Report plenary meeting
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Smaers, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, het begint stilaan een traditie te worden dat ik bij aanvang van de begrotingsbesprekingen in de plenaire zitting vooraan mag staan met mijn verslag. Ik maak er dan ook een erezaak van om dat verslag zo correct mogelijk en zo uitvoerig mogelijk daarmee bedoel ik beknopt maar toch met alle belangrijke elementen erin naar voren te brengen.
In totaal werden vijf commissievergaderingen van de commissie Financiën en Begroting gewijd aan de toelichting en bespreking van de middelen- en uitgavenbegroting 2012, het advies van het Rekenhof daarop en het ontwerp van programmadecreet. Over zowel het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting voor 2012, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting als het ontwerp van programmadecreet ter begeleiding van de aanpassing van de begroting 2012 werd gestemd in de commissievergadering van 6 december 2011.
Ik zal eerst kort verslag uitbrengen over de toelichting die minister Muyters in de commissie heeft gegeven, aan de hand van een heel degelijke en bruikbare PowerPointpresentatie, bij de middelen- en uitgavenbegroting voor 2012. Vervolgens zal ik kort het advies en de opmerkingen van het Rekenhof bij die begroting toelichten. Ten slotte belicht ik de algemene bespreking die daarop is gevolgd in de commissie, en de antwoorden van de minister.
De Vlaamse Regering is bij de opmaak van de initiële begroting uitgegaan van de economische parameters en de economische begroting van september 2011 van het Federaal Planbureau, die een groeipercentage van 1,6 procent en een inflatie van 2 procent hanteerde. Over die parameters heeft later in de commissie een hele discussie plaatsgevonden, maar daarover straks meer. Voor het begrotingsjaar 2012 worden de ESR-gecorrigeerde ontvangsten op 26,9 miljard euro begroot, op basis van die parameters uit de economische begroting van september 2011. Dat is 1 miljard euro of 4 procent meer dan bij de begrotingscontrole 2011. Ter herinnering even deze vuistregel: 0,1 procentpunt minder groei kost ongeveer 19 miljoen euro. Eind september 2011 heeft de FOD Financiën geactualiseerde parameters overgemaakt aan de gemeenschappen en gewesten. De aanpassingen aan de parameters hebben betrekking op de fiscale capaciteit, de verdeelsleutel van de leerlingen, de denataliteit en de inwonersaantallen per gewest, zowel in 2011 als in 2012.
Voor de Vlaamse overheid was op dat moment de politieke besluitvorming voor de begrotingsopmaak 2012 al achter de rug, zodat de effecten van die geactualiseerde parameters niet meer in de middelenbegroting zijn opgenomen. Daarmee zal rekening worden gehouden bij de begrotingscontrole 2012. De toepassing van die gewijzigde parameters zou voor de begroting 2012 26,5 miljoen euro extra middelen opleveren.
De ontvangsten uit gewestbelastingen bedragen in totaal 5 miljard euro, of 5,2 procent meer ten opzichte van de begrotingscontrole 2011. Ook bij die ontvangsten wordt rekening gehouden met de economische vooruitzichten van 9 september. Vooral voor de registratierechten, de successierechten, de schenkingsrechten en de belasting op inverkeerstelling (BIV) kunnen conjunctuurelementen van invloed zijn. Algemeen gezien neemt de bruto beleidsruimte voor de opmaak van de begroting 2012 toe met 1,143 miljard euro. De netto beleidsruimte neemt slechts toe met 378 miljoen euro. Er is immers 765 miljoen euro nodig voor het budgettair opvangen van de toename van de uitgaven als gevolg van het zogenaamde constant beleid enerzijds en het wegvallen van de eenmalige aanwending van reserves van sociale huisvestingsactoren anderzijds.
De bruto beleidsruimte wordt vooreerst aangewend voor het zogenaamde constant beleid, ten belope van 765 miljoen euro, en in het bijzonder voor het effect van de indexatie. Daarvoor moest 424 miljoen euro extra worden uitgetrokken ten opzichte van de begrotingscontrole 2011. Deze kredieten zijn nodig voor het op kruissnelheid brengen van de overschrijding van de spilindex in april 2011, de te verwachten overschrijding van de spilindex in februari 2012 en het aanleggen van een buffer voor een eventuele overschrijding in oktober 2012.
Anderzijds worden ook de loon- en werkingskredieten buiten het systeem van de indexprovisie met 2 procent aangepast.
Voor de overige uitgaven bij constant beleid, zoals de decretale groei van het Gemeentefonds, de evolutie van de loonuitgaven bij onderwijs en de Aquafinfactuur, dient er 286 miljoen euro te worden uitgetrokken.
Tot slot wordt de bruto beleidsruimte voor 55 miljoen euro belast door het wegvallen van de eenmalige aanwending van de reserves van het Vlaams Woningfonds, 25 miljoen euro, en de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, 30 miljoen euro.
De netto beleidsruimte van 378 miljoen euro wordt ten eerste aangewend voor de naar aanleiding van de afschaffing van de jobkorting reeds aangekondigde maatregelen ter stimulering van de arbeidsdeelname van laagverdieners ten belope van 38,4 miljoen euro. Ten tweede wordt zij aangewend voor het instellen van een conjunctuurbuffer van 40 miljoen euro. Ten derde wordt zij aangewend voor het instellen van een provisie met 60 miljoen euro beleidskredieten en 70 miljoen euro betaalkredieten voor het opvangen van de eventuele budgettaire gevolgen van de invoering van het Rekendecreet enerzijds en dringende investeringsuitgaven anderzijds. Ten slotte wordt in die nieuwe beleidsruimte 230 miljoen euro uitgetrokken voor nieuwe initiatieven conform de uitvoering van het regeerakkoord.
De 230 miljoen euro voor de uitvoering van het regeerakkoord wordt overwegend ingezet voor onderzoek en ontwikkeling, 60 miljoen euro, voor het wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg, 55 miljoen euro, voor een vernieuwd sociaal beleid met onder andere de invoering van een kindpremie, 30 miljoen euro en ten slotte voor bijkomende inspanning in de onderwijssector en het verder ontwikkelen van een loopbaan- en competentiebeleid.
Net als bij de budgetcontrole in 2011 zijn de betaalkredieten groter dan de beleidskredieten, namelijk 187 miljoen euro. Dat houdt in dat theoretisch gezien de impliciete schuld afneemt.
De onderbenutting in 2012 wordt op dezelfde wijze berekend als de berekening van de onderbenutting bij de begrotingscontrole 2011. De laatst gekende onderbenutting, die van de begrotingscontrole 2011, wordt ten opzichte van het totaal van de betaalkredieten geplaatst. Concreet toegepast betekent dit dat de onderbenutting wordt gelijkgesteld aan 0,99 procent van de beschikbaar gestelde betaalkredieten, met uitzondering van het nieuwe beleid volgens de regeringsformatie van 230 miljoen euro.
Voor dat nieuwe beleid wordt een onderbenuttingspercentage van 20 procent toegepast in het opstartjaar. Op die manier wordt de onderbenutting voor 2012 geraamd op 313,3 miljoen euro.
Eind 2011 wordt een schuld verwacht van 6,979 miljard euro. Er wordt een eerste terugbetaling van KBC verwacht eind 2012 van 1,725 miljard euro. Vervolgens zijn er nog enkele ontvangsten en inkomsten van het Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen (ESR) van rechtspersonen. Daarnaast zijn er netto-uitgaven voor kredietverleningen en participaties ten belope van 195 miljoen euro. Dat geeft dan per einde 2012 een verwachte schuld van ongeveer 5,450 miljard euro.
Het Rekenhof maakte enkele opmerkingen over die voorgestelde begroting van 2012. De begrotingsopmaak 2012 werd zoals gebruikelijk gebaseerd op de economische parameters van het Federaal Planbureau van september 2011. De begroting is conform die parameters opgesteld. Het Rekenhof toetst ook altijd af of, op het moment dat de begroting in de commissie wordt besproken, de parameters nog relevant en actueel zijn.
Inmiddels zijn er, na september 2011, ernstige groeiwaarschuwingen geweest. Het ziet er alleszins niet rooskleurig uit. De Hoge Raad voor Financiën raadt aan om rekening te houden met een groeicijfer van 0,8 procent. Als de federale overheid daar rekening mee houdt, zal dat een weerslag hebben op de doorgestorte samengevoegde en gedeelde belastingen.
Het Rekenhof heeft in het verleden altijd de opmerking gemaakt om niet te lang te wachten om de begroting aan te passen en is dus tevreden dat de Vlaamse Regering heeft aangekondigd om de begrotingscontrole 2012 te vervroegen. De Vlaamse Regering kondigde ook in de commissie al aan de begrotingscontrole 2012 in februari te doen.
Het Rekenhof gaf nog de boodschap mee dat men erover moet waken om in de toekomst de conjunctuurbuffer voldoende groot te maken. Het Rekenhof apprecieert verder dat de Vlaamse Regering streeft naar een begrotingsevenwicht in 2011, en dat sneller dan de andere gemeenschappen en gewesten. Het is absoluut noodzakelijk dat dit ook wordt behouden in 2012, wat de Vlaamse Regering ook beoogt.
Er zijn echter diverse andere risicos. Er is het al vermelde risico van de tegenvallende conjunctuurontwikkeling. Daarnaast zijn er bijkomende risicos. Zo is er de groei van de participaties, de ESR-8-kredieten. Eurostat en het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) bekijken dit inmiddels veel strenger: voor 2010 is 54 miljoen euro door INR of Eurostat geherkwalificeerd en meegeteld voor de berekening van het vorderingensaldo.
Een volgend risico is de discussie over de vereffening van de Gemeentelijke Holding, waarover al tal van besprekingen werden gehouden in de commissie. De Vlaamse Regering gaf op het ogenblik van de bespreking van het verslag van het Rekenhof aan dat zij zeer spoedig een beslissing zou nemen om het verlies ingevolge de vereffening van de holding volledig ten laste te kunnen leggen in 2011 of dat er nog gevolgen zouden zijn voor de begroting 2012. Ik kom hierop dadelijk terug, bij de rapportering van de eigenlijke commissiebesprekingen en de antwoorden die de minister toen heeft gegeven over de afhandeling en de tenlasteneming van die gevolgen.
Onzekerheid is er volgens het Rekenhof verder met betrekking tot de dividendenstroom van KBC. Men moet opletten dat men geen recurrente uitgaven financiert met eventueel onzekere en niet-recurrente ontvangsten. Ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft op dat punt gewezen.
Wat het Rekenhof verder zorgen baart, is de jongste brief, van begin 2011, van Eurostat over de ESR-neutraliteit van het pps-project schoolinfrastructuur, dat meer dan 1 miljard euro bedraagt, waarin diverse vragen over de risicoverdeling en de waarborgen van de Vlaamse overheid worden gesteld. De Vlaamse Regering heeft geantwoord, maar het is nog afwachten op de definitieve uitspraak van Eurostat. Als inderdaad, zoals met BAM is gebeurd, de ESR-neutraliteit zou worden weggenomen, heeft dat natuurlijk ook zware repercussies op de beleidsruimte van de Vlaamse Regering voor de komende jaren en op het streven naar het behoud van een begrotingsevenwicht.
Er is de doelstelling om via Pact 2020 de schuld volledig terug te dringen tot nul tegen 2020. Momenteel bedraagt de schuld 7 miljard euro. In feite moet de schuld onderverdeeld worden in twee grote stukken, zoals de minister al heeft gezegd in de commissie: 5 miljard euro ten gevolge van de participaties bij banken, die waarschijnlijk op die manier zal worden terugbetaald als de banken terugbetalen, en daarnaast 2 miljard euro schulden ten gevolge van de overheidstekorten van de jongste jaren ten gevolge van die bankencrisis. Met de afbouw van die 2 miljard euro schuld mag de overheid in feite niet te lang wachten. Het Rekenhof gaat ervan uit dat er een tijdspad voor wordt opgesteld.
Het ESR-vorderingensaldo wordt berekend op de geconsolideerde rekeningen van de Vlaamse Gemeenschap, namelijk de Vlaamse ministeries, samen met de 67 rechtspersonen die opgesomd zijn in het Rekendecreet. Van die 67 rechtspersonen hebben er maar 6 hun rekeningen voorgelegd aan het Rekenhof. Bij de berekening van het vorderingensaldo houdt de Vlaamse Regering rekening met de onderbenutting van de uitgaven. In het verleden heeft het Rekenhof aanbevolen om dat ieder jaar op dezelfde manier te berekenen, dus op basis van de gerealiseerde onderbenutting van het voorgaande jaar. Dat is ook voor 2012 correct gebeurd, aldus het Rekenhof. Ze is geraamd op 0,99 percent. Het Rekenhof stelt vast dat de minister echter boven die raming nog 20 procent onderbenutting bijtelt bij nieuw beleid. Het Rekenhof vraagt zich af of het dan niet beter is om ook die betaalkredieten gewoon 20 procent lager te zetten. Als de betaalkredieten 20 procent lager zijn, heeft men ook meer garantie dat de onderbenutting ook inderdaad wordt gerealiseerd; anders kan men voor verrassingen komen te staan op het einde van het begrotingsjaar.
