Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, gisteren heeft mevrouw Martine Fournier bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van mevrouw Martine Fournier, de heren Bart Van Malderen, Matthias Diependaele, Robrecht Bothuyne en Jurgen Vanlerberghe, mevrouw Goedele Vermeiren en de heer Koen Van den Heuvel betreffende het wegvallen van het grensarbeidersstatuut voor nieuwe grensarbeiders en de impact daarvan op de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, ik heb inderdaad gisterenochtend gevraagd om dit punt bij hoogdringendheid aan de agenda toe te voegen. Het is zo dat het grensarbeidersstatuut eind dit jaar verdwijnt, en dat zal een hele grote impact hebben op de Vlaamse arbeidmarkt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
We stemmen bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van mevrouw Fournier, de heren Van Malderen, Diependaele, Bothuyne en Vanlerberghe, mevrouw Vermeiren en de heer Van den Heuvel betreffende het wegvallen van het grensarbeidersstatuut voor nieuwe grensarbeiders en de impact daarvan op de West-Vlaamse arbeidsmarkt onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van mevrouw Fournier, de heren Van Malderen, Diependaele, Bothuyne en Vanlerberghe, mevrouw Vermeiren en de heer Van den Heuvel betreffende het wegvallen van het grensarbeidersstatuut voor nieuwe grensarbeiders en de impact daarvan op de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik dank u om dit punt op de agenda te willen zetten. Het betreft het wegvallen van het grensarbeidersstatuut voor nieuwe grensarbeiders en de impact daarvan op de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
Reeds geruime tijd wordt de Vlaamse arbeidsmarkt geconfronteerd met een groot structureel aantal knelpuntvacatures. Vele van deze knelpuntvacatures worden in West-Vlaanderen ingevuld door Franse grensarbeiders. 35.000 Noord-Franse arbeiders steken dagelijks de grens over om bij ons te komen werken en om deze vacatures in vullen. De laatste jaren stijgt dit aantal nog significant.
Vanaf 1 januari 2012 dreigt het tekort op onze West-Vlaamse arbeidsmarkt echter nog groter te worden. Het statuut van de grensarbeiders waarbij er een fiscaal voordeel is voor de Franse grensarbeider, valt eind dit jaar weg. De huidige grensarbeider mag nog onder dit statuut verder werken gedurende 22 jaar, maar bedrijven kunnen geen nieuw personeel meer aanwerven onder dit statuut.
Als men weet dat het West-Vlaamse werkloosheidspercentage onder het Vlaamse ligt en dat het in sommige regios in West-Vlaanderen zelfs onder de 4 procent uitkomt, en als men weet dat vele moeilijke jobs, meestal in de metaal-, voedings- en textielsector vooral ingevuld worden door Fransen, dan beseft men dat het wegvallen van dit fiscaal gunstig statuut voor vele West-Vlaamse bedrijven een groot probleem zal zijn. Daarom vragen we aan de Vlaamse Regering om hiervoor extra inspanningen te doen.
Wij vragen een betere samenwerking tussen de VDAB en Forem. De doelstellingen met betrekking tot de interregionale mobiliteitsteams van VDAB-Forem moeten verder aangescherpt worden en stelselmatig verhoogd worden. Er dient ingezet te worden op de automatische uitwisseling van vacatures tussen de VDAB en Forem en de VDAB dient de Waalse werkzoekenden blijvend in te lichten en te sensibiliseren omtrent de openstaande vacatures in Vlaanderen.
Wij vragen een structurele samenwerking tussen VDAB-Pôle emploi, en dat er aan deze samenwerking concrete en kwantificeerbare doelstellingen vasthangen.
Wat de werking van de VDAB betreft, vragen we het volgen van de impact op het wegvallen van de grensarbeidsregeling en het in kaart brengen van de sectoren en beroepscategorieën die voornamelijk getroffen worden; maximale betrokkenheid van bedrijven en sociale partners bij projecten van interregionale mobiliteit; het toegankelijker maken van de VDAB-website voor Franssprekende werkzoekenden; blijvend in te zetten op taalopleidingen op de werkvloer en hierbij maximaal aandacht te hebben voor de combinatie met en de aansluiting op opleidingen die tot knelpuntberoepen leiden en daar ook SYNTRA bij betrekken; sterk in te zetten op de mogelijkheden die de uitbreiding van het concept passende betrekking met betrekking tot de fysieke afstand tot een baan in de toekomst zal bieden en dit ook over de gewestgrenzen heen; aandacht te hebben voor de groepen in Vlaanderen en in West-Vlaanderen in het bijzonder, zoals herintreedsters, 50-plussers, allochtonen, personen met een handicap, laaggeschoolden die vandaag nog ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt door hen beter te begeleiden en werkgevers aan te zetten om hen aan te werven; en verder werk te maken van duurzame, interregionale vervoerssystemen in het kader van het woon-werkverkeer.
Ik weet ondertussen dat ik een heel groot West-Vlaams accent heb, maar ik wil toch nog duidelijk maken dat met dit voorstel van resolutie niet alleen de West-Vlaamse arbeidmarkt zal worden gediend, maar dat er ook een positieve impact kan zijn op de andere regios. (Applaus)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat mevrouw Fournier de problematiek correct heeft geschetst. De krapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt dreigt nog krapper te worden. Het West-Vlaams bedrijfsleven vindt momenteel te weinig werknemers en is vragende partij voor maatregelen.
