Report plenary meeting
Report
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de recente ontwikkelingen in het dossier van de Oosterweelverbinding.
Het debat is geopend.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het debat had niet symbolischer kunnen beginnen. Het parlement wacht en wacht en wacht. De vraag is: waarop? Op een regering die misschien eens aanwezig kan en wil zijn, op een regering die in het dossier dat we gaan behandelen, beslissingen wil nemen? U kent het Franse spreekwoord lexactitude est la politesse des rois. Gelukkig ben ik republikein en kan ik nog leven met een academisch kwartiertje, minister-president, maar steek het alstublieft niet op de betoging van de taxichauffeurs. Wij allen zijn hier op tijd geraakt, op een aantal collegas na, dus is het een beetje flauw om de taxichauffeurs van Brussel nu de schuld te geven van uw laattijdigheid.
Dames en heren, het dossier Oosterweel aflevering 1138 het kan iets meer of iets minder zijn is een tamelijk slechte soap, alleszins een dure soap en een soap die af en toe verrassende wendingen kent, maar wat mij betreft niet de beste soap die er te brengen is. Vandaag heet de aflevering: Noriant is niet meer de preferente contractant. Europa heeft immers beslist dat het project rond Oosterweel de minister-president knikt al neen, maar hij zal straks wel zeggen waarom dermate is gewijzigd dat wellicht een nieuwe aanbesteding nodig zal zijn. Noriant boos. De Vlaamse Regering boos. Bart De Wever boos. De Vlaming boos, want die grap zou minstens 1,3 miljoen euro kosten en mogelijk een half miljard euro. Ook de Antwerpenaar boos, want ondertussen is er in het ontwarren van de Antwerpse knoop nog altijd niets gebeurd. De zwartepieten zullen vandaag wel worden doorgeschoven, daar twijfel ik niet aan. Nochtans is dat niet de moeite, collegas, want behalve LDD en mijn eigen partij is er geen enkele fractie in dit dossier die geen zwartepiet in zijn kaartspel heeft steken. Iedereen heeft in dit dossier boter op het hoofd.
Mag ik wat dat betreft een aantal recente citaten uit de media brengen? Eerst heeft de heer Karel De Gucht in dat verband gesproken van een onontwarbaar kluwen. De heer De Gucht is voor mij niet mister sympatico, maar hij heeft soms wel gelijk. In dezen had hij gelijk: het dossier is een onontwarbaar kluwen geworden, minister-president.
Ook de heer Camps, die in De Morgen af en toe commentaren schrijft, heeft wat mij betreft hetzelfde sympathiegehalte als de heer De Gucht, maar soms heeft ook hij gelijk. Hij zegt: Dat er met Oosterweel behoorlijk gerommeld is, was vanaf de eerste dag duidelijk. Niks open communicatie, de BAM als ongrijpbare autoriteit, alom een geur van favoritisme. In een kluwen lossen de schuldigen zich zelf op. Hij heeft gelijk.
Een andere, misschien onverdachtere bron, is Ludo Corluy, ere-ingenieur van de Vlaamse Gemeenschap. Hij schrijft in een commentaar op het boek Stilstand van de burgerbeweging: Ook ingenieurs van bruggen en wegen sloten zich aan bij het protest tegen dit deplorabel geharrewar. Sommige politici hebben geen enkele schroom om met de steun van bevriende aannemerscombinaties absoluut de slechtst mogelijke oplossing door te drukken. De besluitvorming, het toewijzen, dat lag al vast vooraleer er ernstig studiewerk werd uitgevoerd. En ook de manier waarop dit door ieders strot is geduwd geworden, is puur misdadig. Dit zijn dus de woorden van een ingenieur.
De heren Claeys en Verhaeghe zeggen in hun recente commentaar in De Standaard dat dat voorakkoord met Noriant dat destijds toch is goedgekeurd, een klassiek voorbeeld is van betweterbestuur. Een goed gevonden term: betweterbestuur. Dat berust op drie elementen: fundamentele kritiek negeren, redelijke alternatieven buiten beeld houden en voldongen feiten creëren. Dat is de reden waarom we hier vandaag aflevering 1138 aan deze soap moeten breien. Dat is de reden waarom we hier vandaag weer eens het parlement moeten bestoken met het dossier Oosterweel, minister-president, omdat uw regering en uw voorgaande regeringen aan betweterbestuur hebben gedaan in dit dossier.
Inderdaad, het voorakkoord met Noriant was beter nooit gesloten. Het is al van in den beginne gecontesteerd en is dat kunnen worden omdat er nog een MER-studie liep die nog niet was afgerond, omdat er voldoende alternatieven bekend waren waarvan wetenschappelijk was bewezen dat ze misschien meer waren dat wat u voorstelde. En er was het burgerverzet dat duidelijk maakte dat voor uw alternatieven geen maatschappelijk draagvlak bestond.
Desalniettemin Noriant gunnen wat er te gunnen viel, is het beste voorbeeld van achterkamerpolitiek zoals we die liever niet kennen. Zeg niet dat we het niet hebben geweten. Het Rekenhof heeft bij herhaling gezegd dat het zo niet kon en zo niet mocht. Ook uw eigen studies zouden dat hebben kunnen aantonen. Mijnheer Vereeck, zeg nog eens hoeveel miljoenen euros ze hebben besteed aan studies om duidelijk te maken wat duidelijk moest worden gemaakt. Hebben ze die studies gelezen? Ik denk het niet.
Zoals men in voetbaltermen zegt: elk nadeel heb zn voordeel. Het voordeel vandaag is dat we vanaf nul kunnen beginnen. We kunnen tabula rasa maken met wat er voorlag. We kunnen de alternatieven die werden voorbereid, misschien opnieuw in het vizier nemen. Een tolvrije Liefkenshoektunnel, een snelle realisatie van de tangenten, en misschien zelfs het realiseren van een grote ring, waardoor het verkeer dat in Antwerpen niets te zoeken heeft, uit Antwerpen kan worden weggehouden. Maar dan wel op één voorwaarde, namelijk dat men de stappen onderneemt die moeten worden ondernomen, zoals de commissie Speed het ons heeft geleerd, maar wat we nooit in de praktijk hebben kunnen toepassen: het creëren van een maatschappelijk draagvlak, het open en transparant communiceren, snelle en correcte voorstudies, en ten slotte eerlijke aanbestedingen. Op die manier vermijden we een Noriant-debacle zoals we dat vandaag kennen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, ministers, minister-president, collegas: Hier zijn alleen maar winnaars. Aan het woord is minister-president Kris Peeters begin 2010 voor de VRT-cameras naar aanleiding van het befaamde dubbelbesluit over Oosterweel van de nieuw samengestelde Vlaamse Regering. Meer dan tien jaar zijn we op dat ogenblik al aan het studeren, en ondertussen werd er al voor maar liefst 142 miljoen euro aan studiekosten gemaakt.
Maar plots wordt nv BAM nv Liefkenshoek, wordt de brug een tunnel, worden tunnels nadien cut-and-cover, wordt de factuur van dat alles vrolijk doorgesluisd naar een haven, naar een stad.
Maar de aanbesteding blijft behouden. Geen probleem: Er zijn immers alleen maar winnaars.
Collegas, laat het duidelijk zijn: in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen en om en passant de Vlaamse Regering in het zadel te houden, heeft men de grootste kunstgreep aller tijden uitgevoerd, met alle gevolgen van dien op financieel en juridisch vlak.
Minister-president, u hebt u serieus in de nesten gewerkt. En kom nu niet vertellen dat u dat niet zag aankomen.
Maar de Vlaamse Regering zwijgt in 2010. Ze applaudisseert, de een al wat luider en enthousiaster dan de ander, voor haar oplossing.
Inmiddels zijn we wel 2013. De Vlaamse Regering is nog een schim van zichzelf. Het cement dat de ploeg aanvankelijk bijeenhield, blijkt als sneeuw voor de zon verdwenen. Het politieke deficit dat zich de laatste maanden en weken pijnlijk aftekende in een aantal dossiers, kent jammer genoeg zijn ultieme hoogtepunt in dit mobiliteitsdossier. De Vlaamse Regering leeft in een eigen realiteit en handelt alsof er geen financiële en juridische grenzen zijn. Het enige dat in dit dossier telt, is dat elke partij haar gezicht kan redden. Minister-president, alsof de economische wereld draait volgens de wetten van die Vlaamse wafelijzerpolitiek.
Minister-president, het moet voor u pijnlijk zijn om vast te stellen dat u met uw regering eigenlijk geen kant meer uit kunt. Of u het nu graag hoort of niet, u bevindt zich sinds enige weken de facto in lopende zaken. Meer nog, u bevindt zich in uit de hand lopende zaken. En dus wacht u. U knikt natuurlijk van neen. Ik had ook niet anders verwacht. U wacht, samen met de Vlaamse Regering, op een uitspraak van Europa. U wacht op het MER-onderzoek. U wacht op wie dan ook waar u zich achter kunt verschuilen. In een soort van langgerekte zucht van opluchting besefte u plots dat de Vlaamse Regering dan misschien toch gered was. U moest misschien helemaal geen beslissing nemen. U zou er misschien nog mee wegraken ook. Met dank aan de MER-procedure, met dank aan de Europese Commissie.
Dat we met zn allen inmiddels langer in de file staan dan de inwoners van houd u vast Londen, New York of Parijs het zijn niet mijn woorden en het is niet mijn studie dat is een randfenomeen. Dat de Europese Commissie opmerkt dat het fileprobleem een bijzonder zware belasting vormt voor de Belgische economie, met een last die jaarlijks op 6,8 miljard euro wordt geraamd cijfers die bij de budgetcontrole naar boven zijn gekomen , och ja, dat nemen we er wel bij. Dat de investeerders meer en meer wegblijven uit onze Vlaamse regio door de gebrekkige mobiliteit in en rond Antwerpen, so be it.
En dan nu, deze week, de catharsis, de kers op de taart, de kroniek van een aangekondigde dood: het oordeel van Europa.
Minister-president, iedereen voelde in 2010 al aan dat uw verhaal niet klopte. Iedere burgemeester in Vlaanderen weet dat, wanneer je een straat aanlegt, daar een aanbesteding voor doet en er nadien de plannen van wijzigt, zeg maar halveert, je opnieuw moet beginnen met je aanbesteding.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Beste collega, u hebt het over Europa. Welke beslissing heeft Europa genomen? Europees commissaris Karel De Gucht die niet betrokken is in dit, maar wel in andere dossiers heeft zondag een aantal zaken de wereld in gestuurd die niet kloppen.
Heel dit actualiteitsdebat is gebaseerd op het feit dat Europa een beslissing zou hebben genomen of dat Europa een bepaald standpunt zou hebben ingenomen. Quod non. Nog niet zo lang geleden heeft minister Crevits een voortgangsrapportage voorgesteld in de commissie. Michel Barnier is de Europese commissaris die ter zake bevoegd is. Wij hebben het dossier bij hem aangemeld.
Hij heeft gisteren tijdens een telefonisch onderhoud gezegd dat er volgende week of de week daarop een werkgroep samenkomt. Hij heeft gezegd dat de bevoegde commissaris niet commissaris De Gucht die over alles een mening heeft, maar niet bevoegd is daarna een onderhoud zal hebben met de ministers. Hij heeft gezegd dat Europa en de commissaris een beslissing zullen nemen na de technische vergadering en het onderhoud met de minister-president.
Dit debat gaat over de uitspraken van een commissaris die er niet toe doen, terwijl de bevoegde commissaris nog zal beraadslagen en later een beslissing zal nemen. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
En, nu komt het, we hebben aan Europa gevraagd om een uitspraak te doen. We hebben een voorbeeld. De London Underground zat in dezelfde situatie als wij met Noriant en de Oosterweelverbinding. We hebben gevraagd om te oordelen of het om staatssteun gaat of niet. Europa heeft zich daarover gebogen. Dat is in de UK al gebeurd, zij hebben toen een go gekregen. Wij meenden toen en nu nog dat we alle kansen moeten nemen om dit probleem op te lossen.
Ik vind het zeer eigenaardig dat er nu een actualiteitsdebat is over een uitspraak van iemand die niet bevoegd is. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder en de heer Jan Penris. Rumoer)
Er worden hier platitudes meegegeven die de zaak niet vooruithelpen. (Rumoer)
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, neen. Neen. U maakt er een boeltje van. Ik onderschat uw intelligentie niet, dus u doet het bewust. U maakt er een puinhoop van. Puin verspreidt meestal heel wat stof. U hoopt dat de publieke opinie zo niet meer weet wat ze ervan moet denken. Er is maar één conclusie mogelijk: u wilt niet handelen en u bent niet in staat om te beslissen. Ik zal u dat uitleggen.
Ik heb vorige week aan de voorzitter van het parlement gevraagd om alle briefwisseling tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse instellingen, de politieke en administratieve, aan het parlement te overhandigen in het kader van onze controleopdracht. Dat is gebeurd. Gisterenavond kregen we de melding dat de documenten beschikbaar zijn voor alle parlementsleden. Ik heb van dat recht gebruik gemaakt.
U hebt dat recht bezwaard, minister-president. Ik begrijp dat. U hebt het bezwaard met allerlei regels inzake vertrouwelijkheid. Ik wil aan de voorzitter en de collegas duidelijk stellen dat ik begrijp dat u de vertrouwelijke behandeling van dit dossier vraagt. Ik ben dus ook geenszins van plan om op enigerlei manier te verwijzen naar de inhoud van de documenten. Open Vld zit dan wel in de oppositie, maar ook het gedrag van oppositiepartijen mag, onder geen enkele omstandigheid, schade berokkenen aan de belangen van de Vlaamse deelstaat en van de Vlaamse burgers en bedrijven. Dat punt is duidelijk.
Dat doet echter niets af aan het feit dat ik het dossier aandachtig heb gelezen. Ik kan het confronteren met de informatie die openbaar beschikbaar is, zoals krantenartikels, of De zevende dag of uw verklaringen in Terzake en elders. Als ik de beide bronnen met elkaar confronteer en ik hanteer alleen maar de publieke informatie, dan heb ik zo dadelijk twee vragen.
Eerst wil ik nog duidelijk maken aan iedereen dat er twee dossiers zijn. Die moeten we even van elkaar scheiden. Er is het dossier in verband met de concessie van BAM naar de Liefkenshoek. Laten we het daar nu even niet over hebben. We hebben het nu over dat andere dossier, het al dan niet kunnen handhaven van de aanbesteding aan Noriant.
Wat dat betreft, zijn er twee verschillende verhaallijnen. De eerste is de optie van u, van de Vlaamse Regering, van december 2011 om een notificatie in te dienen bij het directoraat-generaal Concurrentie in het kader van de staatssteunproblematiek. Mijn vraag, waarop u zo dadelijk hopelijk kort en krachtig zult antwoorden, is: heeft die communicatie met het directoraat-generaal voor u al dan niet geleid tot een helder standpunt van het directoraat-generaal? Ja of neen? (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik zou graag hebben dat u dat straks in de microfoon antwoordt.
Dan is er het tweede punt. Eind vorig jaar is uw Vlaamse Regering met een tweede dossier gestart, bij het directoraat-generaal Interne markt en diensten. U hebt dat dossier op 18 december 2012 ingediend. Het werd nog eens hernomen in februari. Daarin probeert uw regering aan te tonen dat het inderdaad Noriant is, en alleen Noriant. Goed, mijn vraag aan u is: wachtte u in deze procedure bij het directoraat-generaal Interne markt en diensten op een advies van het directoraat-generaal? Zo ja, hebt u dat gehad? Wacht u in dit dossier op een beslissing van de Europese Commissie?
Voor alle veiligheid herhaal ik mijn duidelijke vragen. Hebt u een duidelijk standpunt van het directoraat-generaal Concurrentie over uw notificatie met betrekking tot staatssteun, ja of neen? Hebt u een standpunt van het directoraat-generaal Interne markt en diensten over uw aanvraag in verband met Noriant in het kader van de aanbestedingsproblematiek? Als u daar ontkennend op antwoordt, dan wil ik van u horen of u dus zit te wachten op een formele beslissing van de Europese Commissie in een dossier dat is ingeleid bij het directoraat-generaal Interne markt en diensten.
Minister-president, ik wil u geruststellen: ik laat me nooit inspireren door de heer De Gucht. De heer De Gucht heeft zondag ingebroken in dit debat, met een gevatte uiteenzetting over dat onontwarbare kluwen. Voor de goede orde wil ik dit parlement echter meedelen dat ik mijn interpellatieverzoek al had ingediend op donderdag 13 juni, om 8.45 uur. Dat is ook de reden waarom ik hier als eerste op het spreekgestoelte mocht staan. De heer van Rouveroij heeft immers gevraagd van die interpellatie een actualiteitsdebat te maken. Ik stem uiteraard graag in daarmee. Als men nu zegt dat wij worden geïnspireerd door uitlatingen van een Europees commissaris die daar niets mee te maken heeft, dan is dat niet waar.
Minister-president, wij hadden andere bronnen, en u hebt die ook. Het schijnt dat de mensen in de omgeving van Europees commissaris Barnier uitspraken hebben gedaan in dezen. Verbaast het u dan dat wij daarop reageren? Ik meen dat het onze plicht en onze taak is, als parlementsleden van meerderheid en oppositie, om u daarover te ondervragen. Zeg echter alstublieft niet dat wij worden geïnspireerd door Karel De Gucht.
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister-president, u doet alsof het schering en inslag zou zijn dat Europa dergelijke dossiers aanvaardt en goedkeurt. U weet ook dat dit uitzonderlijk is. U hebt het voorbeeld gegeven van het Verenigd Koninkrijk, maar u weet dat de mogelijkheid dat men daar daadwerkelijk mee instemt, precair is. Hoe gaat u immers de gedetailleerde berekening maken van hoeveel het eerste deel en het tweede deel van heel het project nu precies kosten? Dit is immers een totale verandering van het project. In het Verenigd Koninkrijk was er voornamelijk sprake van een verandering van leverancier, maar grosso modo bleef dit hetzelfde, maar hier is er sprake van een totaal ander scenario, waarbij u een eenzijdige hangbrug gaat vervangen door een tweede tunnel. U moet dan met Noriant aan tafel gaan zitten, dat op zich al een tijdelijke vereniging is van aannemers die zich hebben verenigd om dit project te kunnen binnenhalen. U moet dan in detail bekijken welke kosten met het eerste deel en welke met het tweede deel samenhangen. U weet zelf dat dit een zeer moeilijk kluwen is. De ervaring leert wie al veel heeft gebouwd dat de aannemer in dergelijke zaken altijd aan het langste eind trekt.
Conclusie: als Europa alsnog ja zegt, stijgt de factuur en is het de belastingbetaler die uiteindelijk veel meer zal betalen dan initieel voorzien, terwijl we nu eigenlijk al een utopische budgettaire oplossing zouden moeten vinden.
Ik stel vast dat collega Penris zich niet laat leiden door Europees commissaris De Gucht, waarvan akte.
