Report plenary meeting
Actuele vraag over het overleg tussen de Federale Regering en de deelstaatregeringen betreffende de uitvoering van de zesde staatshervorming
Report
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, u bent gisteren samengekomen met de federale premier en uw collegas van de deelstaten om eens na te gaan hoe het zit met de stand van zaken van de zesde staatshervorming. Uw berichten waren nogal positief. Ik heb u gisteren in Terzake gehoord. U zegt dat het de goede kant op gaat. Als ik u mag geloven waarom zou ik dat niet doen dan komt de voorhoede van de ambtenaren er, dan zou er zijn afgesproken dat bij de overdracht van de bevoegdheden al centen meekomen, behalve van het domein Werkgelegenheid, en dat er nog een paar knopen zitten bij de Financieringswet.
Maar dit moet toch wat worden genuanceerd. Volgens een aantal kranten zou men eigenlijk nog niet ver vooruit zijn geraakt. Over hoeveel ambtenaren gaat het? Dat is de eerste vraag. Welk referentiekader neemt men voor de overdracht van bevoegdheden? Als men zegt dat 100 procent van de middelen meegaan, dan moet men natuurlijk een referentie hebben. Ik herinner me discussies inzake het Lambermontakkoord hoe men toen jongleerde met referenties toen het ging over Landbouw en Buitenlandse Handel, om maar iets te zeggen. Toen gingen ook zogezegd 100 procent middelen mee. De Financieringswet zou nog in de startblokken staan. Als men vorige maand heeft beslist binnen het Comité de mise en oeuvre des réformes institutionnelles (COMORI), dat de bevoegdheidsoverdrachten politiek worden gekoppeld aan de herziening van de Financieringswet, dan stelt zich op zijn minst een probleem van timing als men dat allemaal samen wil doen.
Minister-president, ik ben eerder een beetje sceptisch ten aanzien van wat gisteren is gebeurd. Ik vraag u naar aanleiding van de elementen die ik heb aangehaald, wat nu de stand van zaken is.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik heb ook een aantal vragen naar aanleiding van de ontmoeting gisteren. We weten allemaal dat men deze dagen volop aan het werk is met de implementatie en de uitvoering van het Vlinderakkoord, de zesde staatshervorming. Vorig jaar is er al de delicate oefening geweest van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Die is tot een goed einde gebracht. Brussel-Halle-Vilvoorde is gesplitst. Nu staat de ruime bevoegdheidsoverdracht op het programma. We geloven er sterk in dat dit jaar, in 2013, dat pakket naar Vlaanderen komt.
Een goede voorbereiding is dan op zijn plaats. Ik denk dat het goed is dat de federale premier dat gisteren met de ministers-presidenten heeft voorbereid. Een voorstel dat onze minister-president heeft gedaan, namelijk een voorhoede van federale ambtenaren naar de regios sturen, is aanvaard. Ik denk dat dat ook goed is. Het is goed dat Vlaanderen zich voorbereidt op de inkanteling van deze bevoegdheden. Het groenboek is daarvoor als instrument gebruikt.
Minister-president, wat zijn de concrete afspraken, hoe heeft u het gesprek van gisteren geëvalueerd en in welke mate kan de Vlaamse administratie daar de volgende maanden mee omgaan?
Minister-president Kris Peeters heeft het woord.
Collegas, gisteren heeft er een vergadering plaatsgevonden, die zeker moest worden afgerond om 14 uur, zodat ik tijdig aanwezig kon zijn in de commissie maar daar hebben we het al over gehad. Dit parlement, collega Van Hauthem, heeft al verschillende keren gevraagd naar meer informatie, onder meer over de fiches.
Op 7 december 2012 zijn we met de Waalse Regering samengekomen en we hebben samen aan de Federale Regering gevraagd om met ons een detachering van federale ambtenaren te organiseren. Het gaat om een voorhoede die we kunnen inzetten, van vier- of vijfduizend ambtenaren. Het exacte aantal staat nog lang niet vast, daar hebt u gelijk in.
We hebben dat verschillende keren gevraagd. U hebt op een moment zelf gezegd dat u het mij niet meer opnieuw ging vragen omdat het allemaal te lang duurde. Maar nu is ons geduld beloond, want gisteren is er een akkoord tot stand gekomen tussen de ministers-presidenten, de premier en de bevoegde staatssecretarissen om een voorhoede aan ambtenaren toe te staan en het geheel te organiseren. Er zal ook een uitwisseling van informatie gebeuren. De acties ter zake zullen door een taskforce worden georganiseerd. Ik ben het met u eens dat het wat langer heeft geduurd, langer dan ikzelf graag had, maar die twee vragen zijn dus beantwoord.
