Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van de dames Griet Smaers, Güler Turan, Goedele Vermeiren en Martine Fournier en de heren Bart Van Malderen, Matthias Diependaele en Koen Van den Heuvel betreffende het bevorderen van het vrouwelijke ondernemerschap.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Voorzitter, collegas, we hebben over dit voorstel van resolutie een discussie gehad in de commissie Economie van 8 december. Die ging vooral over een aantal opmerkingen van Vlaams Belang en Open Vld.
Wij hebben een voorstel van resolutie uitgewerkt over het vrouwelijke ondernemerschap, juist met het doel om algemeen het aandeel ondernemers in Vlaanderen te kunnen verhogen in het kader van de ViA-doelstellingen Pact 2020. Gezien de relatieve ondervertegenwoordiging van vrouwen ten opzichte van het totale aantal vrouwen in de beroepsbevolking, willen wij extra inzetten op de vrouwen, die een onaangeboord potentieel voor het creatieve ondernemerschap in Vlaanderen zijn.
We hebben gewerkt op een aantal domeinen. In het voorstel van resolutie staan een aantal voorstellen, acties en vragen aan de Vlaamse Regering om in een geïntegreerd en domeinoverschrijdend plan werk te maken van het vrouwelijke ondernemerschap. Met een domeinoverschrijdend plan bedoelen we dat het niet beperkt mag zijn tot Economie, maar dat bijvoorbeeld ook Welzijn aan bod moet komen. We denken dan bijvoorbeeld aan flexibele kinderopvang en dergelijke. We moeten ook inzetten op Onderwijs, als vorming voor zelfstandig ondernemerschap. We hebben dat uitgewerkt in het voorstel van resolutie.
Ik zie dat er vanuit Open Vld een aantal amendementen zijn gekomen, van mevrouw Ceysens en anderen. Die amendementen hebben vooral betrekking op punten 8 en 10 van ons voorstel van resolutie. Die twee discussies zijn uitgeklaard in de commissie. We hebben daar toen in ieder geval op geantwoord. Mevrouw Ceysens heeft die punten ook gemaakt in de commissie, enerzijds het portaal vrouwelijk ondernemerschap en anderzijds het monitoren en opvolgen van heel wat cijfergegevens. We hebben daar toen op geantwoord dat wij geen aparte instelling willen binnen het Agentschap Ondernemen, maar dat het puur een aanspreekpunt voor vrouwelijke ondernemers moet zijn. Ik denk dat we daar voldoende op geantwoord hebben. Ook het tweede amendement van Open Vld hebben we in de commissie volledig beantwoord. Ik zal er nu dus niet meer op ingaan en ik denk niet dat we de amendementen van Open Vld kunnen aanvaarden.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Ik denk dat we niemand moeten overtuigen van de sympathie die heel wat mensen voor dit voorstel hebben. Vrouwelijk ondernemerschap moeten we bevorderen. Er zijn nog enorme opportuniteiten voor vrouwen in Vlaanderen om te ondernemen. Ik wil daarbij zelfs toegeven dat het geen kwaad kan om op verschillende manieren een extra duw in de rug te geven.
Alleen vonden wij dat in het voorstel twee punten wat beter geformuleerd konden worden. Ten eerste denken wij dat een apart portaal in de website de zaken net zal vermoeilijken. Het is vandaag voor ondernemers al niet evident om een overzicht te hebben van het hele economische ondersteuningsinstrumentarium. Ze zien vaak door de bomen het bos niet meer. Dat dan nog eens gaan opsplitsen, waardoor vrouwen via een ander portaal zullen moeten kijken, met andere maatregelen, daar geloven wij niet in. Wij vinden dat dat eruit moet worden gelicht.
Ten tweede vraagt men naar heel algemene cijfers. Wij hebben zelf eens geprobeerd om wat cijfers bijeen te zoeken. Daarom vonden wij het wel goed om ten aanzien van de regering te concretiseren dat het interessant is om bijvoorbeeld cijfers bij te houden bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) van hoeveel vrouwen kapitaal benutten in domeinen als CultuurInvest, KidsInvest, maar ook win-winleningen.
Ik heb zelf de oefening gedaan door veel rond te bellen en jaarverslagen uit te pluizen. We zien dan dat vrouwen bij die instrumenten van PMV gemiddeld niet voor een kwart aanwezig zijn. Bij driekwart van de dossiers zijn het dus mannen die de instrumenten benutten. Bij een kwart van de dossiers zijn het vrouwen. Daarom vinden wij het een meerwaarde om expliciet te zeggen wat we dan willen.