Dit parlement heeft natuurlijk het recht om de actualiteitsdebatten te organiseren die het meent te moeten organiseren. Het punt dat ik wilde maken, is dat collega Hilde Crevits nog niet zo lang geleden in de commissie een volledig overzicht heeft gegeven van de stand van zaken en op alle vragen heeft geantwoord. Mijn interpretatie is dat het enige nieuwe feit tussen de toelichting bij de voortgangsrapportage en het actualiteitsdebat van vandaag, de geruchten over een eventuele Europese beslissing zijn. Karel De Gucht maakt er dan nog helemaal een potje van, wat het alleen nog maar onduidelijker maakt en wat ik betreur.
Mijnheer van Rouveroij, wij verwachten een antwoord van de ter zake bevoegde commissaris.
Ik heb drie vragen gesteld, minister-president.
Ik zeg u dat de bevoegde commissaris, die het dossier nu op zijn bureau heeft, heeft gezegd dat hij volgende week of de week erop een technische werkgroep zal organiseren met zijn adjunct-directeur-generaal. Nadien zullen wij op het hoogste niveau de commissaris en de minister-president een onderhoud hebben, om dan een beslissing te nemen in dit dossier.
Wij hebben die procedure gevolgd, omdat we absoluut met Noriant wilden uitzoeken of we een stuk konden vergunnen. Dat is al gebeurd in een gelijkaardig dossier in het Verenigd Koninkrijk, voor de London Underground. We hebben dit dus niet zomaar uitgevonden. We gaan ervan uit dat de commissaris na die vergadering duidelijkheid zal brengen.
Ik zal niet antwoorden op de vraag of het directoraat-generaal zus of zo geantwoord heeft. (Opmerkingen)
Ik vraag een antwoord van de bevoegde commissaris, en niet van commissaris Karel De Gucht, die er niets mee te maken heeft, maar toch zijn mening durft te geven mij niet gelaten. Het is Michel Barnier die een antwoord zal geven. Daar zijn afspraken rond gemaakt.
Vergis u niet, collegas, het lijkt ingewikkeld, maar het is de essentie van het debat. Minister-president, hebt u kennis van het standpunt van het Directoraat-generaal Concurrentie in verband met uw notificatie? Ja of neen?
We zitten hier in het parlement, waar vragen gesteld kunnen worden. (Opmerkingen)
Ik voer mijn controleopdracht bij dezen uit. Het is een gemakkelijke vraag: hebt u daar kennis van, ja of neen?
Ik zeg u dat ik wacht op het antwoord van de bevoegde commissaris. (Opmerkingen)
Dit is onaanvaardbaar, voorzitter. De vraag is zeer helder. Ik heb het document gelezen. Het antwoord zit ten andere ook al in het publieke domein. De enige die daaromtrent mist spuit en onduidelijkheid creëert, is de minister-president zelf.
Ik herhaal de vraag dus nog eens: hebt u kennis van het standpunt van het Directoraat-generaal Concurrentie in verband met uw notificatie? Ja of neen? Als zelfs daarop geen antwoord kan komen, voorzitter, heeft de inzage van de bundel die de minister-president mij heeft overhandigd, geen enkele zin. Dat antwoord is niet vertrouwelijk. Ik zou graag ook mijn tweede vraag stellen, als de eerste beantwoord kan worden.
Goed, de minister-president weigert op de vraag te antwoorden. Voor mijn tweede vraag zal ik u wat helpen, minister-president. Als eind 2012 de Vlaamse Regering beslist om het dossier in te dienen bij het Directoraat-generaal Markt, is dat geen toeval. Dat is het gevolg van de vraag die ik u daarjuist heb gesteld, en het antwoord dat u erop schuldig blijft. U herneemt het dossier bij een ander directoraat-generaal, namelijk het Directoraat-generaal Markt. Het gaat hier voor alle duidelijkheid over de aanbestedingsproblematiek. Hebt u kennis van het standpunt van het directoraat-generaal of de Vlaamse Regering verder kan gaan met de Noriantconstructie? En wacht u op een formele beslissing van de Europese Commissie?
Mijnheer van Rouveroij, ik begrijp dat u zenuwachtig wordt of dat u wat gespannen bent. Wij kennen alle elementen in het dossier. Het heeft geen enkele zin om naar standpunten te vragen van de een en de ander.
De Europees commissaris heeft gisteren bevestigd daar werk van te maken om tot een uitspraak te komen. Het is een aanmelding van staatssteun en wij hopen daarop een positief antwoord te krijgen. Ik laat me hier leiden door het voorbeeld dat ik al een aantal keren heb gegeven, namelijk de London Undergroud, waar de Europese Commissie een go heeft gegeven. Wat voor het Verenigd Koninkrijk kan, kan ook voor Vlaanderen. Dat is onze stelling.
U vraagt of wij kennis hebben van alle elementen. Verder beweert mevrouw De Ridder dat wij tijd aan het rekken zijn. Dat is niet waar, wij willen zo snel mogelijk een antwoord van de Europese Commissie en van de bevoegde commissaris.
Dit is een dossier waar wij veel tijd in gestopt hebben. Het is geen eenvoudig dossier voor de Europese Commissie. Maar wat ons betreft, zullen wij tot de laatste snik blijven argumenteren om toch een positief antwoord te krijgen van de commissaris. Dat is geen kwestie van een aantal weken of maanden, het gaat erover dat we afspraken hebben gemaakt met de bevoegde commissaris.
Wij hebben alle informatie overgemaakt. Mijnheer van Rouveroij, u hebt alles gelezen, waarvoor mijn felicitaties. Ik hoop dat iedereen in dit parlement begrijpt dat we nu zeer snel een antwoord verwachten van de commissaris. Wij zullen onze conclusies daar dan wel uit trekken, wat dat antwoord ook mag zijn. We doen er alles aan om een positief antwoord te krijgen.
Minister-president, ik hoef u geen lesje te leren inzake Europees verdragsrecht. Procedures die worden ingeleid bij het directoraat-generaal Interne markt en diensten, leiden niet tot een beslissing van de Europese Commissie. Het gaat hier over aanbestedingsrecht. Wat dat betreft, werken alle rechtsstaten op zich. Wanneer derden een belang kunnen laten gelden, dan kunnen zij de procedures starten in hun eigen rechtsstaat. Ik neem aan dat dit hier zeker het geval zal zijn. Meer nog, het directoraat-generaal heeft het recht, wanneer u zou volharden, om uw beslissing aan te brengen bij de Europese Commissie, ook in het kader van een klachtenprocedure. Wanneer u dus zegt dat u wacht op een formele beslissing van de Europese Commissie op basis van de door ons gestarte procedure bij dit directoraat-generaal in verband met de aanduiding van Noriant, dan wacht u op Godot. De enige bedoeling die u daarmee hebt, minister-president, is om te camoufleren waartoe u niet in staat bent, namelijk te beslissen. (Applaus bij Open Vld)
U moet niet te snel applaudisseren, want dit is flagrant onjuist. Ik verwijs naar wat de woordvoerster van Michel Barnier gisteren heeft verstuurd. Daarin stond dat hij na het contact met de minister-president een beslissing zou nemen. Une décision en français. Mijnheer van Rouveroij, duidelijker kan dat niet zijn. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
Mijnheer van Rouveroij, wanneer u een aantal keren repliek hebt gegeven, sluit ik af.
Dus de uitvoerende macht heeft het laatste woord in dit parlement?
Op die manier kunt u tien keer een vraag stellen. U krijgt dan tien keer een antwoord, maar zo geraken wij hier niet vooruit. Ik heb als voorzitter het recht om dat te doen. U kunt straks nog perfect repliceren na het antwoord van minister-president Peeters of minister Crevits. U hebt genoeg kansen gekregen, viermaal tot nu toe.
Maar het blijft wel interessant.
De heer Peeters heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat u uw wensen voor werkelijkheid neemt. U verwijst naar Terzake. Wij hebben al onze initiatieven voor zondag ingediend bij dit parlement. De planning van dit actualiteitsdebat dateert van voordien.
Een technische opmerking die naar aanleiding van de aanzegging bij de Europese Commissie al in december 2011 is gemaakt, luidt dat de vergelijking met de London Underground niet geheel opgaat. Dat kan niet met ons huidig dossier worden vergeleken.
We mogen niet vergeten dat de Europese communicatie van de voorbije dagen zeer duidelijk is. De Europese Commissie heeft duidelijk verklaard dat de aanbesteding in gewijzigde vorm niet zo maar mogelijk is. We kunnen dat een beslissing of een mededeling noemen. De impact blijft in mijn ogen dezelfde. Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
De communicatie die de woordvoerder van Europees commissaris Barnier gisteren heeft verstuurd, is duidelijk. Daar staat in wat ik hier heb gezegd. Dit vormt voor het Vlaams Parlement belangrijke informatie.
Het betreft hier inderdaad belangrijke informatie? Zouden wij die informatie ook kunnen krijgen? (Instemming van minister-president Kris Peeters)
Mevrouw De Ridder, kunt u afronden? (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Ik weet het. Uw fractieleider is echter uitgebreid aan het woord geweest. Er zijn nog andere fracties. Ik stel voor dat u snel afsluit.
We hebben gisteren, na de uren, inzage gekregen in die confidentiële documenten. Ik begrijp dat dergelijke documenten confidentieel zijn om de commerciële aard van het contract te beschermen. Ze zijn dat echter niet om de Vlaamse Regering in te dekken.
Ik onthoud uit het vraaggesprek met de minister-president dat hij zich niet enkel achter de MER-procedure, achter de actiegroepen en achter bijkomende studies, maar ook achter de Europese Commissie blijft verschuilen. Het is zijn bedoeling een strategie aan te houden waarmee hij het nemen van een beslissing niet enkel over de gemeenteraadsverkiezingen van 2012, maar ook over de verkiezingen van 2014 kan tillen.
De oppositie spreekt zoals ze denkt te moeten spreken. Wat mij betreft, is dit er echter ver over. Indien ik de redenering van mevrouw De Ridder zou volgen, zou ik de MER-procedure niet moeten volgen, zou ik een aantal procedures overhoop moeten gooien of naast me moeten neerleggen en zou ik, ondanks alle procedures bij de Raad van State die dit tot gevolg zou hebben, gewoon moeten doorgaan. Wat zij zegt, slaat, met alle respect, nergens op.
We verschuilen ons niet achter de Europese Commissie. We hebben een beslissing genomen. Na het referendum in Antwerpen, waarvan iedereen de resultaten nog kent, zijn we van een viaduct naar een tunnel gegaan. De vorige Vlaamse Regering, waar de heer Van Mechelen ook deel van uitmaakte, heeft duidelijke afspraken met Noriant gemaakt. Wij doen er alles aan om samen met Noriant na te gaan in welke mate we dit alles in de gegeven omstandigheden nog kunnen laten gebeuren.
We hebben ook gekeken naar wat in het verleden elders in Europa is gebeurd. Ik ben het ermee eens dat niet elk dossier identiek is. Onze advocaten en juridische raadgevers zijn het er echter over eens dat we over argumenten beschikken.
Ik verschuil me niet achter de Europese Commissie. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Als in het Verenigd Koninkrijk iedereen achter een dossier staat, gaan ze er ook voor. In dit klein Belgenland moeten we het weer anders doen. (Rumoer)
Mijnheer Van Hauthem, u hoeft zich geen zorgen te maken. Ik wil geen zwartepieten doorspelen. De Vlaamse Regering neemt in verband met dit dossier haar verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat de Europese Commissie ons zo snel mogelijk duidelijkheid verschaft.
Ik wil volledig ontkennen dat we de Europese Commissie zouden gebruiken om een verrottingsstrategie te voeren en het dossier telkens weer over de verkiezingen te tillen. Dat is flagrant onjuist.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, we hebben hier een ding gemeen. We willen een oplossing voor de mobiliteitsknoop in Antwerpen uitwerken. Aangezien het elke dag erger wordt, is elke dag tijdverlies erg.
De minister-president wil gebruikmaken van de uitzonderingsprocedure die voor de London Underground is toegepast. De reden waarom die uitzonderingsprocedure kan worden gebruikt, is een notificatie bij het directoraat-generaal Concurrentie.
We vragen dan al driemaal of het directoraat-generaal Concurrentie de Vlaamse Regering heeft laten weten of die notificatie doorgang kan vinden. Als het directoraat-generaal Concurrentie heeft laten weten dat de notificatie moet worden ingetrokken, weten we uiteindelijk dat die uitzonderingsprocedure zonder grond is.
Dat is de essentie van het debat. Volgens de minister-president maakt de Europese overheid er een zootje van en krijgt hij geen antwoord.
Als wij juist zijn geïnformeerd, dan heeft de Europese Commissie u in mei laten weten dat u uw notificatie moet intrekken, wat wil zeggen dat u het voorbeeld van de London Underground niet kunt gebruiken.
Ik wijs nogmaals op de vertrouwelijkheid van de documenten, maar ik roep bij dezen alle collegas in het halfrond op om die documenten bij hoogdringendheid te gaan inkijken. Ik kan u verzekeren dat het de moeite waard is, zeker als u ze naast de verklaringen van de minister-president legt die hij zo-even heeft gedaan.
Collegas, ik keer terug naar mijn tekst. Voor eens en voor altijd, dit is geen
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Verwijt u de minister-president dat hij de waarheid niet spreekt? U zegt hier dat u documenten hebt ingekeken die vertrouwelijk zijn en dat er iets anders in staat dan wat de minister-president heeft gezegd. Ik vind dat dus erg. Ofwel houdt u zich aan de vertrouwelijkheid
Mijnheer Van Rompuy, het is niet aan mij om dit hier vandaag te beantwoorden. Wij hebben documenten ingekeken die vertrouwelijk zijn, onder straffe van van alles.
U trekt daar conclusies uit.
Wij stellen de vraag aan de minister-president. Hij moet antwoorden. Hebt u een antwoord gehad of niet?
U zegt dat hij niet de waarheid spreekt.
Vraag het hem! Hij is uw minister-president. Hij is van uw partij.
U hebt hem beschuldigd op basis van een nota die vertrouwelijk is.
U zult me geen uitspraken ontlokken.
Voorzitter, de vraag is gesteld en herhaald. Mijnheer Van Rompuy, de vraag was of de Vlaamse Regering of de minister-president kennis heeft van het standpunt van het directoraat-generaal Concurrentie in verband met de problematiek van de staatssteun, en heeft ze kennis zoals de heer Van Mechelen daarnet zei van het standpunt dat de notificatie moest worden ingetrokken? Mevrouw De Ridder zegt en ik herhaal dat u het dossier moet lezen, onder vertrouwelijkheid die ik bij dezen niet zal schenden, en iedereen die het dossier zal lezen, zal daarin het antwoord vinden. Dat antwoord hebben we niet gehoord van de minister-president, en dat vind ik erg. (Applaus bij Open Vld en Groen)
Voor alle duidelijkheid wou ik dus zeggen dat dit geen Antwerps probleem is, maar daar is inmiddels iedereen van overtuigd.
Minister-president, door geen beslissingen te nemen, heeft deze mobiliteitsknoop gevolgen voor de volledige Vlaamse economie. Ondernemers komen niet naar hier voor de eenvoudige procedures, voor de eenvoudige loonkosten, voor de lage accijnzen. Ze komen naar Vlaanderen voor de goede ligging, de goede infrastructuur, maar je geraakt er natuurlijk niet zolang er files zijn. De Vlaamse Regering moet stappen vooruit zetten en kan ook stappen vooruit zetten. Ze laat dit bewust na, en dit voor de goede vrede in een regering die er eigenlijk toch al eventjes geen meer is. Schiet in actie, minister-president. Waar wacht u op? Los het op! Waar wacht u op? Op de MER? Op Europa? Op de stad? Op de actiegroepen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, uw laatste suggestieve uitlatingen doen mijn laatste paar haren die ik heb, rechtstaan. U bent juriste. U weet, als weinig anderen in dit halfrond, hoe belangrijk procedures in dezen zijn. Ik zou van u dan ook verwachten dat u er respect voor hebt.
Uw betoog en de betogen van uw fractieleider zijn gebaseerd op het observeren van een aan gang zijnde procedure, waarbij ik twijfels heb of het zo collegiaal is dat één commissaris tijdens de lopende procedure eigenlijk de bevoegde commissaris onder druk zet door er voorafgaande uitspraken over te doen.
U doet alsof die MER iets is dat is uitgevonden om het project te vertragen. Is uw suggestie dan dat er geen MER komt? Is uw suggestie dan om de MER naast ons neer te leggen? U als juriste? Ik zou willen dat in dezen een beetje respect voor de procedures wordt gehanteerd en dat we ons niet verliezen in politieke spelletjes, want de populistische suggestie dat de MER en de discussie met de Europese Commissie elkaar opheffen, is niet waar. De MER is niet geschorst door de procedure die bij Europa loopt. Integendeel, de MER is absoluut belangrijk en mijn informatie is dat de MER op schema zit.
Mijnheer Van Malderen, dat is volledig naast de kwestie. Ondertussen heeft onder de leiding van deze regering die MER-procedure die wij ook respecteren, maak u daar geen zorgen om al meer dan twee jaar vertraging opgelopen. De kern van de zaak is dat de Vlaamse Regering al andere dingen kan doen, al tangenten kan aanleggen, al verbindingswegen kan uitvoeren, bezig kan zijn met elektronische managementsystemen en opnieuw noodbruggen op de Singel kan installeren. De Vlaamse Regering kan zoveel zaken doen, los van alle hangende procedures, los van Europa, los van MER en los van actiegroepen en doet het niet. Wie is daar het slachtoffer van? Niet de Vlaamse Regering. Het slachtoffer daarvan is de burger, de ondernemer, de inwoner en de werkende mens die dag in dag uit in die file staat rond Antwerpen en in geheel onze Vlaamse regio. (Applaus bij Open Vld)
Collega Van Malderen, dit is geen politiek spelletje. Noch de ene, noch de andere commissaris is bevoegd om daarover een uitspraak te doen. Als er al een beslissing zou vallen, is het een beslissing van de Europese Commissie die collegiaal wordt genomen. Maar het is niet zo, want er zal geen beslissing volgen.
Wees gerust, dat wordt hier nu staalhard ontkend, maar in de komende dagen en weken zal blijken dat er geen beslissing komt van de Europese Commissie op basis van dit aanbestedingsprobleem. Waarom niet? Omdat de regels zo niet zijn. Waarom wacht u dan? U wacht omdat u niet kunt beslissen. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Voorzitter, met alle respect, maar de tussenkomsten van Open Vld zijn toch hallucinant. Mevrouw De Ridder dat we het MER niet moeten volgen. Ze zegt dat we in tussentijd andere dingen kunnen doen. Zij suggereert dat ik hier antwoorden geef die tegenstrijdig zouden zijn met de vertrouwelijke informatie, wat ook niet juist is.
Ik vind de tussenkomst van collega van Rouveroij ook zeer eigenaardig. Mijnheer van Rouveroij, u spreekt zichzelf tegen, want u zegt enerzijds dat men mij gevraagd heeft om het dossier in te trekken, anderzijds zegt u dat ik op een beslissing wacht. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
Hoe zou de Europese Commissie zeggen dat we het dossier moeten intrekken als men geen beslissing zou moeten nemen? Dat klopt niet.