In een volgende fase, volgende week of de week daarna, zal die taskforce worden samengesteld. De heer Van den Heuvel vraagt hoe dat zal gebeuren. Er is afgesproken dat ze zal worden samengesteld door de verschillende topambtenaren van de ministers-presidenten. In de schoot van de Vlaamse Regering hebben we hierover al gesproken naar aanleiding van het groenboek. Martin Ruebens, secretaris-generaal van de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) zal daarnaartoe worden gestuurd en zal samen met de collegas van de andere deelstaten, en samen met de federale collegas de voorhoede van ambtenaren zo snel mogelijk moeten organiseren en de uitwisseling van de informatie mogelijk moeten maken. Zo zullen we deze informatie dan verder kunnen gebruiken voor het uitwerken van het groenboek. Dat vind ik positief, omdat het een belangrijke stap vooruit.
Maar u hebt gelijk, we zijn er dan nog niet. Er moeten nog heel wat discussies worden gevoerd, in eerste instantie op federaal niveau, waar men werk moet maken van het goedkeuren van de zesde staatshervorming. De twee staatssecretarissen en de premier zijn daar volop mee bezig. Ze hebben zelfs gezegd dat ze gaan proberen om dat voor de zomer te finaliseren. Dat kan ik alleen maar toejuichen: hoe sneller hoe beter. Onze zorg, op Vlaams niveau, is de uitvoering van wat er op federaal niveau wordt besloten. Dat is ook de afspraak binnen de Vlaamse Regering: wij zullen hier uitvoeren wat daar is beslist. Ook over de Financieringswet ook daar hebt u gelijk in moet nog verder worden gesproken.
Ik ben dus positief over het feit dat er eindelijk een akkoord is over de voorhoede van ambtenaren, en over de uitwisseling van de gegevens. Volgende week wordt dan hopelijk de taskforce opgericht, en ik ga ervan uit dat de federale timing ook wordt gehaald.
Mijnheer Van Hauthem, mijnheer Van den Heuvel, op deze manier voer ik perfect uit wat hier verschillende malen aan bod is gekomen, en ik hoop dat u positief zult reageren na deze uitleg, omdat wij een stap vooruit zetten in datgene wat wij gevraagd hebben.
Minister-president, u vraagt mij positief te zijn, maar geef toe: u vraagt al lang naar die fiches. Nu zal er een taskforce opgericht worden, om een doorstroming en uitwisseling aan informatie te krijgen de fiches dus, maar die term gebruikt u niet meer. Of gaat het niet meer over de fiches? Dat is de eerste onduidelijkheid.
De partijen binnen de Comori de zes meerderheidspartijen plus degene die de zesde staatshervorming op partijniveau uitvoeren hebben gezegd dat de Financieringswet politiek gekoppeld wordt aan de bevoegdheidsoverdrachten. Ik lees nu dat er nog heel veel onduidelijkheid bestaat over de bevoegdheidsoverdracht, ook wat de financiering betreft. Er zijn nog een paar technische problemen en de partijvoorzitters moeten nog knopen doorhakken. Doorhakken, dat kan men aan twee kanten doen. Onderschrijft u de berichtgeving van vandaag in De Tijd dat men op dat vlak nog nergens staat en dat men dus ook politiek gezien in de knoei komt met de timing van de uitvoering van beide elementen?
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat we wel op schema zitten. Vorig jaar, met de splitsing van BHV, kregen we ook dat verhaal te horen dat het nooit voor het zomerreces goedgekeurd zou worden. Welnu, BHV is gesplitst voor het zomerreces, en wij zijn absoluut hoopvol en optimistisch dat het nu weer gebeurt.
Maar het is natuurlijk wel een heel complexe oefening, die goed moet worden voorbereid. Er moeten inderdaad nog een aantal punten definitief worden afgehandeld. Dat zal de volgende maanden ook gebeuren. Wij zullen alert zijn om die zaken te blijven opvolgen.
Ik ben blij dat de Vlaamse Regering zich goed voorbereidt, samen met de administratie, via het groenboek. Het is goed dat de bevoegdheden niet alleen overkomen, maar ook op een goede manier worden ingekanteld. Proactief handelen is goed beleid. En dat gebeurt bij dezen.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, de uitvoering van de zesde staatshervorming komt op kruissnelheid, althans op federaal vlak. Het feit dat u een akkoord hebt gesloten met de Federale Regering over de voorhoede van federale ambtenaren, is een goede zaak. Ik hoop dat het u zal toelaten om in de komende weken en maanden een tandje bij te steken bij de uitvoering van de zesde staatshervorming, en met nog meer enthousiasme te werken aan de bevoegdheden die overkomen.
