Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik vraag even het woord om duidelijk aan te geven waarover de discussie ging in de commissie en waarover het ontwerp van decreet specifiek gaat. Het is een omzetting van de Europese Pesticidenrichtlijn. Er bestaat vandaag in Vlaanderen al heel wat regelgeving over het pesticidengebruik, maar zoals de meeste collegas weten, doet die regelgeving voornamelijk uitspraak over het gebruik in openbare eigendommen. Het is zo dat Europa vandaag ook wenst dat voor andere terreinen die betreden worden door het brede publiek en voornamelijk ook door kwetsbare groepen duidelijke regelgeving bestaat. Daarnaast moet een duidelijke regeling voor afwijken uitgeschreven worden en ook dat is opgenomen in het ontwerp van decreet.
Er werd gekozen voor één kaderdecreet, wat betekent dat de andere decreten vervallen omdat alles in één decreet vervat zit. In de commissie is er wat discussie geweest over de vraag waarom er soms wat vage regelgeving in staat en het niet tot in detail is uitgewerkt, uit bezorgdheid dat er mogelijk te snel kan worden afgeweken. Andere collegas gaven aan dat het goed is dat er afwijkingen mogelijk zijn, want dat dat op bepaalde momenten nodig is. De minister heeft aangegeven dat er is gekozen voor een kaderdecreet om net korter op de bal te kunnen spelen en om rekening te kunnen houden met goede argumenten om eventuele afwijkingen toe te staan. Daarom gebeurt de verfijning in de uitvoeringsbesluiten.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, de titel duurzaam gebruik van pesticiden verraadt inderdaad het opzet en is duidelijk over de doelstelling. Het gaat over het blijvend gebruik van pesticiden, giftige stoffen die we zelf in onze leefomgeving brengen en waarvan we vaak niet alle effecten op onze gezondheid kennen. In hoeverre dit duurzaam kan zijn, is mij totaal vreemd. Het lijkt me dan ook een contradictio in terminis. Het ene is tegengesteld aan het andere.
Niet langer geleden dan de voorbije week werden we geconfronteerd met de resultaten van het recentste rapport van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV), dat nog maar eens bevestigt dat er in 80 procent van ons fruit en 60 procent van onze groenten restanten van pesticiden worden aangetroffen, waarvan we het cumulatieve effect op onze gezondheid niet kennen. Maar daar gaat dit ontwerp van decreet niet over.
Ongeveer tegelijkertijd kwam de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) met een mededeling die aan duidelijkheid niets te wensen overliet: Late lessons from early warnings. De boodschap was duidelijk dat de systeempesticiden van de familie van de neonicotinoïden zeer schadelijk zijn voor onze bijen, een problematiek die we in dit parlement al ter sprake hebben gebracht. We hebben er ook een resolutie over goedgekeurd. België en Vlaanderen hebben daaruit geen doeltreffende conclusies getrokken, en in tegenstelling tot in de ons omringende landen blijven giftige stoffen hier constant aangewend. Maar daar gaat dit ontwerp van decreet ook niet over.
Nog deze voormiddag kregen we in de commissie Landbouw een voorstelling van het transitierapport.
Voorzitter, dit is niet het voorwerp van de discussie. Is het dan de bedoeling dat we hier een debat gaan voeren over alles wat met pesticiden te maken zou hebben.
De heer Peeters heeft het woord. Het is niet aan mij om te oordelen over wat hij hier vertelt.
In dat transitierapport werden twee cijfers geciteerd en ik geef ze hier ook: in 56 procent van de meetpunten van het VMM-grondwaternet is in 2010 een overschrijding vastgesteld van de kwaliteitsnorm voor afbraakproducten van bestrijdingsmiddelen. Nog straffer: voor het herbicide diflufenican is zo maar even in 92 procent van de bemonsterde plaatsen de concentratie in het grondwater te hoog, waardoor chronische effecten kunnen optreden. Daar gaat het ontwerp van decreet ook niet over.
Collegas, ik gebruik deze inleiding gewoon om even aan te duiden hoe belangrijk het is als er giftige stoffen in onze directe leefomgeving worden gebracht. Dit ontwerp van decreet gaat niet over voedselbronnen, niet over oppervlaktewater en niet over grondwater. Neen, het gaat over het uitzicht van onze voetpaden, straten en pleinen waar openbare besturen en anderen het beheer over hebben en waar we zeker alle plantjes moeten bannen door een totale verdichting, en als verdichting niet kan, door het spuiten van gif.
Waarom doen we dat? Omdat een steenpartij vaak mooier overkomt dan wat kiemend groen. Voor de veiligheid van onszelf, onze kinderen en ouderen? Ik denk het niet. We weten immers dat de aanwezigheid van kleinschalig groen in stedelijke omgevingen en verharde omgevingen de hittestress tegen kan gaan. We weten ook dat zonder, gezonder is.
