Report plenary meeting
Report
Mevrouw Turan heeft het woord.
Ik ben heel blij, minister-president, dat u hier ook zit. We hebben vorige week een debat gevoerd over conjunctuur, het aantal faillissementen, het lage aantal startende ondernemingen, het ondernemersklimaat en het jobverlies in Vlaanderen. Ik geef even de meest recente cijfers van faillissementen in Vlaanderen. We zitten nu in november voor de zesde maand op rij op een record. Ondertussen zijn er al meer dan 5000 faillissementen. In Antwerpen zitten we al aan 2000 faillissementen.
Het Sociaal Interventiefonds zult u niet direct vinden. Ik heb ook heel hard moeten zoeken om het te vinden. Het is een fonds dat bestaat bij de VDAB om werknemers bij een collectief ontslag te begeleiden naar een outplacement, om hen te activeren en te heroriënteren en om hen opnieuw een plek te laten innemen op de arbeidsmarkt.
Naar aanleiding van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) dat op 9 juni 2010 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, hebt u het op zich genomen om actiepunt 151 uit te voeren. Actiepunt 151 dient ervoor om gefailleerden bij te staan bij de heroriëntering en daarvoor werd dit Sociaal Interventiefonds opengesteld voor de gefailleerden, dus voor de ex-ondernemer zelf die gefailleerd is. Ook hij of zij moet via dit fonds begeleid kunnen worden naar werk, naar activering, en moet opnieuw de kans krijgen die hij of zij verdient.
Ik dacht dat 2,5 jaar na de openstelling van dit fonds het moment rijp was om u daar eens een schriftelijke vraag over te stellen. Ik kreeg twee dagen geleden als antwoord dat er geen cijfergegevens over zijn. Het gaat me niet over het feit dat er geen cijfergegevens over zijn, wel over de gefailleerden, de ondernemers in moeilijkheden en wat we voor die mensen doen.
Minister, mijn vraag is heel simpel. Hoe gaat u mij nu aantonen dat u ondertussen iets hebt gedaan met aandachtspunt 151 voor de gefailleerden die begeleid moeten worden naar een job?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Turan, ik begrijp uw vraag heel goed en ik ben gaan zoeken naar de reden achter uw vraag. Ik ben tot de conclusie gekomen dat u dit vraagt omdat nogal wat zelfstandige ondernemers die failliet gaan, uiteindelijk in de armoede terechtkomen. Ik kan u cijfers geven van het Sociaal Interventiefonds, maar dat is maar een van de vele mogelijkheden die een zelfstandige heeft om begeleid te worden.
Het Sociaal Interventiefonds draagt bij als de werkgever op een bepaald moment geen outplacement kan betalen voor zijn werknemers, en dat kan ook voor hem zijn. Voor de VDAB is het niet zo nuttig om na te gaan of het nu voor de bedrijfsleider zelf was of voor de werknemers. Wat wel nuttig is voor ons als Vlaamse Regering, is om te kijken naar alle mogelijkheden die er zijn, het OCMW, het maatpak van de VDAB, het Agentschap Ondernemen en het Sociaal Interventiefonds, en naar welke gefailleerden we daarmee bereiken. Als we ze niet bereiken, is er effectief een grotere kans dat ze in armoede terechtkomen.
Over die cijfers beschikken we vandaag niet. En ik volg u dat het nuttig zou zijn om er wel cijfers over te hebben, want dan zouden we ook kunnen vaststellen hoe het komt dat we een aantal van die mensen niet kunnen bereiken en bedenken welke acties we kunnen ondernemen om hen wel te bereiken.
Ik heb me voorgenomen om met de collegas, onder wie de minister van Economie, samen te gaan zitten en te bekijken op welke manier we die gegevens wel allemaal samen te pakken kunnen krijgen en om dan een gerichte actie te voeren. De cijfers over het Sociaal Interventiefonds alleen zouden me niet helpen om die conclusie te trekken.
Minister, u zult begrijpen dat u me niet hebt kunnen overtuigen van wat u voor de gefailleerden doet.