Naarmate die zesde staatshervorming dichterbij komt, wordt het feit dat er nog altijd geen akkoord is over het Stabiliteitspact echter steeds nijpender. Wij horen van uw minister van Financiën steeds weer dat hij zich niet gebonden voelt door wat in het Stabiliteitspact 2015 staat. Daarin is sprake van een begroting in evenwicht op Belgisch niveau. België is hier een verzamelterm van diverse overheden, waaronder ook de Vlaamse. U weet dus maar al te goed dat ook Vlaanderen niet zal ontsnappen aan een rechtvaardige bijdrage in dat kader. En dan weet u dat er met betrekking tot de zesde staatshervorming en het Stabiliteitspact enige incidentie is.
Wat is de stand van zaken rond de afspraken met betrekking tot het Stabiliteitspact 2015? En, in de slipstream van diezelfde gedachte: wat is de stand van zaken met betrekking tot de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren?
De heer Roegiers heeft het woord.
Minister-president, wie spreekt over de overheveling van bevoegdheden, spreekt ook over de overheveling van budgetten. De heer Verherstraeten heeft gezegd dat alle budgetten mee zullen overkomen, behalve voor het arbeidsmarktbeleid, waarvan slechts 90 procent zou overkomen.
Ik vertolk, net zoals onze fractievoorzitter Bart Van Malderen gisteren, onze bezorgdheid dat de allerzwaksten daar wel eens het slachtoffer van zouden kunnen zijn. Ik vraag u formeel om er met de Vlaamse Regering nauwgezet op toe te zien dat ook bij het arbeidsmarktbeleid niet die allerzwaksten de dupe zijn.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik zal me voorzichtig uitdrukken, enkel en alleen uit bezorgdheid voor de gezondheid van de heer Van Rompuy senior.
Minister-president, u hebt heel eerlijk geantwoord. Ik kan dat absoluut waarderen, maar u moet wel toegeven dat het in schril contrast staat met wat we gisteren allemaal gehoord hebben. De berichtgeving gisteren daar bent u voor alle duidelijkheid niet verantwoordelijk voor ging over veel meer dan dat er alleen maar ambtenaren zouden overkomen en dat er een taskforce zou worden opgericht. Op dit moment blijft er daarom nog heel veel onduidelijkheid bestaan.
De heer Roegiers verwees er al naar dat werd gesproken over de overheveling van de budgetten. Het eerste bericht was dat enkel en alleen voor het arbeidsmarktbeleid slechts 90 procent zou overkomen en voor al de rest het volledige bedrag. Dat is al een heel groot verschil met wat we de laatste maanden gehoord hebben. Uw antwoord was heel eerlijk, maar de berichtgeving van gisteren was dat absoluut niet en dat heeft heel veel onzekerheid veroorzaakt.
Die onzekerheid zullen we niet kunnen wegwerken binnen het korte tijdsbestek van een actuele vraag. Ik hoop dan ook, en ik richt me nu tot de voorzitter van de commissie, dat we dit terug kunnen opnemen. Ik heb hier al een vraag om uitleg over ingediend. Ik hoop dat we hier eens dieper op kunnen ingaan.
Minister-president, ik heb nu nog een concrete vraag. U zegt dat het vooruitgaat, en dat zal wel zo zijn: elk stapje is positief, ook al zijn het maar muizenstapjes. Maar hoe zit het nu met de usurperende bevoegdheden en met de pensioenbijdragen?
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag slaat enkel op het budgettaire aspect. U weet dat wij al heel vaak gevraagd hebben om daar de nodige buffers voor aan te leggen, om zo de communautaire factuur voor te bereiden. We krijgen nu voor het eerst cijfers. Als het allemaal klopt wat in de kranten staat en u weet dat natuurlijk beter dan zou alles overkomen aan 100 procent, behalve het arbeidsmarktbeleid. Dat is goed voor 4,3 miljard euro. Als we daar 10 procent af halen, dan is dat ongeveer 432 miljoen euro die de regios minder zullen ontvangen voor uiteindelijk wel 100 procent van de bevoegdheden. Hoeveel schiet Vlaanderen daarbij in?