We hebben dat ook gedaan voor het Business Angels Netwerk (BAN) Vlaanderen. Daar was de bevinding dat het in 11 procent van de dossiers gaat om vrouwelijke ondernemers die via BAN Vlaanderen aan kapitaal geraken. We hebben hetzelfde gedaan voor ARKIVs. Daar zijn we niet op het niveau van de dossiers geraakt omdat die oefening onmogelijk te reconstrueren was. We hebben het daar gehouden bij vrouwen in de raden van bestuur van de ARKIVs. Ook daar zagen we dat vrouwen erg ondervertegenwoordigd zijn in de raden van bestuur. Er zijn heel wat ARKIVs waar zelfs geen enkele vrouw in de raad van bestuur zit. Een ARKIV, namelijk Capital-E, doet het goed met 40 procent vrouwen in de raad van bestuur. Dat is zelfs meer dan het traditionele derde dat we nastreven. Ik wil u die oefening bezorgen.
Het parlement moet in de opdracht die het aan de regering geeft om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren, zichzelf voldoende concreet uitdrukken. Zo niet, blijft het bij een mooie intentie. We hebben die oefening vervat in een amendement.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Het is inderdaad belangrijk om iets te doen aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen. Het feit dat het percentage vrouwelijke ondernemers in Vlaanderen iets hoger ligt dan het Europese gemiddelde, wijst erop dat er op dat vlak in Vlaanderen niet echt een zwaar probleem is. Het probleem van de economische en financiële crisis is nu veel belangrijker.
Ik vraag me af wat de bedoeling is. Mevrouw Ceysens heeft al gezegd dat we door het bos de bomen niet meer zien. Ik stel vast dat in Vlaanderen heel veel ondernemingen ik heb het dan over de kleine kmos weliswaar worden geleid door een man, maar dat de vrouw hard meewerkt in die zaak. Is het nu de bedoeling die vrouw te stimuleren om zich in te schrijven in het bedrijf van haar man of van de familie? Het is nu al zo moeilijk om te zien welke regelgeving er van toepassing is in Vlaanderen.
Men wil zich in dit voorstel van resolutie toeleggen op het ondernemerschap, ook heel specifiek bij vrouwelijke allochtonen. Dat lijkt me er specifiek aan toegevoegd om dit voorstel van resolutie een politiek correct kantje te geven. Het voorliggende voorstel van resolutie is in zijn geheel goed bedoeld en politiek correct, maar in het huidige economische klimaat hebben we nood aan een algemene aanpak die gefocust is op bedrijven en ondernemingen in het algemeen. Wij zullen ons bij de stemming dan ook onthouden.
Mevrouw Turan heeft het woord. U zegt neen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
We hebben hierover uitgebreid van gedachten gewisseld in de commissie. Mevrouw Smaers heeft duidelijk de antwoorden gegeven op de amendementen van de Open Vld-fractie.
Mijnheer Deckmyn, iets beschaafder en iets zachter van toon, herhaalt u wat hier vorige week is gesteld met betrekking tot diversiteit bij de overheidsdiensten. Eerder dan de aanwezigheid van vrouwen te gaan definiëren in functie van problemen, zoals u doet, heeft dit voorstel van resolutie het grote voordeel dat die aanwezigheid wordt beschouwd als een opportuniteit. Organisaties en bedrijven die een goede afspiegeling zijn van de maatschappij, staan sterker en bieden meer weerstand aan de uitdagingen ervan. Daarom moeten we de aanwezigheid van vrouwen in het bedrijfsleven, net zoals dat geldt voor andere groepen, niet beschouwen als een probleem, maar als een grote opportuniteit, die we moeten aangrijpen als we de uitdagingen van de toekomst willen aangaan.
Mijnheer Deckmyn, het zinnetje waarin we verwijzen naar allochtone vrouwen, staat er niet in om het geheel politiek correct te maken. We zijn er net van overtuigd dat zich daar de grootste opportuniteit bevindt. Daarom zullen we met heel veel overtuiging dat zinnetje erin laten.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Ik wil even toelichten waarom wij dit voorstel van resolutie mee indienen, dames en heren, collegas. We leven in een gemengde maatschappij, waarvan de ene helft uit mannen bestaat en de andere uit vrouwen. Idealiter wordt dat weerspiegeld in alle geledingen van de maatschappij, maar dat is niet altijd zo. Minister Smet heeft het er deze middag nog over gehad dat er in het onderwijs momenteel te weinig mannen zijn. In het ondernemerschap zijn de vrouwen wat ondervertegenwoordigd.
Mevrouw Smaers heeft het voorstel van resolutie toegelicht, heel beknopt maar heel goed. Het heeft als titel het bevorderen van het vrouwelijke ondernemerschap. Dat bevorderen is een belangrijk woord. Het moet een proces zijn, een evolutie. Dat kan niet worden geforceerd, maar er kunnen wel stimuli worden aangereikt. Dat gebeurt in dit voorstel van resolutie: proberen vrouwen handvatten aan te reiken om toch die stap te zetten naar het ondernemerschap, waar nog een potentieel is voor economische groei.
Mevrouw Smaers heeft ook verwezen naar de totaalaanpak. Het blijft niet beperkt tot één domein. Ze heeft verwezen naar welzijn en onderwijs, kinderopvang en andere hulpvormen, levenslang leren ook. Dit voorstel van resolutie kan een aanzet geven om die drempels te verlagen, en dat is belangrijk.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over de amendementen en de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.