Het spijt me dat ik het opnieuw moet zeggen, maar het Sociaal Interventiefonds betreft een heel duidelijk actiepunt: actiepunt 151 van VAPA. Het Sociaal Interventiefonds werd specifiek opengezet voor de gefailleerden die in moeilijkheden en in armoede terecht kunnen komen. Ik vraag u vandaag niet om te bekijken wat we aan verschillende maatregelen hebben, over de minister heen, om de gefailleerden te helpen. Ik vraag gewoon naar actiepunt 151 van VAPA om gefailleerden te begeleiden naar een job via het Sociaal Interventiefonds. 2,5 jaar na de oprichting ervan kunt u mij geen enkel voorbeeld geven. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er niets is. Er is het OCMW en in de steden zijn er verschillende initiatieven, we hebben EFREM vzw en we hebben Tussenstap, maar het spijt me dat u met actiepunt 151 voor de armoedebestrijding tot op heden niets hebt gedaan. (Applaus bij Open Vld en LDD)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, het Vlaams Belang heeft de problematiek van zelfstandigen in moeilijkheden in het verleden al meermaals aangekaart naar aanleiding van verschillende vragen en begrotingsdebatten. We hebben heel vaak gewezen op de soms schrijnende toestanden wanneer zelfstandigen in moeilijkheden komen. Minister Muyters heeft overschot van gelijk dat hij moet samen zitten met minister-president Peeters. Het is vooral bij de minister-president dat ik die problematiek in het verleden al heb aangekaart. Mevrouw Turan heeft echter ook gelijk dat er nog altijd te weinig wordt gedaan voor gefailleerde zelfstandigen ondanks een stijging van de budgetten op de begroting van minister-president Peeters. Ik ben blij dat iemand van de meerderheid dat nu ook inziet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Watteeuw heeft het woord.
De vraag van mevrouw Turan is terecht. Er moet inderdaad meer worden gedaan voor gefailleerden. Als zij terecht vaststelt dat er geen cijfers voorhanden zijn, dan is dat eigenlijk een oud zeer. Ik heb in het verleden een aantal vragen gesteld over het Sociaal Interventiefonds. Ook toen bleek dat men alleen over een aantal basiscijfers beschikte en dat men geen beeld kon geven van wat men eigenlijk doet in de dagelijkse praktijk. Daar moet aan gewerkt worden. Het is absoluut noodzakelijk dat men daar een duidelijk beeld van kan schetsen.
Het actiepunt was het openstellen van het Sociaal Interventiefonds voor zelfstandigen. Is dat gebeurd, mevrouw Turan? Ja, dat is gebeurd. Het actiepunt is dus vervuld. Wat ben ik met het cijfer hoeveel zelfstandigen daar hebben op ingespeeld? Niets, het gaat om het totaal. Zelfstandigen kunnen worden geholpen via het Sociaal Interventiefonds, het OCMW, SYNTRA, de VDAB, het Agentschap Ondernemen. Wat heb ik aan de informatie dat een gefailleerde heeft gekozen voor het Sociaal Interventiefonds? Ik zie dat niet, maar u kunt me dat wellicht wel zeggen.
Ik ben het wel eens met de heer Watteeuw en met de achterliggende gedachte van uw vraag, mevrouw Turan. Ik dacht dan ook dat u tevreden en enthousiast zou zijn dat we bij alle gefailleerden zullen nagaan wie niet werd bereikt en waarom. En daar kan dan actie worden ondernomen. Daarmee bied ik een oplossing aan het geheel, en niet door enkel te weten hoeveel mensen via het Sociaal Interventiefonds zijn geholpen.
Minister, u moet zich niet opjagen. Daarmee verdwijnen de problemen niet. Het is een actiepunt dat u hebt onderschreven. We geven informatie over het aantal gefailleerden. Waarom zouden we dan geen informatie kunnen geven over het aantal gefailleerden dat wordt geholpen via het actiepunt dat u hebt onderschreven? (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
We kunnen heel veel doen met die informatie. Een aanpak van het armoedebeleid is in deze dagen essentieel, over alle bevoegdheden en instanties heen. Een van de problemen van armoede ligt bij de ondernemers, bij de gefailleerden. En dat moeten we ook aanpakken. Meten is weten, niet weten betekent dat het beleid niet tijdig kan worden aangepast. Ik neem daar nota van. (Applaus bij Open Vld en LDD)
De actuele vraag is afgehandeld.