Ik lees ook iets over een vereveningsbijdrage, maar kunt u eventjes de budgettaire impact van deze uitspraken van de heer Verherstraeten toelichten?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
De zesde staatshervorming lijkt inderdaad een beetje in een stroomversnelling te geraken, maar de begroting blijft een groot vraagteken. De SERV spreekt van een shock in 2015 waarop in Vlaanderen te weinig wordt geanticipeerd. Ik stel me die vraag ook en ik hoor er graag een antwoord op.
Ik heb nog een tweede vraag, minister-president, waarop ik graag van u een antwoord zou horen. U spreekt, onder meer in de kranten, van een zevende staatshervorming die nodig zal zijn. U zegt daarover heel duidelijk dat het een taak zal zijn van de vernieuwde Senaat. Hoor ik dan heel duidelijk dat CD&V zegt dat als het bij de regeringsvorming in 2014 is, de zevende staatshervorming geen onderwerp van die regeringsvorming zal zijn, maar dat het iets voor de vernieuwde Senaat zal zijn na de regeringsvorming? U wilt ons land dus niet opnieuw laten gijzelen voor een staatshervorming? Heb ik het goed begrepen dat u dat zo hebt gezegd in de kranten?
Voorzitter, dit zijn heel wat vragen. Wat ik gezegd heb in Terzake, heb ik gezegd. U kunt dat nog eens bekijken op de website.
Ik heb de laatste dagen mijn inzichten gegeven toen men mij daarom vroeg. Er staat niets in over het regeerakkoord en zo meer. Ik kan hier nog even herhalen dat mijn persoonlijk standpunt is dat een hervormde Senaat, bestaande uit de deelstaatparlementen, een ideaal platform is om niet alleen inhoudelijk de zevende staatshervorming voor te bereiden, maar om ook een andere werkwijze toe te passen. Ik heb zelfs gezegd dat het organiseren van staatshervormingen onder voorzitters, eigenlijk tot op de draad versleten is en dat de Senaat een nieuw platform kan zijn om de zevende staatshervorming voor te bereiden. Dit is mijn bescheiden persoonlijke inschatting die ik heb meegegeven.
Ik heb dat ook op andere domeinen gedaan. Ik probeer met mijn inzichten stappen te zetten. Als ze worden gedeeld door u en anderen, mijnheer Vereeck, dan hoor ik dat heel graag. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Maar, mijnheer Vereeck, ik ben een minister-president die ook een persoonlijke mening heeft over zaken die niet in het regeerakkoord staan. Ik geef mijn mening om het debat te verhelderen en om er een bijdrage toe te leveren. (Rumoer)
Ik heb blijkbaar al steun. (Rumoer)
Mijnheer Vereeck, u kunt eerst even nagaan wat uw eigen partij daarover zegt. Dan kunnen we hierover spreken. Dat kan vrij snel gaan. (Opmerkingen. Gelach)
Er is me gevraagd nog even te herhalen wat ik gisteren heb gezegd. Ik heb dat net gedaan. Als het over dossiers gaat, is dat een andere zaak. Die dossiers vormen het voorwerp van de beslissingen van de Vlaamse Regering. De verwijzing van de heer Vereeck naar een dossier is volgens mij dus niet helemaal juist.
De heer van Rouveroij heeft twee vragen gesteld. Ik zal proberen beide vragen te beantwoorden. Wat het Stabiliteitspact en de situatie in 2015 betreft, heb ik vernomen dat de Hoge Raad van Financiën zich hier momenteel over buigt en een advies zal formuleren. Het lijkt me verstandig dat advies af te wachten en dan na te gaan hoe we hier het best op reageren.
De responsabiliseringsbijdrage, die ook door de heer Diependaele is aangehaald, is in de begroting ingeschreven. Het geld is er. Ik ga ervan uit dat we de technische elementen aan de bevoegde federale minister toevertrouwen. Wij hebben op dit vlak alvast onze plicht gedaan. We zullen dat ook verder blijven doen. Indien de federale overheid op dit vlak bijkomende acties zou ondernemen of vragen zou stellen, zullen we hier verder invulling aan geven.
Wat de usurperende bevoegdheden betreft, is het muisstil. Dat betekent niet dat er morgen geen denderende explosie kan ontstaan. De usurperende bevoegdheden zijn nu niet besproken. Ik heb daar de voorbije weken niets meer over gehoord. Dat betekent niet dat dit punt niet weer naar boven kan komen. Ik heb het over de huidige situatie.
