Report plenary meeting
Report
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister-president, gisteren en eergisteren was er in Brussel hevig protest van enkele honderden melkveehouders waaronder ook enkele tientallen Vlamingen.
Het protest was vooral gericht tegen de lage melkprijs en het beleid van de Europese Commissie ter zake. De actievoerders toonden zich echter ook terecht bezorgd over hun toekomst na het verdwijnen van de quota in 2015. Sommige actievoerders stelden voor om de quota te behouden, anderen stelden een nieuw soort regulering van de markt voor waarbij een correcte en faire prijs zou worden gegarandeerd.
Het hevige protest van de afgelopen dagen staat mijns inziens in schril contrast met de toelichting die wij enkele weken geleden in de commissie Landbouw gekregen hebben bij een studie van de landbouwadministratie over de verwachtingen van de sector na het verdwijnen van de quota. Uit de studie blijkt of bleek dat de verwachtingen in de sector bijzonder hoog gespannen zijn en dat men zelfs na een realistische bijsturing van de verwachtingen, nog steeds uitgaat van een groei van 15 tot 20 procent. Bijzonder merkwaardig vind ik dat.
Wat er ook van zij, minister-president, om nieuwe faillissementen te voorkomen, moet nu actie worden ondernomen. In die zin moeten we ook aandacht hebben voor de actiepunten die de vakgroep melkvee van de Boerenbond voorstelt: transparantie in de prijsvorming, kostenbeheersing, het organiseren van producentenverenigingen en dergelijke. De vraag is natuurlijk of dit alles voldoende zal zijn om de sector een leefbare toekomst te garanderen.
Minister-president, naast uw visie op de discrepantie tussen enerzijds de studie en anderzijds het hevige protest van de afgelopen dagen, wil ik u vragen wat u nog kunt doen, binnen uw mogelijkheden natuurlijk, om de sector te ondersteunen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Sintobin, beste collegas, het is belangrijk geweest dat de landbouwers, in het bijzonder uit de melkveesector, hun stem hebben laten horen, zeker ten aanzien van Europa. Het was ook een belangrijk signaal voor het debat over het meerjarig financieel kader, dat werd uitgesteld tot januari of februari van volgend jaar. Normaliter zou de Europese Landbouwraad, die nog steeds plaatsvindt, er vandaag en morgen verder concrete invulling aan moeten geven.
Mijnheer Sintobin, u vraagt wat ik nog kan doen. Het belangrijkste is natuurlijk dat ik er alles aan zal doen om ervoor te zorgen dat het budget voor de landbouw in dat meerjarig financieel kader binnen de perken blijft. We hebben daar de vorige keer ook over gesproken.
U haalt een aantal acties aan, thematieken die heel terecht zijn: een producentenorganisatie, investeringen in meer toegevoegde waarde in de zuivelsector en we hebben nog niet zo lang geleden een nieuwe kaasfabriek mogen openen , risicos indekken via bepaalde technieken, een goede kijk op de interne kostenstructuur. Het zijn allemaal zaken die ook kunnen bijdragen aan de leefbaarheid van deze sector.
U hebt de Boerenbond genoemd. Die zegt dat het hele debat, zeker op Europees niveau, ruimer is dan alleen de melkveesector en dat ook de andere sectoren, onder meer de rundveesector, zullen worden geviseerd wanneer het budget voor landbouw wordt vastgelegd.
Het antwoord op uw vraag is dus het volgende. Eén, we moeten, ook al is het uitgesteld, absoluut alles blijven inzetten op het meerjarig financieel kader en het landbouwbudget daarin. Twee, we kunnen verder een aantal concrete stappen zetten met de sector. En drie, u verwees naar de studie waaruit blijkt dat de steilste stijging in Europa België was, met 13 procent, als ik me niet vergis. Er is dus nog het een en het ander dat verder kan worden uitgeklaard. Ik volg dit van heel nabij op en ik doe nu alles om, zeker op Europees niveau, de nodige budgetten vrij te krijgen.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. Het lag natuurlijk in de lijn van de verwachtingen. Ik begrijp ook wel dat uw mogelijkheden beperkt zijn, zeker wat de prijszetting betreft.