Collegas, nog eens, ik wil niet de indruk geven dat ik niet antwoord op vragen. Collega van Rouveroij, de commissaris die wel dit dossier nu op zijn bureau heeft, de heer Michel Barnier, heeft gisteren toegezegd dat er nog een vergadering komt, en dat er dan een beslissing wordt genomen. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
Die beslissing kan negatief zijn of positief, maar ik kan u zeggen dat ik tot de laatste snik in dit dossier vooruitgang probeer te boeken. Maar niet met de voorstellen die collega De Ridder hier naar voren schuift, want die zullen de zaak niet oplossen. Ik zal tot de laatste snik vechten om een uitspraak te krijgen van de Europese Commissie, van de ter zake bevoegde commissaris. Dat kan en mag van een minister-president ook verwacht worden.
Voorzitter, minister-president, ik dacht eerst dat het ging over onwil, maar nu ben ik er ondertussen ook van overtuigd dat het gaat om onkunde. U gooit het allemaal op één hoopje. De procedure die u eerst bent gestart met betrekking tot staatssteun leidt inderdaad tot een notificatie, leidt nu tot de vraag van intrekking van die notificatie via het directoraat-generaal, en uiteindelijk als u daarin volhardt , zal dit leiden tot een beslissing van de Europese Commissie. As simple as that.
De tweede procedure waarover we nu hebben, is de procedure die u hebt aangekaart bij het Directoraat-generaal Interne markt en diensten en dat leidt niet tot een beslissing van de Europese Commissie, dat leidt hoogstens tot een advies. Ik heb u gevraagd of u dit kent, en ik zeg u dat u het kent maar niet wilt toegeven, en daarenboven zal de individuele rechtsstaat hier handelen.
Als u volhardt in de aanbesteding aan Noriant, zullen belanghebbenden inderdaad een procedure kunnen starten, en wanneer het directoraat-generaal meent dat inderdaad het verdragsrecht wordt geschonden, dan zullen zij het aankaarten en initiëren bij de Europese Commissie. Zo is de procedure.
De heer Sabbe heeft het woord. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Minister-president, ministers, hoe sterk of hoe groot kan de ironie in de politiek zijn? Wat Karel De Gucht in De zevende dag zei, is terecht: het is een onontwarbaar kluwen geworden. Maar wat is de bittere ironie? De bittere ironie is dat het eigenlijk allemaal begon in de tandem Peeters-Van Mechelen.
Het verrast mij nu dat ik Open Vld hier met zoveel overtuiging aan het woord hoor, met een terecht punt, wetende dat de zaken al fout zijn beginnen te lopen toen men op 17 april 2009 de zaak aan Noriant heeft gegund. Dat was nota bene onder de coalitie CD&V-Open Vld-sp.a. De waarheid heeft haar rechten. Het begin van het probleem is ontstaan op een ogenblik dat de coalitie anders was dan ze vandaag is. Open Vld was een volwaardige partner en zelfs voor een stuk de motor, met minister van Mechelen, van de gunning aan Noriant.
Zeer verrassend ook en een zeer sterk punt is dat de N-VA, die dan de voorvechter is van de burger, het gezond verstand en van wat er werkelijk moet gebeuren, daarin meegaat en volhardt in de boosheid. Op 22 september 2010 maakt de N-VA de zaak nog complexer, in plaats van te zeggen dat ze er niet aan meedoen en dat ze beginnen met een blanco blad, om te werken aan een oplossing.
Nu komt het. U hebt ernaar verwezen, mevrouw De Ridder. Waarom hebben uw eigen ministers niet de Liefkenshoektunnel toen al tolvrij gemaakt? De man die aan het hoofd staat van de Liefkenshoektunnel is van Open Vld-signatuur. Waarom heeft Open Vld niet toen al het initiatief genomen om de Liefkenshoektunnel tolvrij te maken en op die manier de hele Antwerpse ring te ontlasten?
Het is het ene na het andere. Oplossingen zijn niet onderzocht, op voorhand afgeschoten of zo lang mogelijk verborgen gehouden: alles in functie van het o zo heilige BAM-tracé. Er is de studie van het Vlaams Verkeerscentrum, waarop we jaren hebben gewacht en die uiteindelijk naar boven is gekomen via een gunstige wind. Die studie zegt dat als je de Liefkenshoektunnel tolvrij maakt, je een ontlasting hebt van de Kennedytunnel. Dat is in de commissie uitvoerig aan bod gekomen. Er zijn goedkopere en snellere oplossingen. De Liefkenshoektunnel is er één. Als men dit ontsluit, weet men dat men pakweg onder de 100 miljoen euro blijft om die ontsluiting te realiseren en te maken dat dat werkt. Waarom doet men dat niet?
De gefaseerde oplossingen van Meccano geven een scenario waarbij men eerst dit kan doen en dan kijken of de dure oplossing nog nodig is. Maar neen, de Vlaamse Regering dwingt de Vlaming verder in de file te staan. Moedwillig, want ze wil de Liefkenshoektunnel niet tolvrij maken? Waarom? Het is moeilijk om dat kort uit te leggen, toch doe ik een poging.
Het financiële fiasco van BAM kan men niet opnemen in de begroting van Vlaanderen. Men wil dat verstoppen in de boekhouding van de NV Tunnel Liefkenshoek, die niet publiek moet worden gemaakt en die niet moet worden opgeteld bij de overheidsbegroting. Dat is de reden, dat is de enige reden dat men de Liefkenshoektunnel niet tolvrij wil maken! Men wil niet dat dat fiasco naar boven komt, men wil het van de begroting schuiven. Daarom moeten Vlamingen, Europeanen en de Antwerpse haven lijden onder dat fenomeen. Het is dus met één pennentrek op te lossen, maar men wil gewoon niet.
Nog veel jammerder is dat men ondertussen 142 miljoen euro heeft verspild aan studiekosten voor een onhaalbaar project. Men zegt altijd: wat Vlaanderen doet, doet het beter. Ik denk dat Vlaanderen dit kan toevoegen aan de travaux inutiles, aan het prachtige boek over de lift van Strépy-Thieu.
Optioneel zou ik nog zeggen dat er een schadeclaim boven ons hoofd hangt, als het niet wordt gegund aan Noriant. De aannemers zijn allemaal zeer optimistisch, vinden dat ze volledig in hun recht zijn en zien geen probleem, dat is ook zo. Zij baseren zich op de rechtsleer die zegt dat er 400 tot 500 miljoen euro schadevergoeding hun richting uitkomt. Als je iets niet gunt aan degene aan wie je de gunning gegeven hebt, is dat de mogelijkheid.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, heb ik nu goed gehoord dat u hebt gezegd dat we eigenlijk niets moeten doen, het enige wat we moeten doen, is de Liefkenshoektunnel tolvrij maken?
Ja.
U was dan wellicht aan het slapen toen het Vlaams Verkeerscentrum op 30 mei 2013 in het Vlaams Parlement zijn nieuwste resultaten heeft voorgesteld. Dat hebben ze trouwens altijd gedaan. Er zijn interpellaties geweest in de commissie. Ik heb op een zeer heldere wijze uiteengezet dat het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel sowieso geen oplossing is voor de Antwerpse mobiliteit. Ik raad u echt aan om de studies van het Verkeerscentrum eens te bekijken.
De heer de Kort heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, ik heb er geen problemen mee dat u, naast uw activiteiten als parlementair, ook nog ondernemer bent. Maar u zou toch de moeite moeten doen om effectief te komen luisteren naar de voortgangsrapportage.
Dan zou u hier niet met een dergelijke lichtzinnigheid die uitspraken doen.
Ik ben hier elke keer geweest, mijnheer de Kort, dit is onder de gordel! De heer Penris kan hiervan getuigen.
Mijnheer Sabbe, het Vlaams Verkeerscentrum heeft een uiteenzetting gegeven waaruit blijkt dat zelfs als de tol zou worden vrijgesteld in de Liefkenshoektunnel, de problematiek op de kleine ring nog niet wordt opgelost.
Er is ook altijd heel duidelijk gesteld dat er ook een tweede vraag gesteld is aan Europa. We mogen niet lichtzinnig omspringen met dit dossier. De tweede vraag gaat erover of we de opdracht van BAM kunnen toevertrouwen aan de Liefkenshoektunnel. Willen we dit Oosterweelverbindingsproject realiseren, dan is de nv Liefkenshoektunnel waarschijnlijk een belangrijk instrument. U hebt er waarschijnlijk alle belang bij om dat ook naar de prullenmand te verwijzen.
Daar de heer Sabbe naar mij verwees, wil ik toch het volgende meegeven als geheugensteuntje. De vorige Vlaamse Regering was klaar met een MER en met een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor de Oosterweelverbinding. Dit GRUP is aangevochten bij de Raad van State in schorsing en geweigerd. Het is aangevochten bij de Raad van State in procedure van vernietiging en geweigerd. Het GRUP Oosterweel had de kracht van gewapend beton.
Op basis van dat GRUP is op 28 maart 2009 de bouwaanvraag voor de Oosterweelverbinding ingediend bij de Vlaamse Regering. Tenzij dat ik verkeerd ben ingelicht, is die bouwvergunning nog altijd hangende bij de Vlaamse Regering, met andere woorden ze is niet goedgekeurd, maar ze is ook niet geweigerd. Op 17 april 2009 is uiteindelijk de design sign-off ondertekend door de raad van bestuur van BAM met Noriant en dus niet door de Vlaamse Regering, voor alle duidelijkheid en was eigenlijk alles klaar om met dit project door te gaan en om er volgend jaar in september over te rijden.
Er zijn verkiezingen gekomen in juni 2009 en op 13 juli 2009 is er een nieuwe Vlaamse Regering gekomen. Gelieve mij dus niet te verwijten dat wij in de vorige Vlaamse Regering onze verantwoordelijkheid niet genomen hebben.
Minister, mijnheer de Kort, wat de Liefkenshoektunnel betreft, klopt het dat we in een laatste voortgangsrapportage een presentatie gekregen hebben van het Vlaams Verkeerscentrum, maar ik moet u er toch op wijzen dat in de marge van de bespreking van een voorstel van resolutie over het tijdelijk tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel, u een studie ter hand hebt gesteld waaruit blijkt dat ten minste tijdelijk en in de spits, het openstellen van de Liefkenshoektunnel effect heeft op het vlak van lichte vracht en vrachtwagens op het zuidelijke deel van de ring. Dat is onmiskenbaar zo, minister, u hoeft dat niet te ontkennen.
Ik vind dat CD&V de heer Sabbe onrecht aandoet. Eerst was er de minister die kort door de bocht gaat door te zeggen dat het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel niet de enige oplossing is. Dat weten wij ook wel, minister, maar het is wel een belangrijk onderdeel van de oplossing die als alternatief wordt aangereikt, samen met de tangenten, samen met maatregelen die u kunt nemen om het niet-bestemmingsverkeer van Antwerpen weg te houden, samen met het opstellen van dynamische verkeersborden enzovoort. Maar de heer Sabbe er nu van beschuldigen dat dit de enige oplossing is die hij aanreikt, dat is niet correct.
En, mijnheer de Kort, de heer Sabbe is wel aanwezig in de opvolgingscommissies en hij neemt er regelmatig het woord. Als verslaggever zou u dat heel goed moeten weten. (Applaus bij het Vlaams Belang en bij LDD)
Mijnheer Peeters, meestal bent u intellectueel eerlijk, maar hier vind ik dat u er compleet over gaat. Over de studie hebt u een vraag om uitleg gesteld. Ik heb u daarop geantwoord. En ik heb het onderzoek waar u naar verwijst, ter beschikking gesteld, terwijl anderen beweerden dat het een geheim document was dat uit de kast gevallen is. Het komt van mij. Ik heb u ook de juiste interpretatie van dat onderzoek bezorgd. We hebben erover van gedachten gewisseld.
Degenen die vandaag zeggen dat het afschaffen van de tol in de Liefkenshoektunnel de Antwerpse problemen oplost, zien door de bomen het bos niet. De heer Sabbe heeft net bevestigd dat het voor hem de enige oplossing is. Lees alstublieft het laatste onderzoek van het Verkeerscentrum: een extra Scheldekruising is absoluut nodig!
Ten tweede want ik ben nog niet klaar, voorzitter, ik heb lang gewacht maar ik zal nu toch ook een en ander zeggen , de heer Penris zegt dat er van alles nodig is en daar ben ik het mee eens. Het is ook de reden waarom we op 30 mei een voortgangsrapportage gehad hebben. We hebben er alle projecten die in het masterplan zitten en dat zijn er veel in detail besproken. We hebben het zelfs over de tramlijnen gehad waarvan u zei dat ik de resultaten van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) niet moest geven omdat daar geen tijd voor was. We zijn elke dag aan het werken aan een oplossing voor de Antwerpse mobiliteit.
Maar het is juist, er moet voor het Oosterweeldossier een plan-MER worden gemaakt. U, mijnheer Sabbe, vindt, samen met vele anderen hier dat we dat op een zorgvuldige en zorgzame wijze moeten doen. Dat betekent dat wij, als er honderd of tweehonderd mensen alternatieven inspreken, die correct moeten onderzoeken. Dat is wat we nu doen. Daarmee zorgen we ervoor dat onze beslissing, die we twee jaar geleden genomen hebben en waarin we geloven, de toets van de vergelijking kan doorstaan. Laat nu alstublieft de mensen van de MER-cel en van het Departement Leefmilieu hun werk doen op een correcte wijze. Ze hebben nog een paar maanden nodig. Het Verkeerscentrum ook. Laat hen dat doen. Wij zullen ervoor zorgen dat we te gepasten tijde een goede en correcte beslissing nemen, die dit dossier vooruithelpt. We zullen daar geen verkiezingen laten overgaan. Maar kom hier vandaag niet zeggen dat alles stilstaat en dat wij, omdat het dossier bij Europa ligt, niets doen. Dat is absoluut klinkklare onzin. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, wij komen allebei uit West-Vlaanderen. Normaal gezien hebben wij de reputatie dat we goed kunnen tellen. U zegt dat het geen oplossing is, ik zeg van wel. Vandaag zijn er 140.000 voertuigbewegingen op de Antwerpse ring. Er zijn er nog geen 25.000 per dag in de Liefkenshoektunnel. De theoretische capaciteit van de Liefkenshoektunnel is 90.000. Trek daar een marge van af, en je komt op 75.000. Het verschil tussen 25.000 en 75.000 is 50.000. Dat betekent dat je de bewegingen op de Antwerpse ring kunt terugbrengen van 140.000 naar 90.000. Daardoor zou je het plan dat ik heb voorgesteld op korte termijn kunnen realiseren. In dat plan heb ik gesteld dat er uiteraard twee mogelijkheden waren. Zoals in het Meccanotraject wordt voorgesteld, is er de mogelijkheid van een westelijke tangent. Maar er is ook een alternatief: laten we snel extra rijvakken aanleggen tussen Sint-Niklaas en Burcht, om op die manier de Liefkenshoektunnel beter te bereiken. Ik heb gevraagd om de N49 zo snel mogelijk verkeerslichtenvrij te maken, om vanuit die kant aan de Liefkenshoektunnel te geraken. En ja, in de praktijk heb ik gelijk. Ik rijd één keer per maand op maandag naar Rotterdam via de Liefkenshoektunnel. Tussen kwart over acht en twintig voor negen zie ik nooit meer dan vier voertuigen voor of achter mij. Dat is de realiteit van de Liefkenshoektunnel. Als je hem ontsluit wat op korte termijn mogelijk is zonder grote ingrepen , dan heb je al een veel leefbaardere Antwerpse ring en mobiliteit rond Antwerpen. Wie dat ontkent, getuigt van kwade wil. Dat is wat ik beweer na al die jaren. (Op de publiekstribune blaft een hond.)
De hond geeft mij gelijk: men volhardt in dat BAM-tracé, men blijft volharden in de boosheid. (Gelach. Applaus bij LDD)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collegas, ik wil dit moment opeisen als Antwerpenaar, want ik heb hier nog maar weinig Antwerpenaren gehoord. De spits is afgebeten door een rasechte Antwerpenaar.
Ik hoor minister Crevits zeggen dat ze er elke dag aan werkt. Minister, blijkbaar werkt u er niet genoeg en niet snel genoeg aan. Ik zal u zeggen waarom.
Op mijn 29ste, toen Facebook en Twitter nog niet bestonden, in de vorige eeuw, was er in het magische jaar 1995 de grote Verkeersstudie. Iedereen kan rekenen, we zijn al veel verder. Alleen maar met het Oosterweeldossier al vijftien jaar. We staan in Antwerpen nog elke dag in de file. Niet alleen s morgens en s avonds maar ook tijdens de daguren en op de middag. We kreunen onder een verkeersinfarct. Geen dag zonder file: dat heet nu eens de kracht van stilstand. Dat maken wij mee als Antwerpenaren.
Er zijn hier genoeg mogelijkheden aangeboden, tussentijdse oplossingen, los van de procedures die nu lopen. Het zijn snelle oplossingen. Ik heb begrip voor moeilijke besluitvorming en onvoorziene omstandigheden. Je zou de zwartepiet kunnen rondsturen, maar ik heb het even opgelijst in al die jaren hebben bijna alle politieke partijen ministers geleverd die verantwoordelijk waren voor die Antwerpse mobiliteitsdossiers. Dan vind ik het gehakketak dat je hier ziet, nogal irritant.
U kent de cijfers ook. In 2012 stonden we volgens de file-index in Antwerpen langer in de file dan in Rotterdam en Londen. We kampen met grotere fileproblemen dan steden als Londen, Los Angeles en Milaan. Op de binnenring tussen Antwerpen-Oost en Borgerhout sta je 3,7 uur per dag stil. U zult dat misschien kennen, maar sommige mensen wonen in een gehucht en komen af en toe naar de grote stad als er geen files zijn. Het stuk Antwerpse ring tussen Berchem en Borgerhout is met 140.000 voertuigen het drukste stuk. Er is 142 miljoen euro uitgegeven aan studie- en beheerskosten.
Dat staat volgens mijn cijfers gelijk aan anderhalve keer de jaarlijkse economische filekosten op de Antwerpse ring, 94,6 miljoen euro. Als die ring vast zit, dames en heren ministers van de Vlaamse Regering, dan raken de randwijken verzadigd, dan kunnen we nog niet uit onze deur. U moet als Antwerpenaar maar eens proberen om op tijd naar de naschoolse opvang te gaan in de spits. Dat moet u eens proberen! Ik heb heel veel begrip voor de discussies die hier worden gevoerd, maar dit vind ik er toch wel over.
Alle partijen dragen verantwoordelijkheid. Ik herinner me nog dat Mieke Vogels te dansen stond bij de maquette van de brug. Het geheugen is kort in de politiek en daarom geraakt iedereen ermee weg. De bocht van de sp.a en de burgemeester in Antwerpen hebben we allemaal meegemaakt. En dan hier nu horen dat men zijn uiterste best doet, dat is niet correct. Als je de streefdatum ziet, namelijk 2022, is een serieuze oplossing van het fileprobleem niet realistisch.
