Report plenary meeting
Report
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, de saga van de Hedwigepolder is inmiddels al zeven jaar bij iedereen gekend al langer eigenlijk, want de onderhandelingen over de verdragen gaan er nog aan vooraf.
U hebt heel lang heel veel geduld getoond, minister-president. Eerst wou u horen wat het alternatief was van de Nederlandse regering. Dan wou u weten wat de reactie was van de Europese Commissie op dat alternatief. Na die vernietigende reactie wachtte u af wat de reactie van Nederland zou zijn op de reactie van de Europese Commissie op het alternatief. Uiteindelijk stellen we vast dat staatsecretaris Bleker met een finaal alternatief naar voren is gekomen dat niet op een meerderheid in de Tweede Kamer kon rekenen.
Dat was voldoende, minister-president, om ook een einde te maken aan uw eeuwige zo leek het wel geduld. U hebt inmiddels de geschillenprocedure opgestart. Die houdt in dat we zes maanden zullen spreken met elkaar om dan, hopelijk tegen eind 2012 begin 2013, een scheidsgerecht op te richten.
Dat klinkt allemaal mooi, maar u hebt hierbij één groot probleem: u hebt geen gesprekspartner. De Nederlandse regering, demissionair, reageert eerder geamuseerd. Ze zegt dat het een interessante en boeiende puzzel is en dat ze niet genoodzaakt is om daar onmiddellijk op te reageren. De Tweede Kamer zegt op haar beurt dat ze geen stappen zal zetten zolang ze demissionair is. U hebt met andere woorden geen onmiddellijke gesprekspartner in dat goedbedoelde zes maanden durende overleg dat nu werd opgestart.
Ik vind dit alles heel verontrustend omdat we voor 2014 onze onderhoudsbaggerwerken van de Schelde opnieuw vergund moeten krijgen, dat weet u.
Hoe zult u dit aanpakken? Hoe zult u zich positioneren tegenover de Nederlandse regering? Zult u met heel welbepaalde timings en schadeberekeningen staan zwaaien om haar te dwingen positie in te nemen in de gesprekken?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, mevrouw De Ridder, wat de problematiek betreft van de verdragen met Nederland over de haven van Antwerpen en de Schelde, wil ik nog eens in herinnering brengen dat de Schelde is uitgediept, 13,1 meter tijongebonden. Dat is een heel goede zaak die vandaag nog in de media is gekomen. Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat de onderhoudsbaggerwerken ook tijdig kunnen plaatsvinden.
Het is zo dat we Nederland de tijd hebben gegeven om een alternatief uit te werken dat door Europa en het Nederlands parlement als evenwaardig zou worden beschouwd om daarover dan een gesprek te starten. Dat is niet gebeurd. We hebben dan meteen artikel 10 van het verdrag in werking gesteld. In dat artikel, dat u vermoedelijk ook kent, staat heel duidelijk dat er eerst een periode van zes maanden is om te onderhandelen en te bekijken of we er op die basis uit kunnen geraken. Dan zal een scheidsgerecht, een arbiter, de zaak bekijken en beslechten. Wij hebben Wivina Demeester aangeduid als hoofdonderhandelaar om de kwestie nu verder te bekijken, maar er zullen nog andere mensen aan toegevoegd worden.
U denkt toch niet dat ik iets te maken zou hebben met de val van de Nederlandse regering? Ik ben er ook maar getuige van dat het een element is dat een extra moeilijkheid vormt voor dit dossier.
Er is een onderhandelingsteam opgesteld langs Vlaamse kant. Ik heb begrepen dat men dat ook zal doen langs Nederlandse kant. De periode is gestart op 22 mei en loopt af op 22 november van dit jaar. Als er tegen dan geen duidelijke standpuntbepaling van Nederland is, dan zal het gerecht een uitspraak doen. Ik denk dat het goed is om het op die manier aan te pakken.
Mevrouw De Ridder, ik heb in het verleden ook al een aantal van uw acties aangehaald. Bij mijn weten hebben al die acties niet het resultaat gehad dat u gewenst had.
