Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende de lokale diensteneconomie.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, CD&V is tevreden dat vandaag het Lokalediensteneconomiedecreet voorligt. Het is het tweede luik van de vereenvoudiging van de sociale economie. Een aantal weken geleden hebben wij het Maatwerkdecreet goedgekeurd, waar we zeer tevreden over waren. We slagen er daarmee in om heel de sector van de sociale economie te vereenvoudigen, zowel beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen als nu de lokale diensteneconomie. Het kader dat daarin wordt geschetst, is dat er een vereenvoudiging is van al die collectieve inschakelingen van personen die nood hebben aan een individueel passend of een competitief versterkend inschakelingstraject en een eigen kwaliteitsvolle begeleiding. Daarom zijn we ook erg tevreden dat er in een doorstroming wordt voorzien. Een medewerker kan maar vijf jaar in de lokale diensteneconomie tewerkgesteld worden, met eventueel een verlenging van twee jaar, zodat men na maximaal zeven jaar moet doorstromen naar het normale economische circuit. Daarom zullen wij met veel enthousiasme dit ontwerp van decreet goedkeuren.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij de positieve appreciatie van de vorige spreker. Ik moet mevrouw Claes echter op één puntje tegenspreken: dit ontwerp van decreet is niet het tweede maar het derde luik in een reeks van decreten die de sociale economie opnieuw vorm geeft, hervormt. Mevrouw Claes heeft het gehad over het Maatwerkdecreet. We hebben hier ook al het Ondersteuningsdecreet gehad. Nu hebben we het decreet op de lokale diensteneconomie. Dat zijn echt stuk voor stuk complementaire regelgevingen die staan voor werkvormen waar mensen op een zinvolle manier arbeid kunnen verrichten terwijl er ook voor wordt gezorgd dat bepaalde maatschappelijke noden die door het normale economische circuit niet worden ingevuld, toch kunnen worden gelenigd.
Net zoals bij de bespreking in commissie, wil ik van het moment gebruikmaken om hier aandacht te vragen voor de problematiek van de gemeentelijke financiën. Deze namiddag hebben we bij de behandeling van de actuele vragen het gehad over de precaire financiële toestand van steden en gemeenten. Het is uiteraard hun verantwoordelijkheid, dat zit niet stricto sensu in de bespreking van dit ontwerp van decreet, maar het moet mij van het hart. Heel wat initiatieven lokale diensteneconomie worden rechtstreeks of onrechtstreeks ondersteund door steden en gemeenten. Het is onze vrees of minstens onze bezorgdheid dat bij besparingsrondes in steden en gemeenten men deze initiatieven misschien zou viseren. Als je van een klaverblad een of twee blaadjes af haalt, sterft het plantje af. Het zou bijzonder jammer zijn mocht dat scenario zich realiseren, net nu we dit decreet hebben dat een nieuwe toekomst voor deze sector creëert. Ik hoop dan ook dat dat niet het geval is, maar ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om die bezorgdheid te uiten.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik sluit me namens mijn fractie aan bij de twee vorige sprekers. Ook onze fractie is tevreden met dit ontwerp van decreet. Het is al het derde decreet tijdens deze legislatuur binnen de sociale economie. We hadden al het decreet met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen en het decreet met betrekking tot collectieve inschakeling. Het vormt één cluster met het ontwerp van decreet dat nu voorligt.
Het ontwerp van decreet draagt ook bij tot de vereenvoudiging en de transparantie van de sector, wat een goede zaak is voor iedereen die erbij betrokken is. We kunnen dat alleen maar toejuichen.
Er is ook een afstemming met het Maatwerkdecreet, zodat er niet volledig naast elkaar gewerkt wordt. Die afstemming is er op verschillende vlakken. Ook dat is prima. De VDAB bijvoorbeeld zal hier een belangrijke taak op zich nemen wat betreft toeleiding en evaluatie.
Centraal in dit ontwerp van decreet staat de individuele competentieversterking in de tewerkstelling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er wordt tevens een kader gecreëerd dat doorgroei en doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt stimuleert. Dat betekent dat er wordt gekeken naar de competentieversterking en begeleiding van kansengroepen naar de reguliere arbeidsmarkt.
Activering en doorstroom zijn twee elementen die voor onze fractie heel belangrijk zijn in dit verhaal. Momenteel ligt die doorstroom in de lokale diensteconomie nog altijd onder de 10 procent. Misschien kan dat verhoogd worden met dit ontwerp van decreet. De mensen zullen na maximaal vijf jaar aangespoord worden om zich te integreren in de reguliere arbeidsmarkt. We zijn er ons van bewust dat sommigen inderdaad sneller zullen of kunnen doorstromen. Daarom wordt er in dit ontwerp van decreet ook aandacht gegeven aan de mogelijke tijdelijke terugkeer naar de lokale diensteconomie. Maar het uiteindelijke doel blijft de doorstroom.
Een belangrijk punt dat daar in dit ontwerp van decreet aan gekoppeld is, is de kwaliteitsvolle begeleiding. De doelgroepwerknemers worden op die manier ten volle ondersteund om zich voor te bereiden op de reguliere arbeidsmarkt. Zonder begeleiding zou dat niet lukken.
Het ontwerp van decreet biedt de lokale overheden ook de mogelijkheid om in te spelen op de lokale noden. Daarom is het belangrijk dat de lokalediensteneconomieonderneming ingebed is in het lokale socio-economische weefsel en een aanbod creëert dat aanvullend is op het lokale aanbod. Het creëert immers ook bijkomende tewerkstelling.
