Report plenary meeting
Report
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, de federale herziening van de werkloosheidsuitkeringen heeft een vrij grote impact op tienduizenden mensen.
Mijn vraag betreft de weerslag daarvan op het Vlaams onderwijslandschap. Een aantal mensen komen me zeggen dat de degressiviteit van de uitkeringen vooral op interimarissen, indien het gaat om mensen die samenwonend zijn, een enorme impact heeft.
Concreet krijgen ze een brief van de vakbond waarin staat dat hun uitkering tijdens de periode waarin ze geen uren in een school hebben gevonden vanaf 27 januari 2013 van 50 euro tot 31 euro zou terugvallen. Vanaf maart 2013 zou die uitkering terugvallen op 18 euro bruto. Dat komt neer op een uitkering van 480 euro, het minimaal forfait.
Dit bezorgt deze mensen een grote onzekerheid. De ene maand verdienen ze als leerkracht 2000 euro of 2200 euro bruto. De maand nadien zouden ze dan op 480 euro terugvallen. Die mensen zijn op zoek en gaan van interimbetrekking naar interimbetrekking. Soms moeten ze zich 30 tot 40 kilometer verplaatsen om aan het werk te kunnen blijven. Dit is niet houdbaar. De betrokkenen hebben me laten weten dat ze zo snel mogelijk uit het onderwijs willen vertrekken.
Minister, ik weet dat u heel sterk met de loopbaanproblematiek bezig bent. Er is, zeker in het secundair onderwijs, een vrij grote uitstroom. U weet dat beter dan wie ook. Kent u deze problematiek? Hoe breed zal de impact zijn? Van de 155.000 leerkrachten in Vlaanderen is ongeveer 70 procent vastbenoemd. Ik kan me voorstellen dat er ettelijke interimarissen zijn die vandaag of morgen met deze situatie zullen worden geconfronteerd.
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, globaal genomen, kennen we de problematiek die de heer Sauwens net heeft aangehaald. Voor jonge leerkrachten vormt de werkzekerheid een probleem. Dat is een van de redenen waarom we dat nu binnen het loopbaanpact trachten op te lossen. We boeken op dat vlak overigens vooruitgang. De meest structurele oplossing bestaat uit werkzekerheid. Op die manier krijgen mensen veel minder met interimbetrekkingen te maken.
Ik heb geen weet van een probleem dat ons of het met beheer belaste Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) in grote termen is gesignaleerd. We kennen de precieze impact niet. Ik heb de vraag van de heer Sauwens genoteerd. Ik zal het laten onderzoeken en goed opvolgen. Ik zal nagaan wat de gevolgen zijn. Indien de gevolgen inderdaad zo drastisch zouden zijn, zou dit een impact kunnen hebben. De mensen die nu nog interimjobs uitvoeren, zouden kunnen beslissen dat niet meer te doen. Hierdoor zou het lerarentekort acuter kunnen worden. Ik zal laten onderzoeken wat de juiste impact is en zal hier eventueel later nog op terugkomen.
Volgens mij zal de minister snel moeten optreden. Volgens mij zijn er twee mogelijkheden. Ik heb in de federale wet gelezen dat een aantal categorieën worden uitgezonderd. Zij vallen niet onder de degressiviteit. Het gaat dan om havenarbeiders en om andere tijdelijk werklozen. Volgens mij betreft het hier een specifieke problematiek van tijdelijke werkloosheid die niet onder de algemene regel valt. Die uitzondering zou eventueel een mogelijkheid bieden. Anders zou de minister op korte termijn voor deze beperkte en gedefinieerde groep naar een soort poolingsysteem moeten overstappen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, tijdens de voorgaande besprekingen over het loopbaanpact en dergelijke is gebleken dat we mensen niet enkel bij het onderwijs moeten betrekken, maar er ook moeten kunnen houden. Er zijn in het verleden al allerlei denksporen bewandeld. We hebben onder meer met pools gewerkt.
In elk geval heeft de heer Sauwens een nieuw element aangehaald. Ik zou de minister dan ook willen vragen hierover met de federale overheid contact op te nemen. We moeten dit los zien van het debat dat we momenteel in Vlaanderen voeren. Dit is een nieuw element van de problematiek. We moeten dit met de nodige urgentie behandelen.
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Voorzitter, zoals hier al is aangehaald, is de werkzekerheid natuurlijk zeer belangrijk. We hebben het er al vaak over gehad. Voor het lerarentekort is dit natuurlijk essentieel. Ik zou de minister dan ook concreet willen vragen of hij dit probleem al met de vakbonden heeft besproken. In het licht van het pact ziet hij de vakbonden tenslotte heel regelmatig. Dat debat draait nu immers op hoge snelheid. Indien dit niet het geval zou zijn, zou ik hem willen vragen zeer snel met hen contact op te nemen. Volgens mij moet dit een van de grootste prioriteiten op het vlak van de werkgelegenheid en het onderwijs zijn.
Het probleem is me door de vakbonden, het agentschap of het departement nog niet gesignaleerd. Ik weet dat er een fundamenteel probleem is ontstaan. Ik ben blij dat deze actuele vraag is gesteld. Ik zal hier rekening mee houden. We zullen ook het denkspoor van de uitzonderingen bekijken. We zullen hier niet mee talmen.
Het is duidelijk dat er in een confederaal model, waarin we toch al gedeeltelijk zitten, onvermoede neveneffecten kunnen ontstaan van maatregelen op het ene en op het andere niveau. Werk- en inkomenszekerheid moet een van de sterke troeven zijn. Het gaat om gemotiveerde mensen, die we zeker de kans moeten geven om hun loopbaan in het onderwijs op een rustige manier te kunnen uitbouwen.
De actuele vraag is afgehandeld.