Report plenary meeting
Actuele vraag over de resultaten van het Overlegcomité van 4 juli 2012 wat betreft het dossier van de interfederalisering van het CGKR
Report
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in het regeerakkoord staat dat er, gelet op enkele Europese en decretale verplichtingen, met de Federale Regering onderhandelingen zouden worden aangegaan over het dossier van de interfederalisering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR). Een eerste deadline verliep na één jaar, maar omdat er geen Federale Regering was, werd die deadline verschoven naar midden 2011. Toen werd voor een derde keer een deadline gesteld, die werd bepaald op eind juni 2012.
Minister, verleden week zei u in de commissie dat deze discussie vandaag op het Overlegcomité zou worden gevoerd. In het licht van de motie van de Vlaamse meerderheid van oktober-november 2011 om een geschreven akkoord te realiseren, en dat bij gebreke daaraan scenario B moet worden gerealiseerd, dat moet leiden tot de creatie van een eigen Vlaams orgaan, zei u dat u dat laatste effectief zou doen als er geen akkoord is of nakend zou zijn. Mijn vraag is dan ook eenvoudig en duidelijk: wat heeft de vergadering van vanochtend opgeleverd?
De heer Kennes heef het woord.
Ik kan kort zijn, want de heer Hendrickx heeft het probleem goed geschetst. Mijn fractie is vragende partij voor een interfederaal orgaan dat ook de Vlaamse bevoegdheden behartigt en rechtsbescherming biedt voor materies waarvoor Vlaanderen als gewest en als gemeenschap bevoegd is. Daar is nood aan.
Vorige week zei u in de commissie dat het Overlegcomité de zaak vandaag zou bespreken. Wij kijken met zeer veel belangstelling uit naar de resultaten ervan. De deadline was eind juni. Enkele dagen in blessuretijd gaan, is geen drama, maar nu moet er toch een principieel akkoord zijn. Ik verneem dus erg graag wat de uitkomst van de bespreking van vandaag is. Komt er witte rook uit de schouw?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik denk dat wij niet echt in blessuretijd zitten, maar eerder in verlengingen. Wij hebben de afgelopen weken en maanden vooruitgang geboekt om een interfederaal centrum te creëren. Vanochtend is op het Overlegcomité vastgesteld dat wij er nog niet zijn. Er zijn nog een aantal discussiepunten die volgens ons overbrugbaar moeten kunnen zijn. Niet enkel wij, maar ook de Franse Gemeenschap heeft nog opmerkingen bij het federaal voorstel. Toch is er vooruitgang geboekt. Wij stellen ook vast dat bij de federale overheid de oprechte wil leeft om een interfederaal centrum te creëren. Het komt er nu op aan om de standpunten van de drie partijen te verzoenen.
Vanochtend is afgesproken dat de komende dagen de gesprekken worden voortgezet. Een werkgroep met gemandateerde mensen zal een oplossing uitwerken, en zo nodig moeten de bevoegde ministers rond de tafel gaan zitten. Er is afgesproken om tegen 20 juli met een schriftelijke procedure een akkoord in het Overlegcomité te proberen te bereiken.
Dat neemt niet weg dat wij intussen op Vlaams niveau voorbereidingen treffen voor scenario B. Ik heb dat vorige week ook gezegd in de commissie. Als we vaststellen dat er op 20 juli geen overeenstemming is gevonden tussen de federale overheid en de Vlaamse en de Franse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, dan zullen wij scenario B in werking brengen. Wij bereiden dat dus voor en ik zal de afspraken nakomen, maar we blijven nu nog werken om te komen tot een interfederaal centrum wat nog steeds mogelijk is.
Mijnheer Kennes, net zoals u en anderen, denk ook ik dat dat voor de burger het meest aangewezen is, maar het moet dan ook een goede regeling zijn en we proberen tot een goede regeling te komen.
