Report plenary meeting
Report
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Voorzitter, we hebben allemaal kunnen lezen dat het woonkrediet een terugval met bijna 40 procent kent. Het voorbije jaar komen we eigenlijk uit op hetzelfde percentage als in 2009 en 2010. Het is ook merkwaardig dat de bedragen eveneens met een vierde zijn gedaald.
Op zich mag dit ons niet verwonderen. Vlaanderen en ons land bevinden zich immers in een bepaalde economische situatie. Dit betekent voor de consument, de kandidaat-bouwer of ‑koper, een kink in de kabel. Ze durven die stap niet te zetten. De banken zijn overigens ook terughoudend als het erop aankomt een woonkrediet te verstrekken. In het licht van de huidige bankencrisis is dit allicht terecht.
Het gevolg is dat de woonsituatie enkel acuter zal worden. Ons gezamenlijk zorgenkind in dit verband is de huurmarkt. Als de mensen niet meer bouwen, kopen of verbouwen, zal de druk op de huurmarkt, die nu reeds zeer groot is, nog verder toenemen. Dit zal niet dit jaar stoppen. We hebben kunnen lezen dat de druk de komende jaren enkel nog zal stijgen.
De vraag is wat we binnen de huurmarkt kunnen doen. We hebben hierover al studiedagen georganiseerd. De minister heeft een plan opgesteld. Op welke manier kunnen we dit concreet waarmaken? Hoe kunnen we de huurmarkt effectief een boost geven om iedereen het recht op wonen te garanderen?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik heb getracht de cijfergegevens zelf allemaal uit te pluizen. Uit de cijfers blijkt dat 2011 en eigenlijk ook 2010 op het vlak van de kredietverlening absolute topjaren waren. In 2012 is er een serieuze terugval geweest.
Dit is hoofdzakelijk aan de renovatiekredieten te wijten. Mensen renoveren nu minder dan in 2011. De verklaring is duidelijk. Eind 2011 heeft de Federale Regering beslist de mogelijkheid van de groene lening niet voort te zetten en de fiscale aftrek van alle energiebesparende maatregelen, met uitzondering van dakisolatie, af te schaffen. Mensen die hun investering nog konden vervroegen en hun lening nog tijdens 2011 konden afsluiten, hebben dat ook gedaan. Anderen stellen dit nu uit. Het wordt zonder die fiscale voordelen duurder. Dit geldt zeker indien we naar de middellange termijn kijken.
Daarnaast zijn de banken zelf met betrekking tot de toekenning van kredieten voorzichtiger geworden. De banken staan weigerachtig tegenover die kredieten. Volgens mij zijn er twee mogelijke oplossingen.
We moeten durven te vragen of het instrument van de verzekering gewaarborgd wonen eventueel kan worden aangepast. We naderen een nieuwe toepassingsperiode. We kunnen dit instrument gebruiken om de banken gerust te stellen. Mensen die plots door pech, ziekte, werkloosheid en dergelijke worden getroffen zouden immers niet onmiddellijk wanbetalers blijken. Ik heb de minister-president gevraagd in het bankenplan een component met betrekking tot woonleningen en energiezuinige leningen op te nemen. Volgens mij kan dit een afgeleid effect op onze economie hebben. De mensen zouden bij het wegwerken van dit euvel gebaat zijn.
Verder zijn er sociale leningen voor wie een sociale woning wil kopen of op de private markt een huis wil kopen. We willen hier zeker in blijven investeren. We willen tevens de sector van de erkende kredietmaatschappijen dynamiseren. Het is immers mogelijk 100 procent van de aankoopwaarde van een huis te lenen zonder meer rente te betalen. Dat is ook belangrijk.
De huurmarkt zal, zeker indien met tussenpozen minder wordt gekocht, belangrijker worden. De huurpremies zijn ingevoerd. We betalen ze nu uit. Indien dit positief wordt geëvalueerd, kunnen we nagaan of we hiermee misschien een grotere groep kunnen bedienen. Het Huurgarantiefonds moet het voor de verhuurder aantrekkelijker maken zich op de huurmarkt te begeven. Het risico op wanbetaling wordt weggenomen. Bovendien geven we de kandidaat-verhuurders voordelen.
We hebben in het verleden veel inspanningen geleverd om de verzekering gewaarborgd wonen van start te laten gaan. Ik betwijfel of een bijsturing in de nabije toekomst een boost zou betekenen om weer meer te investeren.
Wat de woonlening betreft in het bankenplan: uiteraard. Onze sociale kredietsector neemt al heel veel initiatieven. We weten dat daar ook een grote reserve zit om te kunnen inzetten. Er is altijd een fluctuatie bij de sociale kredietvennootschappen: als het goed gaat, hebben ze heel weinig verrichtingen, als het wat minder goed gaat, hebben ze wat meer verrichtingen. Transparantie en een eengemaakt stelsel zaken waar we al lang naar vragen zouden in elk geval de burger, de klant, meer duidelijkheid kunnen geven.
