Report plenary meeting
Report
De heer Roegiers heeft het woord.
Minister-president, er is een veel geraadpleegde website waar men het nieuws kan aanduiden als fascinerend, grappig of hartverwarmend. Wat ik u dadelijk moet vragen, hoort eerder thuis bij de deprimerende artikelen, vrees ik. Ik heb het over de situatie in de Sahel, een gebied in Afrika dat ongeveer zo groot is als Europa en waar het noodlot alweer toeslaat. De armoede daar overtreft alles.
De beelden die de voorbije dagen in het nieuws te zien waren, staan op het netvlies gebrand. Drie miljoen kinderen zijn ondervoed. UNICEF, de kinderrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, vermoedt dat de komende weken en maanden ongeveer een miljoen van die kinderen dringende medische hulp nodig zullen hebben. Vandaar mijn heel eenvoudige vraag: minister-president, bent u bereid om net als vorig jaar noodhulp vrij te maken voor de landen in de Sahel?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer Roegiers, dit is inderdaad een heel ernstig probleem. 19 miljoen mensen worden door de droogte getroffen. Volgens de Verenigde Naties zou er minstens 1,6 miljard dollar nodig zijn om aan de essentiële behoeften van die mensen te voldoen. Vrij recent hebben een aantal organisaties ons een brief geschreven met de vraag om ondersteuning. Ik heb mijn administratie gevraagd om dit bij hoogdringendheid te onderzoeken. Ik zal zo snel mogelijk de nodige middelen vrijmaken, gezien de ernst van de situatie waar u terecht naar verwijst.
Minister-president, ik dank u voor uw initiatief. Ik weet dat het budget dat de Vlaamse Gemeenschap kan vrijmaken, niet ongelofelijk groot is maar ik ben ervan overtuigd dat elke euro die kan worden vrijgemaakt, welbesteed is.
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Minister-president, wij zijn zeer blij dat u dit initiatief neemt. Bij zo veel menselijke miserie kunnen wij ons alleen aansluiten bij de oproep van de heer Roegiers. Het is goed dat we ook eens buiten de muren van Vlaanderen kijken naar wat er op andere plaatsen in de wereld gebeurt waar het menselijke lijden ondraaglijk groot is.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de minister-president namens mijn fractie voor dit initiatief danken. Tegelijkertijd wil ik de gelegenheid te baat nemen om op de situatie van de Toearegs in Mali te wijzen. Ik krijg al gedurende ongeveer een maand wekelijks een update over de humanitaire ramp die zich daar voltrekt. Het gaat niet enkel om de droogte, maar ook om het geweld. Die mensen dreigen door de Ansar Al-Din, een salafistische beweging, in de tang te worden genomen. We kunnen daar vanuit Vlaanderen misschien niet meteen iets aan doen. We hebben weinig directe banden met die landen en we kunnen weinig diplomatieke druk uitoefenen. Dit is een humanitaire ramp die nog bovenop de droogte komt. Ik vind dat dergelijke zaken ook niet uit het oog mogen worden verloren.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, we sluiten ons volmondig bij het voorstel van de minister-president aan. Ik wil de heer Van Der Taelen er trouwens op wijzen dat dit perfect past in de strategie die we nu al jaren hanteren. We hebben niet enkel oog voor de partnerlanden. Als het echt nodig is, verstrekken we ook noodhulp.
Ik wil even op die laatste opmerking ingaan. We verlenen regelmatig noodhulp aan die landen die dat echt nodig hebben. Wat hier gebeurt, is echt schrijnend. We zullen daar opnieuw geld voor vrijmaken. Voor het overige zal ik met alle opmerkingen rekening houden.
Als ik het goed heb begrepen, mag ik de minister-president en de Vlaamse Regering namens heel het Vlaams Parlement voor dit initiatief danken. (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vraag is afgehandeld.