Voorzitter, ik rond af. De politieke bestuurspartijen hadden al langer hun politieke verantwoordelijkheid moeten nemen, al was het maar via een nooddecreet. Er zijn creatieve manieren genoeg, maar ook die moed ontbreekt bij de huidige politieke generatie. Wij in Antwerpen blijven stilstaan in files en in verstikkende lucht. (Applaus bij LDD)
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collegas, ik ben niet van t stad, maar ik ben wel een Antwerpse provinciaal.
Twaalf jaar danst deze regering rond de hete brij en verzint procedures en studies, betaalt juridische adviezen, stapelt kosten op. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Het resultaat is dat de files alleen maar langer worden en de Antwerpenaar dag in dag uit meer fijn stof te slikken krijgt. De kosten voor gezondheidszorgen zijn recent nog in het nieuws geweest. Ze kosten onze staat volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) jaarlijks tussen 3 en 5 miljard euro. Dat is meer dan het transport ons economisch opbrengt.
Antwerpse chauffeurs verspillen op de ring 75 uren in de file. Dat is meer dan in Londen, Parijs en Rotterdam. Dat is daarstraks door collegas al aangehaald. Tussen 2007 en 2012 nam volgens het Vlaams Verkeerscentrum de filezwaarte in de Antwerpse regio toe met 68 procent. De Vlaamse Regering weigert de Liefkenshoektunnel tolvrij te maken, al is het zelfs maar voorlopig en tijdelijk zoals ons voorstel was. Nochtans heeft het Vlaams Verkeerscentrum berekend dat een tolvrije Liefkenshoektunnel wel degelijk positieve effecten kan hebben op het gedeelte ten zuiden van de ring.
Op 30 mei jongstleden hadden we de negentiende voortgangsrapportage. Collegas, de negentiende voortgangsrapportage van wat wij de stilstand noemen! Daar werd ons meegedeeld dat de gestandhoudingstermijn met Noriant nogmaals was verlengd tot 2 juli. Dat is volgens mij weer een kluitje om ons mee in het riet te sturen. De houding van Europa was ondertussen allang bekend. De gesprekken liepen. De aanvraag dateert van december 2011. Eigenlijk was de aanvraag overbodig, want wie nuchter nadenkt, weet dat Europa niet kan instemmen met de vraag om een nog niet vergund bouwwerk slechts gedeeltelijk en totaal anders te laten uitvoeren. De aanvraag bij Europa heeft ons ook torenhoge facturen voor juridisch advies opgeleverd.
Als een burger een bouwvergunning vraagt voor een appartement van zes verdiepingen moet hij ook niet komen vragen om alleen de ondergrondse parking met zwembad op te leveren. Het lijkt me niet meer dan logisch dat andere aannemers willen meedingen voor een contract als de opdracht zo fundamenteel is veranderd. Er is wat mij betreft wel degelijk een verschil tussen het bouwen van een brug en het graven van een tunnel.
Een tweede, nieuw element waarvan we in de commissie van 30 mei heel kort kennis konden nemen, is het feit dat de Rotsstudie een nieuw voorstel van inrichting in de omgeving Schijnpoort zou hebben uitgewerkt, maar dat mochten we niet zien: eerst moest de stad Antwerpen zijn fiat geven. De Antwerpse gemeenteraad, daarover ondervraagd, speelt de bal terug naar het Vlaamse niveau en zegt dat het om een Vlaamse studie gaat, want BAM is immers de opdrachtgever. Het Antwerpse college zou de nieuwe inrichting nog niet in detail hebben kunnen bestuderen.
Wat is het nu? Eerst stuurt de regering ons met een kluitje in het riet wat Europa betreft, en nu stuurt diezelfde regering ons van het kastje naar de muur. Dit dossier behoeft meer openheid, dit dossier heeft nood aan volledige transparantie. We nemen het niet dat het parlement wandelen wordt gestuurd wanneer we hiervan inzage vragen.
Minister, wanneer krijgen we inzage van het nieuwe dossier omgeving Schijnpoort en waarom wordt dat het parlement in dit stadium onthouden?
Mijnheer Peeters, u hebt die vraag bij de laatste voortgangsrapportage aan minister Crevits gesteld en u hebt er ook een antwoord op gekregen. Ze heeft gezegd: Zoals met alle andere zaken en documenten, is er geen enkele probleem om die ter inzage te leggen. Ik wil wel eerst het overleg ter zake afronden met de stad Antwerpen. Dan krijgt u het onmiddellijk ter inzage.
Alle leden die al veel langer deel uitmaken van die voortgangsrapportage, kunnen één zaak zeggen, namelijk dat het in de beginperiode heel moeilijk was om vanuit het Vlaams Parlement inzage te krijgen in documenten. We moesten dan een gemeenschappelijk schrijven richten om de documenten in het Rekenhof te kunnen gaan bekijken. De koffie en de koekjes waren lekker, maar het was een probleem om onze parlementaire werkzaamheden op die manier te verrichten.
Nu kunnen we over het volledige project alle informatie krijgen, en dat zullen we in de toekomst verder te gepasten tijde krijgen. Trouwens, mijnheer Peeters, u was niet de enige die deze vraag heeft gesteld, ook de heer Martens had gevraagd om inzage in dit project.
Mijnheer de Kort, we weten allemaal dat het mobiliteitsproject Oosterweel in de Antwerpse regio knelt in de omgeving van het Sportpaleis. Van in het begin van het dossier is dat zo. Als er dan een tussentijdse studie is met nieuwe inzichten, dan moeten we die in de commissie kunnen zien en bespreken. Als daar wordt gezegd: eerst met de stad, en de stad zegt: eerst met Vlaanderen, en dat gebeurt net voor het zomerreces, dan weten we dat we in dit parlement twee keer per jaar, één keer in april-mei en nog eens in oktober-november, over dat dossier kunnen spreken. En dan is er weer veel tijd en actualiteit verloren gegaan. We moeten op het moment van de voortgangsrapportages over alle elementen die beschikbaar zijn, kunnen beschikken en kunnen spreken in de commissie. Dat was nu niet het geval. (Applaus bij Groen)
Mijnheer Peeters, ook in het verleden was er veel aandacht voor de omgeving van het Sportpaleis. Dat is terecht. Het gaat over het al dan niet afbreken van het viaduct. Het gaat ook over de leefbaarheid van Merksem. Daarom volgt de heer Penris de zaak op de voet. Daarom werden er in de laatste commissievergadering verschillende vragen gesteld. In het verleden hebben we ook vergaderd over dit probleem, ook tijdens de vakantie. Ik heb er geen probleem mee, als de werken goed opschieten, dat we daarover kunnen vergaderen tijdens de vakantiemaanden.
Mijnheer Peeters, in de voortgangsrapportage van 30 mei hebben we iets vrij ongebruikelijks gedaan. Er is nadien ook commentaar gekomen. Halfweg hadden we een milieueffectenrapport. Toen de naakte verkeerscijfers bekend werden, hebben we ze publiek gemaakt. Ondertussen loopt het milieueffectenrapport verder. Nu worden daar allerhande uitvoeringsvarianten op toegepast. Bij alle varanten van tracés wordt nagegaan hoe we het ontwerp kunnen optimaliseren. Vanaf het moment dat het milieueffectenrapport de tweede fase heeft afgewerkt dat zal over enkele maanden zijn zal dat ook publiek worden gemaakt. Ik heb er totaal geen probleem mee dat die plannen worden bekeken.
Na de commissievergadering kwam de vraag of je halfweg wel een milieueffectenrapport kon maken en die cijfers bekendmaken. We hebben gekozen om dat wel te doen om aan het parlement maximale transparantie te geven. Het is de logica zelf dat, van zodra die volgende fase is afgerond en als de technische uitvoeringsplannen zijn uitgewerkt, die mee worden bekendgemaakt. Alles is met de bedoeling om het uit te voeren op het terrein. Je hebt er dus geen enkel belang bij om uitvoeringsvarianten verborgen te houden, maar ze moeten wel goed uitgewerkt zijn.
Nu moet het verkeersmodel verder worden afgewerkt op alle varianten, en ook alle optimalisaties die aan jullie en veel andere mensen zullen worden voorgelegd.
Minister, de communicatie na de commissie was in die zin misschien wat voortijdig omdat daaruit bleek dat alleen maar de Oosterweelverbinding zou presteren en de andere varianten niet genoeg aan bod kwamen. Ik denk dat we niet de beste beurt gemaakt hebben die we konden maken.
Collegas, ministers, minister-president, jullie doen jullie best om ons te doen geloven dat iedereen zo hard mogelijk verder werkt om het dossier zo snel mogelijk te laten landen. Maar laat ons even terugkijken in de geschiedenis. Dit verhaal duurt al meer dan twaalf jaar. Waarom? Omdat er binnen de regering grote verdeeldheid was, omdat men op een bepaald moment heeft beslist niet te beslissen en er een soort dubbelbesluit was dat de zaken weer verder op de lange baan heeft geschoven. Men probeert zeer duidelijk het dossier over de verkiezingen te tillen. Ondertussen zijn er alweer communicaties gebeurd door de echte minister van de N-VA in deze regering, de heer De Wever. (Rumoer)
Hij zegt dat hij niet getrouwd is met het BAM-tracé en dat voor hem alles nog op tafel kan liggen.
Ook hier is het verhaal gelijkaardig aan dat van het onderwijsdossier. Ik vraag mij echt af welk dossier er het snelst zal landen en waar we het snelst veranderingen zullen zien. Ik vrees echter dat het in geen van beiden zal zijn, want ook dit dossier is wel degelijk opnieuw inzet van de verkiezingen. Het staat opnieuw geagendeerd op de verkiezingsagenda. Het lijkt alsof de Vlaamse Regering vooral bezig is met de verkiezingen en niet met de echte dossiers.
Dus ja, ik vind de vraag van de heer Peeters en van een aantal andere volksvertegenwoordigers zeer pertinent en zeer belangrijk. Hoe lang gaan wij de mensen in Antwerpen nog in de file laten staan? Als er nog veel tijd wordt verspild en we dan nog moeten wachten op de uitvoering van dit dossier BAM-tracé, zullen de eerste autos pas in 2022 in die tunnel rijden. Dat is nog eens tien jaar file, zonder dat er hier iets gebeurt.
Minister-president, minister Crevits, ik zou u willen zeggen: zorg er eerst en vooral voor dat die Liefkenshoektunnel tolvrij is. Is dat een volledige oplossing, een alleenzaligmakende oplossing? Neen. Maar is het een deel van de oplossing? Ja, absoluut.
U zult dit dossier toch niet over de verkiezingen tillen en nog tien jaar wachten vooraleer de Antwerpenaren eindelijk een oplossing in zicht hebben?
Minister-president, u probeert inderdaad de vis te verdrinken en houdt zich vast aan allerlei strohalmen die er niet meer zijn. Ik vind dit weer een hallucinant debat.
Als we zeggen dat de Vlaamse Regering van dit dossier een knoeiboel heeft gemaakt, vind ik dat een understatement. Hier zijn geen woorden meer voor. Telkens duwt deze Vlaamse Regering halsstarrig door, tegen beter weten gaat ze voor haar zogenaamd beslist beleid, wars van elk voortschrijdend inzicht.
Zelfs met de plan-MER in opmaak daar hadden we het daarnet al over wordt er koortsachtig doorgewerkt aan het BAM-tracé. Er worden onteigeningen voorbereid, nutsleidingen verplaatst, verdere studies uitgevoerd, maar ook alternatieven getorpedeerd.
En ik hoor het u al denken: maar wat zou Groen dan doen? Wat wij zeker niet zouden doen, collegas, is ons eigen dossier hypothekeren en mismeesteren zoals deze Vlaamse Regering nu doet. We zouden geen gevangenis bouwen op het te onderzoeken alternatief tracé. We zouden aan Europa geen toestemming vragen om een bouwovertreding te mogen begaan. We zouden Europa ook niet vragen om de wet op de overheidsopdrachten te mogen negeren. We zouden geen torenhoge facturen betalen aan juridisch advies, dat ons, indien ik goed ben ingelicht, sinds 2009 al meer dan 2,5 miljoen euro heeft gekost. We zouden ook niet halsstarrig en tegen beter weten in vasthouden aan een BAM-tracé geen brug dat in een democratisch referendum verworpen werd. We zouden de Vlaamse begroting ook niet voor vijftig jaar hypothekeren met zware beschikbaarheidsvergoedingen. We zouden de stad Antwerpen en haar bevolking niet laten stikken in het fijn stof. Kortom: we zouden er geen knoeiboel van maken.
Collegas, volgens de timing die we kregen in de laatste commissiebespreking, zal de hele Oosterweelverbinding zonder vertraging pas klaar zijn in 2022. In werkelijkheid zal het wellicht nog later zijn. Dat is nog tien jaar wachten en nog eens twee, drie regeringen verder. Deze eis van Europa is een nieuwe opportuniteit om met een schone lei opnieuw te beginnen, in volle transparantie en met het belang van de omwonenden voorop.
Ik kreeg deze middag nog een bericht van de mensen van Ademloos en zij stellen het zo: We werken aan de vierde tunnel onder de Schelde en waarschijnlijk de laatste van deze eeuw. Zou die in vredesnaam aangelegd kunnen worden op een plaats waar dat een maximale verbetering inhoudt voor onze economie, ecologie en de leefkwaliteit van de huidige en toekomstige generaties? Het gaat niet meer over een politieke logica maar om een vele generaties overstijgende welzijnslogica.
Dat is de inzet van dit debat. Grijp de nieuwe kans. Verlaat het dode spoor. Neem een nieuwe doorstart. Dump het vermaledijde BAM-tracé en kies resoluut voor een goede oplossing, die de burgers en de mobiliteit ten goede komt. Leden van de regering, er zijn in dit dossier al een paar momenten geweest dat er een kentering en een oplossing mogelijk was. Denk maar aan het opstarten van de DAM-werkgroepen (ministerieel comité Duurzame Antwerpse Mobiliteit) na het referendum. U hebt die kansen niet benut. Neem nu ten minste voorlopige maatregelen, want de eerste tien jaar zullen er geen resultaten zijn. Investeer in het Antwerpse openbaar vervoer in plaats van te bezuinigen en de mensen opnieuw in de auto te jagen. Start uw proefproject met rekeningrijden op de ring. Bouw de fietsverbindingen versneld uit. Heractiveer de Scheldeveren. Maak werk van het overkappen van de ring. Weer het Oost-Europese zware vrachtverkeer. En, doe vandaag nog iets. Maak ten minste tijdelijk en voorlopig in de spits de Liefkenshoektunnel tolvrij zoals we altijd gevraagd hebben. Geef de stad Antwerpen een kans op een gezonde stedelijke ontwikkeling. Verbeter de luchtkwaliteit voor de inwoners. Nu weer niets doen is schuldig verzuim! (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik weet wat ik zeg, minister-president.
Yves Leterme heeft zijn fouten al bekend en zijn mea culpa al geslagen. Wanneer zullen jullie dat doen? (Applaus bij Groen)
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, leden van de regering, vlotter verkeer, veiligere wegen en een grotere leefkwaliteit: dat is het doel van het Masterplan 2020 in de Antwerpse regio. De stad, de rand, de haven en het verkeer: alles moet erop vooruitgaan. De fileproblematiek in de Antwerpse regio is immers enorm. Elke stilstand is achteruitgang. Daarvan getuigen dagelijks de tienduizenden die in de file staan. Zij zijn vaak de zwijgende meerderheid die wil dat we werk maken van dit dossier: geen debatten, maar daden.
Het masterplan omvat niet alleen de Oosterweelverbinding. Ongeveer 4 miljard euro van de 7,2 miljard aan investeringskosten wordt aan andere projecten besteed. Het gaat om maatregelen die de verkeersdrukte, de ongevallen en het sluipverkeer in en om Antwerpen aanpakken.
Tegen 2020 willen we dat de helft van alle verplaatsingen in de Antwerpse agglomeratie met het openbaar vervoer, te voet of op de fiets gebeurt. Daarvoor wordt het openbaar vervoer sterker uitgebouwd. Verder komen er nieuwe, veilige fietsnetwerken en worden de waterwegen niet vergeten, denk maar aan het Albertkanaal.
Andere grote infrastructuurwerken in de Antwerpse regio zorgen voor de welvaart en de toekomst van Vlaanderen. Vorige vrijdag hebben we met de commissie een bezoek gebracht aan de Deurganckdoksluis. In het verleden bezochten we de Liefkenshoektunnel. Recent werd gestart met de bouw van een tunnel op de Krijgsbaan aan de luchthaven van Deurne. Tevens zijn er de verhogingen van de bruggen over het Albertkanaal die het vervoer van goederen via de binnenvaart verbeteren. Er wordt gewerkt, er wordt geïnvesteerd.
Bij de recente voortgangsrapportage in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken heeft de Vlaamse Regering heel uitvoerig de stand van zaken toegelicht, met diverse wijzigingen aan het project, en ook een zicht op het totale kostenplaatje. Het verslag van deze commissievergadering is openbaar: het staat op de website van het Vlaams Parlement, en het loont de moeite om het na te lezen.
Mijnheer de Kort, ik hoor het u graag zeggen, de dingen die Vlaanderen allemaal doet. U verwijst naar de werken aan het Deurganckdok, naar de Liefkenshoektunnel enzovoort. U vergeet echter één ding: als we werken om investeerders en ondernemers aan te trekken naar onze regio, moeten ze nadien ook wel hun goederen weg krijgen. Net aan die kwaal lijdt deze regering: ze doet allerlei dingen, maar slaagt er niet in om investeerders hier te houden en naar hier te halen door te werken aan onze troeven, aan een betere infrastructuur en een betere mobiliteit. Waarom doet u niet wat u al zo lang op voorhand kunt doen? Dan heb ik het over werk maken van die verbindingswegen in het Waasland en op de rechteroever. Ik heb het over werk maken van een goed, geavanceerd elektronisch managementsysteem. Waarom doet u nu niet wat haalbaar en betaalbaar is, zoals het installeren van noodbruggen op de Singel? Wat dat betreft, blijf ik op mijn honger, en samen met ons de hele oppositie. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer de Kort, in uw lijstje van goede daden van de Vlaamse Regering hoor ik u ook de ondertunneling van de Krijgsbaan vermelden. Hoe kan die ondertunneling van dat stukje van de Krijgsbaan, voor de verlenging van de startbaan, een bijdrage leveren aan het ontwarren van de verkeersknoop rond Antwerpen? Dat zou ik heel graag eens willen weten van u.
Mevrouw De Ridder, u hebt ook zeer goede contacten met het Antwerpse bedrijfsleven en de haven. U zou moeten weten dat op dit moment tal van Antwerpse havenbedrijven volop aan het investeren zijn, onder meer in de binnenvaart, als gevolg van de aanpassingen die er momenteel gebeuren, met de verbreding van het Albertkanaal en het verhogen van de bruggen. Daardoor vestigt een bedrijf als DP World zich in Grobbendonk, op de Beverdonksite, om er de goederenoverslag te doen. Daar zal men goederen laden en lossen en naar de haven van Antwerpen brengen. Momenteel wordt dat verkeer gespreid: het verlaat niet alleen via het spoor de haven, maar ook via de binnenvaart.