Minister-president, ik verwijt u natuurlijk niet de Nederlandse regering te hebben laten vallen dat zou u toch iets te veel macht toedichten. Ik verwijt u wel te lang te hebben gewacht. We zitten tegen de deadline van 2014 aan. Zoals u zelf zei, zijn we al zeven jaar aan het wachten op een alternatief van Nederland. U had dit alles kunnen vermijden door veel sneller in gang te schieten, door veel sneller de geschillenprocedure op te starten, zodat we nu niet nog zes maanden hadden moeten palaveren met een in ontslag zijnde regering enzovoort.
Minister-president, ik heb een bijkomende vraag. Hebt u al een gesprekspartner langs Nederlandse zijde? U covert uiteraard de Vlaamse zijde. Hebt u al weet van een Nederlandse gesprekspartner? Ik heb ook geen antwoord gekregen op de vraag of u eindelijk een kostenraming voor de schade opmaakt als we geen baggerwerken kunnen uitvoeren en terug naar de jaren 90 gekatapulteerd kunnen worden.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, die zes maanden extra tijd is de voorbije week ingegaan. Mevrouw Demeester is aangeduid als onze pion in de onderhandelingen. Ik kom terug op de basishouding die we in dit parlement kamerbreed hebben goedgekeurd: ecologie, economie en veiligheid worden aan elkaar gekoppeld.
Mijn vraag is heel concreet: blijft het mandaat van de onderhandelaars binnen deze contouren of wordt er een opening gecreëerd? Het zou volgens mij een heel gevaarlijke piste zijn als de afspraken te elfder ure op de helling komen te staan.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het eerst hebben over de hoogdringendheid. De minister-president en ik kwamen elkaar vorige woensdag in de wandelgangen tegen en we vroegen ons af waar mevrouw De Ridder bleef met haar vraag. De geschillenprocedure was natuurlijk al voor vorige week woensdag aanhangig gemaakt. Ik schrik ervan dat u vandaag pas uw vraag stelt. (Opmerkingen van mevrouw Annick De Ridder)
Dat zal inderdaad de hoogdringende reden zijn geweest.
Minister-president en mevrouw De Ridder, ik wil mijn standpunt hier nog eens herbevestigen. Wij hebben geen keteloorlogen nodig, wij hebben geen mosseloorlogen nodig, wij hebben de Zeeuwen als goede buren nodig. Als wij verder willen gaan met het goede nabuurschap dat wij met de Zeeuwen hebben, moeten wij de Zeeuwse gevoeligheden respecteren. Ik kan dat niet blijven herhalen. Die mensen zijn gevoelig voor ontpolderingsvraagstukken. Trouwens, mevrouw Peijs, die in een ander leven andere standpunten innam, is, sinds ze Commissaris van de Koningin in Zeeland is geworden, gaan verdedigen wat de Zeeuwen vragen. Luctor et Emergo: ik vecht en ik blijf bovendrijven. Respecteer ons droge land.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mijnheer Penris, u moet toch weten dat het de Zeeuwen zijn die precies het natuurherstel als voorwaarde hebben geëist. Dit terzijde.
We hebben hier ook al vaker gezegd dat afspraken gehonoreerd moeten worden. Pacta sunt servanda, en voor mij mag Vlaanderen zich tegenover Nederland gerust wat assertiever opstellen. Maar als er een moment is waar we nog een beetje geduld kunnen oefenen, dan is het wel nu met de ontslagnemende Nederlandse regering.