We hebben in de commissie en in de loop van de voorbije uren ook hier de beleidsbrief Werk besproken. Dit voorstel van resolutie is bij hoogdringendheid behandeld. Impliceert dit dat de meerderheid van mening is dat de interregionale mobiliteit in de beleidsbrief Werk onvoldoende aan bod is gekomen?
In punt 10 van het voorstel van resolutie staat dat werkgevers er moeten toe worden aangezet om allochtonen aan te werven. Ik verwijs in dit verband naar het debat dat we hier vorige week hebben gevoerd. Zal dit in de praktijk niet opnieuw een positieve discriminatie van allochtonen en een negatieve discriminatie van Vlamingen op de Vlaamse arbeidsmarkt betekenen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
We hebben in de commissie al verschillende debatten over de interregionale mobiliteit gevoerd. Elke keer spreek ik minister Muyters aan. Ik wil trouwens benadrukken dat hij al veel inspanningen levert. Het kan altijd meer en beter.
Aangezien het grensarbeiderstatuut wegvalt, zal dit punt nog meer aan bod moeten komen. Het gevolg is dat er minder Noord-Fransen naar West-Vlaanderen zullen komen. We zullen dan ook een tandje moeten bijsteken. Dit geldt niet enkel voor het Vlaamse Gewest, maar ook voor de Franse arbeidsmarkt. Er zijn misschien nog mogelijkheden om de Franse arbeiders aan te spreken en ertoe te brengen bij ons te komen werken.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, als West-Vlaming schaar ik me uiteraard volledig achter deze bezorgdheid. Ik heb hier in het verleden al vragen om uitleg over gesteld. Ik richt me hier echter specifiek tot minister Muyters. Een van de zeer weinige lichtpunten in het federaal regeerakkoord is immers dat hij over een nieuw instrument zal beschikken.
De afstand voor een passende dienstbetrekking is tot ongeveer 60 kilometer verhoogd. Dit betekent dat de 12.000 niet-werkende werkzoekenden in Gent welkom zijn. Hopelijk zal de VDAB hen er met de nodige spoed en aandrang toe aanzetten die vacatures in West-Vlaanderen in te vullen. Er zitten heel wat Oost-Vlamingen in het Vlaams Parlement. Gent telt officieel 12.000 werkzoekenden. Zij zijn van harte welkom om de tekorten op deze arbeidsmarkt in te vullen.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, hoewel ik deze problematiek niet echt opvolg, wil ik er als grensbewoner toch even op ingaan. Mijn fractie steunt dit voorstel van resolutie en de voorstellen die erin vermeld staan.
Ik wil er echter op wijzen dat het statuut van de grensarbeider eigenlijk een oneigenlijk statuut is. Nu het statuut wordt afgeschaft, heeft het bedrijfsleven het lastig. Die afschaffing is echter correct. Hierdoor verdwijnen een aantal fiscale onrechtvaardigheden.
We moeten eerlijk zijn. Het is niet normaal dat 35.000 Noord-Fransen bij ons komen werken terwijl er dichterbij, in Henegouwen, een grote werkloosheid heerst. Vaak gaat het om meer dan 10 procent. Dit punt bewijst dat de mobiliteit en de samenwerking tussen de gewesten en tussen de VDAB en de service public wallon de l'emploi et de la formation (Forem) op het vlak van arbeid, begeleiding en mobiliteit moet worden versterkt. Dit staat trouwens ook in het voorstel van resolutie. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de Franse tegenhanger. Dit zou in feite een voorbeeld moeten worden. Er zijn immers heel wat problemen met de reële mobiliteit, zowel wat wagens als wat het openbaar vervoer betreft.
Dit dossier typeert de manier waarop de gewesten in ons land op dit terrein uit elkaar groeien. De samenwerking tussen de drie actoren, Vlaanderen, Wallonië en het departement Nord-Pas-de-Calais, kan nuttig zijn en ieders welvaart dienen. Ik hoop dat de afschaffing van deze fiscale onrechtvaardigheid tot een hernieuwde samenwerking zal leiden. Om die reden zullen wij het voorliggende voorstel van resolutie goedkeuren.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik zal niet ingaan op het voorstel van resolutie op zich. We hebben dat regelmatig gedaan in de commissie. Mevrouw Fournier, ik sta ook open voor elke concrete suggestie die ter zake wordt gedaan. Dat weet u.
Ik wil wel ingaan op wat de heren Sabbe en Caron hebben gezegd. Het is natuurlijk verkeerd de hoeveelheid werklozen en de hoeveelheid vacante betrekkingen gewoon naast elkaar te zetten. Mijnheer Sabbe, u geeft altijd de indruk dat die getallen gewoon naast elkaar mogen worden geplaatst, en dat het dan in orde is. Dat is niet zo. Dat wil ik u opnieuw zeggen. De 60 kilometerregel is één aspect. Volgens de federale wet is een passende betrekking nog altijd een betrekking die voor 100 procent dezelfde is als de vorige baan, gedurende de eerste 6 maanden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.