Het Rekenhof merkt verder op dat er ook dit jaar geen meerjarenraming is ingediend ondanks het feit dat het Rekendecreet dat oplegt. De minister heeft daar tijdens de besprekingen op geantwoord.
De betaalkredieten zijn in de begroting 2012 187 miljoen euro groter dan de beleidskredieten. Dat zou een positief effect moeten hebben op de stock die opgebouwd is aan impliciete schuld of met andere woorden de stock aan niet-betaalde verbintenissen. Deze laatste zou dus moeten dalen. In de praktijk zal dat waarschijnlijk niet zo zijn. De onderbenutting bij de betaalkredieten is doorgaans groter dan die bij de beleidskredieten. Daar komt nog bij dat een aantal provisies zeer waarschijnlijk niet zullen worden uitgegeven.
Bij de impliciete schuld moet er verder rekening gehouden worden met de latente schuld die bij de pps-projecten wordt opgebouwd. Het is positief dat de minister naar aanleiding van het schuldrapport 2010 een lijst heeft opgesteld van de investeringen die zijn gerealiseerd met pps. Het Rekenhof zou willen dat die stock aan toekomstige beschikbaarheidsvergoedingen, de stock van niet-betaalde verplichtingen in de toekomst, bij de stock impliciete schuld zou worden geteld om een vollediger transparant beeld te krijgen.
Het Rekenhof had gehoopt dat met het nieuwe Rekendecreet dat is goedgekeurd in het voorjaar 2012 en dat een geactualiseerd normenkader voor de begroting creëert, het aantal begrotingsruiters dat zijn afwijkingen op dat normenkader zou dalen. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. In zijn verslag wijst het Rekenhof onder andere op de artikelen 48 en 49 van het ontwerp van uitgavenbegroting 2012 dat de toch al soepele herverdelingsmogelijkheden van het Rekendecreet verder uitbreidt naar de vastleggingsmachtigingen en de vereffeningskredieten van de Vlaamse rechtspersonen.
Volgens het Rekenhof moeten er drie dingen gebeuren. Ten eerste moeten extra voorzorgsmaatregelen genomen worden voor het behoud van het begrotingsevenwicht in 2012. Ten tweede moet er een pad worden uitgetekend voor de schuldafbouw tegen 2020. Ten derde moet er werk gemaakt worden van de aangekondigde opstelling van een structurele begrotingsnorm.
In navolging van het verslag en de opmerkingen van het Rekenhof werden nog enkele vooral technische amendementen ingediend op de middelen- en uitgavenbegroting.
Na het rapport en de opmerkingen van het Rekenhof volgden in de commissie de besprekingen. Dat zorgde voor een normale tegenstelling tussen meerderheid en oppositie. Ik breng kort verslag uit.
De algemene teneur bij alle oppositiepartijen was dat de voorgelegde begroting 2012 gebaseerd is op basis op een groeiverwachting van 1,6 percent, terwijl die groeiverwachting volledig achterhaald is. De voorliggende begroting betreft volgens de oppositie een virtuele begroting. Ze eiste snel klaarheid over hoe met die tegenvaller zal worden omgegaan. Zal het geplande nieuwe beleid ten belope van 230 miljoen doorgaan?
Minister Muyters antwoordde daarop dat het de keuze van de Vlaamse Regering is om zoals altijd de initiële begroting in te dienen op basis van de laatst gekende parameters van het Planbureau. Bij de budgetcontrole zal gebruik worden gemaakt van de nieuwe economische begroting. Elke dag zijn er nieuwe voorspellingen inzake economische parameters. Op een bepaald moment moet men de begrotingsopmaak afsluiten. De begrotingscontrole dient om aanpassingen van de begroting te doen en zal vervroegd in februari plaatsvinden, aldus de Vlaamse Regering.
Vervolgens werd in de commissie gediscussieerd over de buffers in de voorliggende begroting. Wat de 220 miljoen euro betreft waarover de minister-president in de pers had gesproken, verklaarde minister Muyters dat als men alle buffers voor onzekerheden optelt, hij tot een bedrag komt van 223 miljoen euro. Daarvan is 40 miljoen euro voor conjunctuurprovisie, 70 miljoen euro voor de provisie in verband met het Rekendecreet, 20 miljoen euro voor een tweede indexsprong die voorzien is in oktober en effect heeft in december maar die op basis van huidige voorspellingen niet wordt verwacht, 50 miljoen euro buffer voor onvoorziene en onverwachte facturen en 43 miljoen euro voor het Vlaams Fonds voor de Lastendelging.
De heer Van Mechelen van Open Vld stelde dat tegenover een conjunctuurbuffer geen mogelijke uitgaven staan. Zo is een indexprovisie een belangrijke provisie om aan te leggen, maar het is geen conjunctuurprovisie. Ze moet dienen als bescherming tegen het doorslaan van de inflatie. De conjunctuurprovisie daarentegen dekt in tegen de mindere groei. De heer Van Mechelen herhaalde dat hij altijd gepleit heeft voor een conjunctuurbuffer van 1 procent van de dotatie van de samengevoegde en de gedeelde belastingen, in 2012 goed voor ongeveer 19,1 miljard euro, dus een noodzakelijke conjunctuurbuffer van 191 miljoen euro. Dat zou volgens de heer Van Mechelen redelijk overeenstemmen met het gat dat geslagen wordt door de aanpassing van de economische parameters.
Volgens de heer Vereeck was in de vorige jaren de begroting onvoldoende structureel op orde gebracht. De gevolgen worden volgens hem opnieuw duidelijk in 2012. Het groeitraject dat bij het begin van de legislatuur naar voren is geschoven, was heel wat lager dan de eigenlijke groei die in 2009, 2010 en zelfs in 2011 is gerealiseerd. Er werd uiteindelijk minder gesaneerd dan aanvankelijk gepland. Bovendien werd dan ook nog volgens de heer Vereeck te veel een beroep gedaan op gemakkelijkheidsoplossingen, zoals de verkoop van activa aan Aquafin. Als er in het verleden meer structurele maatregelen zouden zijn genomen, zou de huidige toestand comfortabeler zijn geweest.
De heer Vereeck verwijst naar een interessante studie met een door toedoen van de gewijzigde omstandigheden deels achterhaalde context. Als men de begrotingsnorm van de SERV aanhoudt, leidt dat tot de afbouw van de schuld tegen 2020. De heer Vereeck stelt dat men in dat geval met de eigen financiën veel soberder moet omspringen.
Schuldafbouw conform het Pact 2020 lijkt de heer Vereeck onontbeerlijk. Als de minister daar niet aan meedoet en de dogmatische norm om geen overschotten te boeken blijft aanhangen, schuift hij de inspanning abstractie gemaakt van de terugbetaling van de KBC-schuld volledig naar de volgende legislatuur door. Of, vroeg de heer Vereeck zich af, laat de Vlaamse Regering de doelstelling van het Pact 2020 vallen?
In de periode 2010-2012 worden uitgaven voor participaties gedaan ten belope van bijna 1 miljard euro. Men loopt niet alleen het risico van herclassificatie van deze zogenaamde code 8-uitgaven door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR)/Eurostat: die uitgaven vergroten ook de schuld bij een begrotingsevenwicht. De heer Vereeck herhaalt dat de Vlaamse Regering zich heeft klemgereden met de gehanteerde begrotingsnorm. Het lijkt hem zinvol af te stappen van het dogmatische vasthouden aan evenwichten.
LDD is tot slot voorstander van een structurele begrotingsnorm. Die maakt de positie van de minister van Begroting in de regering sterker en kan een einde stellen aan het stop-and-go-beleid waarbij financiële meevallers onmiddellijk uitgegeven worden, om daarna opnieuw te moeten besparen als er tegenvallers optreden.
De meerderheid onderstreepte dat de ingediende begroting in evenwicht is, wat vele staten of regios niet nadoen. Gezien de huidige economische en financiële context is deze prestatie niet niets. De meerderheid is het eens om in februari 2012 de begroting aan te passen aan de gewijzigde economische parameters. Die zijn immers nog voortdurend in beweging.
De andere in de commissie besproken risicos met betrekking tot de begroting 2012 zijn in grote lijnen de volgende: de renteontwikkeling; de vereffening van de Gemeentelijke Holding; de problematiek met betrekking tot Ethias; de onzekerheid over de dividenden van KBC; het advies van Eurostat inzake de ESR-classificatie van de pps-scholenbouw.
Wat de renteontwikkeling betreft, werd naar voren gebracht dat de eerste schijf van het Euro Medium Term Note (EMTN)-ontleningsprogramma in maart 2012 vervalt. Dat gaat over 1,25 miljard euro, die is opgenomen aan een rente van 2,75 procent, en die moet geherfinancierd worden. Gegeven de huidige omstandigheden op de eurokapitaalmarkt ziet dat er niet zo goed uit. De vraag werd gesteld of daarmee rekening werd gehouden in de begroting 2012. Minister Muyters antwoordde dat ter vervanging van de in maart 2012 aflopende lening al leningen van 220 miljoen euro bij Belgische banken werden overgenomen van de Gemeentelijke Holding aan historische rentetarieven. Voor de rest werd de herfinancieringsrentevoet voorzichtig begroot op 6 procent.
Op de vragen wat de effecten zijn op de begroting 2011 en/of 2012 van de liquidatie van de Gemeentelijke Holding, antwoordde minister Muyters in de commissie dat op basis van de begrotingsmonitoring eind november bleek dat de rekening van 265 miljoen euro volledig ten laste van 2011 wordt gelegd en dat zeer waarschijnlijk dan nog een evenwicht qua vorderingensaldo zal worden gehaald. Toekomstige begrotingen zullen noch baten noch kosten van de vereffening ondervinden doordat de Vlaamse overheid haar regresrecht laat vallen. Dexia Bank België neemt het risico inzake de activa van de Gemeentelijke Holding, met inbegrip van een groot pakket Dexia-aandelen, op zich.
Ethias Finance heeft zijn aandeelhouder het Vlaamse Gewest toestemming gevraagd om een obligatielening van 280 miljoen euro ter financiering van de aankoop van de Dexia-aandelen van Ethias uit te schrijven. Het Vlaamse Gewest heeft zijn toestemming verleend en heeft tevens een letter of comfort geschreven waarin staat dat het Vlaamse Gewest gedurende de looptijd van de obligatie aandeelhouder blijft. De voorwaarde is dat ook de andere gewesten en de federale overheid dit doen. Er is geen gewestwaarborg verleend.
Wat KBC betreft, heeft de minister verklaard dat, aangezien er in 2011 geen terugbetaling plaatsvindt, de couponbetaling van 8,5 procent in 2012 op het volledig bedrag verschuldigd is. De Vlaamse overheid heeft zich akkoord verklaard de pari passu-clausule in verband met de terugbetalingsschuld van KBC voor een jaar op te heffen. Dit betekent dat de schuld van KBC bij de Vlaamse en bij de federale overheid niet tegelijkertijd en in gelijke mate moet worden terugbetaald. Overeenkomstig de vorige meerjarenbegroting is in de begroting voor eind 2012 een terugbetaling van 1725 miljoen euro opgenomen.
Wat de waarborg voor de pps voor scholenbouw betreft, zal de minister de Vlaamse Regering binnenkort een oplossing voorleggen.
De recentste meerjarenraming is samen met de begrotingscontrole 2011 opgesteld. Het Rekendecreet verandert nu de regels. Voortaan moet een meerjarenraming bij de initiële begroting worden gevoegd. De minister roept thans transitieredenen met betrekking tot de invoering van het Rekendecreet in. Hij stelt voor de volgende meerjarenraming niet samen met de begrotingscontrole 2012, maar bij de opmaak van de begroting voor 2013 in te dienen. Blijkbaar heeft de minister in dit verband een brief tot de voorzitter van het Vlaams Parlement gericht. Ten tijde van de commissiebesprekingen was hierover nog geen duidelijkheid. Dat zal straks misschien wel het geval zijn.
Tot zover het verslag van de eigenlijke begrotingsbesprekingen in de commissie. Zoals de voorbije maanden en jaren steeds het geval is geweest, zijn de besprekingen in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting soms heftig verlopen. In sommige gevallen is meermaals hetzelfde punt opnieuw gemaakt. Dit is steeds met respect voor de Vlaamse Regering en voor de individuele commissieleden gebeurd. Natuurlijk moeten we hierbij steeds rekening houden met de tegenstelling tussen de meerderheid en de oppositie.
