Report plenary meeting
Report
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Minister, gisterenavond ontmoette ik op een trein een vrouw van 53, al jaren pleegouder van haar gehandicapte zus en met ouders die hoe langer hoe meer zorg nodig hebben.
Zij heeft inmiddels twee kleinkinderen, en haar dochter verwacht dat zij die af en toe opvangt. Zij stelt dat zij nooit harder heeft gewerkt dan vandaag, en met de huidige maatregelen het echt niet ziet zitten om aan dit tempo voort te werken zonder enig tijdskrediet te kunnen opnemen. Vandaag zegt Veerle Beel in De Standaard dat zij vijf jaar tijdskrediet heeft opgenomen om op woensdagen bij de kinderen te kunnen zijn. Die periode werd voor de berekening van haar pensioen niet in mindering gebracht, maar voor de ouders van vandaag zal dat wel het geval zijn.
De pensioenhervorming die aan de overkant van de straat in een ijltempo door het parlement wordt gejaagd, is een kille hervorming. Die hervorming biedt geen uitzicht op aangepaste jobs voor oudere werknemers. Zij bemoeilijkt de combinatie gezin-arbeid. Dat gebeurt uitgerekend op het ogenblik dat u stelt dat er grenzen zijn aan de professionele zorgverlening; dat meer professionele zorg niet haalbaar, betaalbaar en wenselijk is; dat u de vermaatschappelijking van de zorg bepleit; dat mensen terug in eigen kring voor opvang moeten zorgen. De vrouw die ik ontmoette en mevrouw Beel deden en doen dat. In de toekomst wordt dat onmogelijk. Als minister van Welzijn vraagt men van u meer professionele kinderopvang en meer professionele ouderenzorg. Hoe zult u de gevolgen van de pensioenhervorming opvangen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, uiteraard zullen wij meer inzetten op kinderopvang en ouderenzorg, want dat zijn prioriteiten. Het activeringsbeleid heeft natuurlijk gevolgen voor maatschappelijke fenomenen als de zorgverlening. Ik heb vastgesteld dat op het federale niveau duidelijke prioriteiten zijn gesteld. Het gemotiveerd tijdskrediet wordt anders behandeld dan het niet-gemotiveerd tijdskrediet. Dat is belangrijk.
Op een bepaald ogenblik zullen wij moeten onderzoeken wat de gevolgen zijn van de federale maatregelen voor de beleidsdomeinen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. Eerlijk gezegd heb ik op dit ogenblik daar nog geen concreet zicht op. Dat is een oefening die trouwens niet enkel door de minister van Welzijn moet gebeuren. Ik vind alleszins niet dat dit in tegenspraak is met het pleidooi voor de vermaatschappelijking van de zorg. De zorg moet in het dagdagelijkse leven een plaats krijgen niet enkel in het gezin, maar ook in de buurt. U kaart dat aan, en ik zal dat ook zelf blijven doen. En ik zal binnen de grenzen van mijn bevoegdheden nagaan welke initiatieven er moeten worden genomen.
Ik denk niet dat ik met uw antwoord een zinnig antwoord kan geven aan de vrouw die ik op de trein heb ontmoet. Er zijn duizenden mensen die in een gelijkaardige situatie verkeren en vandaag met de handen in het haar zitten. De thematische verloven zijn grotendeels behouden, maar zij tellen minder mee voor de berekening van de pensioenen. Dat is vooral voor vrouwen die hoe dan ook steeds als eersten de zorgtaken waarnemen als er geen alternatief voorhanden is zeer nefast, want het zal de pensioenen van vrouwen zwaar onder druk zetten. Het is overigens te simpel om te zeggen dat wij de gevolgen met zijn allen zullen bekijken. Zowel sp.a als Open Vld als uw partij zitten in de Federale Regering. Wij moeten toch niet eerst potten breken om achteraf te gaan nadenken hoe wij de scherven zullen lijmen? U zet de wereld op zijn kop.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik heb de tekst bij mij. Vrijwillige loopbaanonderbreking of het tijdskrediet voor de leeftijd van 60 jaar, de onderbrekingen van de loopbaan met een bepaald motief, tijdskrediet voor opvoeding, zorg of opleiding, het ouderschapsverlof, het palliatief verlof en het zorgverlof: wie vandaag een van die vormen van tijdskrediet bezig is op te nemen of voor 28 november 2011 een aanvraag daartoe heeft ingediend, valt niet onder de maatregel. Die periodes blijven volledig gelijkgesteld.