De uitvoeringsbesluiten van dit ontwerp van decreet, die we op vraag hebben gekregen in de commissie waarvoor dank , voorzien in procedures om bij dringende melding of bij een aangevraagde afwijking, toch nog pesticiden te mogen gebruiken op delen van het openbaar domein. Het nationaal actieplan voorziet in een administratie bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), met een heus secretariaat, in procedures, in een stuurgroep, in rapportages, maar slechts heel weinig in voorlichting, want daarover worden in dit ontwerp van decreet geen nieuwe engagementen aangegaan.
Collegas, als in de voorafgaande enquête een derde van de gemeentebesturen aangeeft tegen 2015 in orde te willen zijn met de stop van pesticidegebruik, dan is dat hoopgevend. Dat zou de basis moeten zijn voor een realistisch en haalbaar nulgebruik waarvoor dit ontwerp van decreet de basis zou moeten leggen. Nu worden de slechte leerlingen beloond en krijgt het gebruik van pesticiden opnieuw ruimte. We kennen de praktijk en de realiteit bij veel terreinbeheerders. In dit ontwerp van decreet is ook geen sprake van informatie voor de bevolking, er is geen sprake van sensibilisatie en begeleiding van gemeentebesturen, en nog minder voor de ontwerpers van de openbare ruimte. Dit is een ontwerp van decreet ik geef het toe, het is een kaderdecreet van de gemiste kans en van de foutieve keuzes. De uitvoeringsbesluiten verraden de werkelijke opdracht en zetten de deur opnieuw open voor een blijvend gebruik, geen duurzaam gebruik, van pesticiden.
Met de opmerking van de Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze (Velt) en de adviezen van de Minaraad werd niet veel rekening gehouden. De getrapte aanpak van eerst preventie, dan alternatieven en dan aangepast beheer vinden we niet terug in dit ontwerp van decreet. Voor ons is het beter te blijven streven naar een nulgebruik, wat effectief mogelijk is door het aanwenden van mechanische middelen. Het is beter dan het gebruik van pesticiden bij decreet blijvend mogelijk te maken.
Wij willen de rapportering die is aangekondigd in het actieplan en voorzien is voor 2017, afwachten. We zullen dit ontwerp van decreet nu niet goedkeuren, maar we zullen ons onthouden. (Applaus bij Groen)
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, het toepassingsgebied van dit ontwerp van decreet slaat niet op pesticiden die zijn toegelaten in de landbouw, het slaat op het beperken van het gebruik van bestrijdingsmiddelen op openluchtterreinen die publiek toegankelijk zijn. Dat is ook de bevoegdheid die ons in de wetgeving rond de hervorming van de instellingen is toegewezen.
Dat neemt niet weg, collegas, dat ik denk dat we toch vanuit het Vlaamse Gewest onze zeg kunnen doen over pesticiden die in de landbouw van toepassing zijn, met name via het actieplan dat ook door de Vlaamse Regering moet worden goedgekeurd en waarin maatregelen staan rond integrated pest management, wat ook slaat op het beperken van het gebruik van pesticiden in de landbouw. De problematiek van de neonicotinoïde, waar collega Peeters het over heeft, gaat ons allen aan omdat die in verband wordt gebracht met de massale bijensterfte, waarover dit halfrond ook resoluties heeft goedgekeurd. Die problematiek kan dus wel degelijk worden aangepakt in het actieplan rond pesticiden en kan door het Vlaamse Gewest worden beïnvloed door de bevoegdheid die het heeft op het vlak van integrated pest management.
Ik zou de minister willen oproepen hier aandacht aan te schenken. Het betreft een problematiek die momenteel binnen de EU heel wat aandacht krijgt. Die aandacht is terecht, want we weten dat 80 procent van onze planten voor hun voortplanting van bijen afhankelijk zijn. Dat is voor onze land- en tuinbouw en voor onze fruitteelt van uitzonderlijk groot belang.
Mijn oproep aan de minister, die hier aanwezig is, houdt in dat ze in het actieplan dat de federale overheid en de verschillende gewesten moeten goedkeuren de nodige aandacht moet schenken aan het gebruik en het toelaten van pesticiden in de landbouw en, meer bepaald, aan het bannen van de neonicotinoïden.