Ik wens iedereen een vruchtbare verdere bespreking tijdens deze plenaire vergadering toe. (Gelach)
Het is bijna Kerstmis. Ik hoop dat de behandeling van de begroting morgen effectief kan worden afgerond.
Ik heb hier ook nog het verslag van de bespreking van het ontwerp van programmadecreet. Zoals steeds, zijn samen en gelijktijdig met de bespreking van de begroting ook het ontwerp van programmadecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting en de beleidsbrief Financiën en Begroting door de minister toegelicht en door de commissie besproken. Ik zal enkel kort op de voornaamste elementen in verband met het beleidsdomein Financiën en Begroting ingaan. Enkel deze elementen zijn in de commissie Financiën aan bod gekomen, de andere bevoegdheidsdomeinen zijn door de bevoegde vakcommissies behandeld.
In de eerste plaats bevat het ontwerp van programmadecreet enkele aanpassingen van bepalingen in de successie- en schenkingsrechten en in de onroerende voorheffing. Dit is een gevolg van het akkoord om enkele door de studiecommissie Gewestbelastingen vastgestelde discriminaties weg te werken.
Daarnaast zijn enkele procedures in verband met de verkeersbelastingen, die sinds 1 januari 2011 volledig in Vlaamse handen zijn, verder geharmoniseerd.
De maatregel die de registratierechten op de schenking van bouwgronden vermindert, is opnieuw met drie jaar verlengd. De meerderheid en tal van oppositieleden vinden deze maatregel positief. Met betrekking tot deze regeling en in het bijzonder met betrekking tot de schenkingen van bouwgronden aan meerdere begiftigden en tot de gevolgen bij overmacht heeft de meerderheid een amendement ingediend en goedgekeurd. De heer Strackx van het Vlaams Belang heeft hier veel bedenkingen en opmerkingen bij gemaakt en veel vragen gesteld. De commissie is hier dan ook dieper op ingegaan.
Het grootste deel van de besprekingen werd gewijd aan de nieuwe bepalingen inzake de overdracht van familiale ondernemingen en vennootschappen. Na een grondige evaluatie van de regeling door het Steunpunt Fiscaliteit en Begroting werd een nieuwe regeling ingevoerd, waarbij een nultarief wordt gehanteerd in de schenkingsrechten en een gunsttarief van 3 en 7 procent in de successierechten. De nadruk wordt erop gelegd dat in het kader van continuïteit het best wordt gestreefd naar planning bij overdrachten van familiale ondernemingen. Daarom wordt dergelijke planning via schenking volledig vrijgesteld, in de mate dat er voldaan is aan de voorwaarden. De toepassingsvoorwaarden voor deze nieuwe regeling werden aangescherpt om misbruiken te vermijden. Zo werden onder meer patrimoniumvennootschappen uitgesloten van de nieuwe gunstregeling.
Na diverse technische vragen en opmerkingen over de nieuwe regeling, werden nog enkele aanpassingen aan de initieel ingediende bepalingen ingediend via amendementen vanuit de meerderheid, onder andere een verduidelijking omtrent de verdachte periode van zeven jaar, die geldt bij de toepassing van de successierechten. Het amendement van Open Vld tot invoering van een volledige vrijstelling in de successierechten werd weggestemd. Het ontwerp van programmadecreet met tal van amendementen van de meerderheid werd goedgekeurd. De amendementen van de oppositie, in het bijzonder tal van amendementen van het Vlaams Belang van de heren Strackx, Tack en anderen, werden weggestemd.
Dank u wel, mevrouw Smaers, voor de vruchtbare uiteenzetting. We wensen u een mooi moederschap toe.
We gaan nu over tot de standpunten van de fractievoorzitters. De heer Dewinter heeft het woord.
In de bespreking van mevrouw Smaers was al duidelijk wat de kritiek is van de oppositie op deze begroting. Aan de begroting 2012 hoeven we niet veel woorden vuil te maken. Mevrouw Smaers heeft al gezegd dat die volstrekt virtueel is. Het is een achterhaalde begroting, een luchtbelbegroting, die op geen enkel moment in overeenstemming is met de realiteit. Dat is de voorbije maanden al tot in den treure herhaald. Iedereen weet dat, en toch staan we hier en voeren we dit debat.
Dat het een schijnbegroting is, wordt ook bevestigd door het Rekenhof. Maar niet alleen door het Rekenhof. Alsof alle argumenten van de voorbije dagen en weken niet voldoende waren, vond de voorzitter van de begrotingscommissie, de heer Van Rompuy, het vandaag nodig om op de voorpagina van de De Morgen te bevestigen wat nu al een tijdje door de oppositie wordt beweerd. Dat maakt het de oppositie wel erg gemakkelijk.
De heer Van Rompuy stelt dat de Vlaamse Regering wellicht nog 500 miljoen euro extra zal moeten besparen. Ik lees wat de collega vertelt: De controle zal hoe dan ook moeten gebeuren. Bij die controle zal minister-president Peeters 400 tot 500 miljoen euro moeten besparen. Als we het evenwicht eind 2012 willen behouden, zullen we het regeerakkoord in vraag moeten stellen. Er zullen taboes sneuvelen. Ik heb dit nog nooit meegemaakt. En hij zit hier toch al een tijdje, langer dan ik, en dat wil wat zeggen. De heer Van Rompuy behoort intussen tot het meubilair van het parlement. (Gelach bij het Vlaams Belang)
Dat bedoel ik niet negatief, integendeel. Hij zegt dat hij het nog nooit heeft meegemaakt. Als voorzitter van de commissie kan hij het weten. Hij zegt dat we niet anders kunnen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Als u het meubilair citeert, moet u het goed citeren. Ik zeg, mijnheer Dewinter, en daar kunt u het verslag, de bespreking van mevrouw Smaers en de verklaring van minister Muyters op nalezen, dat we volgend jaar voor een economische groei staan die veel lager ligt: 1,5 procent, 0,5 procent, wellicht 0 procent groei. Mechanisch is het zo dat 1 procent minder economische groei 300 miljoen euro minder inkomsten betekent. De Nationale Bank heeft het nu over 0,5 procent. Stel dat we van 1,6 procent naar 0 procent gaan, dat kunt u ook berekenen. Dat geeft 400 miljoen.
Ook de commissie, minister Muyters en de minister-president hebben dat erkend. Wie dat in de krant ziet staan, kan misschien gechoqueerd zijn. Maar wie het werk van de commissie volgt, weet dat. Wij beleven andere tijden: tijden van een economische recessie, en dat heeft budgettaire gevolgen.
Als voorzitter van de commissie vraag ik de Vlaamse Regering niet om elke dag opnieuw de cijfers aan te passen, maar wel dat ze een vervroegde begrotingscontrole doorvoert, in februari. Als daar 500 miljoen euro moet worden gevonden, zullen belangrijke ingrepen moeten worden doorgevoerd. Dat is geen oppositiepraat. Ik geef gewoon de discussie in het parlement weer. Ik geef gewoon de feitelijke situatie weer. Aldus sprak het meubilair. (Gelach)
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, een begroting is een raming. De minister van Begroting moet niet elke dag opnieuw die begroting aanpassen omdat de parameters wijzigen, want die laatste wijzigen inderdaad elke dag. Er zijn evenwel zekerheden en onzekerheden. De onzekerheden hebben te maken met onder meer het KBC-dividend. U hoort mij daar vandaag nog niet over spreken. Maar het is een zekerheid dat de economie in 2012 niet met 1,6 procent zal groeien. Dat weten wij vrijwel zeker. En daarbij staat er zoveel geld op het spel dat ik wil weten of u in het nieuwe beleid dat u wilt voeren, wilt snoeien. De minister zei het heel duidelijk: ofwel besparen wij, en dan kunnen wij met het nieuwe beleid verder; ofwel wordt er niet bespaard, en dan komt er geen nieuw beleid. Als wij de komende 48 uur debatteren over zaken als de kindpremie, het derde VRT-net, extra middelen voor O&O en gehandicapten, dan moeten wij toch weten of daarvoor geld beschikbaar is? Waar zult u het geld vandaan halen voor het beleid dat u met veel bravoure aankondigt?
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, het wordt een gewoonte dat de heer Van Rompuy in de pers een straffe uitspraak doet maar hier zijn eigen woorden tempert en zegt dat wij zijn uitspraken niet realistisch mogen interpreteren. Bij het begin van de begrotingsdebatten heb ik gezegd dat er een probleem is. Ik heb gezegd dat het een schijnbegroting is omdat de cijfers niet kloppen, en de realiteit waarschijnlijk honderden miljoenen verschilt van wat er op papier staat. Ik heb de Vlaamse Regering gevraagd een antwoord te formuleren. Een volledig herwerkte begroting hoeft voor mij niet. Maar ik wil toch weten wat de regering zal ondernemen om het probleem van die ontbrekende 400 of 500 miljoen euro weg te werken. De Vlaamse Regering weigerde dat. Dat impliceert dat wij nu een schijndebat meemaken, wat geen goede zaak voor het Vlaams Parlement is.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik wil eerst de heer Van Rompuy verdedigen, gesteld dat dit nog nodig is. Wat hij zegt, is inderdaad niet nieuw: wij hebben dat allemaal in de commissie al gehoord. Voorts is het zo dat deze begroting is opgemaakt aan de hand van de recentste cijfers van het Planbureau, ons overhandigd toen wij aan de opmaak van de begroting zijn begonnen. Ten derde, en ik kom er nog op terug: wij hebben de ambitie een sluitende begroting op te stellen. In de loop van het jaar zal de begroting moeten worden bijgesteld, om op het einde van het jaar goud te halen. In de loop van het jaar zullen wij daartoe al het nodige doen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, in de commissie heeft de oppositie zeer nadrukkelijk gesteld dat wij met een voorbijgestreefde begroting werken. Ik geef toe dat dit de eerste keer niet is. Een van de technieken om dat te remediëren, is een versnelde budgetcontrole. Ondertussen worden de vooruitzichten almaar somberder. De oppositie stelde voor om in een amendement van de Vlaamse Regering de netto nieuwe beleidruimte van 378 miljoen euro tussen haakjes te zetten. Op die manier zou duidelijk worden dat dat geld niet zal worden uitgegeven, tenzij in de begrotingscontrole orde op zaken wordt gesteld.
Ondertussen wordt het probleem dramatisch groot. Ik vrees dat we heel vlot de 500 miljoen euro aan noodzakelijke besparingen gaan overstijgen. Het is vijf voor twaalf, om niet te zeggen: vijf over twaalf.
De heer Caluwé heeft het woord.
Collegas, het was te verwachten dat dit debat zich zou ontspinnen. Eerlijk gezegd, heeft de regering met de Septemberverklaring al een antwoord gegeven op uw opmerkingen. Toen al werd een grote vernieuwing aangekondigd. We hebben toen al gezegd dat de begrotingscontrole niet, zoals traditioneel, in april en begin mei zou plaatsvinden, maar in februari. We voelden al aan dat we een vrij onzekere periode tegemoet gingen. Wat hadden we anders moeten doen?
Op het moment van indiening van de stukken waren de groeiramingen 1,6. Een week later werd dat 1,5. Drie weken later was het nog 0,5. Moesten we dan telkens een amendement indienen? Een subamendement? Neen, we hebben beslist tot een versnelde begrotingscontrole in februari. Dan kunnen we zien waar we staan.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik kan de heer Caluwé helemaal bijtreden. Aanvullend: het is niet zo dat deze regering sinds september heeft liggen slapen. Het is gemakkelijk om de invloed van een dalende groei op de inkomsten te voorspelen. De heer Van Rompuy heeft dat net gedaan. Het is echter veel moeilijker om de exacte uitgaven te voorspellen. Deze regering, mijnheer Dewinter, volgt die uitgaven op de voet. In februari krijgen we een begrotingscontrole en dan gaan we de reële besparingen vaststellen op basis van de reële uitgaven en de resultaten van 2011.
Voorzitter, het verbaast me dat de N-VA moord en brand schreeuwt als het over de Federale Regering en haar cijfers gaat, omdat ze 1,6 procent hanteert. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Moord en brand, ja. Het kon niet zijn!
Als we over de Vlaamse begroting spreken en de regering ondervragen over haar plannen om het probleem van de minderinkomsten op te lossen, dan krijgen we geen enkel antwoord. U zegt alleen maar: in februari zullen we zien. Misschien kunnen we dit debat opschorten en wachten tot februari? (Rumoer)
U stelt dus voor om de vergadering te schorsen? Dat is niet de bedoeling.
