Report plenary meeting
Report
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Lode Vereeck bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Vereeck heeft het woord.
Collegas, ik wil bij motie van orde het woord nemen. In de media woedt momenteel volop het debat over de aanstelling van een gouverneur. De verenigde oppositie wou hierover in de plenaire vergadering graag met de meerderheid van gedachten wisselen. Dat werd door de meerderheid geweigerd. Dat was vorige week ook al het geval voor het debat over de renovatie van de sociale woningen.
Collegas, wij vinden dat dat niet kan. Het is niet aan de meerderheid om eenzijdig de agenda van de plenaire vergadering te bepalen. Als dat zo doorgaat, dan kunnen we als oppositie meteen naar huis. Als de vier oppositiepartijen een plenair debat vragen, dan kan u dat niet weigeren. Ook de minderheid heeft haar rechten in een democratie.
Ik hoor collegas van de meerderheid zeggen dat het debat niet thuishoort in de plenaire vergadering omdat de mensen er niet van wakker liggen. Eerlijk gezegd, er worden hier in de plenaire vergadering nog veel vragen gesteld waar de mensen niet van wakker liggen. Ik hoor collegas zeggen dat het de reputatie van de politiek niet zou ten goede komen. Wel, dat kunt u de oppositie niet verwijten. Ik merk dat alle politici in kranten, op tv, op radio wel hun gedacht mogen zeggen, maar hier in het parlement? Oh, nee, dat zou onze reputatie schaden.
En natuurlijk zijn er belangrijkere dingen dan de benoeming van een gouverneur. De financiële toestand van Vlaanderen bijvoorbeeld, de situatie rond Aquafin of de werkloosheid ten gevolge van de sluiting van Ford zijn immens veel belangrijker. Maar dat mag geen alibi zijn om het debat niet te voeren in de plenaire vergadering en op slinkse manier een benoeming door te voeren. Dit debat zegt immers veel over de organisatie van ons politiek-maatschappelijk bestel. Ik wil er trouwens op wijzen dat mijn gouverneur, de Limburgse gouverneur, een zeer belangrijke rol speelt in de reconversie van de provincie en in het zoeken naar nieuwe jobs.
Dit is echt geen onbelangrijk thema. Trouwens, gisteren is gebleken dat de discussie veel verder gaat. Er zijn door mijzelf en later ook door de minister-president enkele, op zijn minst gezegd, interessante ideeën gelanceerd om dergelijke problemen te vermijden.
Ik zal van de collegas van de meerderheid waarschijnlijk te horen krijgen dat er gisteren voldoende kans en ruimte was om onze zeg te doen in de commissie. Maar dat is geen argument: dan kunnen we alle vragen, ook actuele vragen, laten agenderen in commissies.
Kortom, dit debat hoort thuis in de plenaire vergadering, en niet in commissie. In de plenaire vergadering worden debatten gevoerd die het hele plenum, dus alle volksvertegenwoordigers en veel mensen, aanbelangen. Welnu, gisteren was de belangstelling van collegas zelfs zo groot dat de commissie Algemeen Beleid en Financiën is afgelast. Is er nog een beter bewijs nodig van de brede interesse?
Bovendien was de minister-president aanwezig, waarvoor dank, maar hadden wij ook graag een vraag gesteld aan minister Bourgeois.
Tot slot voorzitter, richt ik me tot u. U bent een wijs man waar ik oprecht veel respect voor heb. Maar als u de vraag van alle oppositiepartijen niet kunt ondersteunen, dan voelen wij ons als oppositie in de steek gelaten. (Applaus bij LDD, Open Vld, het Vlaams Belang en Groen)
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Collegas, een parlementslid heeft op basis van zijn of haar mandaat van de kiezer het onvervreemdbaar recht, maar ook de verdomde plicht om de Vlaamse Regering te controleren. En de wijze waarop we dat recht uitoefenen of die plicht vervullen, wordt in de eerste plaats beoordeeld door diegenen die dat mandaat hebben, door het parlementslid zelf en bij uitbreiding door zijn of haar fractie.
Voorzitter, dit is geen nieuw thema. Ik herinner me dat ik pas fractievoorzitter was, en we hadden in juli 2011 al een gemeenschappelijke persconferentie namens de voltallige oppositie om deze toestand aan te klagen. Dit blijft maar voortduren.
De wijze waarop de meerderheid gebruik en ik verwoord het nog anders, heel bewust misbruik maakt van haar numerieke meerderheid om een actualiteitsdebat zoals dit of het actualiteitsdebat van vorige week over de sociale woningen of actuele vragen en interpellaties af te wijzen, miskent absoluut dit parlementair controlerecht. Voorzitter, ik heb u daar gisteren over aangeschreven. U hebt me uitgenodigd voor een gesprek om daar nog eens uitvoerig over te praten. Dit moet echter niet onder vier ogen, maar wel binnen de parlementaire gemeenschap gebeuren, want dit kan niet blijven duren. Ik roep u op om het signaal van de voltallige oppositie ter harte te nemen. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang, LDD en Groen)
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de twee vorige sprekers. Het parlement is, en dan zeker wat de parlementaire werkzaamheden betreft, meer dan de regel van 50 procent of 50 procent plus 1. De wijze waarop de vraag van de voltallige Vlaamse oppositie naar een actualiteitsdebat over het esbattement en de saga rond de gouverneursbenoeming door de meerderheid is afgeschoten, tart werkelijk alle verbeelding.
