Report plenary meeting
Report
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, voor de zomer maakten Corelio en Concentra bekend dat ze niet alleen hun kranten in de toekomst samen gaan drukken, wat ze al deden, maar ook samen kranten gaan maken. De nieuwe vennootschap heet Mediahuis. Op basis van dit bericht stelde ik destijds een vraag in de commissie Media. Ik maakte me een beetje zorgen over de pluriformiteit in onze krantenwereld, want eigenlijk blijven er nu maar twee groepen over: De Persgroep aan de ene kant en Mediahuis aan de andere kant.
Minister, u stelde me toen min of meer gerust. U zei ten eerste dat de organisatie in Vlaamse handen blijft, dat maakte ons ook blij, en ten tweede dat de titels behouden blijven.
Vandaag krijgen we een kleine douche als we vernemen dat 205 mensen, 1 op de 5 werknemers, de laan worden uitgestuurd. Dan stel ik me opnieuw de vraag: kan men een dergelijke ingreep doen zonder dat dat gevolgen heeft voor de slagkracht van die verschillende redacties?
Daarom herhaal ik vandaag opnieuw mijn vraag aan u. We hebben dat immers in het verleden ook al gezien. Men kan dan wel de titels behouden, maar als enkel de voorpagina of het hoofdartikel nog verschillend is, zoals in de nadagen van De Gentenaar en Het Volk, die nog slechts doorslagjes van Het Nieuwsblad waren, is er toch wel sprake van een verschraling van het landschap.
Minister, welke garanties hebt u van Mediahuis gekregen dat die pluriformiteit toch blijft bestaan?
Minister Lieten heeft het woord.
Ook ik ben geschrokken toen ik vanmorgen werd ingelicht door het management over de consequenties van de fusie, vooral op het vlak van personeel. 205 mensen die hun job verliezen, dat is niet niks. Dat zijn 205 kostwinners. Dat zijn 205 mensen die in de journalistieke sector werken voor wie het een zoektocht zal zijn om in dezelfde sector werk te vinden. Ik ben bezorgd om het persoonlijke effect dat dit zal hebben voor die mensen.
De fusie is van een dusdanige grootte dat de wet-Renault van toepassing is. Deze aankondiging is dus de eerste stap. Er zal nu nog veelvuldig overleg zijn. Ik hoop dat alle partners dat overleg ernstig zullen voeren en zullen bekijken of er alternatieven zijn en of alle 205 ontslagen effectief nodig zijn.
Ik heb wel begrip voor het feit dat de context heel sterk wijzigt. Het mediagebruik wijzigt sterk, nieuwe technologieën doen hun intrede, de adverteerdersmarkt wijzigt. Al die aspecten komen samen en drukken meer en meer op de bestaande mediabedrijven. Men moet op zoek gaan naar oplossingen om die leefbaar te houden. In die zin heb ik er begrip voor dat men door die fusie in ieder geval probeert om het aandeelhouderschap in Vlaanderen te houden.
Men engageert zich ook duidelijk om die vier verschillende kranten te bewaren. Ik deel uw mening dat het bij de uitwerking daarvan belangrijk zal zijn in hoeverre de diversiteit ook effectief kan worden waargemaakt op het terrein, en in hoeverre de redacties onafhankelijk en sterk genoeg zullen zijn om vier verschillende kranten te maken.
Wij delen dus dezelfde bezorgdheid, minister. Wij moeten ons als parlement niet meteen inlaten met privébedrijven. Dat kan een eerste reactie zijn. Maar zoals u zelf zei, is er een belangrijk aspect van werkgelegenheid. Als overheid ondersteunen wij de perssector bovendien op verschillende manieren, en dus mogen wij minstens onze bezorgdheid uiten over deze gang van zaken.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Minister, het verbaast mij dat u hiervan schrikt, want dit stond in de sterren geschreven. U kon misschien nog zeggen dat u minder ontslagen verwacht had. Maar u zult de volgende keren nog schrikken, als Sanoma een reorganisatie doorvoert, als de tv-zenders hun reorganisaties doorvoeren. Houd u al maar vast.
