Report plenary meeting
Report
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Minister, het gaat niet goed in de sociale huursector. Vorige week stonden we hier om de ondermaatse woningkwaliteit in de sociale huursector aan te kaarten. 27 procent van de klachten bij de Vlaamse Ombudsdienst gaan nog altijd over sociaal woonbeleid. De daklozenproblematiek geraakt niet opgelost, dit is een jaarlijks weerkerende problematiek. En vandaag, collegas, zien we dat de wachtlijsten voor sociale huurwoningen stijgen met 16 procent.
Aan dat ritme, minister, stevenen we af op honderdduizenden wachtenden op een sociale huurwoning. Dat zijn geen al te fraaie resultaten. Ik heb dan ook sterk mijn twijfels over uw aanpak.
U weet dat LDD voorstander is van een inkomensgerelateerde huurpremie. Volgens uw criteria moet men vandaag vijf jaar op een wachtlijst staan, en bovendien mag de huurprijs niet meer bedragen dan 500 euro per maand. Wie vandaag geen sociaal huurhuis kan betrekken omdat hij op een wachtlijst staat, en wie vandaag de financiële eindjes niet aan elkaar kan knopen, die wil wel direct geholpen worden.
Daarom, minister, vinden wij dat de criteria voor de huurpremie dringend aan herziening toe zijn. Ik stel u dus de vraag of u bereid bent om, middels de aanpassing van de criteria van een huurpremie, ervoor te zorgen dat de vele wachtenden op een sociale huurwoning sneller en beter geholpen worden met een financiële ruggensteun.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Het klopt, mevrouw De Waele, dat er meer mensen dan vroeger wachten op een sociale woning. Zes jaar geleden waren dat er zon 58.000, nu gaat het om 70.000 mensen die graag een sociale woning willen.
Maar wat ook waar is en dat vertelt u er niet bij , is dat er jaar na jaar meer sociale woningen worden gebouwd. Er komen er niet enkel jaar na jaar bij, de groei van het aantal nieuwe woningen per jaar, is ook telkens heel groot. De Vlaamse Regering wil in 43.000 extra sociale woningen voorzien, en nog eens 6000 bescheiden huurwoningen daarbovenop. En daar is budget voor uitgetrokken in de meerjarenplanning. 42 procent van die doelstelling aan woningen is al gebouwd of heeft al een bouwvergunning gekregen en is dus in aanbouw. Dat betekent dat we mooi op snelheid zitten om die extra woningen te bouwen.
Dat neemt niet weg dat er mensen zijn die lang moeten wachten op een sociale woning. Dat is ook de reden waarom de Vlaamse Regering heeft beslist tot de invoering van een huurpremie. Mensen die vijf jaar wachten op een sociale woning en een laag inkomen hebben, krijgen 120 euro per maand plus 20 euro per kind ten laste. Zij worden daar automatisch voor aangeschreven, hoeven daar niets anders voor te doen dan antwoorden op de brief, met een kopie van hun huurcontract en een aantal andere gegevens. We proberen dat dus ook via de automatische rechtentoekenning te doen.
U vraagt of het mogelijk zou zijn om mensen daar wat vaker recht op te geven. Ik sta daar niet noodzakelijk negatief tegenover. De essentie moet wel blijven dat de overheid moet voorzien in betaalbare huurwoningen, om die markt te regelen. Maar als dat te lang duurt, moeten wij mensen inderdaad bijspringen.
Op dit moment is er 8,5 miljoen euro uitgetrokken voor die specifieke huurpremie. Daarnaast zijn er huursubsidies voor mensen die moeten verhuizen, bijvoorbeeld omdat de woning onbewoonbaar is.
