Report plenary meeting
Report
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is weer niet gelukt. Enfin, het ziet ernaar uit dat het weer niet zal lukken. Wij hadden grootse plannen op Linkeroever, met de uitbreiding van de haven aldaar. En wij hadden daarvoor een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) uitgetekend. Ik spreek nog altijd in de wij-vorm want ik stond daar voor een deel achter. Over punten en komma’s kan men altijd discuteren. Ik had liever gehad dat woonkernen hadden mogen overleven. Mijn naam suggereert dat: in de haven van Rotterdam is er ook een klein gezellig dorpje, Pernis, dat de hele haven heeft overleefd. Maar daar gaat het niet over. We hebben het traject naar die GRUP niet goed beheerd, heb ik de indruk. Want de auditeur van de Raad van State geeft aan, na een klacht van een aantal belanghebbenden, dat wij fouten zouden hebben kunnen gemaakt bij de totstandkoming van dat GRUP. Het was een monsterverbond, ik geef dat toe: de plaatselijke Boerenbond, niet de nationale want die was voor, Electrabel, de mensen van Doel 2020.
Gewoonlijk volgt de Raad van State zijn auditeurs. U bent ook jurist. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
U bent geen jurist, maar u laat zich bijstaan door juristen. Gewoonlijk volgt de Raad van State zijn auditeurs, en dan zitten we met de gebakken peren. Dan zullen we heel wat tijd verliezen.
Wij hebben een commissie Speed, die erop aandringt dat grote werkzaamheden met snelheid worden uitgevoerd. In dezen wordt dat bedreigd. Hoe reageert u op de berichtgeving die u ter zake hebt mogen ontvangen? Hoe zult u proactief reageren om te vermijden dat we al te veel tijd verliezen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Penris, ik vond dat u het heel goed formuleerde. U geeft zelf al heel duidelijk aan dat we nog in een lopende procedure zijn en we moeten oppassen wat we zeggen. U hebt alles in de voorwaardelijke zin gezegd, wat juist is. Vrijdag moeten we de verdediging houden voor de Raad van State. U begrijpt dat ik dat hier niet zal doen. Het is een lopende procedure, en dus kan ik niet in detail treden.
Over wat gaat het in essentie? Als ik het goed heb gelezen, gaat het in essentie erover dat een natuurontwikkeling waarin is voorzien, moet worden beschouwd als natuurcompensatie en dat de afwijkingsregel gevolgd zou moeten zijn. Ik kan u alleen maar zeggen dat er een procesteam is samengesteld met alle betrokkenen, dat die altijd collegiaal hebben samengewerkt, dat die formeel en informeel, intern en extern, veel adviezen hebben ingewonnen en gevolgd. Ik kan er dus van uitgaan dat we alle elementen die we toen hebben verzameld, kunnen inbrengen in onze verdediging. Dan zullen we zien wat de Raad van State doet. Op het moment dat er een uitspraak is – en stel dat er een schorsing zou komen, wat ik niet hoop –, dan zullen we op dat moment kijken hoe we de remediëring verder moeten doen en waar de fout is gebeurd.
Een goed antwoord. Ik zou in uw plaats niet anders hebben geantwoord, maar ik heb medelijden met u. U bent N-VA’er, dus u hebt nu een nieuwe medestander in de figuur van Bruno Stevenheydens, die wat dit dossier betreft heel hardnekkig is en een standpunt inneemt dat misschien niet het uwe is. U bent ook Voka-minister. U moet natuurlijk ten aanzien van uw achterban goede resultaten kunnen afleveren. In dezen lukt het niet. In de grote mobiliteitsdossiers lukt het niet bij deze Vlaamse Regering. We hebben een aantal weken geleden in de commissie Openbare Werken naar aanleiding van een uitspraak van het Grondwettelijk Hof en nu naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State, moeten vaststellen dat we in een aantal dossiers niet op spoor zitten, collega’s. Daarvoor, minister, zult u de verantwoordelijkheid moeten opnemen, daarvoor zult u verantwoording moeten afleggen, niet alleen tegenover uw Voka-achterban, maar tegenover heel Vlaanderen. Hoe zult u dat doen?
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, de voorbije weken en dagen was er heel goed nieuws voor de haven van Antwerpen. Het grootste containerschip de Mary Maersk is aangelopen. Dan was er de aankondiging dat drie rederijen de handen in elkaar slaan en zeggen dat voor hen de haven van Antwerpen de eerste aanloophaven is. In die sfeer is het van belang dat er voor die bedrijven rechtszekerheid is en dat ze de garantie krijgen dat ze ook in de toekomst belangrijke investeringen effectief kunnen doen. U zult ook wel het laatste rapport van de Nationale Bank hebben gekregen: 62.000 mensen werken in de haven zelf, en er is een toegevoegde waarde van 10 miljard euro. We moeten dus alles op alles zetten.