Minister Muyters heeft het woord.
Het was 0,8 bij de federale begroting, mijnheer Watteeuw, en niet 1,6. (Opmerkingen van de heren Filip Watteeuw en Sas van Rouveroij).
Als dit parlement vraagt dat we een begroting indienen in oktober, bereiden wij dat voor. We discussiëren daarover. Bij de Septemberverklaring zijn de grote lijnen uitgezet. Op dat moment houden wij rekening met de cijfers van het Planbureau. Dat was 1,6.
Ik heb toen van de oppositie gehoord dat we naar 0,8 moesten gaan. Als we dat hadden gedaan, zou u vandaag waarschijnlijk zeggen dat we beter naar 0,5 waren gegaan. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
We kunnen zo waarschijnlijk nog verder gaan.
Mijnheer Vereeck, u hebt blijkbaar een glazen bol. U weet nu al hoeveel dat volgend jaar gaat zijn. In de stukken die we hebben ingediend, hebben we uitdrukkelijk het effect berekend per 0,1 procent daling of stijging van de groei. Op die manier hebben we transparant werk afgeleverd. De Vlaamse Regering heeft het engagement op zich genomen om bij de Vlaamse budgetcontrole opnieuw naar een begroting in evenwicht te gaan.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Het ziet ernaar uit dat het vandaag en morgen een interessant debat gaat worden. Ik kijk uit naar het verdere betoog van de heer Dewinter.
Voorzitter, collegas, laat twee zaken heel duidelijk zijn. Ik zal ze nog herhalen in de loop van de dag en morgen. De Vlaamse Regering heeft tot een vervroegde begrotingscontrole in februari beslist. We willen ook in 2012 een begroting in evenwicht. Laat ons, zoals afgesproken in de Vlaamse Regering, daaraan vasthouden. Ik kijk uit naar het debat hier. Ik herhaal nog eens dat er een versnelde begrotingscontrole komt in februari. Deze Vlaamse Regering heeft, net zoals in 2011, de intentie en het engagement om ook in 2012 een begroting in evenwicht voor te leggen.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Als de minister ons, de oppositie en in het bijzonder Open Vld, citeert, dan moet hij dat juist doen. In een repliek op de Septemberverklaring minister-president, u zult dat beamen want u hebt toen aandachtig geluisterd , heb ik gezegd dat de Vlaamse Regering alleen maar oog had voor de goede parameter, namelijk die van 1,6 die inderdaad was aangereikt, en blind bleef voor de andere parameters die op dat ogenblik ook al duidelijk waren. Er was er een aangebracht door een man die toen nog niet zo bekend was, namelijk de Europese commissaris voor Handel, Olli Rehn. Op 15 september zei hij dat hij een nulgroei verwachtte. Ik heb dat ook gezegd in mijn repliek. Minister-president, daarop hebt u zich niet voorbereid, niet zozeer door de 1,6 te hanteren, maar door geen buffer aan te leggen om die tegenslag op te vangen.
Natuurlijk is dit louter boekhoudkundig een correcte begroting omdat ze is gebaseerd op de parameters van het Planbureau. Maar dit is geen boekhoudkundige discussie, het is een opportuniteitsvraag. Minister-president, een begrotingscontrole dient om onverwachte tegenslagen op te vangen, zoals de KBC die onzeker is, ESR-participaties die al of niet in de begroting tuimelen. Dat zijn zaken die je kunt aanpakken in een begrotingscontrole.
Hier gaat het om een majeure economische tegenval die we nu al kennen. Heb ik een glazen bol, minister Muyters? Neen, natuurlijk niet, maar we roepen met de oppositie al veel langer om steviger buffers aan te leggen. Die had u kunnen gebruiken voor schuldafbouw, en bij tegenslag, dan had u ze nu kunnen gebruiken om die terugval op te vangen.
Wat de heer Van Rompuy heeft gezegd, dat is wat in dit debat aan bod moet komen. Ik citeer hem: Als we het evenwicht in 2012 willen behouden, dan zullen we het regeerakkoord in vraag moeten durven stellen. Dat is de discussie die we hier vandaag moeten voeren, dat is wat ik van deze regering wil horen. Minister-president, u hebt vanochtend zelf gezegd dat er een gat van 4 tot 500 miljoen euro in de begroting zal zijn. Het regeerakkoord wordt in vraag gesteld. Wat gaat u doen? Daarover gaat de echte politieke discussie, en niet over de begroting die nu voorligt. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
De heer Dewinter heeft het woord.
Misschien moeten we het reglement veranderen, zodat de spreker ook de kans krijgt te participeren aan het debat wanneer hij een thema aanbrengt.
Mijnheer Dewinter, u hoeft daar het reglement niet voor te veranderen. Als u wenst dat u niet wordt gestoord in uw uiteenzetting, dan maak ik dat kenbaar en dan geef ik niemand het woord.
Ik heb geen enkel probleem met het feit dat het debat nu ongeveer is gevoerd. We kunnen naar huis, want alles wat moest worden gezegd, is nu gezegd. De rest van het debat lijkt me nog weinig relevant te zijn. Uiteindelijk hebben de minister-president en minister Muyters toegegeven dat dit een virtuele oefening is, dat het een schijndebat wordt op basis van valse gegevens en foute parameters.
Wat essentieel is en wat ook mijn conclusie is: dit is geen boekhoudkundige discussie die we vandaag voeren. Het gaat niet alleen over de cijfertjes, want die zullen wel kloppen op basis van de parameters die u hanteert. Wat in deze begroting staat, is een politieke discussie. Het gaat over initiatieven en voorstellen die u formuleert in deze begroting, gaande van de kindpremie over het derde VRT-net tot een aantal andere initiatieven, waarbij we ons moeten afvragen of daar middelen voor zijn. Die vraag wordt gesteld, onder andere door de voorzitter van de commissie Financiën en Begroting: Moet dit regeerakkoord niet heronderhandeld worden? Moeten er sommige initiatieven uit deze begroting, en zo ja, welke?
Daarom lijkt dit debat me nogal surrealistisch, maar goed, we zullen het voeren. Maar men moet ons niet kwalijk nemen dat we het voeren op basis van de parameters van vandaag, en niet op basis van de parameters van gisteren, die compleet achterhaald blijken te zijn.
Minister-president en minister van Financiën, ik kan niet anders dan dit nog eens te herhalen: u bent bij de opmaak van de begroting uitgegaan van een economische groei van 1,6 procent en een inflatie van 2 procent. Die parameters zijn achterhaald en moeten worden bijgesteld. De Hoge Raad van Financiën heeft de groeiverwachting voor 2012 gehalveerd tot 0,8 procent. Eind oktober sprak het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) reeds van een nulgroei voor de volgende maanden. Begin september stelde het INR voor het derde kwartaal van 2011 zelfs een inkrimping vast van de Belgische economie met 0,1 procent ten aanzien van het tweede kwartaal. Economen verwachten ook voor het vierde kwartaal een negatieve groei. De conjunctuurbuffer in deze begroting 40 miljoen euro groot kan een nulgroei, laat staan een recessie, absoluut niet dekken. De gewezen minister van Financiën, Dirk Van Mechelen, zal me kunnen bijtreden dat toen hij minister van Financiën was, er een buffer van 1 procent was. Wat u nu doet, ligt ver onder die norm die in het verleden door u, minister-president, met een andere minister van Financiën werd gehanteerd. Als ik fout ben, dan moet u mij corrigeren, maar ik dacht dat wat ik zeg, juist is.
Minister-president, wat weten we intussen wel? U hebt verklaard dat bij een groei van 0,8 procent u voor volgend jaar op zoek moet naar 200 miljoen, 250 miljoen of 300 miljoen euro om het gat dicht te rijden. Mijn vraag is natuurlijk waar u deze middelen gaat halen. Er is de ratingverlaging van Vlaanderen. Een ongeluk komt nooit alleen: er was al Eric Van Rompuy, en nu staat in de kranten dat de ratingverlaging een feit is. We gaan van AA+ naar AAA. Door die ratingverlaging is de kostprijs voor Vlaanderen om geld te lenen, ook al opgelopen. Dat maakt dat er in ieder geval een hogere rente zal moeten worden betaald op nieuwe schulden, wat de schulden op zich ook nog eens zal doen oplopen.
Mijnheer Dewinter, ik heb het in de commissie al gezegd, maar ik wil het toch ook even aan u zeggen. Het is niet omdat de rente omhoog gaat, dat we er geen rekening mee hebben gehouden. We hebben bij de bepaling van de rente er rekening mee gehouden dat de leningen die moeten worden vernieuwd, tot en met 6 procent zullen moeten worden vernieuwd. Het is dus niet juist dat u zegt dat de schuld zal toenemen omdat de rente toeneemt. We hebben in de begroting in de betaling van die rente voorzien. Het is maar om juist te zeggen.
We weten ook dat in de context van de Europese schuldencrisis en de gevolgen ervan op de financiële markten, het onzeker blijft of er volgend jaar wel 300 miljoen euro dividend van de financiële instellingen mag worden verwacht; laat staan dat KBC 1,7 miljard euro deels de terugbetaling van de aangegane schuld en deels de bonus zal terugbetalen. Analisten verwachten immers nog een moeilijk jaar voor de financiële instellingen, maar zonder terugbetaling vervalt uiteraard ook de bonus. Wat we ook weten en wat ook een vaststaand gegeven is, is dat de factuur van het federale begrotingsakkoord voor Vlaanderen volgend jaar wel eens zou kunnen oplopen tot 450 miljoen euro en volgens diezelfde berekeningen in 2014 zelfs tot 1 miljard euro.
Collegas, minister-president, minister, we stellen vast dat er in deze begroting toch wel heel veel onzekere factoren zijn. Ik heb het dan nog niet gehad over en ik laat het over aan de heer Vereeck die de kat de bel heeft aangebonden de opsmuktruc met de verkoop van gronden van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de verkoop van rioolwaterzuiveringsinstallaties aan Aquafin. Dan hebben we het nog niet gehad over de toch wel bedenkelijke pps-constructies (publiek-private samenwerking) rond scholenbouw, de Oosterweelverbinding enzovoort waar Europa intussen toch duidelijk heeft gesteld dat men dit niet meer buiten de begroting kan houden, wat allicht in de toekomst ook weer implicaties zal hebben op onze begroting en dergelijke meer.
Er pakken zich inderdaad heel wat donderwolken samen boven deze Vlaamse Regering en zeker boven deze begroting. Een bijkomend tekort op de begroting 2012 in plaats van een begroting in evenwicht en ruimte voor extra beleid, is op dit moment allesbehalve ondenkbeeldig. Daarmee vervalt een van de grote fetisjen van uw regering misschien wel op termijn: het feit dat u een begroting in evenwicht indient. Dat is vandaag met deze virtuele begroting zo, maar zal dat zo zijn na de begrotingscontrole in februari? Ik durf daar heel wat vraagtekens bij te plaatsen.
Minister-president, het wordt zoals men in Antwerpen zegt: eieren of joeng, het wordt het een of het ander. Ofwel voert u alles door wat u in deze begroting en in uw septemberverklaring hebt aangekondigd en dat kan blijkbaar niet meer met de huidige parameters ofwel zult u een aantal initiatieven moeten wegsnijden, moeten intrekken. De hamvraag vandaag is: kiest u voor de begroting in evenwicht, of kiest u voor het volledig en onverkort uitvoeren van uw regeerakkoord dat ter discussie staat als we de heer Van Rompuy mogen geloven, en ik geloof hem of kiest u voor het uitvoeren van alle maatregelen die u in uw Septemberverklaring hebt aangehaald?
Minister-president, wanneer het gaat over de begroting in evenwicht, dan kunnen we bijna niet anders dan ook even stil te staan bij het groeiende schuldprobleem. Vlaanderen is immers al een tijdje niet langer schuldenvrij. Volgens het meest recente verslag over het kas-, schuld- en waarborgbeheer zou de stand van de directe schuld eind 2011 op ongeveer 7 miljard euro uitkomen. Dit heeft uiteraard ook te maken met de redding van de banken, dat moeten we durven zeggen. De Vlaamse Regering heeft in de voorbije jaren onder meer schulden opgebouwd door de leningfinanciering van allerlei participaties, vooral in allerhande innovatiefondsen.
Aangezien de Vlaamse Regering voor 2012 en de volgende jaren van deze legislatuur uitgaat van een begrotingsevenwicht zonder overschotten, zal langs die weg alvast geen schuld worden afgebouwd. Alle heil wordt blijkbaar verwacht van de terugbetalingen door KBC, verhoogd met een fikse terugbetalingspremie. De effectieve terugbetaling door KBC van een eerste gedeelte van liefst 1,725 miljard euro vormt met andere woorden een cruciale vereiste voor de realisatie van de beoogde schuldafbouw.
