Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van de heer Johan Verstreken, mevrouw Kathleen Deckx, de heren Lieven Dehandschutter, Marc Vanden Bussche en Luckas Van Der Taelen en mevrouw Ulla Werbrouck betreffende het aanmoedigen van klasreizen naar sites gerelateerd aan de Eerste Wereldoorlog voor leerlingen van het secundair onderwijs in het kader van de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog.
Dit voorstel van resolutie werd, wat de heer Lieven Dehandschutter betreft, op 23 januari 2013 overgenomen door de heer Marius Meremans.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Pehlivan, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de heer Verstreken lichtte het voorstel van resolutie namens de indieners toe.
De Eerste Wereldoorlog vormt een mijlpaal in onze geschiedenis. De politieke, economische en maatschappelijke gevolgen waren enorm. Aangezien er geen oorlogsgetuigen meer in leven zijn, is het aan de volgende generaties om ons oorlogserfgoed intact te houden en de vredesboodschap verder uit te dragen. Het is dan ook belangrijk dat de jongeren van nu voldoende kennis vergaren over die Groote Oorlog en over wat die allemaal heeft teweeggebracht in Vlaanderen en de wereld.
Het doel van dit voorstel van resolutie is om klasreizen aan te moedigen voor leerlingen van het secundair onderwijs naar sites gerelateerd aan de Eerste Wereldoorlog. De heer Verstreken benadrukt expliciet dat het niet de bedoeling is om via dit voorstel van resolutie te interfereren in de eindtermen van de scholen. Ik geef een opsomming van de voornaamste verzoeken aan de Vlaamse Regering: de secundaire scholen aanmoedigen om hun leerlingen de projecten van Flanders Field en het project in het kader van de herdenking 100 jaar Groote Oorlog te doen bezoeken; de koepels en netten aanmoedigen om de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog in het algemeen, en de gebeurtenissen aan het westelijk front in Vlaanderen, op te nemen in de leerplannen van het basis- en het secundair onderwijs; verder inzetten op internationale vredeseducatie en sensibiliseren rond de themas verdraagzaamheid en internationale verstandhouding; de basiskennis en de basisinzichten over de Eerste Wereldoorlog aanscherpen.
De indieners hebben nog een amendement aan de resolutie toegevoegd. Met het amendement wilden ze de vrijheid van de leraars benadrukken om zelf de klasreizen in te vullen. Na de verschillende betogen van de collegas werd het amendement aangenomen met twaalf stemmen voor bij één onthouding. Het aldus geamendeerde voorstel van resolutie werd eenparig aangenomen met dertien stemmen.
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, ik wil mevrouw Pehlivan danken voor het mooie verslag. De Eerste Wereldoorlog is inderdaad een mijlpaal in onze geschiedenis, dat hoeft geen betoog, aangezien die oorlog intussen al bijna honderd jaar achter ons ligt.
Ik zag toevallig een reportage op de regionale televisie waar een 107-jarige overlevende een aantal herinneringen ophaalde en verhalen vertelde. Ik stond zelf verbaasd, want ik dacht dat niemand nog verhalen kon vertellen. Gelukkig zijn die getuigenissen intussen ook bewaard in het VRT-archief, mede door de vorige resolutie over de Eerste Wereldoorlog die we hier hebben goedgekeurd.
Het spreekt vanzelf dat we op de volgende generaties moeten kunnen rekenen om ons oorlogserfgoed intact te houden en te streven naar nooit meer oorlog. Ook de toekomstige generaties moeten we bewust maken van die vredesboodschap. We moeten de jeugd sensibiliseren. Deze herinnering moet levend blijven. Het is dan ook op de sites waar zich een en ander heeft afgespeeld, dat de sterkste ervaringen kunnen worden opgedaan.
Als we hier zouden vragen aan studenten waarom ze op 11 november een dag vrijaf hebben, dan zouden weinigen dat weten. Ze zouden denken: een dagje extra. Vraag je dat in Groot-Brittannië, dan kan elke Brit je zeggen waarom, en kan hij vertellen wat er gebeurde in de Vlaamse velden. Zelfs bijvoorbeeld in het Iraakse Halabja weet men dat. Daar vond de laatste gasaanval plaats, door het regime van Sadam Hoessein. De eerste gasaanval was hier in Vlaanderen. Daar zijn links. Ook daar weet men wat er hier op 11 november is gebeurd.