Wordt het maar voor een deel gelijkgesteld? Neen, voor de thematische zorg wordt het volledig gelijkgesteld.
Minister, als we op dit probleem, dat steeds meer zal voorkomen, een antwoord willen bieden, zullen we de uren gezinszorg moeten uitbreiden. De uitbreiding is nu 2 procent, maar we zullen er niet onderuit kunnen om dat op te drijven.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Enerzijds gaat het hier over het inzetten op het zo lang mogelijk verzorgen van de ouders in het thuismilieu. De mantelzorg speelt daarin een grote zorg. Dat steunen we volledig vanuit Vlaanderen. Anderzijds pleiten we voor zo lang mogelijk werken, en dat moet gecombineerd kunnen worden met een gezin, met zorg voor kinderen, en voor ouders als dat nodig. In de federale voorstellen zien we een inperking van het tijdskrediet voor de thematische verloven. Op dit moment zijn er heel wat sectorale uitbreidingen tot vijf jaar voor tijdskrediet. Dit zal vervallen. Die piste willen we niet volgen. Voor de werkende tweeverdieners die arbeid en gezin en zorg voor ouders combineren, willen we dat behouden.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Hier wordt een terechte bekommernis aangekaart. Sommige thematische verloven zullen inderdaad worden behouden, maar met een heel zware druk op het pensioen, wat veel mensen ervan zal weerhouden om er gebruik van te maken.
Minister, dit druist regelrecht in tegen het pleidooi dat we in Vlaanderen houden voor de vermaatschappelijking van de zorg. Ik houd mijn hart vast dat de mantelzorg in de toekomst zeer zwaar onder druk zal komen te staan. Ik moet u niet duidelijk maken dat dit heel zwaar zal wegen op uw beleid, want een uitbreiding van de gezinszorg is hierop geen antwoord. Minister, ik hoop dat u zich hier grondig op voorbereidt en dat u minstens al uw gewicht in de schaal zult leggen in het overleg met de federale ministers om op dit vlak sommige hervormingen bij te sturen.
Zodra we klaarheid hebben in wat is beslist, moeten we de evaluatie maken. Vermaatschappelijking van de zorg is zorg een plaats proberen te geven in het leven van elke dag, van de gezinnen, in het buurtleven. Voor mij zal dat een belangrijk thema blijven. We moeten uitzoeken wat er aan de orde is naar aanleiding van de federale maatregelen in het debat over arbeid en gezin. De keuzes die we in Vlaanderen maken, zijn de goede keuzes de kinderopvang, de gezinszorg ook en dat zal ook blijken in de komende jaren.
Minister, uw antwoord blijft heel vaag, meer kinderopvang enzovoort. Ja, maar we weten allemaal dat er vandaag wachtlijsten zijn in kinderopvang, voor ouderzorg enzovoort. Als de vraag nog toeneemt, zullen de wachtlijsten alleen langer worden.
We leven in België in een overstreste arbeidsmarkt. Inzake het volume arbeid dat we in België presteren, staan we aan de kop in Europa. En we doen dat met veel minder mensen. Met andere woorden, de stress die wordt geproduceerd door de arbeidsmarkt, gecombineerd met deze maatregelen, zal de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg alleen maar doen toenemen. Ik verwacht van de Vlaamse Regering een signaal aan de federale overheid dat dit beleid haaks staat op de warme samenleving die uw minister-president zo graag verkondigt.
Het incident is gesloten.