U had het over het dynamisch verkeersmanagement. Er zijn al heel wat van die borden geïnstalleerd. Het programma voorziet in een installatie van nog meer borden in de regio, op de E19, ook richting Nederland. Er is de spitsstrook. Tijdens een van de voorbije vergaderingen van de commissie Openbare Werken verklaarde u nog daar trots op te zijn. U stelde dat u eigenlijk de moeder was van dat idee. Wel, dat is gerealiseerd en heeft een duidelijk effect op de files. Dat is zeer duidelijk te merken als men van de kleine ring de E313 oprijdt. Het aantal uren dat men daar in de file staat, is opmerkelijk gedaald. Het dossier van de spitsstrook van Antwerpen-Noord richting Sint-Job-in-t-Goor wordt nu ook verder uitgewerkt door de afdeling Wegen en Verkeer. We kijken daarnaar uit.
Mevrouw Vogels, wat het dossier van de luchthaven van Deurne betreft, ik heb alleen maar willen onderstrepen dat er heel wat investeringen gebeuren. Sommige leden, ook van uw partij, doen immers alsof er op dit moment in de Antwerpse regio niets wordt geïnvesteerd op het vlak van infrastructuurwerken. Niets is minder waar.
Het gaat niet over het investeren op zich. De vraag is of die investeringen goede investeringen zijn. De Krijgsbaan ondertunnelen voor een verlieslatende, totaal overbodige luchthaven is een zinloze investering. Dat geld had men veel beter voor iets anders kunnen gebruiken.
Mijnheer de Kort, u somt op wat er zoal gebeurt. Proficiat. Het zou er nog aan moeten ontbreken, mocht de Vlaamse Regering de afgelopen jaren niets hebben gedaan. De bottomline blijft dat in oktober 2009 het referendum in Antwerpen heeft plaatsgevonden en dat er binnenkort, in 2014, verkiezingen zijn. Vijf jaar later is er helemaal niets gebeurd aan die grote infrastructuurwerken rond Antwerpen.
Het zou er nog aan moeten ontbreken dat u niets had gedaan rond de verlenging van tramlijnen, de ondertunneling van de R11 of de verhoging van de bruggen over het Albertkanaal. Maar de bottomline blijft: wat had u kunnen doen? Tangenten, verbindingswegen, Waaslandtunnel en op rechteroever, dat trekt u bewust niet naar voren. Ik vraag me nog altijd af waarom.
Mevrouw Vogels, u weet ook dat we al veel verder hadden gestaan, indien uw gewezen burgemeester Pira het dossier van de ondertunneling van de N1 niet zo had tegengehouden. De hele regio vermijdt Mortsel, omdat we daar, door de mobiliteitsoplossingen die door Groen zijn uitgewerkt, nu letterlijk en figuurlijk vaststaan.
Mevrouw De Ridder, ik ben blij met de opsomming die u hebt gegeven. U herinnert zich dat er daadwerkelijk een aantal werkzaamheden zijn gebeurd op het gebied van openbaar vervoer en watergebonden projecten.
Proficiat daarvoor! Gemorrel in de marge.
Ik wil even reageren op wat de heer de Kort zei over Mortsel, want dat is heel erg onder de gordel. De doortocht in Mortsel, mijnheer de Kort, betreft een gewestweg. Het gewest heeft er terecht voor gekozen om het autoverkeer in Mortsel en op de Turnhoutsebaan in Deurne op één rijvak te brengen en voorrang te geven aan het openbaar vervoer en de zachte weggebruiker, omdat je daar in het hart van de gemeente zit. Ik ben superfier dat mijn burgemeester van Mortsel, Ingrid Pira, samen met het gewest, die aanleg verdedigd heeft, tegen beter weten in.
Ik kan u een heel mooi Youtube-filmpje doorsturen van hoe het was voor de heraanleg van de doortocht van Mortsel, hoe er dan onwaarschijnlijke files waren en hoe de zachte weggebruiker met gevaar voor eigen leven tussen de autos moest laveren, en hoe het nu is.
Dit is dus bijzonder laag, mijnheer de Kort. Ik ben zeer blij dat het gewest en onze burgemeesters niet alleen van Mortsel, maar ook van Zwijndrecht resoluut kiezen voor openbaar vervoer en de zwakke weggebruiker. Iedereen die achter het STOP-principe staat tot nader order ook uw partij, maar niet langer de N-VA zou dit mee moeten verdedigen. (Applaus bij Groen)
Voorzitter, ik wil even reageren op wat mevrouw Vogels zei. Ik heb heel veel respect voor haar, maar als sprookjesverteller is ze voor mij gebuisd.
Het beleid dat u nu verdedigt, mevrouw Vogels, heeft ervoor gezorgd dat de gemeentes rond Mortsel nu alle mobiliteitsproblemen op hun nek geschoven krijgen. U moet maar eens gaan vragen wat daar gebeurd is. Dat beleid is ook een fout beleid.
Collegas, enkel de Oosterweelverbinding loopt moeilijker, maar er wordt doorgewerkt. De Vlaamse Regering heeft een tracékeuze gemaakt, mevrouw De Ridder, rekening houdend met de keuze van de Antwerpenaar na het referendum. Ook Open Vld heeft de wijziging van dit project van een brug naar een tunnel mee ondersteund.
Het dossier werd eind 2011 voorgelegd aan de Europese Commissie. En om tijdens de Europese onderhandelingen tijd te winnen, heeft de Vlaamse overheid de milieueffectenrapportage opgestart. De procedure voor de plan-MER loopt volop. De dienst MER heeft de tracés aangeduid die verder onderzocht worden, met de bijhorende exploitatievarianten.
Het Vlaams Verkeerscentrum heeft onderzocht welke tracés het best scoren. Daarbij blijkt dat het oorspronkelijke Oosterweeltracé de verbinding is die de doorstroming op de Antwerpse ring het meest verbetert. Terzijde: ook Voka stelt dat Europa het oorspronkelijke tracé niet afschiet en dat als Europa een nieuwe aanbesteding eist voor de Oosterweeltunnel, dat niet tot een vertraging van het project hoeft te leiden.
Mijn fractie ondersteunt de Vlaamse Regering, die met de grootste voorzichtigheid dit dossier verder benadert om verdere vertragingen te vermijden. De Vlaamse Regering heeft nu een uitspraak nodig over mogelijke staatssteun ingevolge de projectwijziging waarrond in dit parlement brede steun bestond. Het is echter nog steeds wachten op een beslissing van de Europese Commissie.
Het is dan heel goed dat de minister-president al een nuttig overleg heeft gehad met de Europees commissaris voor Interne markt. Er wordt nog een finaal overleg met de Europese Commissie gepland om de resterende onduidelijkheden over de Oosterweelverbinding uit te klaren. Blijkbaar zou er nog een mogelijkheid zijn om Noriant, dat toch bijna alle Vlaamse bedrijven groepeert, aan boord te houden als Vlaanderen kan aantonen dat het consortium dat de oorspronkelijke Oosterweelverbinding ging bouwen opnieuw als beste uit de aanbestedingsprocedure zou komen. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Mijnheer de Kort, ik wil u even onderbreken wanneer u zegt dat gebleken is dat het Oosterweeltracé het beste tracé zou zijn en het best zou scoren. Net daar bestaat onzekerheid over. We kunnen dat niet zeggen voor de plan-MER en alle varianten en onderscheiden mechanismes die kunnen doorwerken zoals rekeningrijden en trajectheffing, zijn onderzocht. Voordat die studies zijn afgerond, kunnen wij het besluit dat u nu trekt, niet trekken. Het is precies dat wat wij in de commissie hebben aangekaart als een negatief aspect van deze Vlaamse Regering. Zij neemt een voorsprong op de plan-MER en blijft voortborduren op het BAM-tracé, terwijl de alternatieven nog niet zijn onderzocht. Uw conclusie is voorbarig, mijnheer de Kort.
De heer Vereeck heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vorige spreker, maar om een heel andere reden. Mijnheer de Kort, u blijft opnieuw hameren op dat BAM-tracé, maar er is wel zoiets als een referendum geweest. Dat referendum ging niet over een brug maar over een tracé, en dat tracé is verworpen. Voor iemand die gelooft in referenda en in directe democratie hoewel we daar heel voorzichtig mee moeten omspringen geloof ik toch wel dat we die uitspraak moeten respecteren. Daar zit voor mij een heel grote knoop in het debat. U blijft inderdaad inzetten op dat BAM-tracé. Ik zou wel eens willen weten waarom u de uitspraak van de Antwerpse kiezers naast u neerlegt. Er is kritiek te leveren op de wijze waarop het referendum is opgezet, maar het heeft nu eenmaal plaatsgevonden en we kunnen dat niet naast ons neerleggen.
U zegt daarnet dat we moeten aantonen dat Noriant opnieuw het beste bod zou doen. Het is ook belangrijk dat u aan de Europese Commissie kunt aantonen dat de veranderingen die u aanbrengt, niet essentieel zijn. De vraag is natuurlijk of de wijziging van een brug in een tunnel een essentiële wijziging is. Wanneer u bijvoorbeeld de opdracht zou verbreden buiten het geografische gebied zoals het er nu ligt, dan zou u zeker een probleem hebben. De vraag die ik u echter wil stellen, is waarom u zo zeker bent dat het eigenlijk geen essentiële verandering is.
Mijnheer de Kort, u bent een intelligent man. De woorden die u formuleert, zijn altijd gewikt en gewogen, en dat is goed. Vandaar dat ik een poging zal doen om nog eens aan u uit te leggen wat de minister-president niet wil horen.
U zei daarnet letterlijk en u zult het ook zo bedoeld hebben dat u wacht op een Europees standpunt inzake staatssteun. Zo heb ik het toch goed begrepen, mijnheer de Kort? Wel, ik zeg u nogmaals dat sinds 17 januari 2012 het Europees standpunt in verband met de notificatie van Vlaanderen met betrekking tot staatssteun bekend is aan de Vlaamse Regering.
De andere procedure, die uiteraard het gevolg is van het standpunt van het Directoraat-Generaal Concurrentie, namelijk het intrekken van de notificatie, heeft geleid tot een tweede dossier. Hier gaat het over het Directoraat-Generaal Interne markt en diensten. Daarvan zeg ik u dat dit niet leidt tot een beslissing van de Europese Commissie. Het staat in de sterren geschreven dat diegenen die dit dossier kennen in Vlaanderen, in België en in Europa u allemaal unisono zullen zeggen dat deze aanbesteding in de huidige vorm niet kan worden gehandhaafd.
Ik doe nu een voorspelling. In de loop van de komende dagen en weken zal de minister-president uiteindelijk, maar dan zonder een uitspraak van de Europese Commissie, de Vlaamse samenleving moeten vertellen dat er een nieuwe aanbesteding moet komen. Dat zal het gevolg zijn van de vaststelling die we nu met zijn allen, inclusief het Directoraat-generaal Interne markt en diensten doen. De toewijzing aan Noriant is onhaalbaar.
Een aantal gestelde vragen zijn eigenlijk herhalingen van vragen die al eerder tijdens het debat naar voren zijn gekomen.
Er is me gevraagd waarom het dossier volgens mij aan de Europese Commissie mag worden voorgelegd. Er is daarstraks al verwezen naar voorbeelden als de London Underground en de Rijselse Light Rail. Mits een beperking van de opdrachten konden de werken wel worden uitgevoerd.
Als de heer van Rouveroij hier elke keer op terugkomt, voel ik me verplicht hier elke keer op te repliceren.
We hebben bij het Directoraat-generaal Concurrentie een aanmelding met betrekking tot staatssteun gedaan. Die aanmelding moet tot een uitspraak leiden. Die uitspraak is er nu niet. Het Directoraat-generaal Concurrentie heeft ons in het verleden gevraagd ons dossier in te trekken omdat het onmogelijk zou zijn bepaalde argumenten voldoende in te schatten. Er is ons zelfs verteld dat we ons tot het Directoraat-generaal Interne markt en diensten moeten wenden.
Ik zal niet herhalen wat ik daarstraks al over Europees commissaris Barnier heb verteld. Wij willen een uitspraak over onze aanmelding voor staatssteun. We hebben, na onze contacten met het Directoraat-generaal Concurrentie, ook contact met het Directoraat-generaal Interne markt en diensten opgenomen.
Ik weet, onder meer vanwege mijn opleiding als jurist, dat een aanmelding voor staatssteun een formele beslissing vergt. Het Directoraat-generaal Interne markt en diensten levert een advies. Het geheel is hieraan verbonden. Wij blijven pleiten voor een uitspraak van de Europese Commissie.
De heer van Rouveroij spreekt zichzelf in dit verband tegen. Volgens hem moet de Europese Commissie hier niet over beslissen. Een dergelijke beslissing is verplicht wanneer een aanmelding voor staatssteun is ingediend. We vragen de Europese Commissie en de bevoegde Europese commissaris duidelijk om een uitspraak. Als die uitspraak negatief zou zijn, zullen we ons hiernaar gedragen.
Als ik het goed heb begrepen, geeft de heer De Backer nu in Villa Politica tekst en uitleg. Ik ga ervan uit dat we resoluut naar een duidelijke positie en uitspraak van de Europese Commissie streven. Het Directoraat-generaal Concurrentie en het Directoraat-generaal Interne markt en diensten hebben naar elkaar doorverwezen. Er is geen nieuw dossier ingediend. Op vraag van het directoraat-generaal zijn bijkomende elementen aan het dossier toegevoegd.
De heer van Rouveroij wekt hier de indruk dat we tijd verspillen en dat we op een incorrecte wijze met de Europese Commissie omgaan. Dat is niet juist.
Minister-president, ik wil even ingaan op de vraag of u tijd verspilt. Een zaak is alvast duidelijk. Op 18 december 2012 hebt u een dossier ingediend. In februari 2013 hebt u moeten toegeven dat een aantal onderdelen van dat dossier tot uw spijt foutjes bevatten. U hebt het dossier in februari 2013 moeten hernemen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Dat had niets met bijkomende vragen te maken. U moet uw eigen dossier en de begeleidende briefwisseling eens lezen. Aangezien dit op zich geen probleem is, kan ik gerust de datum vermelden. U moet de communicatie van 12 februari 2013 eens lezen.
In die briefwisseling staat duidelijk te lezen wat ik net heb verklaard. Het dossier dat u hebt aangehaald, moest nog eens worden ingediend. Er waren een paar probleempjes. Dit was niet het gevolg van vragen, maar van een aantal vergissingen.
Maar ik wil het daar niet over hebben. Het is tijdverlies van een paar maanden, maar het gaat hier over veel meer. Het is wachten op Godot. We hebben het daarnet al uitgepraat. U verwacht beslissingen van organen die er geen zullen geven. Minister-president, ik vraag me dan af of u zo naïef bent om dat te doen. Neen, natuurlijk niet, er zit een strategie achter en er is een motief. Inderdaad, u probeert dit zaakje zo lang mogelijk te rekken en uiteindelijk over de verkiezingen heen te tillen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ten slotte wil ik u er nogmaals aan herinneren dat er op 17 januari 2012 een duidelijk standpunt is ingenomen door het Directoraat-generaal Concurrentie. U was er even niet: u hebt zich kunnen bezinnen en zich kunnen informeren. U hebt gevoeld dat u hier niet de waarheid spreekt en u bent nu, langzamerhand en met mondjesmaat, de waarheid aan het vertellen. Het is spijtig dat we ze er moeten uitsleuren.
Dit is ook een eenvoudige vraag aan de heer van Rouveroij: als men een aanmelding doet voor staatssteun, moet er dan een beslissing komen of niet? Het antwoord is dus ja. Is er door de Europese Commissie reeds een beslissing genomen? Het antwoord is neen. Neen, er is geen antwoord gekomen van de Europese Commissie.
Minister-president, ik heb u niet de vraag gesteld of er een beslissing van de Europese Commissie was, ik heb u de vraag gesteld of u kennis had van het standpunt van het Directoraat-generaal Concurrentie. U weigerde daarop te antwoorden. Het antwoord is ja. Sinds 17 januari 2012 weet u dat het een doodlopend spoor is.
Men heeft gevraagd om het dossier in te trekken. Wij gaan daar niet op in omdat wij argumenten hebben die nu ook verder worden besproken met het Directoraat-generaal Interne markt en diensten dat ons dossier verstevigt. Wij doen er alles aan zodat men op Europees niveau een positieve beslissing neemt. Maar er is geen officiële beslissing genomen door Europa. Wij zullen er de volgende weken alles aan doen om op de vragen die men gaat stellen bijkomende informatie te geven, zodat het dossier op Europees niveau tot een goed einde komt. Dat is wat ik nu doe en ik hoop dat we ook de steun van het parlement hebben.
Ik heb gisteravond naar Terzake gekeken. Ik heb me beziggehouden met op te schrijven wat u hebt gezegd over dit dossier. Ik citeer letterlijk: Om aan Noriant dat eerste stuk te gunnen, hebben wij gezegd, goed, wij vragen aan de Europese Commissie of dat staatssteun is of niet, in analogie met wat Engeland heeft gedaan met zijn metro. Daarop hebben wij nog altijd geen antwoord gekregen. U hebt er op 17 januari 2012 al een antwoord op gehad.
Neen, dat is onjuist. Dat is onjuist.
U wilt een antwoord van de Europese Commissie, maar u hebt alle informatie die nuttig en noodzakelijk is om te handelen, maar u handelt niet. U blijft wachten op formalismen en daar is niemand mee gebaat.
Mijnheer de Kort, er was een vraag van de heer Vereeck en de heer Peeters over het tracé.
Over het tracé is er de vraag of er effectief rekening werd gehouden met de keuze van de Antwerpenaar na het referendum. Er is toch wel een heel duidelijke wijziging gebeurd, want daardoor is er een essentiële wijziging gebeurd aan de opdracht. De plannen voor de brug en het viaduct aan het Sportpaleis worden grondig gewijzigd. Dat was hoofdzakelijk de vraag.
Mijnheer Peeters, het is effectief zo dat in de commissie de resultaten van het Vlaams Verkeerscentrum zijn meegedeeld en de mensen van de MER-cel hebben erop gewezen dat zij eigenlijk het laatste woord hebben. Ik heb gezegd dat volgens het Vlaams Verkeerscentrum het Oosterweeltracé het beste scoort. Ik heb ze heel duidelijk vernoemd.
Mijnheer de Kort, dat vind ik toch wel kort door de bocht, want daarover ging het referendum helemaal niet. Het referendum ging niet over een brug of een tunnel, het ging over het tracé. Trouwens, als ik één kritiek mag geven over de aanmelding bij Europa, dan is het precies dat het referendum juist op die manier is voorgesteld, namelijk de keuze die de Antwerpenaar zou hebben gehad tussen een brug en een tunnel en dat is helemaal niet zo. Het gaat over een tracé in de stad of buiten de stad.