Ik heb deze mooie anekdote wellicht al eens verteld in de commissie, of aan een aantal collegas. Vijftien jaar geleden had ik een kippenvelmoment in Australië. Ik was daar toevallig op 11 november. Ik deed een excursie naar het snorkeleiland bij het Great Barrier Reef. Ik was op weg daarheen, onder een stralende zon. Op een bepaald moment gebaarde de kapitein van de boot naar de animator die aan het vertellen was welke mooie vissen we bij het snorkelen te zien zouden krijgen. De animator zei: Sorry, ladies and gentlemen, its November 11th. Were going to keep one minute of silence for all the people who died in the fields of Flanders. Op dat moment was het er 38 graden, maar ik kan u garanderen dat ik er kippenvel van kreeg. Dat ging door merg en been. Naderhand kwam ik een aantal Vlamingen, landgenoten tegen die iets gelijkaardigs hadden meegemaakt in een grootwarenhuis, aan de rode lichten. Daar werd op de radio één minuut stilte gehouden omdat het 11 november was. Dat is een zeer krachtig signaal. Het is schitterend dat de mensen in andere landen weten wat er hier gebeurde, maar die band is er niet meer bij onze eigen schoolgaande jeugd. Daarom is dit voorstel van resolutie van groot belang. Zo kan hier de nodige aandacht aan worden besteed. Enkel zo kunnen de huidige en toekomstige generaties bewust worden gemaakt van de gevolgen van die Eerste Wereldoorlog, van wat die heeft teweeggebracht. Ook de themas van verdraagzaamheid en een tolerante samenleving kunnen daarbij aan bod komen.
Voorzitter, ik wil daar nog één puntje aan toevoegen. We dienen een amendementje in. Toen we dit voorstel hebben ingediend, was er immers sprake van Wapenstilstand 2012. Dat wordt vervangen door de zinsnede in het kader van de eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog ondertekend zal worden. (Applaus)
De heer Meremans heeft het woord.
Geachte leden, dit is inderdaad een belangrijk voorstel van resolutie. Ik kom uit het onderwijs. Heel wat scholen gaan al naar de Westhoek om de leerlingen daar te confronteren met de excessen van geweld. Wat daar is gebeurd, is inderdaad en jammer genoeg een symbool van extreem geweld, met het gebruik van chemische wapens. Dit was een mondiale oorlog, wat blijkt uit de voorstellingen in de diverse musea. Het was een conflict tussen Duitsland en andere landen. Het ging over de Engelssprekende wereld, maar ook heel wat troepen uit de kolonies hebben daar meegevochten en hun leven gelaten.
Onze fractie steunt dit voorstel van resolutie natuurlijk. Het is belangrijk dat we die boodschap van nooit meer oorlog in stand houden. De Eerste Wereldoorlog heeft heel wat gevolgen gehad, ook sociaal. In Groot-Brittannië heeft hij de maatschappij veranderd, net als in Duitsland, maar ook in Vlaanderen. Hier staat deze oorlog gelijk aan de verdere emancipatie van de Vlamingen in België, en dat op een pacifistische wijze. Die boodschap van de Eerste Wereldoorlog blijft toch enorm belangrijk.
Dendermonde, waar ik vandaan kom, is een martelaarsstad. Die stad is in september 1914 compleet in de as gelegd. De gevolgen daarvan kun je nog altijd zien in onze stad. Er zijn nog vergelijkbare steden. Er zijn ook heel wat gruweldaden gebeurd rond Dendermonde. Dat nemen we zeker mee in onze herdenking. Ik wil de collegas die ook lokaal mandataris zijn, zeker oproepen om ook in de eigen gemeente of stad te kijken wat er aan de Eerste Wereldoorlog herinnert en de mensen uit het onderwijs daar naartoe te leiden.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik heb de bespreking in de commissie Onderwijs niet zelf gevolgd, maar de heer Wienen wel. Het is wel zo dat ik het project 100 jaar Groote Oorlog al van bij de start hier in het Vlaams Parlement volg. De inhoud van dit voorstel van resolutie gaat veel verder dan de titel laat vermoeden. Het gaat niet enkel om het aanmoedigen van klasreizen. Wij zullen dit voorstel van resolutie steunen omdat wij al van bij het begin grote voorstander zijn van het project 100 jaar Groote Oorlog, onder leiding van Vlaams minister Bourgeois, al komt dat een beetje onder druk te staan door de Federale Regering.
Mijnheer Verstreken, dit voorstel van resolutie is voor een groot stuk een herhaling van een resolutie van maart 2009. Op bepaalde vlakken neemt u een klein beetje gas terug, want in 2009 pleitte u er nog voor om dit op te nemen in de eindtermen van het onderwijs en om projectsubsidies te geven aan het onderwijs om klasreizen te organiseren. Ik weet ook wel dat er niemand van de Vlaamse Regering aanwezig moet zijn, maar ik vraag me af wat er is gebeurd met de opvolging van de resolutie van maart 2009 door de regering.
Wij steunen het voorstel, maar ik heb samen met enkele collegas een amendement ingediend. Ik denk dat het voor zich spreekt. Ik heb al verschillende malen in de commissie Toerisme herhaald en via collegas in de commissie Onderwijs gebracht dat wij aandacht vragen voor de rol en de positie de bij momenten erbarmelijke positie van de Vlaamse soldaat tijdens de periode 1914-1918 en ook voor de rol die de Groote Oorlog heeft gespeeld in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.