Het is te vroeg om nu te evalueren. Het systeem is pas van kracht sinds vorige zomer, maar als na evaluatie blijkt dat het systeem werkt, ben ik zeker bereid om te kijken of het budgettair mogelijk is om die groep wat te verruimen. An sich vind ik dat een goed idee. Het moet natuurlijk betaalbaar zijn, maar als het dat is, wil ik dat graag bekijken.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Minister, ik ben blij verrast te horen dat u het idee genegen bent, maar ik wil er toch op aandringen om het sneller toe te passen. Vandaag is de nood immers zeer hoog. De wachtlijsten zijn nog gegroeid met 16 procent. Dat zijn de naakte cijfers. Niet het feit dat er woningen bij gebouwd worden, is vandaag interessant om in dit debat in te brengen, maar het feit dat zoveel mensen het gaat alles samen om 90.000 unieke dossiers vandaag wachten op een sociale huurwoning. Dat zijn mensen die in financiële nood zitten. Ik dring er dan ook op aan dat de huurpremie sneller geëvalueerd wordt, dat er sneller gekeken wordt hoe we die inkomensgerelateerd kunnen maken, uitbreiden en bijsturen.
De heer Penris heeft het woord.
Minister, u hebt een lastige oppositie, maar het is ook de bedoeling van een oppositie om lastig te zijn. Vorige week vroegen we om meer te investeren in de kwaliteit van de sociale woningen, vandaag vragen we om alstublieft ook nog meer sociale woningen te bouwen. En als dat niet lukt, vind dan de budgettaire middelen om de mensen die te lang op de wachtlijst staan, te helpen.
Ik noteer dat u bereid bent om dat laatste minstens mee te doen. We zijn dus content, nietwaar mevrouw De Waele, want we hebben toch één goed bericht mogen ontvangen vandaag. U vraagt natuurlijk wel budgettaire middelen daarvoor. We zullen minister Muyters daarover aanspreken, neem ik aan.
Ik ben van mening dat ook andere ministers hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Sommige mensen die nu op de wachtlijsten voor een sociale woning staan, zijn senioren. Zij horen misschien thuis in een seniorenflat waar ze begeleid kunnen worden opgevangen. Dat is een verantwoordelijkheid van minister Vandeurzen. Anderen horen misschien niet thuis in onze sociale woningen. Ik spreek over vreemdelingen die geacht worden om hier maar tijdelijk te verblijven. Dat is dan de verantwoordelijkheid van federale instanties.
Minister, u voelt het, we steunen u, maar we hopen dat u kordaat kunt blijven handelen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, collegas, CD&V is altijd duidelijk geweest in verband met de huurpremie. Een inkomensgerelateerde huurpremie is nog iets anders dan wat mevrouw De Waele aanhaalt. Een huurpremie is interessant als het aanbod stijgt. Gelukkig kunnen we van de minister vernemen dat het aantal sociale woningen stijgt. Vandaag zijn we dus op de goede weg.
We dienen de discussie van vorige week vandaag niet te herhalen. We vragen wel hoe er nog efficiënter met het sociaal wonen kan worden omgegaan, maar daarmee zijn we volop bezig. De kwestie wordt ook besproken in de commissie, dit onderwerp komt zeker nog aan bod.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, er zijn 91.000 wachtenden. U hebt het over 70.000 unieke behoeftigen, maar die andere 20.000 zijn mensen die reeds in een sociale woning gehuisvest zijn. Als u 2000 woningen per jaar bijbouwt want de laatste vier jaar zijn er 8800 bijgebouwd helpt u eigenlijk geen nieuwe mensen. Daarom groeit uw wachtlijst zo aan.
Mijn conclusie is dat u een totaal gebrek aan middelen hebt. U bouwt en u renoveert, maar u helpt geen nieuwe mensen. U bent een beetje blind voor die 70.000 wachtenden. U hebt vorig jaar 1800 mensen geholpen met de huurpremie.