Daarom wil ik nog eens verwijzen naar aanbeveling 75 van de commissie-Sauwens, waarin werd gevraagd of er aanpassingen komen aan de wetgeving van de Raad van State. Ik denk dat het goed is dat er remediërende maatregelen kunnen worden getroffen en dat we niet moeten wachten op een einduitspraak maar dat eventueel, mocht er een schorsing komen, er een bijsturing kan gebeuren op dat vlak.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Het is inderdaad vijf voor twaalf, minister. Het Oosterweeldossier zit muurvast. Nu wordt heel het afbakeningsplan van het havengebied Antwerpen geblokkeerd. Wij hebben een voorstel van decreet ingediend om de noord-zuidverbinding in Limburg, die ook vastzit, te deblokkeren. Gisteren hebben wij als fractie ook een voorstel van decreet ingediend om de zeventig RUP’s die geblokkeerd zijn door het integratiespoor, dat de toets van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof niet heeft overleefd, ook te deblokkeren. Is deze Vlaamse Regering eindelijk bereid om in het parlement mee te werken aan constructieve oplossingen en daarvoor een standpunt van de Vlaamse Regering te bepalen, zodat we voor al die dossiers, met parlementaire medewerking over de partijgrenzen heen, tot oplossingen kunnen komen? (Applaus bij Open Vld)
De heer Martens heeft het woord.
Minister, u hebt het goed geschetst. Het advies van de auditeur gaat hierover: is er sprake van mitigatie dan wel compensatie? Mitigatie betekent dat je vooraf de natuurwaarde versterkt, zodat de voorgenomen uitbreiding geen negatieve impact heeft op de Europees beschermde natuurwaarde. Compensatie is een uitzonderingsregime, waarbij je de natuurschade achteraf gaat herstellen, maar waarbij je eerst moet aantonen dat er geen alternatieven zijn en dat er sprake is van dwingende redenen van groot maatschappelijk belang.
Hetzelfde dispuut hebben we ook gezien bij het arrest over de noord-zuidverbinding in Limburg. Daarom stel ik me de vraag: kunnen we geen lering trekken uit al die arresten die er al zijn geweest? We zien steeds dezelfde argumentatie terugkomen bij de Raad van State. In dit geval gaat het over mitigatie versus compensatie, in andere dossiers zoals het voetbalstadion of Uplace, eist de Raad van State het in het plan verankeren van de milderende maatregelen op het vlak van openbaar vervoer. Steeds baseert de Raad van State zich op dezelfde argumenten. De Vlaamse Regering zou daaruit lering moeten trekken en moet erin slagen om haar besluitvorming te verbeteren, om ervoor te zorgen dat men zich niet steeds opnieuw aan dezelfde steen stoot.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, wij kijken toch enigszins anders naar dat dossier. Het lijstje begint lang te worden: de noord-zuidverbinding, Oosterweel, het integratiespoor met het arrest van het Grondwettelijk Hof. Wij staan helemaal niet op de lijn om nu maar snel de wetgeving over de Raad van State aan te passen, want het is de Raad van State die de wetgeving toepast die wij zelf in het parlement maken.
We zijn absoluut niet tegen haven en havenontwikkeling, maar een deel van het probleem is, zoals we in de commissie hebben besproken met minister Crevits, die verantwoordelijk is voor de havens, dat we deze drastische beslissing met dat GRUP nemen op basis van economische data die fel achterhaald zijn. In de commissie bleek dat de Vlaamse Regering die beslissing nog altijd baseert op een studie uit 2006 naar de economische ontwikkeling. Daarin worden cijfers genoemd, mijnheer de Kort, die nooit zijn gehaald door de haven van Antwerpen. Met de groeicurve van de haven zitten we op dit moment op de laagste prognose qua economische conjunctuur uit die studie en dat is die van 2008.
Dank u wel, mijnheer Rzoska. U hebt al meer dan een minuut gesproken.
Ik moet mijn vraag nog stellen. Nu telt voor mij de minuut, terwijl u de andere collega’s ruim aan het woord hebt gelaten.
Toch niet, u bent al 1 minuut 29 seconden aan het woord.
De heer Vandaele heeft het woord.
Het dossier was en is natuurlijk bijzonder complex. We weten dat er ook lokaal commotie bestaat, mijnheer Penris. Met name over het aspect natuur en natuurcompensatie is er veel overleg gepleegd en juist de manier waarop wordt omgesprongen met de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn roept nu bezwaren op bij de auditeur van de Raad van State. Dat stemt ons tot nadenken, collega’s, zeker in het licht van recente, soortgelijke uitspraken over ruimtelijkeplanningsinitiatieven. Dat ligt voor de hand, maar ik denk toch dat we voor het concrete dossier de uitspraak van de Raad van State moeten afwachten, zoals de minister zei. Wees gerust, dat houdt ons uiteraard niet tegen om intussen oplossingen te zoeken inzake rechtszekerheid.