Minister-president, zoals gezegd zal ik niet al mijn tijd opnemen. Ik had nog een aantal andere themas willen bespreken, maar ik herhaal dat dat vrij zinloos is in de context die ik heb geschetst en die ook uitvoerig aan bod is gekomen in het debat dat zich heeft ontsponnen. Deze begroting is een kaas vol gaten. Ondertussen zitten er al meer gaten in de kaas dan dat er kaas overblijft, en dat is natuurlijk een probleem bij een begroting. Sommigen noemen deze begroting zelfs een vorm van schriftvervalsing. Ik laat die woorden voor degenen die ze gebruikt hebben in de krant vandaag, maar schriftvervalsing is natuurlijk een heel ernstige strafrechtelijke beschuldiging. We moeten vandaag tot de conclusie durven komen dat dit een virtuele begroting is, gebaseerd op drijfzand. Vorig jaar hebt u de bui al zien hangen, u bent toen vertrokken naar het Andesgebergte om daar een interessante trip te maken. Misschien hadden we vandaag met zijn allen onder uw leiding moeten vertrekken naar de Himalaya, of dichterbij, naar de Mont Blanc, om ons daar te amuseren in plaats van dit virtuele debat te voeren en om in deze kersttijd na te denken over hoe het verder moet met deze begroting en met deze Vlaamse Regering. Het ziet er niet goed uit, minister-president, het ziet er niet goed uit, minister van Financiën. Onze fractie zal deze begroting dan ook niet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, leden van de regering, collegas, sta me toe dat ik eerst collega Smaers uitdrukkelijk dank voor het verslag dat ze heeft uitgebracht van de begrotingswerkzaamheden. Ze heeft dat op de haar eigen gecondenseerde, bevattelijke wijze gedaan. Ik hoorde rondom mij niets dan lof voor de manier waarop dat gebeurd is. Voor de neutrale toehoorder die inzicht wil hebben in de grote lijnen die we hier bespreken, vormt het de perfecte inleiding tot dit debat.
Het debat is in de media al een tijdje bezig, met tal van tremolos. De oppositie probeert verschillende dingen naar voren te halen en met veel verklaringen te zeggen hoe slecht het toch allemaal is. Op een gegeven moment, half november, zei men zelfs dat men eigenlijk niet wilde debatteren, maar gelukkig zie ik iedereen hier toch zitten. Men is dus toch gekomen om zijn mening naar voren te brengen.
Het is een klassieke retorische truc: als we maar met zn allen heel hard roepen hoe slecht het wel is, dan zal er wel iets van blijven hangen. Zo wil men maskeren wat voor een krachttoer het begrotingsbeleid op een aantal punten toch wel is. Ik heb voor de aardigheid eens teruggekeken naar wat vorig jaar allemaal is gezegd over de begroting 2011. Te weinig reserves, zei Open Vld. Vlaams Belang vreesde voor uiteindelijk geen evenwicht maar een tekort van 300 miljoen euro. Kunst- en vliegwerk, noemde Lode Vereeck het. Filip Watteeuw meldde dat de trots over het begrotingsevenwicht snel zou verdampen.
Wat blijkt nu eind 2011? We maken in Europa een verschrikkelijke storm mee. Wat is er gebeurd? Wat men nooit had voorzien, wat niemand heeft voorspeld, namelijk dat men op de markten is gaan speculeren tegen landen die hadden ingesprongen om banken te redden op het ogenblik van de diepe economische crisis in 2008. Dat gespeculeer tegen landen heeft ertoe geleid dat een van onze belangrijkste financiële instellingen over de kop is gegaan. Hierdoor moest ook de holding die onze lokale besturen overkoepelt en die gewaarborgd werd door de Vlaamse Regering, vereffend worden. Normaal zou men dan verwachten dat we de resultaten, de sporen van een dergelijk financieel debacle, nog jaren in onze openbare financiën zouden terugvinden. Maar wat blijkt? De Vlaamse Regering is in staat om de totale consequenties van dit debacle van de Gemeentelijke Holding in 2011 te verrekenen zodat er geen factuur meer moet worden vereffend in de rekening van 2012.
Mijnheer Caluwé, we gaan natuurlijk niet ontkennen dat we in economisch bijzondere omstandigheden zitten en dat op het eerste gezicht die begroting nog in evenwicht lijkt. Maar omdat nu een buitengewone prestatie te gaan noemen van deze regering? Weet u wel over hoeveel extra middelen deze regering beschikt, ondanks de storm, dankzij de Financieringswet? In vergelijking met 2010 beschikt de Vlaamse Regering in 2012, zelfs als we de groeicorrectie doorvoeren, over 3 miljard euro extra! Met alle respect, maar als ik met zoveel extra geld uiteindelijk op een evenwicht uitkom, dan kan ik dat bezwaarlijk een fantastische prestatie noemen.
Wat betreft de Gemeentelijke Holding heeft de heer Caluwé het over 2011.
2 miljard meer!
U spreekt over de zogenaamde 3 miljard meer om ook de begrotingscontrole 2009, waar aan inkomstenzijde in oktober een bijpassing is gedaan, mee te verrekenen. Dan kom je helemaal niet aan 3 miljard euro, dan blijf je daar een heel stuk van af, waarbij de miscalculatie geen klein foutje is, hoor.
Mijnheer Van Dijck, zelfs in de meerjarenraming die uw regering heeft ingediend, zit u voor 2011 720 miljoen euro erboven en voor dit jaar qua inkomsten nog 1,1 miljard euro. Dat wil zeggen dat indien u uw beleid gewoon had voortgezet, u een tekort had gehad. Het is allemaal veel beter meegevallen dan u in 2009 had voorzien. U zit zwaar in de slappe was en het is echt geen prachtprestatie. Het zou er nog aan mankeren, zeg!
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, u moet het kader correct formuleren. De economische groei is in Vlaanderen gelukkig wat hoger uitgevallen dan in de andere Europese landen, mee dankzij het sterke beleid. Dat is een verdienste. Daardoor zijn de ontvangsten mee gestegen. Nu hebt u het over 2 à 3 miljard euro extra. Ook federaal nemen de begrotingsmiddelen natuurlijk toe. Dat geldt ook voor die andere landen. De uitzonderlijke prestatie van deze regering is net dat de andere Europese landen of regios geen nultekort halen, en Vlaanderen wel. Dat mag hier elke dag worden onderstreept. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mijnheer Vereeck, ik waardeer u zeer voor uw onderlegdheid en uw werkkracht. En voor de wijze waarop u de media bespeelt, en voor uw humor. Ik volg u echter niet als u telkens die totaliteit van de inkomstenstijging naar voren brengt. Die behelst ook de inflatie, behelst ook normale groei. U houdt geen rekening met de stijging van de constante uitgaven. U stelt de zaken dus op een populistische manier voor. Dat u dit zo naar voren brengt, is eigenlijk uw sterkte niet waard.
Dit is een document van de regering zelf. We vinden hier niets uit. Op bladzijde 39 staat dat bij de budgetcontrole 2009 de opbrengst uit de samengevoegde en gedeelde belastingen 16,7 miljard euro bedroeg. Bij de begrotingsopmaak 2012 was die 19,155 miljard euro. Dat is ongeveer 2,4 miljard euro meer, of een stijging met 5 procent. U hebt het over besparingen, maar er is sprake van 2,4 miljard euro extra inkomsten.
Mijnheer Van Mechelen, u weet beter dan wie ook dat er met die gestegen inkomsten een bruto beleidsruimte was van 1,1 miljard euro. Mevrouw Smaers heeft dat nog eens gezegd in de commissie. Als we echter de indexatie, de decretaal vastgelegde groeivoet van het Gemeentefonds en de onderwijslonen, het constant beleid, buiten beschouwing laten, moeten we daar al bijna 800 miljoen euro van aftrekken. U moet ook kijken naar die decretaal bepaalde stijging van dat constant beleid. De regering heeft dan ook nog eens 200 miljoen euro aan provisie aangelegd. Dan is er een bedrag van 230 miljoen euro voor nieuw beleid, voor het nemen van nieuwe initiatieven. In uw tijd was dat ook het geval. De tijden zijn echter veranderd: we kampen met een lagere economische groei en een financiële crisis. U bent ook geëindigd met een tekort van 2 miljard euro, en met een schuld van ongeveer 6 miljard euro. De tijden zijn veranderd. Deze regering beschikt over veel minder marge dan vroeger. Nu zeggen dat we, gezien de inkomstenstijging in absolute cijfers, het geld over de balk gooien, is gewoon budgettair en intellectueel oneerlijk.
Wat die intellectuele oneerlijkheid betreft, op 31 december 2008 was Vlaanderen schuldenvrij.
Drie dagen is Vlaanderen schuldenvrij geweest!
Toen hebben we onze verantwoordelijkheid genomen.
Verwijt dat dan de regering niet, want u was er zelf mee voor verantwoordelijk!
Toen hebben we onze verantwoordelijkheid genomen en een schuld van exact 3,5 miljard euro op ons genomen, om KBC te redden. Daartegenover stond een bonus van 50 procent, die voldoende was om alle tijdens de crisis opgebouwde schulden te kunnen delgen, als KBC dat geld terugbetaalt. U gaat voortdurend nieuwe schulden aan voor participaties, en dát beleid vallen we aan.
Er is het constant beleid. De beslissing om dat door te trekken, is ook een politieke beslissing. Er is verder de extra beleidsruimte die wordt verdeeld. Die bedraagt 378 miljoen euro. Dat staat in uw eigen begrotingsteksten. Wij stellen dat u geld aan het uitdelen bent dat er niet zal zijn. Zet dat tussen haakjes. Blokkeer dat, zodat u die pot hebt.
Er zullen taboes sneuvelen. Ik heb dit ook nog nooit meegemaakt, maar we kunnen niet anders. Dat is het debat dat we hier moeten voeren.
Mijnheer Caluwé, cijfers zijn cijfers. Die kunnen nooit populistisch zijn. Ze staan zwart op wit. De cijfers over de bruto beleidsruimte komen van de minister zelf. Zoals de heer Van Rompuy zegt, is er sprake van 1,1 miljard euro. Hoe komt het dat er daarvan zo weinig overschiet voor het voeren van een nieuw beleid? Er gaat 420 miljoen euro naar de indexatie van lonen. Dat geld valt dus al weg. Daar heb ik geen problemen mee. Verder zie ik uitgaven van 70 miljoen euro voor de decretale groei van het Gemeente-, Provincie- en Stedenfonds. Al die vastleggingen zorgen ervoor dat er van die bruto beleidsmarge netto weinig overschiet.
Hoe is die bruto beleidsmarge echter tot stand gekomen? Dat staat in de tabel voordien. Daarin staat bij instellingen: consolidatieperimeter min 160 miljoen euro. Dat heeft te maken met het wegvallen van eenmalige inkomsten, zoals de verkoop van gronden. Met andere woorden, indien u structureel had bespaard, zoals ik vanaf de eerste dag in dit parlement vraag, had u alleen dit jaar al 200 miljoen euro extra beleidsruimte gehad. Dat is mijn kritiek aan deze regering. Dan hadden we nu een buffer gehad om die problemen die zich in verband met groei voordoen, op te vangen.
Kent u één begroting waarin geen eenmalige besparingen of maatregelen staan? Dat is toch de normaalste zaak.
Maar niet van een schandaligheid als Aquafin, want dat is toch wel echt buiten proportie.
2005 stond vol eenmalige maatregelen na de vorige regering. Mijnheer Van Mechelen, u was toen minister van Financiën. U hebt ook een verleden. Ik behoor misschien tot het meubilair, maar mijn geheugen werkt nog heel goed.
Voorzitter, ik heb daar inderdaad met de regering de verantwoordelijkheid voor genomen. Het woord schriftvervalsing voor dit soort truken komt echter van u, mijnheer Van Rompuy. De vorige begrotingen stonden er vol van. Als de pps-waarheid met betrekking tot herconsolidatie naar boven zal komen, staan we hier voor een onmogelijke opdracht. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang en LDD)
U bent begonnen met pps. U bent begonnen met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). U bent begonnen met de pps-constructies. Nu de beschikbaarheidsvergoedingen in de begroting komen, zegt u dat het de schuld van het verledenis. Dat is intellectueel oneerlijk.