Voorzitter, ik denk dat we toch eens grondig moeten overwegen om de confidentialiteit van bepaalde documenten op te heffen om een stuk van de discussie definitief te beslechten in dit parlement.
Dat moet u ter sprake brengen in het Uitgebreid Bureau, mijnheer Vereeck.
Collega Vereeck, wij zijn ervan overtuigd dat niet alleen de Oosterweelverbinding, het BAM-tracé, de oplossing is. We hebben in het verleden altijd gezegd dat het voor ons een en-enverhaal is. Daarom vinden wij het belangrijk dat de besprekingen met de lokale besturen over de R11bis en de A102 onder leiding van de gouverneur nu ook verder kunnen plaatsvinden. Wij zijn ervan overtuigd dat het inderdaad in zijn totaliteit moet worden aangepakt.
Collegas, ik wijs ook op de speech van de voorzitter van de raad van bestuur van de nv BAM, de heer Rudi Thomaes. Ik vond zijn woorden zeer treffend en frappant toen ik het verslag las. Zijn jarenlange ervaring met sociaal overleg op topniveau heeft hem geleerd dat sommige grote dossiers nooit uit de polarisatie geraken en andere wel. Het verschil wordt gemaakt door mensen en door hun wil om vooruit te komen. Daarom luistert hij graag naar iedereen die vooruitgang verkiest boven stilstand, zowel mensen die aan het dossier werken als mensen die actie voeren. Verder zegt hij Het realiseren van de derde Schelde-oeververbinding kan een heilzame remedie zijn. Op korte termijn zal het ondernemersvertrouwen terugkeren en zal er een werf starten waar duizenden mensen kunnen werken. Dit zal ook zorgen voor economische groei in Vlaanderen in de komende decennia.
Ik roep dan ook iedereen op om dit project als een dossier van nationaal belang te beschouwen. De Oosterweelverbinding is niet zomaar een mobiliteitsdossier, neen misschien is het omdat we van Antwerpen zijn dat we zo bescheiden zijn het is het grootste Europese mobiliteitsdossier. Dit project, goede vrienden, moeten we tot een goed einde brengen. Ik doe dan ook een appel op de verantwoordelijkheidszin van elk lid van dit parlement. Dit dossier is te belangrijk voor Vlaanderen om te laten verzanden in politiek getouwtrek. (Applaus bij CD&V)
De heer DHulster heeft het woord.
Collegas, minister-president, een actualiteitsdebat over Oosterweel: U was een beetje verrast, maar eigenlijk had u het kunnen weten. Een week geleden twitterde Linda De Win, de voorvrouw van Villa Politica, hierover al en voorspelde ze dat we vandaag hierover een actualiteitsdebat zouden houden. Maar zelfs zonder de voorspellende kracht van Villa Politica denk ik dat u al aanvoelde dat u een uitnodiging zou krijgen voor deze middag.
Elke vonk in het masterplandossier resulteert bijna automatisch in vuurwerk. Er hoeft maar iemand iets te zeggen, er hoeft ergens maar iets te verschijnen, en de doos van Pandora wordt geopend. En dat is begrijpelijk, want het is een dossier van enorm belang. De mobiliteitsproblemen in de Antwerpse regio en de leefbaarheidsproblemen die daaruit voortvloeien, zijn gigantisch.
We moeten er niet flauw over doen, het is ook een dossier met een ongekende voorgeschiedenis en een grote politieke gevoeligheid. De vele debatten binnen en buiten dit parlement, de ontelbare krantenartikels, de vele uren en bergenhoge voortgangrapportages spreken voor zich.
Ik herinner mij nog mijn allereerste commissievergadering als Vlaams parlementslid. Dat was in de commissie Mobiliteit, in september 2010. Het was direct bingo, want september 2010 was een sleutelmoment voor het masterplan. Als het masterplan de Bijbel zou zijn, dan zou de overgang van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament daar plaatsvinden. Wie de Jezus in dit verhaal is, laat ik in het midden. Al kan ik diegene die daarvoor ambitie hebben, wel wijzen op het einde van de Bijbel. (Gelach)
In september 2010 werd het Masterplan Antwerpen met Lange Wapper omgevormd tot het Masterplan 2020 zonder Lange Wapper en met tunnelcomplex. Dat was een belangrijke beslissing en een die ook niet zomaar genomen is. Het betekende niet alleen het einde van de Lange Wapper, maar ook dat van het viaduct aan het sportpaleis, wat een belangrijke stap was voor de leefbaarheid en de ontwikkeling van de stad. Het masterplan werd ook breder. De mobiliteitsproblemen in de stad en in de rand werden voor het eerst aan elkaar gekoppeld.
Eind vorige week ontstond er opnieuw een vonk in het Oosterweeldebat, ditmaal naar aanleiding van het antwoord van de Europese Commissie over de aanbestedingsprocedure. Die vonk werd de afgelopen dagen en de afgelopen uren aangewakkerd door de politieke reacties daarop, uit verschillende hoek. Ik denk, minister-president of uw vervangster, dat het vandaag in de eerste plaats belangrijk is dat u daar duidelijkheid over schept. U hebt dat al deels gedaan op bepaalde nieuwssites en daarnet tijdens de heen-en-weerdiscussie met de heer van Rouveroij. Het is belangrijk dat we, wanneer we hier straks buitengaan, allemaal weten welk overleg er gepland is en wat de stappen zijn nadat we een antwoord hebben gekregen.
De vraag of we een schadeloosstelling moeten betalen aan Noriant, en vooral de omvang van die schadevergoeding, is uiteraard een zeer, zeer belangrijke vraag. Maar op zich heeft die vraag natuurlijk weinig impact op de voortgang van het dossier van de derde Scheldekruising. Het dossier zit in MER-procedure en het is dus die MER-procedure die het ritme en de timing aangeeft. We zijn het allemaal eens, denk ik, dat we pas een definitieve start kunnen nemen op het moment dat die experten hun werk hebben gedaan en wanneer duidelijk is wat de effecten van de verschillende varianten zijn op de leefbaarheid en de mobiliteit. Op dat moment kunnen we de verschillende varianten tegen elkaar afzetten. Tegen het najaar zouden de resultaten van de MER klaar zijn en kan de inhoudelijke discussie ten volle worden gevoerd, in de Vlaamse Regering, ongetwijfeld hier in het Vlaams Parlement en zeer zeker ook op andere plaatsen in de omgeving de kathedraal.
Op het einde van de maand start ook de MER-procedure in verband met de zogenaamde bretellen, de A102 en de R11bis. Dat dossier kunnen we niet loskoppelen van dit Oosterweeldebat. Ik maak me alleen grote zorgen als ik sommige mensen vandaag en in de media die de afgelopen dagen die bretellen hoor omschrijven als kleine ingrepen. Ook die bretellen vormen een heel groot dossier met een grote complexiteit en een grote financiële weerslag. De stad stopt niet meer aan de gemeentegrens. Ook in de rand rond Antwerpen zijn er mobiliteitsproblemen. De heer de Kort verwees al naar mijn thuishaven. Ook daar moet zorgvuldig naar een oplossing worden gezocht, die niet alleen de mobiliteit kan verbeteren, maar ook de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit kan garanderen.
Wat de MER ook uitwijst, welke oplossing ook wordt gekozen, één zaak staat vast: die grote infrastructurele oplossingen zijn niet van vandaag op morgen gerealiseerd. We moeten dan ook op zoek naar een aantal haalbare investeringen die we op kortere termijn kunnen doen om de mobiliteitsdruk in de Antwerpse regio te verlichten.
Mijnheer DHulster, het verrast me dat u als lid van de meerderheid een van de belangrijkste pijnpunten van het dossier blootlegt. Daardoor geeft u mee de verklaring waarom er een standstill is. U zegt zelf dat de problematiek van de schadevergoeding, die u letterlijk heeft vermeld, de bewegingsruimte van de Vlaamse Regering beperkt.
Ik heb aangehaald dat er daarover rechtsleer bestaat en dat mogelijk 10 tot 15 procent van het aannemingsbedrag moet worden betaald, wanneer je de gunning niet geeft aan de aannemer of tijdelijke vereniging. In dit geval gaat het om 3 tot 4 miljard euro. Dan spreken we toch over ongeveer 450 miljoen euro. Dat bedrag wordt ook genoemd door stRaten-generaal. Dat haalt u aan. Weet u daar meer van?
Dat gaat het hele dossier nog verder verzwaren. In feite voor niets komt er mogelijk nog een factuur van 400 tot 500 miljoen euro bij die 142 miljoen euro studiekosten, als we effectief niet met Noriant werken. Kan ik daaruit afleiden dat u zegt dat we daar vastzitten en dat we met Noriant verder moeten, omdat we anders dubbel en dik betalen?
Ik hoor u zeggen: MER, sleutelmoment, kantelmoment, niet los te koppelen van de tangenten. Dat moet net de kern van deze discussie zijn vandaag.
We hebben enerzijds mijn excuses, ik moet het woord opnieuw gebruiken het geklungel van de Vlaamse Regering wat betreft het hele dubbelbesluit, het vis-noch-vleesbesluit, om een brug te vervangen door een tunnel, om er dan toch weer een brug van te maken en dan een cut-and-cover. Daardoor zitten we nu met al die discussies die Europees worden gevoerd.
Maar daarnaast kan de Vlaamse Regering nog veel meer doen. Dat is mijn vraag, maar ik blijf hier totaal op mijn honger zitten. De dingen zijn los te koppelen. Momenteel kreunt iedereen in en rond Antwerpen onder het fileleed: bewoners, inwoners, mensen die er komen werken, investeerders, noem maar op. Mijn vraag aan u is waarom de tangenten, bijvoorbeeld de aansluiting van de rechteroever met Wommelgem en Ekeren, niet worden gerealiseerd. Waarom bijt u zich daar niet met dezelfde verbetenheid in vast als in de rest? Realiseer die tangenten! Waarom gebeurt dat op dit ogenblik niet? Het dynamisch verkeersmanagement waar aanvang mee werd genomen: waarom komt daar niets van in huis? We blijven volledig op onze honger zitten.
Mijnheer Sabbe, ik heb inderdaad het woord schadeclaim in de mond genomen. Ik heb gezegd dat het een groot probleem is als er een schadeclaim komt. Maar schadeclaim of niet, 1,3 miljoen euro of 500 miljoen euro: dat is uiteraard een groot verschil. Los daarvan zullen we altijd beslissingen moeten nemen over de mobiliteitsproblemen. Het ontslaat ons er niet van. U hebt het woord dus wel gehoord, maar de zinnen errond blijkbaar iets minder.
Mevrouw De Ridder, wat de tangenten betreft, heb ik het daarnet over de oostelijke tangenten gehad. Daarvoor is ook een RUP opgesteld. We hebben bij de afgelopen voortgangsrapportage vernomen dat we daar minstens anderhalf jaar voor nodig hebben. We zullen niet anders kunnen dan eerst bekijken wat eruit komt.
We kunnen wel anders. We hadden perfect in 2009-2010 kunnen beginnen met de tangenten. U zegt dat we opnieuw gaan studeren. Ik wil u in herinnering brengen dat er momenteel al voor 142 miljoen euro werd gestudeerd. Als we er vroeger mee waren begonnen, had men nu de eerste spade al in de grond kunnen steken.
Ik heb geen teletijdmachine. Die zou in dit dossier af en toe handig zijn geweest. Ik kan alleen zeggen dat er wat de oostelijke tangenten betreft, ook heel wat problemen zijn op het vlak van mobiliteit en leefbaarheid. Het is belangrijk dat we daarvoor de MER-studies afwachten
We kunnen wel wat doen op kortere termijn. Er zijn wel een aantal snellere maatregelen. Zo kunnen we extra investeren in een aantal maatregelen die de mobiliteitsdruk kunnen verlichten.
Mevrouw De Ridder, u hebt de afgelopen jaren en maanden in de commissie herhaaldelijk aangedrongen op verkeerslichten, samen met heel wat andere collegas.
Neen, niet op verkeerslichten, maar op de goede afstemming van verkeerslichten.
Ja, een goede afstelling van de verkeerslichten, inderdaad, dat zijn de slimme verkeerslichten. Die vraag is heel terecht. Het is nu een heel frustrerende aangelegenheid zowel voor de doorstroming van het openbaar vervoer als van de wagens. In Antwerpen en in de Antwerpse regio valt daar nog een snelle winst uit te halen.
Het versneld uitvoeren van een aantal tramprojecten zou ook een optie kunnen zijn. Ik deel de mening van de heer de Kort niet wat de tramdoortrekking naar Mortsel betreft. Ik vind dat een fantastische zaak. De reizigers, de vele gebruikers van die tram, geven mij, het vorige en het huidige bestuur, daarin alleen maar gelijk. Ik denk dat er heel wat potentieel zit in de trams naar Wilrijk en Kontich en dat we ook op die manier de stad en de rand op een gevoelige manier kunnen ontlasten.
Een laatste tip aan de regering is om te bekijken of we het fietsdeelsysteem in Antwerpen, de Velos, niet sneller kunnen uitbreiden naar de districten, maar ook naar de rand. Heel veel mobiliteit gebeurt intern, binnen de rand. Het is misschien een mogelijkheid om dat te bekijken.
Eerder deze week werd al in een opiniestuk aangehaald dat we een belangrijk momentum naderen. Over enkele maanden is het zo ver: dan zijn de resultaten van de MER er en kan de regering een definitieve beslissing nemen. Het is niet alleen een belangrijk momentum voor de derde Scheldekruising, maar voor de hele Antwerpse mobiliteit, want op dit moment is die helemaal verlamd door polarisatie en verdeeldheid tussen politieke partijen, tussen de rand en de stad, tussen de Vlaamse Regering en de actiegroepen, tussen de tram en de auto. Als er nu één dossier is in Vlaanderen dat nood heeft aan wat meer sereniteit, dan is het wel het dossier van de Antwerpse mobiliteit, en deze namiddag was daar opnieuw een toonbeeld van. We naderen een moment waarop we die sereniteit opnieuw voor een stuk kunnen terugbrengen.
Minister-president en leden van de regering, het is een kans die we niet verloren mogen laten gaan.
Dat betekent dat de resultaten van de MER met een open vizier moeten worden bekeken, dat er een goede beslissing moet worden genomen, maar ook dat die beslissing op een goede manier moet worden genomen. Dat is een belangrijke opdracht voor de Vlaamse Regering, maar eigenlijk voor ons allemaal.
Het afgelopen decennium zijn er al heel wat spierballen gerold en werden er al heel wat grote verklaringen afgelegd in dit dossier. Het is tijd om daarmee te stoppen, ondanks de grote zenuwachtigheid, en ook al liggen er verkiezingen in het verschiet. Met al die heisa is al wie in Antwerpen woont of erlangs moet, niet gebaat. We moeten als politici nu al onze energie gebruiken om een oplossing te vinden voor de concrete problemen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik wil nog even terugkomen op het aspect van de schadeclaims.
Minister, het valt mij op dat er, telkens er een kink in de kabel komt, Noriant daar is met zijn dreigement van schadeclaims. Ik meen te weten dat in het bestek is voorzien dat er geen reden zal zijn om schadevergoeding te vragen. Ik meen te weten dat er twee stappen zijn gezet in de procedure, waarbij kosten werden afgesproken: 500.000 euro bij het bestek, 800.000 euro bij een design sign-off. Ik meen ook te weten dat er op aangeven van het Rekenhof procedures werden opgezet om de kosten te kunnen beperken. Minister, hoe is de Vlaamse Regering gewapend tegen de schadeclaims? Wat hebben wij ondernomen om die schadeclaims in ieder geval te beperken en zo nodig beter nog te voorkomen?
Mijnheer Peeters, ik was van plan dat straks te zeggen omdat daarover al vragen zijn gesteld, maar ik wil het nu ook al meegeven.
De gunningsprocedure, de onderhandelingsleidraad die we hebben, zit bij het bestek en voorziet in een vergoeding van 1,3 miljoen euro als er geen gunning zou zijn. Dat is 500.000 euro voor elke bieder die een geldig best and final offer (BAFO) heeft ingediend. In dit kader is dat enkel Noriant. En er is 800.000 euro voor het opmaken van het volledige bouwaanvraagdossier. Voor het overige zijn er geen schadevergoedingen voorzien.
Toen wij een dossier indienden bij Europa, was dat niet voor die switch brug-tunnel, maar wel met de vraag of wij het oorspronkelijke dossier kleiner kunnen maken en beperken tot enkel een gunning van het deeltje Linkeroever. Dat is een van de redenen waarom we die vraag hebben gericht tot Europa. Daarop verwachten wij nu een formeel antwoord.
Voor het overige is de onderhandelingsleidraad duidelijk. Je kunt natuurlijk nooit vermijden dat iemand naar de rechtbank stapt om schadevergoeding te vragen. Ik heb Noriant in de voorbije dagen daarover ook geen verklaringen horen afleggen. Men weet dat er een aanvraag loopt bij Europa. Ik heb bij alle vragen die hier in het verleden zijn gesteld, altijd verwezen naar wat bepaald is in de onderhandelingsleidraad: 1,3 miljoen euro.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, het is goed om te zien dat hier vandaag niet alleen de Antwerpenaren hebben gestaan. Dit dossier belangt heel Vlaanderen aan. (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
Zelfs in de Vlaamse Ardennen wil men zich moeien met dit dossier.
De mobiliteit rond Antwerpen is een zaak die ons allemaal aanbelangt. Het is niet overdreven te stellen dat dit onze welvaart raakt. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) stelt in haar recente rapport over België vast dat Antwerpen na Brussel van alle OESO-landen de stad is met de meeste congestie. We staan met andere woorden stil. Het is erger dan in Parijs, Londen of Los Angeles. Dat is zeer slecht voor onze economie. Ik heb trouwens nog maar net gezien dat brusselnieuws met het bericht komt over een studie van het Kenniscentrum van de mobiliteit van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die uitwijst dat in Brussel het cruciale punt is bereikt waarbij voetgangers sneller vooruitkomen dan wagens.
Het is ook slecht voor de ecologie en voor onze leefomgeving in al haar aspecten. Minder verkeer mag een mooie droom zijn, in de regio Antwerpen is het op dit moment geen optie.
In 2010 zag de Vlaamse Regering zich genoodzaakt aanpassingen en uitbreidingen door te voeren aan het gekende masterplan. Jammer genoeg, maar ook enigszins begrijpelijk, wordt het meest zichtbare project van het masterplan te vaak aangehaald als het enige. Dat meest zichtbare onderdeel is natuurlijk die derde Scheldekruising. Maar laat het duidelijk zijn dat het masterplan niet herleid mag worden tot de Oosterweelverbinding alleen. Het masterplan omvat een ruim pakket aan maatregelen maar wordt jammer genoeg in de perceptie te veel verengd tot die Oosterweelverbinding. Voor de N-VA is het dan ook van het allergrootste belang dat alle dossiers vooruitgaan, alle onderdelen van dat masterplan.