U hebt in deze legislatuur zwaar subsidiërend ingezet op journalistiek. U hebt in de commissie meermaals gezegd dat dat de kern van uw beleid is. Maar wat zien we? De mediagroepen trekken samen, we krijgen de ene optimalisatie en ontslaggolf na de andere. En dan zwijg ik nog over de regionale tv-zenders. Ik heb dus de indruk dat uw beleid faalt, minister, en dat u, onderzoeksopdrachten en monitoring buiten beschouwing gelaten, vier jaar tijd verloren hebt om een groeiend en ondersteunend mediabeleid te voeren.
De evoluties in de Vlaamse mediamarkt tonen aan dat u amper invloed hebt en geen beleid voert waardoor Vlaamse mediagroei mogelijk is. Aangezien u met een grote subsidiepot zit voor ondersteuning aan de journalistiek en de geschreven pers – misschien het enige breekijzer dat u hebt om iets te doen – stel ik u nu de vraag of u de steunmaatregelen aan de schrijvende pers zult herbekijken. Of blijft het allemaal bij het oude, hoeveel mensen er ook ontslagen worden?
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij wat de minister, de heer Vandaele en zelfs de heer Verstrepen hebben gezegd. We delen die bekommernis. Het mag echter iets krachtiger. Met slechts twee mediagroepen komen de pluriformiteit en de kwaliteit van onze pers onder druk te staan. Dat heeft de minister op een andere manier eigenlijk ook gezegd.
We moeten op een of andere manier maatregelen nemen of minstens het gesprek met de mediagroepen aangaan. Dat is mijn vraag. De mediagroepen moeten zich engageren. Ik stel voor dat we onze eigen financiële instrumenten en ook de federale instrumenten in die discussie betrekken. Momenteel ontvangen de kranten ongeveer 350 miljoen euro aan overheidssteun. Daar mag wat tegenover staan. Om de kwaliteit en de pluriformiteit van onze pers te garanderen, vind ik dat we die instrumenten in de weegschaal moeten leggen. Wie zegt dat dit titels zullen blijven bestaan? We kennen de geschiedenis.
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, volgens mij is de actuele vraag van de heer Vandaele zeer terecht. Ik denk onder meer aan de sociale redenen. Meer dan 200 mensen is koudweg meegedeeld dat ze hun job verliezen. Dat is jammer.
De verschraling van het medialandschap is in de commissie al besproken. Namens onze fractie heeft de heer Yüksel uitgelegd dat CD&V zeer bezorgd is. Er is gemeld dat ook 67 journalisten, een belangrijk percentage van het journalistenheir in Vlaanderen, zullen worden ontslagen. Dit betekent zonder meer een zwarte dag voor de democratie in Vlaanderen. Hier wordt een zuiver economische wetmatigheid toegepast. We slagen er niet in de onafhankelijke redacties ook op financieel vlak voldoende autonomie te bezorgen om hun werk goed uit te voeren. Dit is essentieel voor een democratie.
We waarborgen de volledige onafhankelijkheid van de universiteiten. We verlenen een zware financiële ondersteuning. De komende weken en maanden moeten we nagaan hoe we dit ook voor de redacties kunnen doen.
Ik heb nog een concrete vraag. Zelfs de Europese Commissie beschouwt Limburg momenteel als een nieuw reconversiegebied. De winstgevende activiteiten van de Concentra Media Groep situeren zich in Limburg. De Gazet van Antwerpen is verlieslatend. In welke mate kunnen we ervoor zorgen dat de tewerkstelling door de Concentra Media Groep in Limburg wordt gehandhaafd? Volgens de logica die de Vlaamse Regering met het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) volgt, lijkt dit me essentieel.
De heer Wienen heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het antwoord van de minister een beetje braaf. Er is immers meer aan de hand. Er is gevraagd of die vier krantentitels zullen blijven bestaan. In de mededelingen van Mediahuis is duidelijk sprake van verregaande synergieën tussen de vier krantenredacties.
