Report plenary meeting
Report
De heer Sabbe heeft het woord.
Collegas, voorzitter, minister-president, Feng Jun ik hoop dat ik het juist uitspreek was de notoire Chinees die met veel trommelgeroffel naar België en meerbepaald naar Vlaanderen zou komen en hier een groots investeringsproject op poten zou zetten.
Dat werd aangekondigd in de nasleep van de bijeenkomst in het zeer elitaire Zwitserse Davos, waarop een aantal van onze politici aanwezig waren, waaronder toenmalig minister Van Quickenborne. Het was een beetje een hanengevecht tussen uzelf en minister Q om de eer: wie zou met de pluimen gaan lopen omdat hij die notoire Chinees naar België had gebracht?
Nu zijn we een klein jaar verder. Ik hoop dat ik het bij het verkeerde eind heb, maar tot op heden is gebleken dat we eens te meer te maken hebben gehad met aankondigingspolitiek. Ik heb immers de indruk dat men de huid al verkoopt voor men de beer heeft geschoten, en misschien zelfs voor de beer al echt is gespot. Er zou kantooractiviteit komen in Tour & Taxis. Er zou industriële activiteit komen in Willebroek. Er werd gesproken van 1200 à 5000 banen. Die 5000 banen zouden natuurlijk zeer welkom geweest zijn. Zoals u immers weet, zijn er in kmo-land sinds het begin van het jaar bijna 8000 banen verloren gegaan.
We zagen immers dat er eind maart uiteindelijk sprake was van twee banen, om de marketing of de politieke contacten voor te bereiden. Hopelijk heb ik het bij het verkeerde eind, maar een projectmanager van Flanders Investment & Trade (F.I.T.) geeft ook al aan dat er tot op heden eigenlijk nog niets concreets is. Hij werd dan teruggefloten door een collega, die zei dat er wel al concrete zaken en afspraken waren. Minister-president, wat gaat er nu concreet gebeuren? Is er nu iets, of was het enkel aankondigingspolitiek? Mogen we hier in Vlaanderen binnenkort de vruchten plukken van deze Chinees, de heer Feng Jun?
Ja, er is iets, en ik hoop dat dit verder tot iets komt. (Gelach)
Maar goed, ik zal iets meer vertellen. Het klopt dat ik die man al een paar keer heb ontmoet. Ik weet niet of u hem al hebt ontmoet. Hij is een zeer flamboyant ondernemer, in China en in de rest van de wereld. Hij is zelfs hier geweest. U hebt het over aankondigingspolitiek. Het klopt dat minister Van Quickenborne toen heeft gezegd dat de jobchinees, zoals de heer Feng Jun wordt genoemd, naar hier zou komen en dat hier dan een aantal arbeidsplaatsen zouden worden gerealiseerd. Ik heb daar toen op gereageerd met de stelling dat men altijd voorzichtig moet zijn en de huid niet mag verkopen voor men de beer heeft geschoten.
De heer Feng Jun is dus hier geweest. Ik heb hem ook ontvangen, samen met de heer Bernaerts van Group Bernaerts. Hij en zijn privébedrijf zorgen ervoor dat die contacten ook effectief worden omgezet in contracten. Als mijn informatie klopt, zijn er een aantal contracten getekend tussen dat privébedrijf en een aantal Chinese investeerders rond Feng Jun. Er zijn verdere gesprekken. Dit kan immers een groot potentieel hebben. Langs de A12 ziet u telkens wat er mogelijk zal komen. Naar aanleiding van uw vraag hebben we ook bij F.I.T. geïnformeerd over de stand van zaken. Het agentschap stelt dat we voorzichtig moeten zijn. De onderhandelingen zijn immers volop gaande. Mijnheer Sabbe, men mag er zeker niet te veel over communiceren, anders zegt u over enkele weken dat ik iets heb aangekondigd à la Van Quickenborne en vraagt u waar we nu staan. Ik ben dus zeer voorzichtig in mijn communicatie ter zake, maar er is dus al iets getekend door dat privébedrijf, en het is de bedoeling dat verder te laten groeien. De ruimte, de ambities en de plannen zijn er immers om dit te realiseren, net als de banen die u aanhaalde. Soms gaat dit echter niet zo snel als verhoopt. Zeker als men het iets te snel aankondigt, dan loopt men het risico daar op een bepaald moment mee te worden geconfronteerd.
Minister-president, de vraag is natuurlijk of men soms communiceert om daar op korte termijn al een bepaalde politieke exposure mee te krijgen, om te tonen dat men goed bezig is. In de toekomst moeten we daar zeer voorzichtig mee zijn. Dat geldt zeker voor u, als voorman van de Vlaamse ploeg. Wat is immers het probleem? Als dat concreet wordt, dan is iedereen gelukkig en zegt iedereen dat men dat goed heeft gedaan. De Vlaamse ondernemers staan echter op de eerste rij om administratieve vereenvoudiging te vragen, en minder fiscale druk, zeker op gemeentelijk en provinciaal vlak. Dat valt toch onder een bepaalde bevoegdheid, natuurlijk met respect voor de onafhankelijkheid die men heeft op dat vlak. De Vlaamse Regering heeft toch diverse hefbomen in handen om het de kmos in dit land en in Vlaanderen gemakkelijker te maken.