De halfjaarlijkse rapportage aan dit parlement toont aan dat er hard wordt voortgewerkt om de verschillende procedure rond te krijgen. Voornamelijk de grote dossiers vereisen lange en zware procedures. Ik vind het dan ook jammer dat er hier al te veel is gepleit om die procedures te veronachtzamen. Het is voor ons van cruciaal belang dat er geen procedurefouten worden gemaakt. Het plan-MER voor de derde Scheldekruising is in opmaak en de vijf verschillende alternatieven worden daarin afgewogen en beoordeeld op hun milieu-impact, zoals mijn voorganger al heeft gezegd. Pas als de Vlaamse Regering een definitieve keuze heeft gemaakt op basis van dat plan-MER, hebben we een cruciale stap gezet naar uitvoering. Vervolgens zal een GRUP moeten worden opgemaakt, moeten de nodige aanbestedingen worden uitgeschreven en moeten de bouwvergunningen verkregen worden, waarna uiteindelijk kan worden gestart met de werken. Hopelijk is dat in 2016.
Intussen zijn er wel al heel wat projecten gestart. De heer de Kort heeft daar zonet naar verwezen. We zijn het er allemaal mee eens dat het hoog tijd wordt om naast die maatregelen, naast de start van die projecten, dringend werk te maken van de eigenlijke wegeninfrastructuur. We weten immers allemaal dat de derde Scheldekruising en de oostelijke tangenten cruciaal zijn voor het oplossend vermogen van het volledige masterplan, anders zal er niet veel verholpen worden. Een mogelijk neen van Europa aangaande de aanbesteding van het eerste gedeelte van de Oosterweelverbinding aan Noriant heeft op zich geen gevolgen voor de verdere timing van het Oosterweeldossier, aangezien zoals gezegd de noodzakelijke procedures sowieso moeten worden doorlopen. Wel van belang is natuurlijk het uitklaren van de mogelijke juridische en financiële consequenties van dat verhaal. Wij vertrouwen erop dat zowel de minister-president als bevoegd minister Crevits hier op relatief korte termijn duidelijkheid over zullen scheppen en dat we voor de verschillende betrokkenen een aanvaardbare oplossing krijgen.
We willen er dan ook samen met de partners in de Vlaamse Regering alles aan doen om snel op één lijn te geraken en nog deze bestuursperiode de knoop door te hakken en het probleem rond Antwerpen verder aan te pakken. Ik ben dan ook heel blij dat minister Crevits daarnet heeft bevestigd dat we dit niet over de verkiezingen gaan tillen. Het kan absoluut niet de bedoeling zijn om dit nog langer uit te stellen. Wat ons betreft, hakken we die knoop liever vandaag door dan morgen. De N-VA kiest voor een zo snel mogelijke en juridisch en financieel robuuste realisatie van die derde Scheldekruising als noodzakelijk onderdeel van het masterplan om de Antwerpse mobiliteit weer vlot te krijgen. In principe zou de Vlaamse Regering dus nog moeten kunnen beslissen over het voorkeurtracé en het GRUP op gang trekken. Zolang die beslissing er niet is, lijkt me elke discussie over tracés en aanbestedingen minder relevant.
Wat aanbestedingen betreft: als Noriant de derde Scheldekruising mag bouwen, is er uiteraard geen probleem. Maar als er een nieuwe aanbesteding nodig is voor alle onderdelen van de Oosterweelverbinding, dan best duidelijk op basis van alle beschikbaar en nog relevant studiewerk zodat er een open procedure mogelijk is met volledige transparantie naar alle mogelijke kandidaat-bouwers. De geïnteresseerden moeten gelijk aan de start kunnen komen. Wat ons betreft is dat een noodzakelijke voorwaarde en uiteraard ook een voorwaarde voor Europa. Wat we absoluut willen vermijden, is om alles opnieuw in vraag te stellen ten aanzien van mogelijke oplossingen voor het mobiliteitsprobleem. Sommigen bezondigen zich hieraan. Er zijn al ettelijke studies gemaakt. Het Verkeerscentrum heeft tal van scenarios uitgewerkt. De gegevens liggen op tafel. Een nieuw pad inslaan, zal ons enkel nog meer oponthoud bezorgen. Dat moet absoluut worden vermeden. Laat ons dus de ingeslagen wegen niet meer verlaten en juridische en financiële onduidelijkheden oplossen en verduidelijken zodat we zo snel mogelijk die spade in de grond krijgen. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Diependaele, u bent lid van de N-VA en binnen uw partij zeer economisch bewust. U zegt: we gaan voor de ingeslagen weg. We weten allebei, en ook het voltallige parlement, dat volgens de ingeslagen weg, als die er al komt, de timing met veel geluk ten vroegste 2020 is. Vandaag zijn we 2013. Het jaar is nog verre van voorbij, we zitten nu ongeveer in de helft. We weten dat u zeer bezorgd bent over de Vlaamse economie, dat mag ik toch stellen, en ook uw volledige partij is dat, en zeker de heer Jambon, die ik volledig steun voor wat hij op federaal niveau zegt.
Mijnheer Diependaele, in 2014 zult u een nog grotere vinger in de pap te brokken hebben dan nu. Zult u echt wachten tot 2020 om kortetermijnmaatregelen te nemen? U kent mijn scenario: Liefkenshoektunnel, de N49 of E34 omvormen tot volwaardige autosnelweg, eventueel extra rijvakken tussen Sint-Niklaas en Burcht om die zaak te ontlasten, eventueel beginnen aan de oostelijke tangent, dat is de bedding van de spoorweg T-102 vanuit Wijnegem om door te steken naar de E19. Wat zegt de N-VA daarover? Zegt u neen, en doet u zoals de rest en blijft u wachten tot 2020? Of hebt u een ander scenario en gaat u op korte of middellange termijn mogelijkheden realiseren die al te realiseren zijn? Het is niet onbelangrijk dat iedereen weet wat de N-VA in 2014 van plan is.
Mijnheer Sabbe, ik heb uw vraag begrepen. Laat het heel duidelijk zijn dat er in het verleden procedures al te vaak niet zijn gevolgd. Het niet volgen van die procedures heeft geleid tot uitstel en vertraging. Wij willen absoluut de nodige procedures volgen. Voor de oostelijke tangent loopt ook het MER. Het is op basis van dat MER dat de keuze zal worden gemaakt.
Trouwens, als alles loopt zoals het moet in het verleden is dat niet gebeurd en dat betreuren we even hard als iedereen hier , kunnen we beginnen in 2016 en is het afgerond tegen 2022.
Ik val van de ene verbazing in de andere, mijnheer Diependaele. U zegt dat in het verleden de procedures niet zijn gevolgd.
Ik heb het niet alleen hierover.
Voor de Oosterweelverbinding is er zeer nadrukkelijk een tracékeuze tot stand gekomen, er is een goedgekeurd MER, er is een goedgekeurd GRUP, er is een design sign-off en er is ook een bouwvergunning aangevraagd. Het zit niet in de procedure, mijnheer Diependaele.
Dat klopt, ik had het over grote infrastructuurwerken in het algemeen, niet in dit dossier. Het klopt absoluut, ik had het hier niet over.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal dadelijk het woord doorgeven aan minister Crevits, maar de heer Penris heeft daarstraks gevraagd of hij het bericht dat de woordvoerster van Europees commissaris Michel Barnier heeft gestuurd, kon krijgen. Het wordt zo dadelijk bezorgd aan de voorzitter.
Is er nu een beslissing getroffen door de Europese Commissie of niet? In de communicatie die is opgemaakt door de woordvoerster van Europees commissaris Michel Barnier staat uitdrukkelijk dat de Europese Commissie maar een beslissing zal nemen nadat niet alleen de technische vergadering maar ook die met de minister-president heeft plaatsgevonden. Dat staat in de communicatie van Europees commissaris Michel Barnier.
Ik hoop dat heel het debat dat hier is opgestart door Open Vld, met verdachtmakingen enzovoort u niet mijnheer Penris, wat ik zeer waardeer , bij dezen is uitgeklaard. Er is geen beslissing genomen door de Europese Commissie in het kader van de aanmelding van de staatssteun. De commissaris heeft dat bij dezen bevestigd. Ik geef u het document zoals het gisteren is verstuurd naar Belga en anderen, en ik hoop dat deze discussie nu is gesloten.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Kunnen we ondertussen het document krijgen?
Zolang ik het document niet heb, kan ik het u niet bezorgen.
Neen, maar anders zou ik vijf minuten schorsing vragen om het kunnen lezen. (Minister-president Kris Peeters overhandigt het document aan de voorzitter)
Oké, maar laten we eerst de repliek van minister Crevits beluisteren.
Collegas, er is deze namiddag weer heel veel gesproken over een heel belangrijk dossier. Ik zal de stand van zaken kort proberen samen te vatten.
Op 28 september 2010 heeft deze Vlaamse Regering het masterplan opnieuw goedgekeurd. Dat masterplan is gebaseerd op het oorspronkelijke masterplan en is een geheel dat is al door veel sprekers gezegd van projecten voor fietspaden, trams, watergebonden infrastructuur, wegen enzovoort: allemaal zaken die absoluut noodzakelijk zijn om de mobiliteit in Antwerpen en bij uitbreiding in Vlaanderen, te verbeteren. Het is niet enkel een probleem voor de Antwerpenaren, maar voor heel Vlaanderen. We moeten die mobiliteitsproblemen rond Antwerpen opgelost krijgen in het belang van heel Vlaanderen.
Het masterplan bevat twintig tot dertig projecten die ervoor moeten zorgen dat de mobiliteit in en rond Antwerpen beter wordt. Ik kan een kaartje waarop die projecten worden weergegeven, laten verspreiden aan wie geïnteresseerd is.
Sinds de goedkeuring van dat masterplan in 2010 rapporteren wij halfjaarlijks aan het parlement in aanwezigheid van het Rekenhof over de vooruitgangen die worden geboekt. Voor de Oosterweelverbinding, het dossier waar iedereen naar kijkt, loopt op dit ogenblik het is deze namiddag al vaak gezegd een plan-MER. Sommigen vinden dat dat lang duurt, maar ik heb het deze namiddag al proberen duidelijk te maken vaak zijn diezelfden de grote voorstanders van het feit dat we alle alternatieven goed moeten afwegen en dat dat MER een document moet zijn dat als objectieve screening kan dienen om de keuze van de Vlaamse Regering nog eens te laten bevestigen en begeleiden.
Collegas, op basis van dat goedgekeurde plan-MER zal de Vlaamse Regering een volgende beslissing nemen. Betekent dat dat we nog niets hebben beslist? Neen, uiteraard hebben wij ook een beslissing genomen, in het besluit van 28 september 2010. Wij hebben zelfs een beslissing genomen over hoe en waar we die Oosterweelverbinding willen realiseren. Maar we maken een plan-MER waarbij we ook alle alternatieven nog eens screenen, niet alleen inzake harde infrastructuur, maar ook met een aantal randvoorwaarden.
Ik heb vandaag van heel wat sprekers de vraag gehoord om ondertussen heel wat andere zaken te doen. Wel, collegas, wij doen ondertussen allerhande andere zaken. Mevrouw Vogels verwees naar een aantal tramprojecten. Wel, als ik het allemaal optel, zal deze legislatuur verantwoordelijk zijn voor 23 kilometer nieuwe tramlijnen. Ik weet niet hoeveel tramlijnen er gelegd zijn toen Groen in de meerderheid zat, maar het zal in elk geval geen 23 kilometer geweest zijn.
Collegas, wij voeren fietspadprojecten uit, zijn volop bezig op het water, en ook wat de weginfrastructuur betreft zijn we volop aan het werk. Een collega spreekt over het ombouwen van de N49 tot snelweg. Daar zijn we volop mee bezig. Ik ben het daar ook absoluut mee eens. Wij werken vanuit Antwerpen richting West-Vlaanderen. Ik hoop dat die verbinding straks helemaal in orde zal zijn. Andere collegas vragen waarom ik de spade niet in de grond steek voor de A102 en de R11 bis. Ook daar ben ik het mee eens. Kijk naar ons masterplan: daar staan de A102 en de R11 bis in vermeld. Meer zelfs, de gouverneur, Cathy Berx, probeert met alle lokale besturen, die zoals u weet op 1 januari dit jaar vernieuwd werden, tot een consensus te komen om tot snelle uitvoering te kunnen overgaan. Maar ook hier, collegas, moeten wij absoluut een MER maken. Het is belangrijk dat we dat doen voor de R11 bis, maar ook voor de A102, waar ook nog een spoorlijnverbindingsproject loopt. Wij maken dus werk van de bretellen, zeker van de A102 en de R11 bis.
Zoals velen onder u weten, zijn er personen die pleiten voor een zeer snelle verbinding door het Waasland. U weet dat er een pact is van de lokale burgemeesters die zelf hebben voorgesteld om een alternatieve verbinding uit te werken. Wij hebben die ook opgenomen in ons masterplan. We maken daar werk van.
Collegas, in september 2011 hebben wij met Noriant en BAM een overeenkomst afgesloten die de vraag bevatte ik heb het daarnet uitgelegd als antwoord op de vraag van de heer Peeters of een gunning aan Noriant van een beperkt gedeelte van het Oosterweelverbindingsproject mogelijk is binnen de geldende aanbestedingsregels en binnen de regels inzake staatssteun. Het is een van de twee vragen waarover we een antwoord verwachten van Europa.
Dat neemt niet weg dat we nu sowieso snel werk maken van het MER. Natuurlijk is deze Vlaamse Regering van plan om nog tot volledige versleuteling over te gaan als het MER klaar is. Dan kunnen we alle discussies over het tracé afsluiten. Ik zal alles doen wat ik kan om nog tijdens deze legislatuur alle nuttige en nodige beslissingen te nemen. Ondertussen werken we heel hard verder aan alle andere dossiers. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, ik onthoud dat noch commissaris Barnier, noch zijn administratie, al enige formele beslissing heeft genomen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik geloof u voor één keer op uw woord en ook de omgeving van commissaris Barnier. Natuurlijk, zulke geruchten komen niet uit de lucht gevallen. Als een kwaliteitskrant als De Tijd want daardoor hebben we ons laten inspireren meldt dat de omgeving van de betrokken commissaris laat weten dat er problemen zijn met dit hele verhaal, dan zullen die er toch wel zijn zeker. Ik ga ervan uit dat u tracht die problemen op te lossen en dat u bij de commissaris de argumenten zult aanhalen om uw gelijk te halen.
Helaas, minister-president, ben ik sceptisch wat uw vermogens ter zake betreft. Ik vrees een beetje dat Europa gaat doen wat allang werd aangekondigd. Ik vrees dat men zal zeggen: in dit dossier werd al zoveel gewijzigd dat een nieuwe aanbesteding logisch en nuttig is. Trouwens, dat is ook wat het Rekenhof ons al vele maanden geleden heeft meegedeeld.
De tweede vraag luidt: stel dat er een formele beslissing komt, wat is uw plan B? Hoe gaat u met zon beslissing om? U gaat uw hele beleid moeten bijsturen. Hebt u zon plan B? Bent u bereid om in dat scenario de alternatieven te honoreren?
Minister Crevits, u vindt dat we ons over de schadeclaims geen zorgen moeten maken. 1,3 miljoen euro is de absolute limiet. Kunt u dat herbevestigen, minister? Dat baart ons zorgen.
Wanneer mogen we de MER nu eindelijk verwachten? Ik weet dat u uw werk grondig wilt doen. Ik heb daar alle begrip voor, maar wij worden elke keer met een kluitje in het riet gestuurd. We krijgen telkens een andere timing te horen. Wanneer zal het definitief zijn?
Voorzitter, wij zullen een motie opstellen.
Ik heb uiteraard aandachtig geluisterd naar de meerderheidspartijen en naar de verklaring van minister Crevits. Ik heb veel woorden gehoord die deze regering en meerderheid op woensdagnamiddag wel vaker uitspreekt: we gaan het bekijken, we gaan onderzoeken en bestuderen, we maken werk van, we nemen op in masterplannen (Opmerkingen)
Dat is toch zo? Dat komt hier regelmatig terug. We kennen dat verhaaltje inmiddels. Ondertussen staat de Vlaming stil door uw geflater. Ik zal het niet hebben over Europa. Voor ons is het heel duidelijk dat u zich daarachter verschuilt. Iedereen wist wat op ons af kwam. Iedereen weet sinds 2010 wat zon binding in een dossier betekent. Wij keken toen al met zeer grote scepsis naar uw halsstarrig vasthouden aan het Norianttraject.
Uiteraard moeten ook voor Open Vld de procedures worden nageleefd. Uiteraard is zon MER belangrijk. Het is vrij goedkoop ons te verwijten dat we dat niet zouden willen. We hebben er echter wel problemen mee dat die MER inmiddels al twee jaar vertraging heeft opgelopen, bijvoorbeeld door het vis-noch-vleesdubbelbesluit van de Vlaamse Regering, en dat u het in afwachting niet aandurft die maatregelen te nemen die al wel kunnen.
Dat is ons grootste verwijt van deze namiddag: u kunt al dingen doen om dat fileleed te verlichten en u doet dat niet. Is dat bewust? Dan denk ik opnieuw aan de verbindingswegen. Dat kunt u perfect naar voren trekken. Dat is haalbaar, betaalbaar en onmiddellijk realiseerbaar. U doet dat niet. Als u zich daar met dezelfde verbetenheid op had gestort als op dit debat, want blijkbaar hebben we toch wel een gevoelige snaar geraakt, voelde ik, dan was men misschien al aan het bouwen. Er wordt gewerkt aan een dynamisch verkeersmanagement en aan wegsignalisatie. Doe dit sneller. Op mijn opmerking over de noodbruggen over de Singel is niemand ingegaan. Bekijk dit. Ook dat kan het fileleed verlichten.
De algemene conclusie is dat we op onze honger blijven. De Vlaamse Regering studeert, bekijkt, onderzoekt, maakt werk van, neemt op in het masterplan, maar de bottomline zal zijn dat we in 2009 het Antwerpse referendum hebben gehad en dat deze Vlaamse Regering vijf jaar later, in 2014, een palmares zal kunnen voorleggen aan de kiezer waaruit blijkt dat er nog niets is gebeurd, dat men nog steeds vrolijk in de file staat aan te schuiven, bumper aan bumper.
Voorzitter, ik word een beetje lyrisch van dat verhaal. Ik weet niet of u het zich herinnert, maar de eerste BAM-rapportage die ik heb meegemaakt, vond in augustus 2009 plaats, hier beneden in De Schelp. U zat toen al voor. Dat was mijn eerste kennismaking met u. Over anderhalve maand is dat vier jaar geleden. Ik vind het beangstigend vast te stellen dat er in die vier jaar, op die 142 miljoen euro aan studiekosten na, en de mogelijke claim die de Vlaamse Regering en dus de Vlaamse belastingbetaler als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, eigenlijk geen werk is gemaakt van de verzachtende kortetermijnoplossingen. Ik ben het ermee eens dat er grote problemen zijn qua mobiliteit, dat er diverse zaken moeten worden opgelost, maar zoals in een bedrijf geldt ook zelfs in de politiek dat een definitieve oplossing een verzameling van maatregelen is.