We weten wat er op ons afkomt. Die redacties zullen samenwerken en artikelen schrijven die in alle vier kranten terechtkomen. Dat zal tot een verschraling leiden. Hetzelfde geldt voor de sportredacties. Ik heb gelezen dat het de bedoeling is dat de sportredactie van Het Nieuwsblad de sportverslaggeving voor de andere kranten zal verzorgen. Dit betekent een enorme verschraling.
Bovendien mogen we ons niet vastpinnen op de 205 jobs die zullen verdwijnen. Er zal nog een groter probleem ontstaan. Ik stel vast dat het de bedoeling is bepaalde regionale katernen van verschillende kranten te schrappen. Hierdoor zullen ook heel wat freelancers zonder job vallen.
Minister, hebt u al contact gehad met die mediagroepen? Dit lijkt me symbolisch voor uw beleid. U stelt iets vast. U bent bezorgd. U staat erbij en u kijkt ernaar. Dat is wat het mediabeleid de afgelopen jaren wat te veel is geweest.
De heer De Coene heeft het woord.
Voorzitter, de verklaringen van de uitgevers bevatten natuurlijk een bijzondere ongerijmdheid. Ik begrijp de bekommernis van de vorige sprekers. De ongerijmdheid bestaat erin dat de uitgevers 200 mensen, waaronder 67 redacteurs, zullen ontslaan, maar tegelijkertijd in de journalistiek beweren te investeren. Hoe kan iemand betere journalistieke producten, in dit geval kranten, maken en tegelijkertijd betekenisvol veel redacteurs ontslaan?
Dat leidt ons tot een andere vraag. We hebben vandaag acht dagbladen in Vlaanderen. Ik vraag me af of dit bedieningsgebied met zijn beperkt aantal lezers, dit kleine taalgebied, in staat is om acht volwaardige dagbladen te hebben – en het zijn vandaag trouwens niet allemaal volwaardige titels, we kennen het fenomeen van de persagentschapjournalistiek.
De hervorming van de perssteun is één zaak, ik durf iets anders te bepleiten, minister, en dat is dat we mensen, in het bijzonder jonge mensen, motiveren om kranten, hetzij op papier, hetzij digitaal, te lezen. Ik meen dat daar een belangrijke opdracht is weggelegd voor de Vlaamse Gemeenschap, daar moeten we een zekere ambitie tonen.
Voorzitter, dames en heren, we dragen de persvrijheid hoog in het vaandel. Dat betekent onder meer dat de overheid de kranten niet organiseert en dat de vrije markt en de persvrijheid hand in hand gaan.
Niettemin worden de kranten en de mediahuizen via verschillende kanalen uitvoerig gesubsidieerd. Dat klopt en daar heeft de heer Caron terecht op gewezen. We vinden het immers belangrijk in onze democratie.
We hebben er hier al regelmatig op gewezen dat de context waarbinnen onze mediahuizen en krantenredacties werken, fundamenteel wijzigt en dat is onmogelijk zonder dat er binnen die redacties en mediahuizen iets verandert. Daarom ook heb ik de voorbije jaren heel fel ingezet op dat veranderende landschap. We bundelen de krachten om oproepen te lanceren, er is een staten-generaal over samenwerking geweest, we hebben media-innovatiecentra opgericht en we hebben extra middelen vrijgemaakt voor de verschillende spelers in de media om de diverse uitdagingen het hoofd te bieden, om te bekijken hoe ze daarmee kunnen omgaan.
We doen dat zeker ook omdat we, zoals de heer De Coene zegt, een kleine taalgemeenschap zijn met een beperkte markt in vergelijking met andere landen. Het is niet gemakkelijk om als privaat mediahuis in zo’n beperkte markt te overleven. De druk is hier, zeker wegens de omstandigheden, nog groter.
Toch ben ik net als u bezorgd over hoe dit verder zal evolueren. In eerste instantie is het goed dat er samenwerking wordt gezocht, dat men minstens probeert om op die manier de bedrijven en de titels overeind te houden. Als men niets doet, is het risico op het verdwijnen van titels en op een verschraling van het landschap nog groter.