Ik geef toch graag nog een aantal bemerkingen. Eén, ik ben blij dat u de actie van afgelopen maandag en dinsdag niet veroordeelt, maar dat u er integendeel begrip voor opbrengt. Anderen hebben er minder begrip voor opgebracht. Het is daarom natuurlijk spijtig dat in de huidige situatie waarin de landbouwsector en in het bijzonder de melkveesector zich bevinden, de landbouworganisaties tegen elkaar opbieden.
Twee, wat het Europees meerjarig budget betreft, zegt u dat u uw uiterste best doet om het binnen de perken te houden.
Misschien zou wat meer ambitie gepast zijn, minister-president. Als ik vandaag federaal minister Laruelle onomwonden hoor pleiten voor het behoud van het budget, vraag ik me af of dat wel of niet realistisch is.
Jammer genoeg is Villa Politica niet meer aanwezig, maar we moeten inspanningen doen hetzij via u, minister-president, hetzij via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) om de consument duidelijk te maken hoe de prijs wordt gevormd van om het even welk landbouwproduct. Als samenleving en consument hebben we de laatste jaren bijzonder veel eisen gesteld aan de landbouwsector, waardoor de kosten enorm gestegen zijn. Het gros van de consumenten is nog altijd niet bereid een eerlijke prijs te betalen voor kwaliteitsvol en eerlijk voedsel.
De heer Vanlerberghe heeft het woord.
Wie de vrije markt als principe omarmt, moet er zich vroeg of laat goedschiks, dan wel kwaadschiks naar schikken. Voor de landbouw- en melkveesector leveren niet enkel het Europees landbouwbeleid, de milieuproblematiek, de sterk stijgende voedselprijzen of het energievraagstuk grote uitdagingen op en speelt hen dat parten, het is even belangrijk dat de bedrijfsvoering niet altijd aan de hedendaagse eisen is aangepast. Melkveehouders moeten bij het uittekenen van hun toekomstplannen rekening houden met realistische marktverwachtingen, een stijgende volatiliteit van het inkomen en toenemende onzekerheid over de prijzen.
Dit zijn niet mijn woorden, het is de slotbeschouwing van de Boerenbond uit het daarnet geciteerde platform, dat enkele aanbevelingen heeft geformuleerd. Minister-president, u investeert in uw beleidsplan terecht in het ondersteunen van producentenorganisaties. Plant u ook maatregelen om de sector te begeleiden in een transitie naar wat we de melkfabriek van de toekomst zouden kunnen noemen, zoals een door de sectorvakgroep melkvee voorgestelde strategische denkoefening?
De heer De Meyer heeft het woord.
Het klopt dat de melkveehouderijen het moeilijk hebben, maar ook andere sectoren in de land- en tuinbouw kampen met problemen. Daarenboven is er de hervorming van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarover mevrouw Rombouts enkele weken geleden hier terecht een vraag stelde.
Er wordt ook gesproken over het afschaffen van het melkquotum, en sommigen stellen dat in vraag. Dat is een Europese beslissing van 2004 die in 2015 zou worden doorgevoerd. Ondanks het bestaan van het melkquotum kampen we toch met te lage prijzen. Vandaar mijn twijfels: is dit een remedie om het wel te behouden? Vergeet ook niet dat het melkquotum vandaag 126 miljoen euro kost aan de sector. Op dat vlak vraag ik dus enige nuance.
De heer Callens heeft het woord.
Minister-president, vorige week hebben we het rapport gekregen over de problemen van de melksector, en de studie over de afschaffing van het melkquotum. We weten nu al dat 80 procent van de melkveehouders eraan denkt om na 2015 uit te breiden. Misschien begint het al in 2014. Dat zijn heel wat mensen. Er zullen er ook stoppen. We hebben geleerd dat de productie met 10 tot 20 procent zou stijgen.