Het gaat over de pps-schoolgebouwen, waarover ik sinds 1 september 2009 in dit parlement de waarheid naar boven probeer te halen. Ik ben al drie jaar aan het zeggen dat die constructie, zoals ze uiteindelijk werd ondertekend, de test bij de Statistical Office of the European Communities (Eurostat) niet zal halen. Die 1,5 miljoen euro heeft niets te maken met beschikbaarheidsvergoedingen en zal volledig moeten worden geconsolideerd met de begroting. Dat is jullie verantwoordelijkheid. (Applaus bij Open Vld en LDD)
Ik zou hier nog heel wat over kunnen zeggen, maar de volgende sprekers moeten ook nog aan bod komen.
In 2011 hebben we de problemen die plots ontstonden, kunnen verrekenen. 2012 vertrekt opnieuw met de duidelijke ambitie die vrij uniek is in Europa om het evenwicht te bereiken.
U zult zeggen dat de cijfers niet meer kloppen. Dat is juist. Dat betwisten we niet. Maar geldt dat niet voor elke begroting? Is elke begroting al niet wat achterhaald op het ogenblik dat ze gestemd wordt? We hebben met de regering de afspraak dat, opdat we hier als parlement ordentelijk zouden kunnen werken, de regering voor eind oktober haar begroting moet indienen. Dat betekent dat de krachtlijnen eind september, op het moment van de Septemberverklaring, eigenlijk al moeten vastliggen. Dat is drie maanden vóór de stemming. Op drie maanden tijd kan er veel veranderen.
Dit jaar is er op drie maanden tijd inderdaad veel veranderd. De heer Van Rompuy heeft vanmorgen gezegd dat hij dat nog niet eerder heeft meegemaakt.
We stellen een aantal zaken vast met betrekking tot de uitgaven. Er bestaan daar ook nog wat onzekerheden over. De Federale Regering stelt eindelijk een serieuze, drastische begroting op, waarin een aantal uitgaven zullen worden geschrapt die betrekking hebben op de bevoegdheden van de deelstaten. Dat hebben we altijd zo gewild, dus moeten we daar niet tegen protesteren. We moeten wel bekijken over hoeveel en waarover het precies gaat en in welke mate we die zullen moeten overnemen. Dat is de eerste onzekerheid.
De tweede onzekerheid zijn de effecten van de federale begrotingsmaatregelen. Dat gaat over 11 miljard aan besparingsmaatregelen, mogelijk zelfs meer. Dat is 1000 euro per Belg. Dat zullen wij ook op de een of andere manier voelen. Dat zal ook aanleiding geven tot binnenlandse groeivertraging. Het is onvermijdelijk dat dit een aantal effecten zal hebben.
Het zal trouwens zeker groeivertragend werken als men massaal acties zou gaan ondernemen tegen die maatregelen en het land voor een aantal dagen stilleggen. Als dat gebeurt, zal de hele gemeenschap dat voelen.
Dat brengt me bij de inkomsten. Binnenlands zijn er effecten te verwachten, maar de determinanten van de groei zijn in de eerste plaats onze Europese economische omgeving. In juni ging het Federaal Planbureau nog uit van 2 procent groei, in september, bij de opmaak van de begroting, werd dat 1,6 procent. Sindsdien zijn de verwachtingen verder gedaald: 1,5 procent, 0,8 procent, 0,5 procent, sommigen spreken zelfs over een nulgroei.
Dat lijkt inderdaad een déjà vu. We hebben iets gelijkaardigs meegemaakt in de periode 2008-2009. In de zomer van 2008 werd voor 2009 nog een positieve groei verwacht van meer dan 1 procent. Op basis daarvan werd de begroting 2009 ingediend. In de herfst en de winter hebben we de groeivooruitzichten gestaag moeten herzien. Pas vanaf midden 2009 gingen de groeivooruitzichten er opnieuw op vooruit.
Vandaag zijn de cijfers zeer slecht. We zullen zien of het in de nabije toekomst al dan niet opnieuw aantrekt. Wordt dit, zoals sommigen voorspellen, een double dip? Of zal het toch niet zo drastisch zijn? Ik lees vandaag dat in Duitsland de groeivooruitzichten opnieuw verbeteren, dat voor de tweede week op rij het ondernemersvertrouwen tegenover november toeneemt, dat men niet verwacht dat men eenzelfde meltdown zal krijgen als in 2008. Ik zeg niet dat we ons daarop moeten baseren we zullen in februari zien wat de exacte cijfers zijn maar het hoeft niet noodzakelijk allemaal kommer en kwel te zijn.
Mijnheer Caluwé, ik merk dat u een voorliefde hebt voor de geschiedenis, zowel de verre als de nabije. Maar hier gaat het over de begroting 2012. Ik geef toe dat een aantal van de elementen die u aanhaalt, inderdaad niet te voorspellen zijn, zoals de federale uitgaven, de groeivertraging en dergelijke meer. Ik ken die cijfers ook niet tot na de komma. Maar vindt u niet dat wij in onze begroting op de een of andere manier met al die onzekerheden rekening moeten houden? Dat doen we nu niet. Ik zeg niet dat we die cijfers perfect kunnen voorspellen, maar nu staat er niets ingeschreven om dat op te vangen.
Dat is mijn kritiek: niet het feit dat u dat niet kunt voorspellen, maar het feit dat we ons niet wapenen. 40 miljoen euro conjunctuurbuffer, dat is een lachertje. Dat is om 0,15 procent minder groei op te vangen. Er werd daarnet al verwezen naar de ESR-participaties. Ik zie geen enkele voorafname, al was het maar beperkt, om daar rekening mee te houden.
Ik heb daarnet al gezegd dat de regering daar een antwoord op heeft geboden bij de Septemberverklaring. Men voelde toen aan dat we in onzekere tijden terecht zouden komen en heeft daarom beslist om een vervroegde begrotingscontrole te doen in februari. Wat had men anders moeten doen? Het was 1,6 procent, twee weken later was het 1,5 procent, dan 0,8.
Amendementen indienen.
Hebt u de storm hier vorig jaar meegemaakt, nadat de regering tijdens de begrotingsbesprekingen nog amendementen had ingediend op een aantal fundamentele punten? Het was de voorzitter van de commissie Financiën die de woordvoerder was van iedereen om daartegen te protesteren. Welnu, de regering heeft haar les geleerd. Ze heeft beslist om dat niet meer te doen tijdens de begrotingsbesprekingen. Maar omdat de tijden nu eenmaal onzeker zijn, zal ze veel sneller een begrotingscontrole doen. Dat lijkt mij een wijze en juiste aanpak.
De heer Sannen heeft het woord.
Aan de ene kant begrijp ik het ongeduld van de oppositie, want die wil graag correcte cijfers hebben en het debat kunnen voeren. Aan de andere kant vind ik dat de regering gelijk heeft om pas in februari een begrotingscontrole te doen. De cijfers fluctueren immers voortdurend. We zullen misschien pijnlijke en moeilijke discussies moeten voeren. Ik heb tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie gesteld dat 2012 een moeilijk jaar wordt. Misschien zal de begrotingscontrole in februari nog onvoldoende zijn en moeten we daarna nog een bijpassing doen.
Wanneer we in februari zullen discussiëren over die begrotingscontrole, zal de oppositie opnieuw een aanleiding hebben om te zeggen dat de cijfers niet helemaal congruent zijn. De cijfers evolueren en fluctueren immers voortdurend.
Wanneer we dan de begroting zien in de context waarin die wordt opgesteld, vind ik dit een geweldige prestatie. Ik wil wel eens zien hoeveel overheden in Europa een begroting in evenwicht hebben kunnen indienen binnen de parameters waarover ze toen beschikten.
Nu zegt men vanuit de oppositie dat we in die begroting nog meer buffers hadden moeten aanleggen en minder hadden moeten uitgeven en meer hadden moeten bezuinigen, maar dan zouden we in een vicieuze cirkel zitten. We willen een recessie vermijden en we willen dat het consumentenvertrouwen overeind blijft. We moeten dan ook een evenwicht zoeken tussen besparen en investeren. Het is onverantwoord dat een regering die kan investeren, dat nu niet zou doen. Ik heb vanmorgen nog gehoord dat het onverantwoord is dat bijvoorbeeld Duitsland onvoldoende investeert waar het nochtans zou kunnen investeren. Daarmee wordt de recessie in Europa versterkt.
Ik wil de discussie nog eens scherp stellen. De discussie gaat niet over het feit dat de parameters voortdurend fluctueren. Natuurlijk fluctueren die voortdurend en niemand kan die tot achter de komma voorspellen. Dat is niet de discussie. De discussie is of we ons daar niet minimaal moeten tegen wapenen.
Voor mij dient een begrotingscontrole voor iets anders en dus niet om fundamentele schokken van 400 miljoen of 500 miljoen euro op te vangen.
Mijnheer Caluwé, u verwijst naar het vorige debat. Toen was de oppositie niet tevreden over het feit dat er op het laatste moment amendementen werden ingediend. Dit is nu wel anders. De oppositie heeft bij het begin van de besprekingen onmiddellijk gezegd dat er een probleem was. Zij wil weten wat de regering daarmee zal doen. U moet niet zeggen dat er geen amendementen mogelijk waren. Zelfs als er geen amendementen werden ingediend, dan kon de regering nog altijd aangeven in welke richting ze wilde werken. We waren bereid om daarover te debatteren, zelfs zonder de formele amendementen. Men is daar echter niet willen op ingaan.
U verwees daarnet naar het retorisch trucje dat de oppositie zou gebruiken, namelijk altijd maar herhalen dat het niet goed gaat en dat het evenwicht niet wordt bereikt. Ik kan natuurlijk evengoed de bal terugspelen. Het is deze regering die voortdurend van zichzelf zegt hoe goed ze wel is. Zij vindt zichzelf de beste van de klas, niet alleen in België maar in Europa. Daarom reageren wij zo heftig. Wat bij deze regering nooit aan bod komt, is het feit dat zij een groot pak van de schulden doorschuift naar de volgende regering. De pps-constructies bestaan uit het doorschuiven van schulden. Men doet nu alsof men alles op orde heeft, maar dat is niet waar.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Mijnheer Sannen, voor men over nieuw beleid spreekt, zou men zich beter eerst bezighouden met het vullen van de put die wordt veroorzaakt door de nieuwe groeicijfers. Het gaat over 400 tot 500 miljoen euro. Indien men die 230 miljoen euro nieuw beleid omgezet had in een beschikbare provisie, dan zou dat twee voordelen hebben: de put zou niet zo diep zijn en men zou niet de illusie gecreëerd hebben dat men nieuw beleid kan financieren zoals een kindpremie.
Mijnheer Sannen, u bent aangesproken.
Open Vld vindt het dus fout dat we die inhaalbewegingen voor O&O doen. Ik vind het essentieel dat we in deze economische crisis middelen vrijmaken voor die inhaalbeweging. We zullen naar aanleiding van de begrotingswijziging in februari een fundamentele discussie moeten voeren. Daar ben ik me van bewust. Maar nu via enkele amendementen hier en daar wat buffertjes bij creëren en zaken niet uitvoeren, is eigenlijk een evenwicht onderuit halen. Ik hoop dat we in februari het juiste evenwicht vinden.
Ik val bijna van mijn stoel. In heel wat uiteenzettingen, ook van Groen!, uit het verleden wordt gevraagd dat de Vlaamse Regering blijft investeren, weliswaar binnen een pps-constructie die betaalverplichtingen opbouwt. Zonder die pps had ze moeten lenen en zou er ook sprake zijn van een schuldenopbouw. Ik vind het ongelofelijk dat de pps, of beter de terbeschikkingstelling die we moeten betalen, hier nu wordt beschouwd als een probleem.
We wisten allemaal wat dit ging inhouden. Wie dit nu aanklaagt, zegt eigenlijk dat de regering niet meer moet investeren. Dat zou een onverantwoord beleid zijn.
Mijnheer Sannen, daarnet is toegelicht dat we tussen de begrotingscontrole 2010 en vandaag 2,4 miljard euro meer ontvangsten hebben. Uit de detaillering bleek dat niet alles beschikbaar is. Maar het zit vol met keuzes. Het gaat niet zozeer over te weinig geld maar wel over een gebrek aan keuzes en over onjuiste keuzes. Daarom zeg ik nu vrank en vrij dat wij binnen die 2,4 miljard euro wel de keuze zouden hebben gemaakt om die inhaalbeweging voor onderzoek en ontwikkeling te financieren, maar een pak andere dingen niet.
Mijnheer Sannen, ik bevind mij voor wat betreft pps-constructies in goed gezelschap: minister-president Peeters heeft zelf gezegd dat wij dit soort constructies eens goed moeten bekijken. Dit is niet altijd voordelig. Enige scepsis is gerechtvaardigd.
Er moet inderdaad geïnvesteerd worden. Maar als de meerderheid voortdurend roept dat er een begrotingsevenwicht is en dat de schuld wordt afgebouwd en dat er geen enkel probleem is, maar ondertussen wel de beschikbaarheidsvergoedingen laat oplopen, waardoor de volgende Vlaamse Regering zwaar zal betalen, dan is er wel een probleem. Mijnheer Sannen, daarop hebt u niet geantwoord.