Wat de huurmarkt betreft, moeten we verder gaan. We moeten in ons achterhoofd houden dat we, op het ogenblik dat het een volledige bevoegdheid van Vlaanderen wordt, die huurmarkt nog veel meer zullen kunnen stimuleren. Ik zou durven voorstellen om ook bouwmaatschappijen ertoe aan te zetten om starterswoningen te bouwen. Ze kunnen ze verhuren gedurende een bepaalde periode. Ik maak me echt wel zorgen. Niet iedereen kan kopen. Niet iedereen kan renoveren. We zullen een grote boost moeten geven aan de huurmarkt, ook op fiscaal vlak.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Minister, ik heb u horen zeggen dat het een denkpiste van u is om de sociale leningen weer wat attractiever te maken. Ik neem toch aan dat sociale leningen niet aan de orde kunnen zijn om de private huurmarkt te stimuleren. Ik veronderstel dat dit een categorie investeerders is die net niet op de markt van de sociale leningen thuishoort.
Ik deel u ook nog eens mijn dada mee: zolang u niet in staat bent om de private huurmarkt, de private verhuurders als een volwaardige partner op de woonmarkt te beschouwen, zult u er niet in slagen om de private huurmarkt attractiever te maken. U zult dat niet alleen kunnen met de SVKs. U zult dat niet alleen kunnen met de huurpremies. U zult dat ook niet alleen kunnen door huurgarantiefondsen in het leven te roepen.
Ik zou ook willen zeggen dat de overheid zelf niet te veel op de private markt moet komen, want vandaag is de sociale huisvesting ook bezig in de niet-residentiële markt.
Al die zaken zorgen ervoor dat de private verhuurder afhaakt. Het is een verhaal van rechten en plichten, zowel voor de huurder als voor de verhuurder.
Mevrouw Heeren, wat u zegt over de erkende kredietmaatschappijen, klopt absoluut. Naarmate het moeilijker is voor mensen om bij de traditionele banken een lening te krijgen, worden de erkende kredietmaatschappijen aantrekkelijker. Het tweede deel van uw verhaal klopt nog veel meer. We hebben een aantal wantoestanden moeten aanpakken in die sector. We bewegen hen nu in de richting van fusie, van meer dynamiek en openheid. Het is een traag en moeizaam proces, maar wel een dat in het belang is van de kandidaat-koper. We gaan er dus mee verder. U vindt daarbij zeker een bondgenoot in mij.
Bescheiden woningen: u bent een van de mensen die aan de basis ligt van die aanvulling in het decreet. We zullen trachten om zesduizend bescheiden woningen te bouwen tussen nu en tien jaar. Huisvestingsmaatschappijen kunnen daarmee van start gaan. Ik krijg ook positieve signalen, ik hoor dat huisvestingsmaatschappijen dat ook echt willen doen. Dat zal soelaas brengen voor mensen die meer verdienen dan degenen die in een sociale woning terechtkunnen, maar die toch te weinig hebben om meteen gemakkelijk op de private markt terecht te kunnen.
Mevrouw De Waele, sociale leningen zijn inderdaad niet aan de orde om kandidaat-investeerders/verhuurders aan te trekken. Ik neem aan dat zij wel gemakkelijker een lening bij de bank kunnen krijgen. Ze zijn natuurlijk wel aan de orde om mensen aan een woning te helpen. Het blijft nog een betrachting om mensen toe te laten een woning te verwerven. Als we zien hoeveel honderden miljoenen per jaar aan sociale leningen worden uitgegeven, dan denk ik dat het toch belangrijk blijft in het wat lagere segment van de koopmarkt om ook gezinnen die niet overdreven veel hebben, maar wel genoeg om iets te kunnen kopen, de kans te geven om dat aan een voordeligere rentevoet te kunnen doen, om ook in staat te zijn te sparen voor dat pensioen, dat huis te kunnen kopen.
Ik zie de verhuurders wel degelijk als partner, getuige daarvan het vele overleg dat ik heb met eigenaarssyndicaten. Ik moet ook zeggen dat er vrij veel overeenstemming is inzake de maatregelen op dat vlak. Over de huurpremie en het Huurgarantiefonds dat in opmaak is, lijken verhuurders toch vrij enthousiast te zijn.
Minister, ik denk dat we het debat over de private huurmarkt, de inzetbaarheid en de verdere ondersteuning de volgende jaren, in onze commissie moeten kunnen voortzetten. Het zal een cruciale actor zijn de volgende jaren, zeker in economisch moeilijke tijden.
De actuele vraag is afgehandeld.