Het is goed dat initiatieven worden genomen, dat er samenwerking wordt gezocht, niet alleen om te saneren, maar vooral om te investeren, want dat is noodzakelijk en daar horen we vandaag misschien wat weinig over. Men moet investeren in het zich verder aanpassen aan de lezers die hun gebruik wijzigen, aan de verdere digitalisering die veel kosten met zich meebrengt.
Investeren is noodzakelijk, maar ik ben het ook eens met degenen die zeggen dat we vandaag de garantie krijgen van het management van Mediahuis dat de vier titels behouden blijven. Die garantie is natuurlijk niet ad aeternum, een dergelijke garantie kan geen enkel bedrijf geven, maar vandaag werd me nog eens duidelijk bevestigd, en het staat ook in het persbericht, dat de vier titels behouden blijven.
Waar wij ons dan allemaal zorgen over maken, is over hoe dit in de praktijk zal worden ingevuld. We weten immers dat gezocht zal worden naar synergieën, dat bepaalde items zullen worden voorbereid en gecoverd voor de hele groep en dat een groot aantal ontslagen vallen bij mensen die nu op de redactie werken. We maken ons zorgen en daarom is het heel belangrijk dat de onafhankelijkheid van de redacties en de redactiestatuten heel sterk bewaakt wordt, want anders zal de diversiteit moeilijk te handhaven zijn.
Ik zal blijven proberen om daar meer garanties voor te krijgen. Ik heb de voorbije weken regelmatig overleg gehad met Mediahuis. Voordat de mededingingsautoriteit uitspraak had gedaan, hebben ze geen inzage gegeven in wat het gevolg van die fusie zou zijn. Dat hebben ze wel deze voormiddag gedaan. Ik heb samen met jullie vastgesteld dat dit heel wat consequenties met zich meebrengt. Vanuit democratisch standpunt zijn wij daar bezorgd over.
Ik deel dus die bezorgdheden en ik zal er verder naar handelen. We kunnen in de commissie zeker en vast verder bekijken hoe we daarmee omgaan.
Ik heb deze voormiddag een uitvoerige rapportering gekregen over de inhoud van de maatregelen. Maar men heeft mij ook gezegd dat men nu niet in detail kan zeggen waar die ontslagen zullen vallen omdat dit voor een deel onderwerp uitmaakt enerzijds van het verder operationaliseren van de principes die men nu goedkeurt en anderzijds van het overleg, zowel collectief binnen de ondernemingsraden als individueel met de betrokken medewerkers. Mijnheer Sauwens, ik kan u daarop dus nog geen antwoord geven. Men heeft mij wel duidelijk gemaakt dat men zal blijven investeren in de redacties van Het Nieuwsblad en van De Gazet Van Antwerpen, dat Het Belang Van Limburg in Limburg blijft, dat men de uniciteit van die krant verder zal uitbouwen, en dat ook De Standaard verder zal worden uitgebouwd als kwaliteitskrant. Wat dit in concreto betekent, zullen we allemaal samen verder moeten opvolgen. We zullen de vinger aan de pols moeten houden. Ik zal daar zeker en vast mijn rol in spelen. Ik ben ook bereid om samen met de collega’s in de commissie verder de monitoring te doen en te bekijken welke stappen wij kunnen zetten om daarop, vanuit een democratisch oogpunt, te blijven wegen.
Minister, dank u voor uw antwoord. De collega’s wezen er al op dat er vanuit de overheid een aanzienlijke steun gaat naar de schrijvende pers. Maar de persgroepen doen natuurlijk meer dan kranten en tijdschriften uitgeven. Zij zijn ook spelers op het audiovisuele forum, met radio, televisie en regionale televisie. Voor die sectoren heeft dit parlement nog heel recent belangrijke ondersteunende maatregelen genomen en er zijn er in de nabije toekomst nog een paar op komst. Dit alles samen moet ons toch een flink breekijzer geven om bij die groepen hard te pleiten voor het behoud van de diversiteit die ons na aan het hart ligt. Misschien moeten we zelfs meer doen dan hard pleiten, misschien moeten wij ook garanties eisen.
De actuele vraag is afgehandeld.