Minister-president, u gedraagt zich wijs in dit dossier. Als ik sommige vooraanstaande Nederlanders hoor vorige week nog, u was er ook , heb ik toch het gevoel dat ze van plan zijn om die afspraak na te komen en er ook mee verveeld zitten als het niet zou gebeuren.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mevrouw De Ridder heeft een punt. Ik begrijp u, mijnheer Penris, maar goed nabuurschap betekent ook dat overeenkomsten worden gerespecteerd langs beide zijden. Uiteindelijk zie ik ook met lede ogen aan dat een deel van West-Vlaanderen, namelijk de polder achter het Zwin, ontpolderd wordt. Dat zit ook in het totaalpakket. Wij komen onze afspraken na. Ik ga ook heel graag naar Nederland, mijnheer Penris. Ik doe ook graag zaken met hen, maar ik let toch altijd op dat ik op voorhand betaald ben. Los daarvan, moeten we ervoor zorgen dat de overeenkomsten worden gerespecteerd. Goede vriendschap en goede zakenrelaties zijn ook gebaseerd op het respecteren van afspraken. Dat we die afspraken tijdig afdwingen, vind ik maar een normale zaak.
Ik wil nog eens in herinnering brengen dat er, toen er nog niet gestart was met de uitdieping van de Schelde, ook werd gezegd dat er niets van zou komen en dat we de oorlog zouden moeten verklaren enzovoort. We zijn rustig gebleven, de Schelde is uitgediept en zal op dat niveau uitgediept blijven.
Mijnheer Peeters, het is zo: pacta sunt servanda. Wij vragen de uitvoering van het verdrag, ook al omdat wij al heel wat investeringen hebben gedaan. Wij zijn altijd bereid geweest om te spreken over alternatieven die gelijkaardig zijn qua natuurlijkheid en die de zegen krijgen van Europa. Dat standpunt kunt u ook innemen, denk ik. Dat alternatief is aangeboden, maar de Tweede Kamer heeft dat verworpen.
Mijnheer Penris, de vorige Commissaris van de Koningin, de heer van Gelder, heeft op een bijeenkomst in Hotel Errera gezegd zoals de heer Vandaele hier ook herhaalt dat hij er in die functie uitdrukkelijk aan heeft meegewerkt om de natuurlijkheid vanuit Zeeland mee in de discussie te brengen. De geschiedenis heeft haar rechten.
Mijnheer Sabbe, we moeten dat uitvoeren, maar resultaten behalen we altijd met overtuiging en wat geduld, soms iets te veel geduld.
Mevrouw De Ridder, de problematiek van de schadevergoeding zullen wij natuurlijk op tafel leggen, maar nu zitten we in een fase van onderhandeling. De onderhandelingsteams worden vastgesteld. In Nederland is er een regering van lopende zaken. Dat is een beetje delicaat. Maar men weet in Nederland dat, als er op 22 november geen akkoord is tenzij wij akkoord gaan om het nog te verlengen, wat zeker niet het geval is het scheidsgerecht een uitspraak zal doen. Dat staat in het verdrag. U kunt zeggen dat we nog zes maanden gaan talmen, maar in artikel 10, paragraaf 1, is dat zo expliciet opgenomen. Als we zeggen pacta sunt servanda, moeten we natuurlijk zelf het verdrag respecteren en opvolgen.
Het is een goede zaak dat u eindelijk stelt dat u de schadeclaims op tafel zult leggen, dat die aan Nederland zullen worden bezorgd tijdens die onderhandelingsprocedure, minister-president. We werken met verdragen die moeten worden nageleefd, maar er moeten in dit land ook vergunningen worden aangevraagd. Ik zou niet graag de verantwoordelijkheid bij u moeten leggen als we in 2014 vaststellen dat er om de 3, 4, 5, 6 weken opnieuw 50 centimeter zand opgehoopt ligt in die vaargeul. Maar ik ga ervan uit dat dat niet nodig zal zijn als ik u zo bezig hoor.
Mijnheer Penris, op twee benen dansen is meestal grappig om te zien in uw geval, tot het gênant wordt. U kunt niet tegelijkertijd pleiten voor een verdere verdieping van de Schelde naar 14,5 meter en de naleving van de huidige verdragen weigeren. Houd daar alstublieft mee op. Denk ook mee aan de Scheldeverdieping zoals ze nu is genegotieerd. Pacta sunt servanda geldt ook in deze kwestie.
De actuele vraag is afgehandeld.