Mijnheer Rzoska, ik ga er toch van uit dat de uitbreiding in de haven noodzakelijk was. Dat heeft ook minister Crevits heel duidelijk gesteld, vandaar dat zij aan mij heeft gevraagd om dit GRUP op te maken, want zo lopen zulke zaken.
Mijnheer Martens, natuurlijk trekken wij lering uit arresten. Natuurlijk is het niet zo dat we pas begonnen zijn met het GRUP van de haven van Antwerpen nadat de noord-zuid was afgerond, dat begrijpt u ook. Het zijn processen die lang bezig zijn. Ik zou ook niet durven zeggen dat het sowieso dezelfde situatie is. We moeten dit afwachten. Ik leg me vandaag nog niet neer bij het feit dat het advies van de auditeur negatief is. Laat ons de kans om ons te verdedigen tot op het laatste moment.
Als de schorsing er zou zijn, mijnheer de Kort, ben ik natuurlijk van plan om niet te wachten tot het definitief is. We zullen bekijken of we dan al maatregelen kunnen nemen. Mogelijke wijzigingen van de wetgeving inzake de Raad van State liggen niet in onze bevoegdheid, maar u kunt de federale collega’s daar misschien toe aanzetten, want ik heb gehoord dat daar gesprekken over worden gevoerd.
Mijnheer Van Mechelen, u hebt gezegd dat er een aantal oplossingen zijn. Bij het integratiespoor bent u duidelijk ingegaan op de voorstellen die mevrouw Schauvliege en ik hebben gedaan in de commissie. U hebt ze uitgewerkt. Wij hebben natuurlijk ook een uitwerking gedaan met de verschillende mogelijke stappen. Toen ik hierover in de krant las of op de website – ik weet niet meer goed waar –, zag ik dat we juist dezelfde richting uitgaan. We zijn onze teksten aan het afronden, ze zijn zo goed als rond. (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen)
Ik dank u voor de uitgestoken hand om samen te bekijken hoe we dit oplossen. We zijn zo goed als klaar met de teksten.
Mijnheer Penris, ik ben natuurlijk een N-VA-minister, maar ik ben vooral een minister van de Vlaamse Regering. Wat we vooral hebben willen doen tijdens deze legislatuur, is de wetgeving fundamenteel wijzigen, want we zien de problemen elke keer weer terugkomen.
U sprak over de commissie Speed. Minister Schauvliege en ik hebben alles vertaald in het ontwerp van decreet inzake de versnelling van projecten. Onze tekst is nu terug van de adviesraden en kan nu dus weer naar de Vlaamse Regering en daarna naar de Raad van State. Daarna kan de tekst hier worden ingediend. Maar als we, zoals het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) zei, de grootste wijziging van de laatste twintig jaar aan het realiseren zijn in de milieuwetgeving en de wetgeving van ruimtelijke ordening, dan moet u wel beseffen – u bent trouwens wel jurist, ik niet – dat het degelijke wetgeving moet zijn die rechtszekerheid biedt voor de toekomst. We kunnen niet rap rap een aantal zaken doen. De grote lijnen kunnen we rap rap vastleggen, maar de definitieve teksten moeten goed doordacht en uitgewerkt zijn. Die stappen vergen wat meer tijd dan we zouden willen, maar noch minister Schauvliege, noch ik, noch de hele Vlaamse Regering wil over één nacht ijs gaan.
Ik herhaal dat het ontwerp van decreet over versnelling van grote projecten, dat hier duidelijk is gevraagd, van de adviesraden is teruggekeerd. Het zal opnieuw naar de Vlaamse Regering gaan voor de tweede principiële beslissing en dan naar de Raad van State. En dan zullen we opnieuw bekijken wat de opmerkingen zijn.
Met het laatste ben ik het eens, minister. De heer de Kort moet ik evenwel tegenspreken, want de Raad van State hervormen, dat gaat niet zomaar in dit halfrond. Daarvoor hebben we een boost nodig. Misschien wil hij steun geven bij een volgende staatshervorming om ook die bevoegdheid naar ons te krijgen.
Los daarvan, minister: u zult toch met meer naar huis moeten gaan dan alleen met de aanleg van spitsstroken en fietspaden in Antwerpen. Ik denk dat u over zes maanden naar de kiezer moet kunnen gaan met de mededeling dat u een aantal grote projecten minstens op de rails hebt gezet, quod non. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.