Minister, ik betreur toch dat er weer geen akkoord mogelijk is geweest. We zullen afwachten of die twee weken respijt toch tot een oplossing zullen leiden. Ik betwijfel het. Vier jaar na de totstandkoming van het decreet Gelijke Kansen, is het toch echt nodig dat er een orgaan komt dat toezicht uitoefent. Wij hebben natuurlijk het liefst een eigen Vlaams orgaan. Voorbeelden uit andere federale staten tonen aan dat het best kan, een eigen deelstatenorgaan naast een federaal orgaan. We zullen afwachten. Maar voor de geloofwaardigheid van uzelf en van de Vlaamse Regering, hoop ik echt dat we kort op de bal blijven spelen en dat er op 20 juli een oplossing op tafel ligt.
Minister, ik stel vast dat er voorlopig nog geen akkoord is. Ik noteer dat gemachtigde medewerkers rond de tafel gaan zitten om tot een akkoord te komen. Ik reken erop dat u als minister, bevoegd voor deze materie, uw gewicht in de schaal zult werpen en eventueel met de collegas van de andere deelstaten overlegt om na te gaan hoe we misschien een gezamenlijk standpunt kunnen innemen.
Minister, zijn er nog veel knelpunten of gaat het om enkele knelpunten? Dat is belangrijk om te kunnen inschatten of een scenario B dichterbij komt of niet.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Minister, het zal u niet verbazen dat ik opnieuw smalend ga doen tegen u over dit onderwerp. Al drie jaar geloof ik er niet in dat er een Vlaams centrum zal komen en al drie jaar zegt u dat er wel een zal komen. Wat zal het zijn na de blessuretijd en de penaltys? U wilt per se een intergefederaliseerd centrum en u komt uw afspraken met het parlement niet na. Uit de commissieverslagen blijkt duidelijk dat er eind juni, als er geen oplossing was, een Vlaams centrum zou komen, maar u wilt dat Vlaams centrum niet.
Net als de N-VA in de vorige legislatuur, hebben wij altijd gepleit voor de afschaffing van zon centrum. De N-VA pleit nu voor een Vlaams centrum, maar als het Vlaams centrum een kopie zal worden van het federaal centrum, dan hoeft het voor ons niet.
Minister, wanneer gaat u eindelijk uw afspraak nakomen? Eind juni was de deadline, al sinds vorig jaar. U houdt zich niet aan uw woord. Ik vind dat u gewoon de boel moet opblazen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Minister, ik zou graag meer informatie krijgen over de knelpunten die er zijn. Onze fractie vindt het belangrijk dat er een interfederalisering van het centrum plaatsvindt, en daarom zouden we graag willen weten wat het probleem is.
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Minister, mijn fractie is ook eerder gewonnen voor een interfederaal centrum. We hebben daar in de commissie al verschillende keren over gediscussieerd. Ik hoop dat er over twee weken een beslissing zal worden genomen en dat er zal worden geland. Ik ben ook benieuwd naar de discussiepunten, ook aan de andere kant van de taalgrens. We moeten de twee weken nog volledig benutten om tot een interfederaal centrum te kunnen komen.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Minister, en de minister-president komt net binnen en het raakt hem ook Vlaanderen is zich belachelijk aan het maken. Vlaanderen heeft al twee of drie keer een deadline gesteld, maar nooit wordt die deadline gehaald.
In de commissie hebt u gezegd dat de Fourth of July, Independence Day, de beslissende datum zou zijn waarop een akkoord zou worden bereikt. Als dat niet kan, zouden we overgaan naar plan B. U schuift het nu weer verder naar 20 juli. Mag ik aannemen dat dat de ultieme datum is en dat er niet opnieuw knelpunten opduiken waardoor de zaak op de lange baan wordt geschoven? Ik heb het gevoel dat Vlaanderen wordt gegijzeld. Het beste scenario is dat we meteen opteren voor plan B, want uw eigen experten, de heren Vrielink en Sottiaux, zeker geen rechtsgezinde flaminganten, hebben gezegd dat een een-op-eenrelatie in deze problematiek de beste oplossing is. Ik vraag dan ook dat u niet langer zou aarzelen en dat u de knoop doorhakt voor Vlaanderen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ook wij hopen op een snelle landing, maar het is vooral belangrijk te werken aan een volwaardig interfederaal mensenrechteninstituut. Het is belangrijk dat er één duidelijke entiteit komt die het aanspreekpunt wordt in verband met de verschillende mensenrechten die er zijn. Ik hoop dat u goed zult landen. Als dat tot 20 juli duurt, dan is dat zo.