Minister-president, hebt u al met de afnemers, de melkerijen gepraat over de opvang van de grote hoeveelheid melk die over enkele jaren op hen zal afkomen?
Want als die mensen niet meespelen met die uitbreiding en niet kunnen garanderen dat wij die melk zullen kunnen kwijtraken aan een normale prijs, moeten we onze landbouwers daarover inlichten. Minister-president, hebt u met hen al contact genomen of bent u van plan om dat te doen?
Mijnheer Sintobin, u zegt dat ik met betrekking tot het meerjarenbudget van Europa niet ambitieus genoeg ben. Ik kan u verzekeren dat mijn ambities om voor de landbouw effectief iets uit de brand te slepen, minstens even groot zijn als die van de bevoegde federale minister. Het is niet omdat men perscommuniqués de wereld instuurt, dat men daaruit mag afleiden dat men meer of minder ambitieus is. Het is natuurlijk op Europees niveau een heel delicaat debat. Iedereen gaat ervan uit dat er niet een groter maar een kleiner budget zal zijn. De vraag is in welke mate de landbouwsector de schade kan beperken. Maakt u zich geen zorgen, ik ben even ambitieus of nog ambitieuzer, en ik heb al heel wat contacten gehad.
De opmerking over de inspanningen van VLAM kan ik bijtreden. Het is heel belangrijk dat het brede publiek weet hoe de prijsvorming in elkaar steekt en wat de kostprijs is van die prachtige producten en van onder meer, in dit dossier, melk.
Mijnheer Vanlerberghe, uw opmerking over de volatiliteit is juist. Als men de markt ook in deze problematiek invoert, heeft dat gevolgen. Dan zal men zich moeten schikken naar de marktprijzen die op Europees en op wereldvlak worden vastgesteld, in goede en kwade dagen. U weet dat het probleem op dit moment niet zozeer zit in de prijs voor de melk maar wel in de grondstoffen en de veevoeders die men moet aanschaffen.
Maakt u zich geen zorgen, naast de fabriek van de toekomst en de school van de toekomst zal ik ook de melkfabriek van de toekomst blijven verdedigen. Misschien is het gemakkelijker om daarover consensus te bereiken dan over die twee andere. De transitie moet ook daar worden doorgevoerd. Ook daar zal ik mijn schouders onder zetten.
Mijnheer De Meyer, u hebt gelijk: de melkquota zijn een Europese beslissing. Men moet ook realistisch zijn met betrekking tot de mogelijkheden om tot oplossingen te komen.
Mijnheer Callens en commissievoorzitter, uit de in de commissie besproken studie zijn heel wat elementen naar voren gekomen. Heel wat van die zaken moeten nu verder worden besproken. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat de sector zelf denkt te kunnen groeien terwijl er een probleem is in de verdere fases van de keten, in verband met prijsvorming enzovoort? Ik zal al deze elementen verder bespreken. De intenties om nu nog meer te investeren moeten getemperd worden als een aantal andere zaken zich niet in dezelfde mate positief ontwikkelen.
Minister-president, ik heb u in de commissie ook al een paar keer gezegd dat ik waardering heb voor uw inspanningen voor de landbouwsector. Als ik u vraag om een tandje bij te steken, heb ik het over communicatie. U weet hoe gevoelig mensen daarvoor zijn.
Mijnheer Vanlerberghe, we moeten de gevolgen van de liberalisering van de markt erbij nemen. De sector moet zich daarop voorbereiden. Die evolutie kunnen wij niet tegenhouden, en al zeker niet vanuit Vlaanderen.
Mijnheer De Meyer, ik weet wel wat mijn collega Wymeersch indertijd vertelde of wat de houding of visie van onze fractie was inzake melkquota, maar ik heb hier vandaag geen pleidooi gehouden voor het behoud van de melkquota.
De actuele vraag is afgehandeld.