Nu komt mijn vraag. Ik heb daar ook een groenboek over geschreven. Hebt u ooit het volgende al overwogen? U hebt 2 miljard euro nodig om voor 24.000 woningen tot een totaalrenovatie over te gaan. Dat betekent dat u twaalf jaar moet bouwen. Hebt u al overwogen om de oudste woningen van 30 jaar oud en met een grote renovatiekost, aan te bieden aan de zittende koper aan de huidige huurprijs? Op die manier krijgt u een groot budget voor de wachtenden.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Voorzitter, de heer Penris heeft een rake opmerking gemaakt toen hij zei dat hier elke week een nieuwe vraag naar middelen opduikt, is het niet voor renovatie, dan is het wel voor het bijbouwen of voor het opentrekken van de huursubsidie.
Ik heb het pleidooi van mevrouw Van Volcem al vaker gehoord. Ze zegt dat er moet worden overgestapt op tijdelijke contracten in de sociale huisvesting. De doelstelling van sociale huisvesting is niet alleen het garanderen van de betaalbaarheid van woningen, maar van de woonzekerheid. Op de socialehuisvestingsmarkt is die woonzekerheid nu eenmaal een stuk groter dan op de private huurmarkt, vandaar ook dat de maatregel inzake een huurgarantiefonds werd ingevoerd. Om die reden alleen al zijn wij geen voorstander van tijdelijke contracten, want we willen ervoor zorgen dat de woonzekerheid wordt gegarandeerd.
Een veralgemeend stelsel van huursubsidies, zelfs al zouden we die kunnen uitbreiden, werkt niet en is, me dunkt, onbetaalbaar.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, minister, vandaag zijn er ongeveer 70.000 gezinnen die reikhalzend uitkijken naar een alternatief voor hun te dure woning op de private markt. Vijf jaar wachten is voor de meeste mensen geen optie, absoluut niet.
Bovendien heeft deze regering in december beslist om het aantal mensen die recht hebben op een sociale huurwoning nog uit te breiden. Tussen dit en een jaar zal de wachtlijsten dus sowieso enorm aangroeien, van 70.000 tot misschien 100.000 of 120.000 mensen. U hebt de doelgroep immers enorm uitgebreid.
Minister, ik snap niet wat uw beleid en dat van deze regering is. U kunt de mensen niet elke keer weer het verhaaltje vertellen dat we op tempo zitten en dat we tegen 2023 43.000 sociale woningen zullen bouwen.
Tegen 2023 zou het om 43.000 sociale woningen gaan. Vandaag wachten echter 70.000 gezinnen dringend op een oplossing. Ten gevolge van de door de Vlaamse Regering besliste uitbreiding zal het binnenkort om 100.000 of 120.000 gezinnen gaan.
Minister, uw beleid is failliet. Wat zult u doen met de sociale huisvesting?
Er is in het verleden nog nooit een dergelijke grote inhaalbeweging in de sociale huisvesting geweest. Dat geldt voor de renovaties en voor de nieuwbouw. Mevrouw Vogels doet alsof ik op een jaar tijd 70.000 woningen zou kunnen bouwen. In mijn ogen doet ze enkel alsof. Ze speelt hier toneel. Niemand kan dat.
Ik nodig mevrouw Vogels uit eens bij de SHMs te gaan kijken. De SHMs slagen er momenteel met veel moeite in hun budgetten tijdig op te krijgen om alles bij te bouwen. Ik vind haar uitspraken niet fair.
Deze overheid moet drie zaken doen. De overheid moet renoveren aan dubbele snelheid en met een in vergelijking met de vorige legislatuur verdubbeld budget.
De overheid moet bijbouwen. Tegen 2023 zullen er 43.000 sociale woningen meer zijn. Dit is een van de weinige budgetten in de meerjarenbegroting die zijn gebetonneerd. Mede dankzij de inspanningen van de vorige regeringen is dit budget zelfs decretaal vastgelegd. Het tijdspad is zeker. De gelden zijn verzekerd. Ook tijdens de jaren van de zware besparingsoefeningen is hier niet op bespaard.
