Report plenary meeting
Report
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, op 16 januari heeft uw federale collega bevoegd voor de Noordzee, Johan Vande Lanotte, gezegd dat hij een eiland wil voor de Vlaamse kust, voor De Haan-Wenduine, mijn gemeente, op 3 kilometer afstand. Het is een eiland van 2,5 kilometer diameter en 15 meter hoog, om tijdelijk overschotten aan energie afkomstig van de windturbineparken op te slaan.
Plannen voor kunstmatige eilanden voor de kust steken af en toe de kop op. Ik herinner me dat men twintig jaar geleden een afvaleiland wilde bouwen. Dat is er niet gekomen. Later kwamen dan de plannen voor windmolenparken dicht bij de kust. Die zijn dan wat dieper gelegd, op de Thorntonbank. U hebt zelf het plan voor de Vlaamse Baaien omarmd, dat staat ook in het regeerakkoord, om een kraal van kunstmatige eilanden voor de kust te bouwen voor allerlei toepassingen: energie winnen, een haven voor schepen in nood, recreatie, natuur enzovoort.
Nu komt daar het plan van uw federale collega Vande Lanotte bovenop om dat energie-eiland te bouwen. Het past in het voorontwerp van het marien ruimtelijk plan. Mijn vraag is kort, minister. De impact voor Vlaanderen is vrij groot, denk ik. Is er tussen de federale en de Vlaamse overheid overleg geweest en zijn daar afspraken over gemaakt?
Minister Crevits heeft het woord.
Het klopt dat collega Vande Lanotte op dit ogenblik bezig is met de opmaak van een marien plan op zee. Het is een soort ruimtelijk ordeningsplan voor alles wat op zee gebeurt. Het is ook de bevoegdheid van de federale overheid. De Vlaamse overheid is daar niet voor bevoegd.
In het kader van het proces dat hij wil volgen, moet hij een eerste gooi doen van hoe hij dat ziet. Hij heeft vorige donderdag een voorontwerp gelanceerd, waarbij hij een aantal zones wil afbakenen in de zee. Een van die zones die afgebakend is, is een zone om aan energieopslag te doen. U vraagt me of ik daarover op voorhand ben geconsulteerd. Neen. Dat was ook niet echt nodig, want juist vandaag heeft de eerste vergadering plaats van de administratieve overleggroep. Federale en Vlaamse ambtenaren moeten hun input geven. Later zal er nog een formele overlegprocedure komen met de gewesten om dat ruimtelijk plan op zee via een KB te laten vastleggen. Dat is de procedure.
Dat eiland zelf is bijzonder interessant omdat het plan Vlaamse Baaien, dat deel uitmaakt van het Vlaams regeerakkoord, ook voorziet in een dergelijk energie-eiland. Als ik het prentje zie van wat minister Vande Lanotte voorstelt, is het qua model bijna hetzelfde als wat in het plan Vlaamse Baaien staat, alleen is de locatie anders.
In het plan Vlaamse Baaien is het eiland gepland op 30 kilometer van het strand. Zoals ik het nu zie, en zonder alle details te kennen, is het in het plan van minister Vande Lanotte 4 kilometer van het strand.
Er is ook een studie uitgevoerd door de haven van Zeebrugge met steun van de Vlaamse overheid om na te gaan waar zon eiland het beste wordt ingeplant. Mijn administratie zal alle gegevens overmaken aan de federale overheid, want bij de afbakening van zon zone is het voor Vlaanderen verschrikkelijk belangrijk dat die afbakening op de juiste plaats gebeurt. De volgende weken wordt hierover overleg gepleegd, en ik denk dat nu, op dit ogenblik, de eerste vergadering plaatsvindt.
Minister, we weten dat de bevoegdheden van Vlaanderen zich uitstrekken tot de laagwaterlijn. Verder in zee is dit federale bevoegdheid, maar toch heb ik redenen om ervan uit te gaan dat we verder moeten gaan dan met elkaar te praten. U zegt dat er nu overleg is, en dat u dit overleg goed vindt, en dat er vroeger geen overleg nodig was.
Ik heb een andere visie, ik denk dat men vroeger met Vlaanderen had moeten overleggen, dit is bij uitstek een onderwerp om een samenwerkingsakkoord over af te sluiten. In 2005 is dit ook gebeurd met een samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de federale overheid voor de kustwacht. Voor een dergelijk gewichtig onderwerp als dit marien ruimtelijk plan had dit zeker moeten gebeuren. Een samenwerkingsakkoord is wel het minste. Minister, u zult het met me eens zijn, dit is een voorlopige situatie in afwachting van de overheveling van de bevoegdheid over het Belgische deel van de Noordzee naar het Vlaamse Gewest.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil benadrukken dat alle initiatieven die over hernieuwbare energie gaan op zich interessant zijn. Maar als je zon plan maakt, is het noodzakelijk dat je een totaalaanpak hebt die het geheel van die Vlaamse Baaien aanpakt. Het zou zeer mooi zijn dat er een eiland bij is dat energie stockeert of verdeelt, maar het kan niet de bedoeling zijn dat elke minister zijn eigen project, zijn eigen speeltje heeft, want dan zijn we ver van huis. En dan zullen we er in de klimaatproblematiek waar we voor staan, niet op vooruit gaan.