Mijnheer Roegiers, ik heb, voor alle duidelijkheid, geen uitspraken over 100 procent of 90 procent gedaan. U hebt naar de woorden van staatssecretaris Verherstraeten verwezen. Hij kan hier met nog meer kennis van zaken iets over zeggen. Er zijn dergelijke uitspraken gedaan.
U bent bezorgd dat een terugschroeven van de middelen voor het arbeidsmarktbeleid tot 90 procent ertoe zou kunnen leiden dat de minstbedeelden hier het slachtoffer van worden. Hoewel minister Muyters hiervoor bevoegd is, wil ik hier onmiddellijk op reageren. Indien de meest kwetsbaren het slachtoffer van een regionalisering van het arbeidsmarktbeleid zouden worden, zou dit verschrikkelijk slecht en deze regering onwaardig zijn. Ik verwijs in dit verband naar het voortschrijdend inzicht in hoe alles zal worden georganiseerd. Zodra dit concreter wordt, zullen we dit verder invullen.
Mijnheer Vereeck, ik heb uw vragen beantwoord. Ik wil echter niet antwoorden op vragen, zelfs als het pertinente vragen zijn, indien ik niet over voldoende elementen beschik om een zinnig antwoord te kunnen geven. U mag me vragen wat u wilt. In dit geval heeft de Federale Regering besloten hier verder werk van te maken. Het gaat dan onder meer om de Financieringswet. Ik kan me echter niet uitspreken over de manier waarop de Federale Regering dit zal concretiseren.
Wat het arbeidsmarktbeleid betreft, kan ik enkel stellen dat in het verleden altijd is verklaard dat synergieën mogelijk zijn. Indien een gedeelte van het arbeidsmarktbeleid en slechts 90 procent van de middelen naar Vlaanderen komt, kunnen we door middel van een coherent beleid toch nog tot 100 procent van de middelen komen. We kunnen dan immers bepaalde zaken schrappen die in feite op een dubbel gebruik neerkomen.
Om hier met kennis van zaken op te kunnen ingaan, moet ik natuurlijk eerst weten wat dit concreet inhoudt en welke middelen zullen worden overgedragen. Op die manier kunnen we dan nagaan of een schrapping van een dubbel gebruik ons weer naar 100 procent kan leiden. Er zijn misschien ook andere mogelijkheden. We kunnen misschien bepaalde keuzes maken die ertoe leiden dat we ons beleid weer voor 100 procent kunnen financieren.
Dit houdt onder meer ook verband met de aanleg van provisies. Ik dacht eigenlijk dat de heer van Rouveroij hier ook naar zou verwijzen. Dit punt zat misschien in zijn eerste vraag verborgen.
Naarmate de mist optrekt, zullen we de pertinente vragen duidelijker kunnen beantwoorden. We delen de hier geuite zorgen. Ik ga ervan uit dat we niet naar onze navel staren, maar in de mist turen. (Opmerkingen)
We hopen zo snel mogelijk volledige duidelijkheid te kunnen verschaffen en dit ook op budgettair vlak te kunnen uitklaren.
Minister-president, uw laatste beeld sprak boekdelen. U hebt het over de mist. Wij kijken nog altijd in de mist. Dat was juist mijn vraag. Wat is daar nu gisteren uit gekomen? Die twee dingen, en voor de rest niets. We kijken in de mist en we hopen dat hij optrekt. U bent wat dat betreft zeer oprecht en zeer eerlijk. Maar u hebt niet geantwoord op de vaststelling dat men in december heeft gezegd dat de bevoegdheidsoverdrachten zouden worden gekoppeld aan de Financieringswet, waarmee men, luidens een aantal berichten, nog nergens staat en waarbij men politiek aan Franstalige kant en zelfs samen met vicepremier van de Federale Regering Vande Lanotte zou pleiten voor een uitstel en om hem maar te laten ingaan vanaf 1 januari 2015, en zo verder, enzovoort. U hebt daarop niet geantwoord. U bent daar niet op ingegaan. U hebt alleen gezegd wat er gisteren is beslist. Dat is dus een bijzonder mager beestje. We zitten inderdaad nog altijd in de mist. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ten aanzien van de collegas die wat angst hebben voor de 90 procent voor arbeidsmarktbeleid: in het akkoord staat heel duidelijk dat de middelen voor het arbeidsmarktbeleid van de behoeftefinanciering gaan naar fiscale capaciteit. Dat is een enorm voordeel voor Vlaanderen. Op die manier wordt voor een deel die min 10 procent gecompenseerd.
De actuele vragen zijn afgehandeld.