niet bij die quick wins laten. We zullen op de juiste momenten verdere beslissingen nemen. Ik ga ervan uit dat er dan opnieuw een actualiteitsdebat zal worden gevoerd. Zeg nu zelf: er waren twee actuele vragen, en die hadden betrekking op de problematiek van Europa. Die 33 maatregelen zijn van een andere orde. Maar goed, het actualiteitsdebat heeft plaatsgevonden. Ik denk dat collega Crevits tekst en uitleg heeft gegeven.
Mijnheer Tommelein, ik heb er geen enkel probleem mee om hier volgend jaar in de paasvakantie ook aanwezig te zijn. Deze Vlaamse Regering heeft de mogelijkheid om nog tot op het einde van de legislatuur beslissingen te nemen. U kunt dat controleren. Ik hoop echter dat u dan ook ondersteunt dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Er zijn al twee moties ingediend: een van het Vlaams Belang en een van Open Vld. Die worden nu rondgedeeld.
Wenst er nog iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen? (Neen)
Op basis van het reglement kunnen we om 20.45 uur stemmen over de reeds ingediende moties.
Het debat is gesloten.