Minister, u bent bevoegd voor die Vlaamse kustlijn, federaal minister Vande Lanotte voor het diepere deel van de zee. Ik pleit in ieder geval voor overleg, voor absoluut mooie doelstellingen en voor een globale aanpak.
De heer Verstreken heeft het woord.
Collega de Kort, die niet van de kust is, toonde ook wel interesse voor deze materie, en die stelde zich vragen over de elektriciteitsinfrastructuur, vragen over de instroom van de elektriciteit op het land, en wie wat zou betalen. Dit kan misschien aan bod komen in een commissie, maar ik lees al in de krant dat zeer gelukkige schepenen ook al toeristische boten willen inleggen naar het ecologisch paradijs. Sommigen beginnen al te fantaseren, het is goed dat er dingen worden gerealiseerd, maar er moeten afspraken komen tussen het federale en Vlaamse niveau.
Zoals de minister al zei, zijn er natuurlijk heel veel gelijkenissen met het masterplan Vlaamse Baaien. Misschien is er nu te weinig tijd om er dieper op in te gaan, maar ik had graag verder informatie over de stand van zaken, en ik zou het goed vinden dat dit wordt verwezen naar de commissie om dit verder te bespreken.
De heer Verougstraete heeft het woord.
Ik heb geen enkel probleem met de creatie van zon energie-eiland. Ik vind het wel belangrijk dat er overleg plaatsgrijpt, en ik vind het jammer dat we op twee niveaus moeten werken, federaal en regionaal, wat zeer onlogisch is.
Anderzijds heb ik wel mijn bedenkingen of het initiatief geen problemen zal veroorzaken voor het masterplan ter bescherming tegen superstormen. En dan is er ook het initiatief van de Vlaamse Baaien waar al aan gewerkt wordt.
Laat mij duidelijk zijn, collegas: kustveiligheid is prioriteit nummer één. De werken die we nu doen langs de Vlaamse kust, zijn om ervoor te zorgen dat wie daar woont en recreëert, dat ook in de toekomst kan blijven doen. En eender wat je in het kader van het plan Vlaamse Baaien wilt doen, je moet eerst en prioritair aftoetsen met het luik veiligheid.
Mijnheer Vandaele, ik begrijp dat u dat liever via een samenwerkingsakkoord ziet, maar wat voor mij telt in dit dossier, is dat we een eensluidende visie krijgen op het geheel. De heer Caron is wel van de oppositie, maar wat hij zei, is juist: we moeten tot één visie komen. Het plan Vlaamse Baaien, dat we in ons regeerakkoord geïncorporeerd hebben, is een schitterende aanzet tot zon visie. En dat energie-eiland heeft daar zijn plaats. Alleen zult u merken dat het plan vrij rudimentair is. Daarom hebben wij een onderzoek laten doen collega Lieten financiert dat naar waar je zon energie-eiland idealiter kunt inplanten. De resultaten van dat onderzoek zijn niet gelijk aan de zone die door collega Vande Lanotte voorgesteld wordt. Het is nu aan ons om daarover te onderhandelen en tot een akkoord proberen te komen.
Voor mij is het van fundamenteel belang dat het resultaat van het overleg ertoe leidt dat we één plan hebben, waar ik, en hopelijk ook dit parlement, samen met mijn collegas bevoegd voor de energie, de natuur en zo meer achter kan staan. U moet dat een kans geven. Mijn administratie is zeer alert. De havens mogen daar trouwens ook allemaal hun mening over geven. Ik ga ervan uit dat dit de komende weken met heel grote zorgzaamheid zijn verdere beslag zal krijgen.
Mijnheer Verstreken, u behoort tot mijn partij, maar ik vind uw suggestie zeer zinvol. Een actuele vraag is wat te beperkend. Ik vind het een goede suggestie om dit verder te bekijken in de commissie. Dat kan misschien over enkele weken, als we de plannen al wat meer in detail hebben bekeken. De heer Vandaele zal daar ook wel zeer geïnteresseerd in zijn. Maar het is uiteraard de voorzitter die de agenda van de commissie zal vastleggen.
Minister, het MIP-onderzoek (Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform) waar u naar verwijst, onder andere met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), is mij bekend. Er hangt trouwens een prijskaartje aan van 497.000 euro.
Ik wil me vandaag inhoudelijk niet uitspreken. U stelt zelf dat de resultaten van het MIP-onderzoek niet helemaal stroken met de plaats die nu in het plan vermeld wordt. Ook in het plan Vlaamse Baaien ligt het energie-eiland verder van de kust dan die drie kilometer in het plan-Vande Lanotte.
Ik spreek me nu vooral uit over de procedure. U zegt wel dat er overlegd wordt, maar in het koninklijk besluit van 13 november 2012 is een procedure bepaald om onder andere dat proces te laten begeleiden door een raadgevende commissie. Vlaanderen krijgt een raadgevende stem één of twee mensen in die raadgevende commissie. Waar staan we dus formeel? We hebben een raadgevende stem in een raadgevende commissie die geen bindend advies kan uitbrengen. Welnu, minister, dat is voor ons veel te mager. Dat is te weinig. Het kan absoluut niet. Wij hopen dat u dat in klare taal en heel snel duidelijk maakt aan uw federale collega. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.