Wat de opmerking van de heer Peeters over het preventief gedeelte betreft, wil ik opmerken dat veel afhangt van de uitvoering die aan dit ontwerp van decreet wordt gegeven. Het betreft hier een ontwerp van kaderdecreet met een beperkt toepassingsgebied. Langs de andere zijde hebben we felicitaties van de Vlaamse Liga tegen Kanker gekregen omdat het toepassingsgebied niet enkel pesticiden, maar ook biociden omvat. Dit is volgens de Europese richtlijn niet verplicht. Op dat vlak gaan we verder dan de Europese richtlijn ons oplegt.
Het leeuwendeel van de acties en de maatregelen is afhankelijk van de uitvoeringsbesluiten en de actieprogrammas die nog moeten worden opgesteld. Ik herhaal dan ook wat we in de commissie hebben verklaard. We geven dit ontwerp van decreet een groen licht. Het betreft een omzetting van een Europese richtlijn en we gaan zelfs verder dan wat ons door de Europese Commissie wordt opgelegd. The proof of the pudding is in the eating. We zullen de actieplannen en de uitvoeringsbesluiten die hieruit voortvloeien dan ook heel kritisch opvolgen.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, Vlaanderen moet opnieuw een Europese kaderrichtlijn omzetten. Ditmaal gaat het om het pesticidengebruik. Dit ontwerp van kaderdecreet vergt nog heel wat uitvoeringsbesluiten.
We hadden al een decreet betreffende de pesticiden. Deze Vlaamse Regering en de vorige Vlaamse Regering hebben, onder meer met de campagne Zonder is gezonder al heel wat inspanningen verricht om het pesticidengebruik in Vlaanderen terug te dringen. Er zullen uiteraard nog heel wat meer inspanningen moeten worden verricht. Vooral de gemeentebesturen zullen blijvend moeten worden ondersteund om de doelstelling inzake het nulgebruik te kunnen halen.
We keuren dit ontwerp van decreet goed omdat het volgens ons een meerwaarde biedt. De mogelijkheid bestaat uitzonderingsmaatregelen te nemen. Het is immers niet altijd mogelijk overal in Vlaanderen tot een nulgebruik te komen. Om die reden vinden we dat dit ontwerp van decreet een meerwaarde heeft. Wij staan voor een groen beleid, maar vooral voor een realistisch groen beleid.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, het is duidelijk dat de Open Vld-fractie absoluut voorstander van een verminderd gebruik van pesticiden is. Dat blijkt ook uit de voortrekkersrol die we in verband met de resolutie over de bijenpopulatie hebben gespeeld.
Een van de vragen die tijdens de commissiebesprekingen zijn gesteld, betreft de opportuniteit de Vlaamse regels strenger te maken dan de Europese richtlijn. Het is niet zo dat wij de lat minder hoog willen leggen. We zien in de praktijk echter nu al dat heel wat lokale besturen het moeilijk hebben de doelstelling, een verbod vanaf 1 januari 2015, te halen. Waarschijnlijk zal 40 procent van de gemeenten de deadline niet halen. Bovendien heeft 15 procent van de gemeenten al laten weten dat het niet zal lukken.
Het voorliggend ontwerp van decreet is bijzonder vaag. Dit is niet enkel het standpunt van de Open Vld. Ook de heer Sauwens, een partijgenoot van de minister, heeft dit tijdens de commissiebesprekingen benadrukt. Om die reden hebben we de principieel goedgekeurde uitvoeringsbesluiten ontvangen.
Het is onduidelijk hoe de doelstelling betreffende de uitbreiding naar andere voor het publiek toegankelijke plaatsen en naar plaatsen waar veel kinderen komen, zoals scholen of terreinen van jeugdbewegingen, zal worden gehaald. Het is dan ook een gemiste kans dat deze elementen in de reguleringsimpactanalyse nauwelijks aan bod zijn gekomen. Ook op de vragen over de kostprijs of over de behoefte aan meer mankracht is geen afdoend antwoord gegeven. Bovendien blijven we ons afvragen of het niet logischer zou zijn nu realistische en concrete doelstellingen op te leggen.
Op dit ogenblik moeten veel lokale besturen de tering naar de nering zetten. Minister Bourgeois heeft dit vandaag omschreven als een confrontatie met een lege kas. Mijn fractie is dan ook van oordeel dat we moeten opletten de lokale besturen niet nog maar eens op kosten te jagen om bijvoorbeeld meer mankracht in te zetten. We hebben in de principieel goedgekeurde uitvoeringsbesluiten ook gelezen dat er een bijkomende administratie zal moeten opgezet worden.
Wij zullen ons onthouden, zoals wij dat ook in de commissie hebben gedaan.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Ik wil hier nog even benadrukken dat dit decreet verder gaat dan de richtlijn van Europa omdat ook de biociden erin zijn opgenomen. Dat is goed. Maar we moeten een realistisch beleid voeren. Waar nodig moeten we uitzonderingen kunnen toestaan, maar we moeten natuurlijk proberen dat zoveel mogelijk te beperken. Heel veel gemeenten werken nu al pesticidenvrij.