Als de berg een muis baart, en die Chinees komt niet, dan zal de reactie zijn: men heeft energie gestopt in een Chinese droomfabriek, terwijl men die tijd misschien beter had geïnvesteerd in het vereenvoudigen en faciliteren van het ondernemen voor de mensen van eigen bodem, die hier dagelijks proberen te groeien en meerwaarde en welvaart creëren in Vlaanderen.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, wat mij vooral opvalt, is dat er zoveel onduidelijkheid heerst in dit dossier. Een projectleider van F.I.T. zegt dat het nog niet duidelijk is dat Feng Jun voor Willebroek gekozen heeft en dat dat maar een van de mogelijke locaties is, terwijl voordien in de pers, maar ook door F.I.T. en deels ook door u, werd gesteld dat dit een geloofwaardig project is.
Ik vraag me nu vooral af wie dit dossier momenteel beheert en hoe die investeerder gescreend wordt. F.I.T. heeft een Vlaamse economievertegenwoordiger in China, en er is ook een technologieattaché. Er is daar dus een vertegenwoordiging. Als zon investeerder interesse toont, veronderstel ik dus dat er ook wordt gescreend en dat wordt bekeken of het een ernstig bod is. Nu lijkt het alsof het niet ernstig is. Ik zou graag wat duidelijkheid hebben over hoe u dit aanpakt.
De heer Callens heeft het woord.
Minister-president, in de rand van deze vraag wil ik het volgende kwijt. In mijn streek zijn er verschillende diepvriesgroentebedrijven die nog groeien. Die bedrijven gaan in Frankrijk mensen aanwerven om bij hen te komen werken. In één bedrijf werken er intussen meer dan tweehonderd Fransen. Zij komen van bijna tweehonderd kilometer ver.
Moet de Vlaamse Regering bijvoorbeeld in streken waar er problemen zijn met jobs, en die maar honderd of minder kilometer afliggen van de streek in kwestie, namelijk West-Vlaanderen, niet meer informatie verstrekken aan de mensen daar? U kunt die mensen erop wijzen dat er jobs zijn, zij het misschien een beetje ver. Ik denk dat er mensen bereid zullen zijn om daar te komen werken, in plaats van dat wij mensen die tweehonderd kilometer ver in Frankrijk wonen, naar Vlaanderen moeten aantrekken.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Minister-president, dit dossier is ook al in de commissie Buitenlands Beleid aan bod gekomen, in de vergadering van 20 maart. Wie het verslag erop naleest, leert dat de Aigo Entrepreneurs Alliance niet zomaar naar Vlaanderen is gekomen, maar dat het onder meer ook het gevolg is van de goede contacten en het goede werk dat F.I.T. in China levert. Men tracht permanent om Chinese bedrijven richting Vlaanderen te loodsen. Er zijn geen indicaties dat F.I.T. of de Vlaamse Regering op dit moment niet de nodige aandacht en steun aan dit dossier heeft gegeven aandacht of steun die dit dossier verdient.
Minister-president, wij moeten hier een formele vraag stellen, en het antwoord erop zal veel duidelijk maken. Kunt u zeggen dat er aan Vlaamse of Chinese zijde formele engagementen zijn opgenomen die uiteindelijk niet gehonoreerd zijn? Of is dat op dit ogenblik niet het geval?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, u had het daarnet over een jobchinees, die voor bijkomende jobs zal zorgen in Vlaanderen. Laten we hopen dat het geen gokchinees wordt, die met de jobs in Vlaanderen speelt. Ik kan de collegas Watteeuw en Van Overmeire zeker volgen in hun betoog: is dit een ernstig bod of niet?
Ik wil er toch voor waarschuwen om door voorbarig te communiceren verwachtingen te creëren die uiteindelijk niet gehaald zullen worden. Als u iets aankondigt, heb ik het liefst dat u jobs aankondigt in plaats van valse verwachtingen.
Voorzitter, ik zal beginnen met de laatste opmerking. De oppositie mag zeggen wat ze meent te moeten zeggen, maar die man is hier geweest. Hij is hier ook geïnterviewd. Hij heeft gezegd: ik ben hier met veel collegas uit China, wij komen naar hier, we zullen verder onderhandelen en dat kan zoveel werkgelegenheid creëren. Ik stond ernaast. Wat raadt u mij dan aan? Moet ik zeggen: wat u hier zegt, klopt niet? Die man heeft publiekelijk intenties geuit en er zijn contacten geweest met Group Bernaerts. Dat zijn serieuze contacten. Het nu hebben over valse aankondigingen enzovoort, dat is oppositietaal.