Ik weet wel dat niet elke vraag van de oppositie naar de prullenmand wordt verwezen en dat niet elke vraag van de oppositie moet worden gehonoreerd. In dit geval echter heeft de meerderheid inderdaad misbruik gemaakt van haar numeriek aantal, en met argumenten die ik zelden heb gehoord. Er werd gezegd dat de mensen daar niet van wakker liggen. Welnu, dat zullen de mensen zelf wel beslissen. Een andere uitspraak was dat we die show toch niet zouden overdoen in de plenaire vergadering. Mijn partij heeft deze show echter niet georganiseerd: dat waren de hoofdrolspelers in dit verhaal. En als de oppositie dan vraagt om aan de regering desbetreffend tekst en uitleg te vragen, dan zegt de meerderheid dat ze dat liever niet doet.
Nog een geluk, voorzitter, dat er gisteren een interpellatie, in dit geval van mij, op de agenda van de commissie Binnenlands Bestuur stond, anders hadden we nog geen plenair debat gehad. Dan hadden we het eventueel hier vanmiddag met twee minuutjes in een actuele vraag moeten doen. Toch wel, voorzitter, toch wel, dan hadden we het hier met twee minuutjes moeten doen. Dan kan men ook niet spreken van een echt parlementair debat.
Het gaat niet op dat men de weken en de dagen ervoor wel het debat over en weer voert in Villa Politica bij mevrouw De Win, in De Zevende Dag en in alle mogelijke kranten en dan doodleuk op de vergadering van het Uitgebreid Bureau maandag komt zeggen: het gaat niet door, we moeten die show niet hebben in de plenaire vergadering. Voorzitter, dat is het door de meerderheid miskennen van de rechten van de oppositie, want het is niet omdat de oppositie hier in de minderheid zit, dat de oppositie hier geen rechten heeft. (Applaus bij de oppositie)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ook van de meerderheid, ik heb mijn ongenoegen hierover al laten blijken in het Uitgebreid Bureau. Wij met ons vieren hebben daar duidelijk gesteld dat het op deze manier niet meer verder kan. Het kan niet zijn dat er alleen een actualiteitsdebat gevoerd wordt, dat er alleen interpellaties goedgekeurd worden als de meerderheid vindt dat zij sterk genoeg staat om daar glorierijk uit te komen op dat moment. Neen, wij stellen een vraag als wij vinden dat dat belangrijk is. Als we met vier oppositiepartijen die vraag stellen, dan is dat een signaal dat dat belangrijk genoeg is. De oppositie heeft het recht om de vragen te stellen voor actualiteitsdebatten die ze wenst. Ik vind dat ons hier een fundamenteel controlerecht wordt afgenomen en dat dat grondig moet worden bekeken.
Het debat rond de sociale huisvesting is vorige week ook geweigerd. De interpellatie over de zonnepanelen, hoewel er een positief advies was van de voorzitter die zei dat er nieuwe feiten waren, is ook geweigerd op het Uitgebreid Bureau, puur om numerieke redenen, omdat de meerderheid in de meerderheid is en met meer is. Er moeten objectieve redenen zijn om dergelijke zaken te weigeren. Op die manier kan het niet meer verder.
Er is een verschil tussen de instrumenten, anders zouden we ze niet allemaal hebben. Een actualiteitsdebat is niet hetzelfde als een interpellatie in een commissie. Daar heb je een interpellant die een vraag stelt. Er waren vier oppositiepartijen die een actualiteitsdebat wilden houden omdat we allemaal vonden dat we daar iets over te zeggen hadden. Dat kan in een uiteenzetting bij een interpellatie, maar het is een ander instrument, een ander forum. Net daarom hebben we die verschillende parlementaire instrumenten. Het mag nooit een excuus zijn dat er een interpellatie over is, om dan het debat niet te houden in de plenaire zitting. Dat gaat niet op.