Mevrouw De Vroe, u uit uw bezorgdheid over de kostprijs voor de gemeenten. In de commissie werd aan de hand van een reguleringsimpactanalyse (RIA) duidelijk gemaakt dat een aantal gemeenten meer betalen voor het onderhoud en een aantal gemeenten veel minder, door een aangepaste groenaanleg en aangepaste methodes.
Wat betreft de uitvoeringsbesluiten is het van groot belang dat ze in de geest van het decreet zijn. Mijn fractie zal dit zeer goed opvolgen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het gaat hier inderdaad om de omzetting van een Europese richtlijn. Mijnheer Peeters, ik heb u vooral horen zeggen waarover het niet zou gaan. Dit is natuurlijk de uitvoering van een Europese richtlijn. U hebt vooral verwezen naar een aantal bevoegdheden, zoals productnormering, die op dit moment nog niet tot onze bevoegdheid behoren. Uiteraard gaat dit decreet niet daarover omdat we die bevoegdheid niet hebben.
Ik verwijs naar 2001, toen uw partij ook verantwoordelijkheid droeg. Toen hebt u ervoor gekozen om op dezelfde manier te werk te gaan. Ik dacht dat u tevreden zou zijn dat wij daarop voortbouwen met dit ontwerp van decreet. Blijkbaar hebt u daar toch een aantal problemen mee.
Wil dat zeggen dat wij niet zullen inzetten op sensibilisering omdat dat niet uitdrukkelijk in dit ontwerp van decreet is bepaald? Neen, uiteraard blijven sensibilisering en voorlichting heel belangrijk. Daar zal absoluut werk van worden gemaakt. We hebben in het verleden al heel veel gedaan. Mevrouw Van den Eynde heeft daarnaar verwezen. We zullen daar verder op blijven inzetten.
Sommige collegas zeggen dat het niet ver genoeg gaat, anderen zeggen dat het te ver gaat omdat lokale besturen veel te veel verplichtingen krijgen. De waarheid zal ergens in het midden liggen. Mevrouw De Vroe, wij bouwen hier verder op wat in 2001 werd beslist. Toen was er een vaste datum, 2015, waarop alle lokale besturen geen pesticiden meer mochten gebruiken. We hebben nu, op voorstel van de VMM, in een mogelijke uitzondering voorzien. Maar dat moet goed worden gemotiveerd. Er zijn dus ook geen extra kosten voor die lokale besturen. Dat is belangrijk. Die uitzondering zal niet zomaar worden verleend. Zij moet goed worden onderbouwd voor de lokale besturen die het nog moeilijk hebben om 2015 te halen.
Het klopt ook dat wij op een bepaald vlak iets ruimer gaan dan wat de Europese richtlijn voorschrijft. Het gaat niet alleen om pesticiden, maar ook om biociden. Dat was ook bepaald in het initiële decreet van 2001. Het is logisch dat we ook die lijn doortrekken.
Mijnheer Martens, u verwijst naar het feit dat een integrale benadering belangrijk is. Dat klopt. We maken daar ook werk van. U weet dat wij in februari een actieplan aan de Vlaamse Regering zullen voorleggen. Daar zal ook een openbaar onderzoek aan gekoppeld zijn. Er zal heel veel inspraak zijn. Daarnaast wil ik ook verwijzen naar het federale actieplan, waarin ook landbouw zal zijn opgenomen, in verband met de voedselveiligheid en dergelijke. Daar wordt samen met de landbouw gewerkt aan de uitvoering.
Collegas, dit is een correcte omzetting van de richtlijn. De uitvoeringsbesluiten zijn meegedeeld en hebben als bedoeling u zoveel mogelijk te informeren over de manier waarop wij dit kaderdecreet willen uitvoeren.
Voorzitter, als u me toestaat, zou ik ook nog willen aangeven dat er nog een technische correctie zou moeten gebeuren. Artikel 5/1 zou eigenlijk artikel 6 moeten worden, en ook de daaropvolgende artikelen zouden dus eigenlijk vernummerd moeten worden. Deze informatie werd al overgemaakt aan uw diensten, maar ik wil u ook nu nog eens uitdrukkelijk vragen om hier rekening mee te houden bij de artikelsgewijze bespreking.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 1823/1)
De artikelen 1 tot en met 5 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Is het parlement het eens met het verzoek van minister Joke Schauvliege om de artikelen 5/1 tot en met 16 te vernummeren tot de artikelen 6 tot en met 17? (Instemming)
De vernummerde artikelen 6 tot en met 17 worden zonder verdere opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.