Datzelfde kan ik ook zeggen van de heer Watteeuw. Mijnheer Watteeuw, de heer Van Overmeire haalt terecht aan wat in de commissie is besproken. Het is een zeer ernstig dossier en F.I.T. volgt dat zeer ernstig op. Er wordt veel energie in gestoken, net zoals bij andere dossiers, om investeerders naar hier te trekken. U vraagt wie dat opvolgt. F.I.T. is daar zeer intensief mee bezig en doet alles om het te laten landen.
Ik weet niet of u al eens geprobeerd hebt om een buitenlandse investeerder zoals die Chinees naar hier te brengen en ervoor te zorgen dat hij hier ook effectief investeert. Dat is een proces dat langer kan duren dan men zou willen. U kunt dat mogelijks in uw nieuwe functie proberen, waarvoor ik u nu al wil feliciteren. Er wordt dus zeer ernstig aan gewerkt.
Mijnheer Van Overmeire, ik heb op dit moment geen enkel element waarbij er formele engagementen niet correct worden nageleefd. U moet die Chinese groep goed kennen. Feng Jun is hoofd van een conglomeraat van verschillende branches en Chinese ondernemingen. Hij wil een uitvalsbasis voor de Europese markt. Hij had op een bepaald ogenblik een aantal landen op een shortlist. Er was dan België met Brussel en nog enkele andere locaties.
Er is hard aan gewerkt door een privébedrijf, mijnheer Sabbe. De heer Bernaerts, een collega van u, ook ondernemer, wilde dat als projectontwikkelaar effectief realiseren. Wij ondersteunen dat. Hier worden geen valse aankondigingen gedaan. Wij hebben alles gedaan om die man te overtuigen om in Vlaanderen te investeren. Hij is hier ontvangen met de nodige egards omdat werkgelegenheid verschrikkelijk belangrijk is.
Mijnheer Sabbe, het is een en-enbenadering. Het zou niet verstandig zijn om Vlaamse kmos en ondernemers niet de nodige aandacht en ondersteuning te geven. Het gaat om én binnenlandse ondernemingen steunen én buitenlandse investeerders aantrekken.
Mijnheer Callens, wij moeten ook op andere domeinen verder acties ondernemen. Ik heb gisteren het genoegen gehad om in Veurne een toespraak te mogen houden. Ik heb vastgesteld dat in de Westhoek de werkloosheidsgraad 5,26 procent bedraagt. Dat is 2 procentpunt minder dan in de rest van Vlaanderen. In West-Vlaanderen zijn regios waar men smeekt om arbeidskrachten. Ze moeten van Frankrijk komen. Men vindt ze ook niet. Dat is een paradox. Er zijn regios waar de werkloosheid spijtig genoeg de volgende jaren zal stijgen, denk maar aan Limburg en andere regios, maar in de Westhoek smeekt men om arbeidskrachten. Dat allemaal goed combineren is een heel belangrijke uitdaging, goed wetende, mijnheer Callens, dat de arbeidsmobiliteit in Vlaanderen niet zo groot is en dan druk ik mij voorzichtig uit.
Minister-president, waar ik het moeilijkst mee heb, is de aankondigingspolitiek. Ik denk dat u in het vervolg omgekeerd tewerk moet gaan. In feite moet er radiostilte zijn en dan moet men naar buiten komen met een concreet resultaat. Nu was er een beetje haantjesgedrag bij u en bij federaal minister Van Quickenborne om de pluim op zijn hoed te kunnen steken van de Chinees die naar hier komt.
U zegt dat hij hier in elk geval geweest is. Nu, met een ticket van 1000 euro vliegt men wel over en weer van China naar hier. Met zijn vijven is dat dan 5000 euro. Ze hebben dan misschien Manneke Pis gezien en Brugge bezocht, en misschien vinden ze bij de heer Verfaillie nog wat verdwaalde duinen terug. Maar zon bezoek betekent niet dat ze concreet actie zullen ondernemen. Ik hoop dat het werkelijk iets wordt. We hebben daar allemaal baat bij.
De heer Callens heeft terecht gezegd dat minister Muyters meer werk moet maken van de arbeidsmobiliteit. Daar pleit ik in de commissie Werk al jaren voor. Nu is er een federaal kader: de afstand van 25 kilometer is opgetrokken naar 60 kilometer. Dat is effectief een aandachtspunt van deze Vlaamse Regering. U zou bijvoorbeeld de werkloze Gentenaren kunnen aanzetten om in Waregem en omstreken te gaan werken. De treinen zijn er en op die lijn rijden ze nog behoorlijk op tijd. Er is werk aan de winkel. De kern van mijn betoog is: laat ons zoveel mogelijk concrete zaken voor de deur realiseren voor de Vlaamse kmos, in plaats van droomkastelen uit China voor werkelijkheid te houden.
De actuele vraag is afgehandeld.