Ik ben het eens met minister-president Peeters dat wij het middel pps, en eigenlijk alle middelen, continu kritisch moeten bekijken en evalueren op hun performantie. Maar, voorzitter en collegas, hoe geloofwaardig zijn de laatste twee sprekers? Hoe geloofwaardig is de heer Watteeuw, die hier tijdens de openingsvergadering van het parlement stelde dat het helemaal geen zin had om te streven naar een begroting in evenwicht, dat het integendeel geen fetisj moest zijn, dat er moest geïnvesteerd worden en dat we desgevallend schulden moesten aangaan? Hoe geloofwaardig is de heer van Rouveroij? Het zou nuttig zijn om eens aan het Rekenhof te vragen wat de kostprijs zou zijn van alle moties van aanbeveling waarover we hier de komende dagen zullen stemmen. Ik vind daarin alleen maar het woordje meer. Mijnheer van Rouveroij, de gecumuleerde meeruitgaven van alle moties van aanbeveling die door uw fractie zijn ingediend, ik zou ze graag eens door het Rekenhof laten berekenen.
Ik kan alleen maar vaststellen dat de nieuwe fractievoorzitter van sp.a de trucjes al heeft geleerd. Hij stelt de zaken in een verkeerd daglicht. Ik heb gesteld dat men moet streven naar een begrotingsevenwicht, maar dat ik op dat vlak geen fetisjist ben. Er moet geïnvesteerd worden. Men moet, mijnheer Van Malderen, vooral zoeken naar investeringen die zichzelf op termijn terugverdienen. Ik wil absoluut aanvaarden dat het niet zo evident is voor een regering om een begroting in evenwicht in te dienen. Daarmee onderscheid ik mij misschien van anderen. Dat betekent niet dat men voortdurend moet doen alsof alles in orde is, dat er geen problemen zijn en dat men zaken kan doorschuiven naar de volgende Vlaamse Regering en de volgende Vlaamse generaties, en ondertussen maar feestvieren.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, het wordt interessanter met de minuut. Het is volstrekt onjuist om woorden zoals feestvieren en schriftvervalsing in de mond te nemen. Maar goed, het is de verantwoordelijkheid van de oppositie om die taal te gebruiken.
Collegas, wij zijn er in 2011 in geslaagd om een begroting in evenwicht in te dienen. Ondanks de moeilijkheden waar we voor staan en de onzekerheden waarop we op dit moment geen antwoord hebben, zullen wij ook in 2012 een begroting in evenwicht realiseren. Dat is het antwoord waarop Open Vld en andere partijen zitten te wachten. Het concrete antwoord van de Vlaamse Regering is dat wij in 2012 een versnelde begrotingscontrole zullen organiseren. Wij zullen ervoor zorgen dat er in 2012 een begroting in evenwicht tot stand komt.
De vraag is of er een gebrek aan keuzes zal zijn. Wij zullen in elk geval keuzes maken. We kunnen dit echter enkel indien we een begroting in evenwicht tot stand willen brengen.
Wat de pps-constructies betreft, bezorgen we het Vlaams Parlement regelmatig rapporten met volledige overzichten van elke pps. Dit is overigens de verdienste van de voorzitter van het Vlaams Parlement. Elke vraag wordt beantwoord. De transparantie ten aanzien van het Vlaams Parlement is bijzonder groot.
Mijnheer Van Mechelen, u kent de problematiek van de scholeninfrastructuur. Aangezien dit dossier al tijdens de vorige legislatuur van start is gegaan, weet u hoe een en ander in elkaar steekt. Wat de waardering en de aanpak van de waarborgen betreft, is het spel gaandeweg veranderd. De financiële crisis heeft tot vertragingen geleid.
De fundamentele vraag is echter of we de scholeninfrastructuur versneld zullen verbeteren. Het kan dan gaan om de restauratie van scholen of om de bouw van nieuwe scholen. De vorige Vlaamse Regering heeft hierop ja geantwoord. De huidige Vlaamse Regering doet dat ook.
Volgens u hypothekeren we op deze manier de volgende Vlaamse regeringen. De vorige en de huidige meerderheden hebben dit in alle transparantie besproken en hebben een duidelijk antwoord gegeven. U zou nu blijkbaar geen versnelde aanpak van de scholeninfrastructuur doorvoeren. U maakt ook geen deel van de huidige meerderheid uit. Wat mij betreft, voert u nu gewoon oppositie. De meerderheid zal de verantwoordelijkheid dragen.
De minister-president wil die moeilijke keuzes in februari 2012 maken. Ondertussen vraag hij ons echter deze begroting goed te keuren. Dit houdt in dat we hem zouden mandateren tot bepaalde uitgaven over te gaan waarvoor de middelen niet bestaan. Volgens mij moet die discussie nu worden gevoerd. We weten nu al met zekerheid dat er een groeivertraging zal zijn en dat we op dat bedrag van 400 miljoen euro zullen moeten terugkomen.
De heer Sannen heeft gesteld dat we buffers moeten opwerpen. Daar is het nu te laat voor. Nu zullen we moeten schrappen. In de zomer van 2011, toen we nog van een groei met 1,6 proces uitgingen, hadden we buffers moeten opwerpen. Toen hadden we nog voldoende marge om de problemen op te lossen.
Uiteraard gaat het niet om de schrapping van 60 miljoen euro voor onderzoek en ontwikkeling (O&O). Dat is voor mijn partij een absolute prioriteit. Ik ken andere posten waar ik zou kunnen schrappen.
Wat ons betreft, moeten die keuzes in februari 2012 worden gemaakt. Op dat ogenblik zullen we een veel beter en globaler zicht hebben op de groeivooruitzichten en op de concrete effecten van de federale maatregelen. We zullen dan weten hoe we ons moeten gedragen ten aanzien van het Europese six-pack en van een mogelijke schuldenrem. De minister-president heeft hierover trouwens verklaard dat die schuldenrem volgens ons uitdrukkelijk in het Vlaams handvest zou moeten worden opgenomen. Dat is een gulden regel waar iedereen zich budgettair aan zou moeten houden.
We zullen in februari samen keuzes moeten maken. Een van de mogelijkheden bestaat erin onze geldmiddelen wat beter te beheren. Ik weet dat dit geen mirakeloplossing is, maar het kan helpen. Ik heb de voorbije weken immers vastgesteld dat, zodra een rente van 4 procent werd geboden, het op de particuliere markt mogelijk bleek zeer snel 5 miljard euro bij elkaar te brengen. Dit geld kwam uit verschillende spaargelden die zich wellicht elders bevonden. Ik heb me laten vertellen dat de diverse instellingen en agentschappen van de Vlaamse overheid ongeveer 800 miljoen euro in kleine potjes geparkeerd hebben staan. De rentevoeten zijn meestal zeer laag. Indien we al dat geld bij elkaar zouden brengen, zouden we misschien een betere rentevoet kunnen onderhandelen. Dat zou al helpen de uitdaging van 500 miljoen euro het hoofd te bieden. Dat zal immers, zoals de heer Van Rompuy eerder vandaag al heeft opgemerkt, ongeveer het bedrag zijn waarover we het zullen moeten hebben.
Uiteraard zal het enkel op die manier niet lukken. We zullen keuzes moeten maken. Voor ons is het essentieel dat daarbij de principes van het Vlaams regeerakkoord vooropstaan. Op het moment dat iemand keuzes moet maken, kan hij het best naar de principes teruggrijpen om te weten hoe hij juist die keuzes moet maken. Dit betekent niet dat het nieuw beleid op de schop terechtkomt. Het gaat dan om de uitbreidingsinvesteringen in de gehandicaptensector en om de bijkomende investeringen in O&O. We moeten dat in zijn globaliteit bekijken, en dat betekent dat we naar de principes moeten kijken.
De vraag is wat we willen. De Vlaamse Regering, de Vlaamse meerderheid en misschien zelfs heel het Vlaams Parlement willen een Vlaanderen dat tegen 2020 economisch bij de top 5 van Europa aansluit en dat tegelijkertijd een warme, sociale samenleving vormt.
Wat is daarvoor nodig? In de eerste plaats moeten er meer mensen aan het werk zijn. Er zijn toch enkele lichtpunten. Ondanks de vrees voor een recessie, blijft de werkloosheid dalen. Ook de voorbije maand is die in vergelijking met vorig jaar met 4,8 procent gedaald. We zitten nu op 6,35 procent.
Het huidige aantal mensen dat wil werken aan het werk houden, zal niet volstaan. Ik verwijs naar de studie van professor Snels over de in- en uitstroom op de Belgische arbeidsmarkt. Tegen 2015 kijkt België aan tegen een vervangingsvraag van ruim 500.000 50-plussers, waarvan 300.000 in Vlaanderen. De geschatte tewerkstellingsgroei ligt in België op 267.000, waarvan 153.000 in Vlaanderen. Daar staan maar 211.000 Vlaamse werkzoekenden tegenover.
Er is dus niet langer een alternatief. Willen we de vergrijzing de baas blijven, moeten we mensen langer aan het werk houden en tal van andere maatregelen nemen. Een essentieel onderdeel is zeker de activeringsmaatregelen optrekken tot 58 jaar. Dat was aanvankelijk aangekondigd voor de herfst. Ik heb begrepen dat het nu januari zou worden.
Louter met activering zullen we het ook niet halen. We moeten hoofden en handen vrijmaken voor de productieve, creatieve en innovatieve profitsector, en tegelijk meer mensen, meer hoofden en handen, vrijmaken voor de welzijnssector, voor de social profitsector. Dat zal alleen maar lukken als de klassieke overheid het met minder mensen doet. Dat is een essentiële stelregel voor de komende jaren. Daarom is het goed dat de Vlaamse overheid al heeft beslist om het tegen 2014 met 5 procent minder mensen te doen. De Vlaamse overheid zal even goed of nog beter en efficiënter werken, maar met minder mensen. Met de uitdagingen waar we voor staan, moeten we kijken of we zelfs niet een tikje bij moeten geven.
2012 wordt een politiek boeiend jaar. De komende staatshervorming, die onze bevoegdheden, inkomsten, mogelijkheden en autonomie zal verruimen, werpt haar schaduw al vooruit. Ook met onze huidige bevoegdheden staan we voor belangrijke keuzes en debatten, die we op een goede manier kunnen aanpakken. Ik ben ervan overtuigd dat we er zo in kunnen slagen om de ambitie waar te maken die uit deze begroting blijkt, namelijk om, ondanks wat er in de rest van de wereld gebeurt, toch ook in 2012 een begroting in evenwicht te hebben. Met goede debatten en goede keuzes zal ons dat ook dit jaar lukken. (Applaus bij de meerderheid)
Voorzitter, minister-president, minister, collegas, in deze onzekere tijden weten we één ding zeker: de begroting 2012 die de regering aan het parlement ter goedkeuring voorlegt, is niet de begroting die in 2012 zal worden uitgevoerd. Om Magritte te parafraseren: Ceci nest pas un budget. Het is dus geen begroting, maar een Vlaamse variant van voorlopige twaalfden. Het staat uw regering toe om belastingen te innen en de noodzakelijke uitgaven te doen, maar u moet uw huiswerk tegen februari opnieuw maken.
Minister-president, minister, ik wil in mijn algemene inleiding niet zozeer de cijferdans van de begroting maken, want het is enkel de openingsdans van een huwelijk waarvan de echtscheiding al in februari wordt uitgesproken. Ik wil even stilstaan bij de opdracht die deze begroting zoals elke begroting zou moeten vervullen, naast de evidente en noodzakelijke opdracht om een begroting in evenwicht in te dienen. Zaaien naar het bakje, heet dat.