In de commissie heeft de minister-president, los van de regering, twee pistes naar voren geschoven. Hij heeft gezegd dat hij sprak ten persoonlijken titel, niet door de regering gedragen. Hij heeft zijn persoonlijk standpunt gegeven. Het waren interessante pistes, volgens mij zeker het overwegen waard. Ik had wel eens graag geweten of dat ook het standpunt is van de regering. De invulling die de minister-president heeft gegeven aan de functie van gouverneur ging erover of we het gouverneurschap op een politieke manier invullen. Ik vind dat een essentieel debat. Het gaat niet over een pietluttigheid, mijnheer Van den Heuvel, zoals u dat in het Uitgebreid Bureau hebt genoemd. Daartegenover had je de N-VA, die een apolitieke benoeming wil, want ze draagt iemand apolitiek voor, een ambtenaar. Je zit dus met een fundamenteel verschil in visie tussen de minister-president enerzijds en de heer Diependaele in naam van de N-VA anderzijds. Ik zou wel eens willen geweten hebben wat het standpunt is van de regering, maar daar kunnen we nu niet over debatteren. Voorzitter, ik vind dat een heel spijtige zaak. (Applaus bij de oppositie)
Mijnheer Van Hauthem, u zegt dat u de discussie niet kunt voeren. U hebt een interpellatie ingediend. Wij hebben gestemd. Ik heb met de meerderheid mee gestemd. De uitslag was zeven stemmen tegen negen. Was mevrouw Dillen aanwezig geweest, dan was de uitslag anders geweest en had ik het actualiteitsdebat wel goedgekeurd. Dat zijn de feiten, dat is nu eenmaal zo. U stemt toch ook meerderheid tegen oppositie? Daar kan ik toch niets aan doen? Het had acht stemmen tegen acht kunnen zijn. Mevrouw Dillen, u moet zich daar verder niet voor verantwoorden.
Er was een interpellatie ingediend door mijnheer Van Hauthem. Mijnheer Van Hauthem, wij hebben u gisterenmorgen gevraagd of u uw interpellatie wenste te handhaven. U zei ja. (Opmerkingen van de heren Joris Van Hauthem en Lode Vereeck)
U hebt ja gezegd, dus is gisterennamiddag de interpellatie in de commissie gehouden.
Nu spreek ik in persoonlijke naam als voorzitter. Ik vind een commissievergadering juist zo belangrijk als een plenaire vergadering. Tijdens de vorige legislatuur, als volksvertegenwoordiger, heb ik de plenaire- en de commissievergaderingen altijd allebei belangrijk gevonden. Ik ben gisteren even in de commissievergadering geweest. Ik heb nog nooit zoveel media-aandacht gezien in een commissievergadering. Dat verheugde mij, want commissievergaderingen krijgen naar mijn mening veel te weinig aandacht in de media. Ik denk dat er vier of vijf cameras waren, ik denk heb vier of vijf journalisten gezien die ik ken.
Als u uw interpellatie had ingetrokken en een aantal actuele vragen gesteld, dan had de voorzitter dat kunnen omzetten in een actualiteitsdebat. (Rumoer)
Mijnheer Vereeck, de interpellatie van de heer Van Hauthem is vorige week goedgekeurd en stond deze week officieel geagendeerd. Ik heb de heer Van Hauthem gevraagd of hij zijn interpellatie wenste om te zetten in een actuele vraag. Als er twee of meer actuele vragen over hetzelfde onderwerp worden ingediend, heeft de voorzitter volgens het reglement het recht die om te zetten in een actualiteitsdebat. Ik heb dat in de vorige legislatuur ook gedaan.(Rumoer. Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Het gaat niet over vorige week, het gaat over deze week, mevrouw Vogels.
Ik vind het wel heel pijnlijk als ik moet horen dat men hier zegt dat er veel actuele vragen worden afgewezen. Ik weet niet of u de nota voor het Uitgebreid Bureau heeft gezien, maar ik stel voor dat u die toch wel eens grondig nakijkt. Als er overtollige vragen zijn, dan kan ik die moeilijk behouden. Wordt iets omgezet in een actualiteitsdebat, dan kan iedere fractie nog één actuele vraag indienen. Dat is gewoon een toepassing van het reglement. De reden waarom men geen actualiteitsdebat heeft gehouden, is dat er dinsdagmiddag een interpellatie is geweest van de heer Van Hauthem. Niets meer en niets minder. Ik zie niet in wat daar minderwaardig aan is. En daar heeft men volledig kunnen voldoen aan de rechten van de oppositie, die daar alle vragen heeft kunnen stellen die maar enigszins denkbaar waren.
Er komt geen debat. (Rumoer)
U hebt uw mening verkondigd, ik heb mijn mening verkondigd, en het debat is afgelopen.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil hier wel reageren omdat u niet alleen voor dit Vlaams Parlement maar ook voor heel kijkend Vlaanderen laat uitschijnen dat er door de afwezigheid van mijn stem vorige maandag nu geen debat is. U weet heel goed dat ik trouw aanwezig ben op de vergaderingen van het Vast Bureau en het Uitgebreid Bureau. Ik ben er bijna altijd, maar ik was maandag verontschuldigd om gezondheidsredenen. Ik heb het doktersbriefje net afgegeven. U moet nu niet zeggen dat het debat had plaatsgevonden als ik er maandag was geweest. Het stemmenaantal had ook geen verschil gemaakt.
Het incident is gesloten. (Rumoer)