Daarnaast is er nog de huurpremie. Sommige mensen moeten te lang wachten. Ik vind dat de overheid in die gevallen zichzelf een soort boete mag opleggen. Die boete moet de mensen echter ten goede komen. We storten de huurpremie rechtstreeks op de rekening van die mensen die te lang wachten. Ik vind een wachttijd van vijf jaar te lang. Ik ben natuurlijk bereid hiervoor op termijn andere grenzen te hanteren. In elk geval is het de eerste opdracht van een overheid in een aanbod te voorzien.
Volgens mevrouw De Waele zijn mijn plannen om bij te bouwen niet interessant. Ik vind dat een boude uitspraak. (Opmerkingen van mevrouw Patricia De Waele)
Mevrouw De Waele, u hebt dat wel gezegd. U bent uw repliek hiermee begonnen.
Ik vind het in elk geval relevant. We moeten aan de aanbodzijde in meer woningen voorzien. Op die manier moeten we trachten de prijzen enigszins onder controle te krijgen. De huurmarkt in Vlaanderen is duur. De huurprijzen zijn zwaar om te dragen. Dat is ook de reden waarom we een huurpremiestelsel hebben en waarom we door middel van een huurgarantiefonds verhuurder en huurder enige zekerheid willen verschaffen.
Ik vind wat we doen zeer relevant. Ondertussen bouwen we bij en zorgen we ervoor dat mensen die het moeilijk hebben, die moeten verhuizen omdat de woning onbewoonbaar is of die al te lang op een sociale woning moeten wachten en een laag inkomen hebben, een huurpremie ontvangen.
Volgens de cijfergegevens gaat het om 90.000 gezinnen. Mevrouw Van Volcem heeft echter terecht opgemerkt dat 20.000 gezinnen die op een wachtlijst staan al in een sociale woning wonen en naar een andere sociale woning willen verhuizen. Het gaat, met andere woorden, niet om 90.000 mensen in financiële nood. Het gaat om 70.000 mensen die zich aanmelden om voor het eerst in een sociale woning te trekken.
Ik ben het eens met mevrouw Hostekint: we moeten mensen die een job aanvaarden en er op die manier in slagen hun situatie te verbeteren niet uit een sociale woning zetten. Ik ben het oneens met mevrouw Vogels en haar stelling de toegang tot sociale woningen tot mensen zonder inkomsten uit arbeid te beperken. Mij lijkt het relevant dat die mensen jarenlang als werkzoekenden hun best hebben gedaan. Als ze een job aanvaarden, is dat vaak niet de meest aantrekkelijke job. Daar moeten we eerlijk over zijn. Ik zou het geen beleid vinden die mensen van de wachtlijst te schrappen omdat ze plots straatveger of poetsvrouw zijn geworden. Het is net omdat die mensen ook recht op een job hebben dat we de inkomensgrenzen moeten uitbreiden. Indien dit betekent dat de wachtlijsten groter worden, moet de Vlaamse Regering maar in bijkomende middelen blijven voorzien.
Door de inkomensgrenzen kunstmatig laag te houden, zouden we onszelf kunnen wijsmaken dat minder mensen nood hebben aan sociale woning. Daar doe ik niet aan mee. Dat is niet het beleid dat de Vlaamse Regering wil laten uitschijnen. We willen renoveren, bijbouwen en in een huurpremie voorzien. Dit is allemaal bedoeld voor de mensen die hier het meeste nood aan hebben.
We zullen hier als een pitbull aan blijven vasthouden. De resultaten zijn wat ze zijn. Ik heb dan ook schrik dat de minister vooral aan aankondigingspolitiek doet. Om de zoveel maanden kondigt ze aan iets te zullen doen. Ik heb het eens nagekeken.
De minister verwijst heel graag naar wat haar voorgangers in het verleden o zo slecht hebben gedaan. Volgens haar zullen haar opvolgers in 2015 of in 2023 tot een evaluatie moeten overgaan. Ik zou heel graag zien dat ze zelf eens in eigen boezem kijkt en haar woonbeleid vandaag bijstuurt. (Applaus bij LDD en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.