Ik ga niet in op de knelpunten omdat ik het belangrijk vind dat we met de verschillende entiteiten daadwerkelijk een oplossing vinden. Noch ikzelf, noch de minister-president, noch de Vlaamse Regering vinden het erg dat er extra time wordt gespeeld zolang er maar vooruitgang wordt geboekt. De afgelopen weken en maanden is er daadwerkelijk vooruitgang geboekt.
We zijn er niet zeker van dat we een interfederaal centrum zullen hebben, maar we geloven wel nog altijd dat het kan. En omdat we dat geloven, willen we het nog een laatste eerlijke kans geven. Mevrouw Van Steenberge, dat is nog iets anders dan zich belachelijk maken. U vergeet dat er ook een hele periode is geweest waarin er geen Federale Regering was. Het was niet mogelijk een akkoord te bereiken met een regering die niet bestond. Dat is wat men in het recht overmacht noemt. Ik heb begrepen dat u in dat geval naar de bom grijpt. Dat is dan het verschil tussen u en mij. Ik blijf nog redelijk en u wilt de boel meteen platbombarderen. Ik blijf geloven dat het nog kan. De komende dagen zullen uitwijzen of we zullen slagen.
Wie goed heeft geluisterd, heeft ook gehoord dat we het scenario B, de oprichting van een eigen Vlaams gelijkekansencentrum, ook in gang hebben gezet. Het is dus niet zo dat we nu met onze vingers zitten te draaien in afwachting van 20 juli om dan, als er geen centrum komt, met scenario B te starten. We zijn voorbereid. Wanneer we dan op 20 juli vaststellen dat we er niet geraken, zullen we onze verantwoordelijkheid nemen en het akkoord dat we binnen de regering hebben afgesproken, nakomen.
Mijnheer Bouckaert, de heer Sottiaux en anderen hebben gezegd dat dat in bepaalde landen zo is maar zij hebben niets aanbevolen. Het was wel wat genuanceerder dan dat. U mag niet vergeten dat andere landen groter zijn dan het onze. U moet de zaken ook bekijken vanuit het standpunt van de burger. Mensen die klachten hebben, hebben liever één duidelijk centrum. De klachten kunnen dan gedispatcht worden naargelang de bevoegdheid. Het belangrijkste voor de mensen is dat hun klachten goed, snel en efficiënt behandeld worden.
Samengevat, wij geloven dat het nog kan. Dat is ook de reden waarom de Vlaamse Regering vanmorgen akkoord is gegaan om daar de volgende dagen nog verder aan te werken. Indien blijkt dat we geen vooruitgang boeken, dan zal op 20 juli scenario B in gang worden gezet en geoperationaliseerd. Concreet wil dat zeggen dat er dan een ontwerp van decreet zal worden goedgekeurd. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik ben een voetballiefhebber. Wanneer men extra time speelt, dan is dat niet erg als achteraf blijkt dat men de wedstrijd heeft gewonnen. Ik hoop dat we op 20 juli tevreden uit het stadion mogen terugkeren en dat er ofwel de garantie is dat er op 20 juli een akkoord is, ofwel dat de aanzet die u nu hebt gegeven voor plan B, dan wordt uitgewerkt. Ik denk dat we onszelf en onze motie ernstig moeten nemen.
Minister, u hebt vanmorgen zelf vastgesteld in het interministerieel comité dat er effectief vooruitgang wordt geboekt. Dat is een belangrijk element. Ik hoop dat dit tegen 20 juli kan worden afgerond.
De actuele vragen zijn afgehandeld.