Om de oppositie, maar zeker ook de meerderheid en in elk geval de N-VA ervan te overtuigen om dit amendement goed te keuren, wil ik verwijzen naar de bespreking in de commissie. De heer Bouckaert stelt daar dat het idee van Vlaams zelfbestuur in deze oorlog vorm heeft gekregen. Dat ondersteunt perfect mijn amendement. Verder citeer ik een zekere Kris Van Dijck namens de N-VA: De Eerste Wereldoorlog is ook een determinerende factor geweest voor de emancipatie van de Nederlandstalige bevolking in ons land. Met deze herdenking kan Vlaanderen een boodschap geven aan de hele wereld. Het is echter belangrijk dat ook de Vlaamse jongeren voldoende informatie meekrijgen over dit belangrijke moment in onze geschiedenis.
Collegas van de N-VA, dat is precies wat in mijn amendement staat. Ik ga ervan uit, voorzitter, dat in elk geval de N-VA dit amendement goedkeurt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Sintobin, uw bezorgdheid zit al vervat in het voorstel van resolutie. Ik verwijs naar pagina 3, waar staat: Daarom is het van groot belang dat de jongeren van nu voldoende kennis vergaren over die Groote Oorlog en over wat die heeft teweeggebracht in Vlaanderen en in de wereld. Ik heb daarnet gezegd dat het in Vlaanderen ook sociale gevolgen heeft gehad, voor de emancipatie van Vlamingen, maar elders in de wereld ook. Ik verwijs naar de sociale strijd die is losgebarsten in Engeland en naar de kolonies.
Het gaat verder, nog steeds op pagina 3: De geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog moet ook binnen een context van oorzaak en gevolg, bepaalde mechanismen enzovoort worden gebracht waarbij het belangrijk is dat de context van de tijd steeds voor ogen wordt gehouden. U weet net zo goed als ik wat de context van die tijd was voor Vlamingen toen.
We gaan daarin verder. De parlementsleden proberen via dit voorstel van resolutie mensen toe te leiden naar die strategische projecten, zoals het Flanders Fields Museum, 100 jaar Poperinge, Zonnebeke, Nieuwpoort, maar ook de actualisering van de IJzertorensite en het IJzertorenmuseum in Diksmuide zie pagina 5 dat de ontwikkeling van de frontbeweging en de vredesboodschap - als thema heeft. De frontbeweging stond garant voor een sociale, pacifistische strijd. Die geest zit duidelijk vervat in dit voorstel van resolutie. (Applaus bij de N-VA)
Inderdaad, misschien staat het wel vaag beschreven in de tekst, maar het staat natuurlijk niet concreet in de vragen aan de Vlaamse Regering. Ik vind het bijzonder merkwaardig dat net de N-VA hiertegen moet reageren. Ik had dat verwacht van andere meerderheidspartijen. Het is in het bijzonder de N-VA die er een probleem mee heeft dat er in dit voorstel van resolutie een amendement staat waarin we gewoonweg vragen dat er aandacht wordt besteed aan de positie van de Vlaamse soldaten tijdens Wereldoorlog I en de rol die de Groote Oorlog heeft gespeeld voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Net de N-VA weigert dit goed te keuren, en dat is bijzonder merkwaardig.
De heer Vanden Bussche heeft het woord.
We zullen dit voorstel van resolutie uiteraard mee ondersteunen. Ikzelf kom uit de Westhoek, meer bepaald de Westkust, uit een gemeente die vier jaar lang deel heeft uitgemaakt van een klein stukje onbezet België, palend aan De Panne, dat tussen 1914 en 1918 vier jaar lang hoofdstad van België was.
Bij ons leeft de wereldoorlog nog volop bij de mensen. Ik heb onlangs een 100-jarige bezocht die vertelde dat haar zusje destijds is omgekomen in Koksijde door een obus. De families zijn allemaal moeten vluchten naar Frankrijk. De schoolkinderen zijn vier jaar lang naar schoolkolonies gegaan in Frankrijk, weggerukt van hun ouders. We kunnen ons dat vandaag niet meer inbeelden.
De gemeentesecretaris en ikzelf gaan dat vertellen in onze gemeentescholen om de kinderen op dat verleden te wijzen. We hebben in onze gemeente beslist om de vijfde- en zesdejaars van de gemeentescholen te verplichten minstens eenmaal op bezoek gaan naar de IJzertoren en naar Flanders Fields in Ieper. Daar zal de Vlaamse geschiedenis van de IJzertoren genoegzaam aan bod komen, en in Flanders Fields zal de Engelse deelname aan de oorlog aan bod komen.
Ik vraag aan de collegas om het voorstel van resolutie mee goed te keuren, ik vraag dat de vele gemeentelijke mandatarissen, de burgemeesters en schepenen vanuit hun functie de gemeentescholen ondersteunen in hun inspanningen. De lokale overheden kunnen meehelpen om die klasreizen naar de IJzertoren en Flanders Fields te organiseren. Als ze tijd hebben, kunnen ze misschien nog eens afzakken naar Koksijde.
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over de amendementen en de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.