Minister Crevits, u hebt aangekondigd dat dit allemaal zou gebeuren, maar vandaag is die N49 tussen Zelzate en Knokke nog altijd geen autosnelweg. Ik begrijp dat niet. Aan de aansluiting met de R4 in Destelbergen en Heusden is er nog altijd sprake van verkeerslichten. Ook op dat vlak is er niets gebeurd. In die vier jaar had men bijkomende rijstroken kunnen aanleggen tussen Sint-Niklaas en Burcht, want de grond is van de Vlaamse overheid, maar ook dat heeft men niet gedaan. Nochtans wist men dat dit dossier zeer politiek, zeer gepolariseerd, zeer moeilijk is. Waarom heeft men geen werk gemaakt van die kortetermijnmaatregelen die men had kunnen nemen? Het is vier jaar later, dus het gaat al niet meer over de heel korte termijn. Een legislatuur telt vijf jaar.
Minister, het zou me al een plezier doen, mocht u op zijn minst een tijdsplanning kunnen geven voor die verzachtende maatregelen, die toch aanzienlijk kunnen helpen, zodat we weten tegen wanneer de door mij opgesomde maatregelen realiseerbaar of gerealiseerd zijn.
Collegas, ik herhaal mijn oproep om op zijn minst de tien jaar die ons nog resten tot de realisatie van Oosterweel of wat dan ook, zinvol en nuttig te gebruiken, en ondertussen tijdelijke maatregelen te nemen. Ik kondig ook een motie aan.
Minister, ik wil u van wederwoord dienen als het gaat over de tramlijnen. U doet wat smalend over het feit dat Groen die niet heeft gerealiseerd. Ik wil u erop wijzen dat die projecten net in twee Groen-gemeenten zijn opgestart, namelijk in Mortsel en Zwijndrecht. De twee betrokken gemeentebesturen en burgemeesters hebben dat volledig gesteund. We zijn graag bereid om u te helpen overtuigen om de tramlijn naar Brasschaat te leggen, waar CD&V die niet wil.
Minister-president, u bent met zeer veel welwillendheid ingegaan op de vraag van collega Penris om het communiqué van de betrokken eurocommissaris Barnier rond te delen. Het is niet met een officiële hoofding, maar tot daar aan toe. Het rare is alleen dat, toen het werd rondgedeeld, de ontvangstmedewerkers het meteen weer moesten ophalen en vervolgens een ander document ronddelen.
Goed, de tekst was dezelfde, maar u voedt zo wel de speculaties die ook door Open Vld zijn geuit. Blijkbaar had men in de eerste versie te weinig uitgewist met Tipp-Ex, want eronder stond nog: Ceci vous convient-il? , of Past u dat? Dat document werd snel weer opgehaald. Dan kregen we een nieuw, waarop alles met Tipp-Ex was uitgewist. Door dat te laten weghalen, voedt u alleen de speculaties dat u effectief contact gehad hebt met de commissaris, dat afgesproken is hoe er gecommuniceerd zou worden, en dat hij u dit gestuurd heeft met de vraag of dat voor u goed was.
Is er met de heer Barnier afgesproken om de communicatie gezamenlijk te verzorgen? Heeft hij gevraagd of dit voor u de goede versie is? Dat mochten we blijkbaar niet weten, want het werd hier meteen weer weggehaald. Dat voedt alleen de speculaties over de relaties in dit dossier met de Europese Commissie. Moet de Commissie nu beslissen, of is het een advies van de commissaris? Het voedt alleen de speculaties over de onduidelijkheid die daarover bestaat.
Minister-president, de vragen van de heer Van Hauthem zijn ook de mijne. Ik zal ze dus niet herhalen. Kunt u ook nog meegeven van wanneer dit document dateert?
In de laatste zin wordt het vermoeden geschapen dat de Europese Commissie zal beslissen. Dat vermoeden is juist wat betreft de notificatie inzake staatssteun, en niet juist wat betreft de procedure die is gestart via het Directoraat-Generaal Markt over de aanbesteding op zich.
Mijnheer Van Hauthem, ik heb de vraag van de heer Penris zo snel mogelijk proberen te beantwoorden. Ik heb een contact gehad met commissaris Barnier. Daarna is er een uitwisseling geweest tussen de woordvoerders, met de inhoud die ik aan mijn woordvoerder heb gegeven en de inhoud die Barnier aan zijn woordvoerder heeft gegeven. Dan is het gebruikelijk om te vragen of dat de afspraken zijn die gemaakt zijn. Deze tekst is ook aan Belga bezorgd, vanuit het kabinet van de commissaris. Die communicatie is zeer duidelijk.
Mijnheer van Rouveroij, u begint nu andere taal te spreken.
Die is identiek dezelfde.
Daarstraks zei u dat er al een beslissing was genomen inzake de aanmelding van staatssteun. Hier zegt de commissaris zeer duidelijk: La Commission ne prendra pas de décision sur le volet aide détat avant cette réunion. Dat is heel duidelijk en beslecht de discussie bij dezen. Er is dus geen beslissing genomen. Die beslissing zal genomen worden na de vergadering. Dat is het antwoord op de vragen die daarstraks zijn gesteld en beantwoord, maar nu nog eens met de bewijzen erbij.
Minister-president, ik heb u nu al de hele namiddag proberen uit te leggen dat er twee procedures zijn. Ten eerste is er de procedure bij het Directoraat-generaal Concurrentie. Dat is uw notificatie, en die kan leiden tot de beslissing van de Europese Commissie. Zo hoort het in de procedure. Ik heb u gevraagd of u weet had van het standpunt van het Directoraat-Generaal, en u hebt intussen mondjesmaat toegegeven dat u inderdaad sinds januari 2012 weet dat het Directoraat-Generaal de intrekking van de notificatie vraagt. Dat dit kan leiden tot de beslissing van de Commissie, heb ik u al drie keer herhaald. U wacht op iets dat niet meer nodig is, want u kent het standpunt al.
Wat betreft de tweede procedure, die u gestart bent bij het Directoraat-Generaal Markt en dan gaat het over de aanbestedingen zeg ik u dat het niet zal eindigen met een beslissing van de Europese Commissie.
Die communicatie is duidelijk tot stand gebracht tussen u beiden, dus u weet wat er staat. Betekent die laatste zin dat de commissie een beslissing zal nemen over uw aanbesteding, ja of nee? Of gaat het alleen maar over de staatssteun?
Dit is een eigenaardige discussie. We hebben een aanmelding van staatssteun gedaan aan het directoraat-generaal Concurrentie en gevraagd of er een verbouwde staatssteun is wanneer wij al een gedeelte zouden toewijzen aan Noriant. Het directoraat-generaal Concurrentie heeft het directoraat-generaal Interne markt en diensten erbij gehaald. Daar is geen beslissing genomen over de aanmelding van staatssteun. Er is ook een dossier over de concessie. U haalt er dus een ander dossier bij. In het begin hebt u gezegd dat het hier niet gaat over de problematiek van concessie maar over staatssteun, met name de vraag of een deel kan worden gegund aan Noriant. Uw stelling is dat de Europese Commissie een beslissing heeft genomen. Dat is bij dezen tegengesproken door dit bericht van de commissaris. Ik hoop dat het debat daarmee is gesloten en dat iedereen weet wat de juiste stelling is. Alle andere elementen zijn voorbarig en wat mij betreft, niet ter zake.
Dit is mijn laatste repliek, want het wordt hier een welles-nietesspelletje. Ik vraag aan iedereen in dit halfrond die heeft geluisterd en gekeken en aan al wie dit heeft gevolgd als bevoorrechte waarnemer, om het verslag en de teksten die vanavond al beschikbaar zijn, erop na te lezen. Het gaat hier op geen enkel moment over de problematiek van de toewijzing van de nv BAM richting nv Liefkenshoek. Dat is een ander thema. Dat is een concessiedossier en daarover gaat het niet.
Het gaat hier uitsluitend over twee dossiers: enerzijds notificatie van de staatssteun en anderzijds de aanbestedingsproblematiek. Minister-president, wat de notificatie van de staatssteun betreft, heb ik u gevraagd of u kennis hebt van het standpunt van het directoraat-generaal. U hebt daar eerst niet op geantwoord. Tijdens een tweede betoog hebt u mondjesmaat toegegeven dat u sinds januari 2012 weet dat dit negatief is. Dat kan inderdaad leiden tot een beslissing van de Europese Commissie. Dat heb ik elke keer herhaald. U moet echter niet wachten op de beslissing van de Europese Commissie inzake staatssteun, want u kent hoe dan ook het standpunt van het directoraat-generaal.
U hebt een procedure gestart bij het directoraat-generaal Interne markt en diensten, waarbij u voortdurend de indruk geeft dat die leidt tot een beslissing van de Europese Commissie.
Neen, neen, dat is doorgestuurd.
En dan zeg ik u voor de duizendste keer dat u wacht op Godot. Er zal geen beslissing volgen. U zult die aanbesteding moeten herbeginnen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Peeters, er is daarnet opgemerkt dat we niets doen terwijl er 23 kilometer tramlijn in de pijplijn zit. Uiteraard hebben we de lokale besturen en de stad Antwerpen daarvoor nodig. Maar kom hier niet zeggen dat we in het dossier van het Masterplan Antwerpen niets doen. Ik vind het vreselijk dat er voortdurend wordt gezegd dat wij niets doen terwijl we overal volop aan het werken zijn.
Ik doe ook geen afbreuk aan het feit dat lokale besturen moeten meewerken. Wanneer een lokaal bestuur tegen iets is, dan wordt het heel moeilijk om dingen uit te voeren.
Wat het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel betreft, vraag ik u om het laatste rapport van het Verkeerscentrum te lezen. Daar staat letterlijk: Dat zorgt ervoor in de spits dat er vijftig autos minder door de Kennedytunnel gaan rijden en honderd minder op de ring. Dat is ook logisch als men op de kaart bekijkt hoe ver de Liefkenshoektunnel verwijderd ligt van de stad. Als we weten dat 60 procent van het verkeer in Antwerpen moet zijn, dan weten we dat die niet door de Liefkenshoektunnel gaan rijden. Het Verkeerscentrum heeft dat onderzoek gevoerd en het voorgesteld in het parlement. Ik kan er ook niets aan doen als u dat niet gelooft. Ik kan niet anders dan wijzen op de berekeningen en op het feit dat dit geen oplossing is. Het is dus niet juist wanneer men vandaag zegt dat er geen Scheldekruising nodig is. Dat is voor mij nu toch wel duidelijk.
Mijnheer Van Mechelen heeft terecht gesteld dat op een bepaald moment, in 2009, alles klaar was. De bouwaanvraag was ingediend en het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan was vastgelegd. Mevrouw De Ridder, ik heb het een beetje lastig wanneer u zegt dat er is geklungeld en geknoeid. U was er als de kippen bij om te zeggen dat in 2009 de Antwerpenaar heeft beslist en dat er dus iets anders moest komen. Deze Vlaamse Regering heeft haar verantwoordelijkheid genomen en beslist dat alles onder de grond gaat. Maar wij moeten natuurlijk ook de vereiste procedures volgen.
Ik weet niet wie er heeft beweerd dat we sinds 2009 140 miljoen euro hebben uitgegeven. Dat is niet juist. Wie de schriftelijke vraag van de heer Vereeck leest, zal merken dat hij om de uitgaven sinds 2001 heeft gevraagd. Aanvankelijk hadden we een tabel met de uitgaven. Ik heb de heer Vereeck ook uitleg gegeven. Ik heb toegelicht waar en in verband met welke maatregelen dat geld is uitgegeven. Mijn antwoord bevat veel uitleg over de oorsprong van de kosten sinds 2001. Het lijkt wel alsof we dit allemaal in de loop van een jaar hebben gespendeerd. Dat is niet juist.
Ik verzet me absoluut tegen mensen die verklaren dat de Vlaamse Regering de MER-procedure vertraagt. Dat is absoluut niet juist. Een coördinator begeleidt de MER-procedure. We beschikken ook over een milieucel, die ons heeft toegelicht hoeveel varianten er zijn.
De heer Stevens heeft in de commissie verklaard dat hij goede contacten met de actiegroep stRaten-generaal heeft. Die mensen hebben hem bezocht om wijzigingen aan het project aan te brengen. Indien de Vlaamse Regering haar eigen project ook wat wil wijzigen, krijgen we te horen dat we geen studiebureau mogen aanstellen om wijzigingen aan te brengen.
Eigenlijk willen we allemaal hetzelfde. We willen snel een spade in de grond steken en, indien het van mij afhangt, de Scheldekruising op een goede manier tot stand brengen langs het tracé dat wij hebben gekozen. We onderzoeken echter ook alle andere alternatieven. Iedereen die zijn eigen alternatief kan verbeteren, mag dat gerust doen. De heer Stevens heeft in het Vlaams Parlement verklaard er geen bezwaar tegen te hebben dat de Vlaamse Regering en anderen tot verbeteringen overgaan. Het kan een bijdrage tot een verbetering van het dossier betekenen.
Wat de verbindingswegen betreft, klopt de stelling dat de N49 nog niet helemaal is omgeturnd. We werken hier, project na project, aan voort. We leggen ventwegen aan. Het is allemaal gemakkelijk gezegd. We moeten van de N49 een autostrade maken. Nu rijden daar echter landbouwmachines over. We kunnen daar geen bijkomende motor op installeren om die voertuigen de gewenste snelheid te laten bereiken. We moeten ventwegen aanleggen. Dit betekent dat we landbouwgrond moeten onteigenen. We voeren dat allemaal uit. We zullen die ventwegen aanleggen. De afstand tussen Antwerpen en Knokke is echter groot. We zijn hier volop aan bezig.
Ik wil niet het verwijt horen dat we hier niet aan werken. Dat is voor mij ook een interessante oplossing om snel in Antwerpen te geraken. We werken dan ook keihard door. We mogen daar echter niet op een populistische manier over spreken. We kunnen niet stellen dat het landbouwverkeer de lucht in moet of dat die voertuigen niet meer mogen rijden. Het landbouwverkeer moet zich ook kunnen verplaatsen.
Wat de andere alternatieven betreft, wil ik opmerken dat het masterplan al veel elementen bevat. Wie beweert dat de Vlaamse Regering niets kan realiseren, moet weten dat we de Gentse ring rondmaken, aan de noord-zuidverbinding in de Kempen werken en spitsstroken hebben aangelegd. Over dat laatste punt heb ik vaak gehoord dat ik dat zeker niet mocht doen. Spitsstroken waren zeer slecht en zouden vol sluipverkeer lopen. Ondertussen zien we de resultaten. Het gaat om vertragingen van 10 tot 15 minuten.
Hoewel op het terrein hard wordt gewerkt, geef ik deemoedig toe dat ik de grootste fan ben van al wie beweert dat we de bijkomende Scheldekruising tot stand moeten brengen. Dit is natuurlijk het grootste en het moeilijkste dossier. Als het van de Vlaamse Regering en van mezelf afhangt, is dit wat Antwerpen het meest nodig heeft.
Ik herhaal mijn engagement. Het is voor mij belangrijk dat de MER zo snel mogelijk afgeraakt en wordt goedgekeurd en dat de Vlaamse Regering vervolgens daadkrachtig de volgende stap kan zetten. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Dat na het referendum in 2009 een en ander moest worden bijgestuurd, weet ondertussen iedereen. Daar hoeft de minister ons niet meer van te overtuigen. Het gaat er echter om wat de jaren nadien is gebeurd. We wachten nog steeds op bijsturingen. Indien de minister zich in 2009 met dezelfde verbetenheid op de verbindingswegen had gestort, waren we nu al aan het bouwen.
De bottomline zal erin bestaan dat de minister iets heeft gedaan. Er is hier en daar een spitsstrook aangelegd. Er is wat in het openbaar vervoer geïnvesteerd. Er zal in 2014 echter geen vermindering zijn (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
Mijnheer Verfaillie, ik schaam me nooit in het halfrond.
De bottomline is dat het fileleed van de Antwerpenaren en van de andere mensen die daar moeten zijn, in 2014 niet zal zijn verminderd.
Dus die tangenten: ik snap echt niet waarop u wacht. Er zijn plannen. De burgemeesters in het Waasland zijn het ermee eens. Het zit in uw Masterplan 2020. Voer het uit. 2014 is vijf jaar na het referendum. Ik hoor het graag dat u zegt dat we moeten onderzoeken, moeten bestuderen, maar na vijf jaar gaat er de facto niets gebeurd zijn. Dat is de balans die deze Vlaamse Regering zal voorleggen aan de kiezer.
Minister, ik denk dat de heer van Rouveroij gelijk heeft. De conclusie zal zijn dat u de gunning opnieuw zult mogen doen, wat niet alleen onmiddellijk een schadeclaim betekent verschrikkelijk, want weer 500 miljoen euro belastinggeld , maar wat ook betekent dat er opnieuw jaren verloren zullen gaan.
U zegt dat u veel doet, en dat zal ik niet betwijfelen, maar er zijn vier jaren voorbij. Ik ben hier ook vier jaar. Het openbaar leven van Christus heeft maar drie jaar geduurd en iedereen spreekt erover, ook al is het 2000 jaar geleden. Uw partij zou dat zeker moeten weten.
U kon er al vier jaar aan werken. Minister, er zijn nog andere elementen in het dossier, zoals de A4, de snelweg tussen Bergen op Zoom en Rotterdam. Er ontbreken nog twee stukken, maar eind dit jaar is dat klaar. Dat betekent dat het voor een vrachtwagen die van Rijsel naar Rotterdam rijdt, 89 kilometer korter is als hij in Knokke over de Expresweg, door de Liefkenshoektunnel, naar de A4 rijdt. Minister, uw verhaal over de Liefkenshoektunnel klopt dus niet omdat u geen rekening houdt met nieuwe infrastructuur. Bovendien moet u iets doen aan de bewegwijzering. In Burcht vind je enkel wegwijzers met Burcht op en helemaal op het einde is er een klein bord met Rotterdam op. Daar moet u aan werken.
De vier jaren zijn voorbij en verloren. Het is aan u om de uitdaging aan te gaan en toch concreet grote zaken te realiseren, los van het BAM-dossier, dat waarschijnlijk half aan het zinken is.
Mevrouw De Ridder, we hebben vorige week al eens een pittig debat gehad, misschien kan dat vandaag nog eens. Ik vind het spijtig dat u vorige week niet hebt deelgenomen aan het werkbezoek aan het Vlaams Verkeerscentrum. Er waren wel een aantal andere collegas, onder wie voorzitter Peumans en Bart Martens. Het Vlaams Verkeerscentrum is er enorm op vooruitgegaan en erg bezig met dynamisch verkeersmanagement. Het is fantastisch wat er op dat vlak gebeurt.
We kunnen elk van de dingen die u naar voren brengt, verder uitdiepen zodat blijkt dat er op het terrein wel veel gebeurt, maar je moet het natuurlijk ook willen zien en je moet natuurlijk ook op het werkterrein willen komen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
Het Vlaams Belang, Open Vld en LDD en Groen kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 17.45 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.