Om die redenen, minister, collega’s, steunt onze fractie dit ontwerp van decreet.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, in tegenstelling tot de drie vorige sprekers staat onze fractie iets sceptischer tegenover dit ontwerp van decreet. Wij zijn uiteraard blij dat het ontwerp van decreet, dat lang geleden werd aangekondigd, er eindelijk is. Dat is sowieso een grote verdienste, en er zitten zeker een aantal positieve elementen in, maar het is in grote lijnen weer een kaderdecreet, en daarom vragen we de minister opnieuw met aandrang om zo snel mogelijk voor de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten te zorgen. Dan pas kan dit volledig herwerkte systeem immers ten volle tot uitvoering komen.
Er zitten dus een aantal positieve elementen in, maar ik wil ook meegeven dat er een heel aantal grote vraagtekens te plaatsen zijn bij dit ontwerp van decreet. De drie voornaamste wil ik u hier meegeven. Ten eerste wordt er opnieuw een drempel ingebouwd voor de bedrijven in de sociale diensteneconomie. Men zal straks verplicht zijn om vijf doelgroepwerknemers tewerk te stellen. Als we weten dat 75 procent van die organisaties vandaag minder dan vijf voltijdse equivalenten in dienst heeft, weten we dat men meteen zal moeten overgaan tot een schaalvergroting, wil men voldoen aan de voorwaarde in dit ontwerp van decreet. Wij denken dat dat een pijnpunt is.
Ten tweede zijn we wel tevreden dat het verhaal van het doorstroomobjectief effectief is opgenomen in dit ontwerp van decreet, maar vrezen we dat er nog een aantal addertjes onder het gras zitten. Zo kan men nog altijd te allen tijde een verlenging van de inschakelingstrajecten vragen. Daarnaast zal de VDAB bij de beoordeling van een vraag tot doorstroming telkens ook rekening houden met de continuïteit van de onderneming. Waar wordt dan het meeste belang aan gegeven? Aan de onderneming of aan de persoon in kwestie die wil doorstromen? Bovendien zal men rekening houden met de persoonlijke situatie van de doelgroepwerknemer. Ook dat vinden wij een raar gegeven, als men dat zonder meer wil opnemen en als criterium inbouwen, vooraleer een doorstroming effectief kan.
Een derde grote, globale bemerking bij dit ontwerp van decreet houdt in dat opnieuw een aantal belangrijke taken aan de VDAB worden toebedeeld. We hebben tijdens plenaire vergaderingen en commissievergaderingen al meermaals aangehaald dat de VDAB bij de aanvang van deze legislatuur 23,5 miljoen euro heeft moeten besparen en de opdracht heeft gekregen tegen 2014 6 procent van zijn personeel in te leveren. Desondanks krijgt de VDAB steeds meer taken, niet enkel van de minister van Werk, maar ook van de minister van Sociale Economie. De VDAB krijgt steeds meer taken en cliënten en steeds minder middelen en personeel. We stellen ons opnieuw de vraag hoe dit alles definitief met elkaar zal worden gerijmd. Zullen de beschikbare middelen volstaan om de VDAB in staat te stellen zijn werk optimaal uit te voeren?
Concluderend kan ik melden dat we ons, zoals we in de commissie hebben aangekondigd, bij de stemming over dit ontwerp van decreet zullen onthouden. We zijn tevreden dat er een ontwerp van decreet is. Het glas is echter halfvol of halfleeg. Aangezien er nog veel werk moet worden verricht, zijn we sceptisch en zullen we ons onthouden.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik wil iedereen vooral voor de positieve commentaren bedanken. Dit is het derde onderdeel van een drieluik. Eerst hebben we het instrumentarium aangepast en hervormd. Dat is in februari 2012 goedgekeurd. Dan hebben we voor het zomerreces het maatwerk goedgekeurd. Nu volgt het laatste onderdeel, de lokale diensteneconomie.
Op deze manier wordt de sociale economie hervormd. De sociale economie heeft nu twee duidelijke pijlers, het maatwerk en de lokale diensteneconomie. Beide pijlers haken mooi op elkaar in.
Ik heb ook kritische geluiden gehoord. De vraag is dan of de VDAB dit aankan. We hebben met de VDAB afspraken gemaakt. De VDAB zal op 1 juli 2014 klaar zijn om de screening en de indicering op zich te nemen. Dit zal trouwens gebeuren aan de hand van het instrument dat voor het maatwerk is ontwikkeld. De screening, de indicering en de toeleiding zullen op dezelfde wijze verlopen.
Ik begrijp dat een aantal mensen zich nog afvragen of de doorstroming in de praktijk wel zal werken. Uit het ontwerp van decreet blijkt duidelijk dat de doorstroming de absolute finaliteit van de lokale diensteneconomie is. Dat is de centrale doelstelling. De ondersteuning in de trajecten wordt in functie van die doorstroming aangeboden.
Om iemand te laten doorstromen, is natuurlijk ook een vacature nodig. Dat kan ik niet altijd voorspellen. De absolute finaliteit van het ontwerp van decreet is evenwel de doorstroming. Op basis van het profiel van de betrokkenen, kan bij de aankomst al worden ingeschat of ze wellicht in staat zullen zijn na die werkervaring door te stromen. Er is geen enkele reden om te betwijfelen dat dit in de praktijk zal lukken.
Ik wil iedereen bedanken voor de positieve commentaar, voor de medewerking in de commissie, voor de kritische vragen en voor de constructieve voorstellen die ertoe hebben geleid dat dit een goed ontwerp van decreet is. Dit ontwerp van decreet zal aantonen dat de sociale economie een belangrijke rol in de Vlaamse economie te vervullen heeft.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 2168/1)
– De artikelen 1 tot en met 43 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.