Voor Open Vld moet de Vlaamse Regering naast dat begrotingsevenwicht twee doelstellingen realiseren: het vertrouwen van de burgers en de bedrijven herstellen en de groei stimuleren. Deze begroting vervult geen van beide opdrachten. Het vertrouwen herstellen betekent dat burgers en bedrijven het gevoel krijgen dat u kort op de bal speelt. Dat men merkt dat u de uitdagingen waarvoor Vlaanderen staat, goed inschat. Dat u met de Vlaamse Regering en het korps van 45.000 ambtenaren de risicos goed wikt en weegt. Dat u als een goede huisvader zuinig en voorzichtig omgaat met het belastinggeld dat u is toevertrouwd. Dat u reserves opbouwt en schulden afbouwt. Maar dat gebeurt niet.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil het even hebben over die reserves. Vanaf het begin hebben wij de risicos opgelijst. Wij zouden 1 procent vooraf kunnen nemen en nadien de zaken invullen, of de buffers of provisies geval per geval oplijsten. Wij hebben in 20 miljoen euro voorzien voor een bijkomende niet-voorspelde indexsprong. Wij hebben in 50 miljoen euro betaalkredieten voorzien voor facturen uit het verleden, bovenop de normale betaalkredieten. Wellicht en hopelijk moeten wij dat geld niet uitgeven en kunnen wij het gebruiken voor onzekere toestanden die bewaarheid worden. Wij hebben in 43 miljoen euro voorzien voor het Vlaams Fonds voor de Lastendelging (VFLD). Dat geld moet dienen voor rechtszaken die wij verliezen. Wij hebben in 40 miljoen euro als conjunctuurbuffer voorzien. Wij hebben in 70 miljoen euro voorzien omdat er een nieuw Rekendecreet is en er daardoor misschien een verschuiving gebeurt die ervoor zal zorgen dat de onderbenutting kleiner zal zijn.
Al die buffers samen zijn goed voor meer dan 220 miljoen, zoals mevrouw Smaers in haar verslag al zei. Bovendien is er een meevaller op het vlak van de parameters, want de nataliteit, het aantal leerlingen en de fiscale capaciteit zijn gunstig geëvolueerd. Dat levert een winst van 26 miljoen euro op. Voorts stelt het Rekenhof dat volgens de federale ramingen de eigen fiscale inkomsten 57 miljoen euro hoger liggen dan wat wij zelf hebben geraamd. Dan is het niet echt overdreven om te stellen dat wij in deze begroting over 300 miljoen extra middelen beschikken. Dat is meer dan 1 procent van de dotaties. Het is wel zo dat wij dat allemaal niet optellen en in één pot steken. Dat geld is opgesplitst en verbonden aan een aantal onzekerheden. Doen alsof wij een begroting hebben opgesteld waarbij elke beschikbare euro wordt uitgegeven, is dus fundamenteel onjuist.
Wij gaan zeer voorzichtig te werk. In de commissie is nog een ander voorbeeld aan bod gekomen: de rente voor het hernieuwen van de schulden bedroeg in augustus en september zeker niet 6 procent, maar toch gaan wij in de begroting uit van 6 procent. Wij hebben dus een voorzichtige, orthodoxe begroting opgesteld, met ingebouwde buffers. Betekent dit dat wij nu veilig en klaar zijn om in de loop van 2012 alle tegenslagen op te vangen? Neen, en daarom heeft de Vlaamse Regering beslist om al in februari een eerste monitoring te verrichten, wat vroeger is dan gewoonlijk. Beweren dat wij elke beschikbare euro uitgeven, is dus een flagrante verdraaiing van de werkelijkheid. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, het feit dat u zo lang aan het woord bent, bewijst dat de zogenaamde provisies allemaal zijn toegewezen. Het zijn allemaal geaffecteerde en gebonden kredieten, en de essentie van een conjunctuurprovisie is dat ze niet gebonden is. Ik kom daar nog op terug, want ik wist dat u dit als repliek zou geven.
In de Septemberverklaring hoorden we de minister-president het volgende zeggen. Wij moeten nu vermijden dat de zomer van de onzekerheid uitmondt in een winterse recessie. Dat is een mooi beeld. Daar kunnen we ons veel bij voorstellen. En verder: De tijden zijn onzeker. We moeten het onverwachte verwachten.
Leiderschap moet inderdaad een houvast bieden in onzekere tijden. Zoals u terecht zegt, het onverwachte verwachten. Zon leiderschap is onverzoenbaar met het camoufleren van de problemen en het negeren van de realiteit. Ik overloop het even.
U camoufleert de problemen door, tot op vandaag, de stellige indruk te wekken dat er ruimte is voor 230 miljoen euro nieuw beleid, terwijl u maar al te goed weet dat die ruimte er niet is! U camoufleert de gevolgen van de vereffening van de Gemeentelijke Holding door de indruk te wekken dat u deze integraal integraal!- gaat opvangen binnen het budget 2011, terwijl minstens voor 38 miljoen euro facturen worden doorgeschoven naar het budget 2012. Dat zijn de facturen voor de stemcomputers en de facturen voor het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP).
U doet alsof u dat nu hebt uitgevonden. Ik heb hier transparant naar voren gebracht hoe een budget wordt opgemaakt. U weet dat ook. Er is 30 miljoen euro voor de automatische kiesverrichtingen die we dit en volgend jaar niet moeten betalen. Ik heb dat transparant gebracht.
Dus zijn er gevolgen voor de begroting 2012.
Ik heb dat zelf gezegd. Ik heb erbij gezegd dat we uiteraard die 38 miljoen euro waar u het nu over hebt, zullen meenemen in de budgetcontrole van 2012. U moet niet doen alsof u iets nieuws naar voren brengt. Dit is transparant naar voren gebracht door mezelf, in de commissie.
Ik roep de collegas en de Vlaamse burger op tot getuige. Hoeveel keer hebt u in de laatste weken niet gezegd dat u de vereffening van de Gemeentelijke Holding ging financieren met de begroting 2011?
Minister, u negeert de realiteit omdat u bij de opmaak enkel luisterde naar de goede indicatoren en de slechte niet gebruikte om reserves op te bouwen en schulden af te bouwen. U camoufleert door ons in uw algemene toelichting bij de begroting op het hart te drukken dat u waakzaam zult zijn voor de groeivertraging. Dat staat er letterlijk in. En daarvoor legt u een conjunctuurbuffer aan. Dat is prima, dat is goed, dat verdient alle punten.
Maar u beperkt die buffer tot de groeivertraging van 1,6 naar 1,4. Minister, lees uw eigen algemene toelichting! U zegt daarin letterlijk: we gaan waakzaam zijn voor de groeivertraging, we leggen een conjunctuurbuffer aan en die zorgt voor de opvang van de groeivertraging van 1,6 naar 1,45, als u het tot op de cent juist wilt hebben. Vindt u dat waakzaam zijn? Vindt u dat een geruststellend signaal aan de bevolking? Dat is een emmer water in plaats van een bufferbekken.
Ook het Rekenhof schaart zich achter deze liberale kritiek en zegt: De conjunctuurbuffer van 40 miljoen euro die volgens de algemene toelichting een mogelijke groeivertraging van 0,15 procent indekt, is eerder bescheiden in vergelijking met recente groeiwaarschuwingen en zal niet volstaan. Juist vanwege die foute inschatting van die conjunctuurbuffer zal de begroting op basis van die groeivertraging alleen al tussen 200 en 400 miljoen euro in het rood gaan.
Mag ik uw eigen vrienden even citeren? Het pleit voor u dat u deze cover niet onmiddellijk herkent. Het is inderdaad het partijblad van de N-VA, het Nieuw-Vlaams Magazine. Het is het nummer van december 2011.
Daarin zegt de heer Jan Jambon: De groei zal in 2012 in het beste geval uit de negatieve cijfers blijven. De groeiverwachting van 0,8 procent is dus een onrealistisch uitgangspunt.
U bent dus gewaarschuwd. Als we spreken over een gat van 200 miljoen euro door de groeivertraging, dan gaat dat over een groeivertraging tot 0,8 procent. (Applaus bij Open Vld)
Minister Muyters, in uw eigen boekje lees ik dat je het best rekening houdt met een gat van 400 miljoen euro, alleen op basis van een groeivertraging tot nul. Maar het ergste komt nog. Het kan anders. Wat zo schrijnend is, is dat we voor de goede voorbeelden niet eens naar het buitenland moeten. In het verslag van het Rekenhof las ik over de begroting van de Franse Gemeenschap dat ze een conjunctuurbuffer ze gebruiken dezelfde omschrijving als u, minister plannen van 122 miljoen euro op een budget van 9 miljard euro. Als ik dat even omreken naar het budget van Vlaanderen, 27 miljard euro, dan betekent dat dat u een conjunctuurbuffer zou moeten aanleggen van 366 miljoen euro om het even goed te doen als de Franse Gemeenschap.
Zo komt het dat het Rekenhof daar een woord van waardering voor heeft. Minister, het omgekeerde is het geval als het gaat over uw Vlaamse begroting. Ik zou me daarvoor schamen.
Ik wil het hebben over de groeicijfers. Ik heb nog nooit geweten dat er voor de opmaak van de begroting andere cijfers worden gebruikt dan degene die het Planbureau in september ter beschikking stelt: niet nu en niet in het verleden. Mochten we dat anders doen, dan zouden er wellicht altijd keuzes worden gemaakt in functie van een behoefte op een bepaald moment. Je kunt maar een ding doen, en dat is rekening houden met de parameters zoals ze door het Planbureau worden gehanteerd op het moment dat je je begroting maakt en de discussie voert in de Vlaamse Regering.
Dat van de buffers heb ik zopas uitgelegd. U bekijkt alleen die ene buffer. Ik heb het over de 300 miljoen euro aan buffers die in deze begroting zitten. Wallonië heeft een grotere buffer. Als wij geen begroting in evenwicht zouden hebben, heeft Wallonië, zelfs met die buffer, dan een begroting in evenwicht, mijnheer van Rouveroij? Gaat Wallonië de begrotingsvooruitzichten op dezelfde manier realiseren als bij de begrotingsindiening is gebeurd, zelfs na een Gemeentelijke Holding? Op het moment dat dat zo is, kunnen we die discussie effectief voeren.
Is er hier iemand anders die zegt dat het cijfer van 0,8, waarover de heer Jambon het heeft in het tijdschrift van de N-VA, niet op een bepaald moment door bepaalde bureaus naar voren is geschoven?
Het is nul. Jan Jambon zegt nul, en dan mag je al van geluk spreken.
Of het nu 0,8 is of negatief, in februari zullen we, zoals de minister-president al twee keer heeft gezegd, een aantal onzekerheden die we hebben gezien, moeten opvangen. Daarvan zijn we ons volledig bewust. Als het parlement vraagt dat we een begroting indienen in oktober, en bij de Septemberverklaring van de minister-president de grote lijnen van de begroting weergeven, dan kunnen we dat alleen doen met de parameters die er dan zijn.
Ja, in deze begroting zitten meer buffers dan alleen de conjunctuurbuffers.
Open Vld zegt al langer dan vandaag dat Vlaanderen helemaal niet de beste leerling is van de klas.
Minister, uw begroting is gebaseerd op een groeipercentage van 1,6. De federale begroting is gebaseerd op een groeipercentage van 0,8. Dat is wat de heer Jambon zegt. Weet u wat de heer Jambon in het weekend heeft gedaan? Hij heeft de Federale Regering opgeroepen om met een geloofwaardige begroting te komen, omdat hij zelf niet gelooft dat die 0,8 procent gehaald wordt. Dat is wat ik u vraag: kom met een geloofwaardige begroting zoals uw fractieleider in de Kamer terecht oproept. (Applaus bij LDD en Open Vld)
Zo is dat. We zijn blij dat minstens één eminent lid van de meerderheid het ermee eens is dat u niet de beste leerling van de klas bent, maar jammer genoeg maakt één zwaluw de lente niet.
Rekening houdend met de andere probleemdossiers die zich aandienen, vermoed ik, samen met Eric Van Rompuy, dat u zult moeten sleutelen aan uw regeerakkoord. Ik stel voor dat u begint met de door de sp.a gedicteerde afspraken in verband met De Lijn. Met de laagste kostendekkingsgraad van alle ons omringende landen lijdt het geen twijfel dat het gratisverhaal ook hier brokken heeft gemaakt.
Minister-president, een zelfzekere houding is enkel gerechtvaardigd wanneer men de problemen in de ogen kijkt want het wordt eerst nog erger alvorens het weer beter wordt.
De tweede opdracht is het stimuleren van groei. Groei stimuleren, betekent het overheidsbeslag terugdringen. Een slanke en slagvaardige overheid, heet dat. Vlaanderen zegt zijn korps in de komende jaren met 5 procent af te slanken maar ik zie in deze begroting nauwelijks of geen aanzet. Of is die opdracht voor de volgende? Groei stimuleren, betekent ondernemerschap steunen, ook in de zorgsector. Ruimte geven aan privaat initiatief in de seniorenvoorzieningen, in de zelfstandige kinderopvang, in de sociale woningbouw. Maar: het omgekeerde gebeurt. Het decreet op de Vlaamse sociale bescherming brengt alle initiatieven onder bij de erkende zorgdiensten en ziekenfondsen. De wijziging van het Grond- en Pandendecreet geeft opnieuw een monopolie aan de sociale huisvestingsmaatschappijen. Groei stimuleren betekent niet alleen luisteren, maar vooral handelen. Het luistergedeelte dat moeten we toegeven gaat vlot, kijk naar Vlaanderen in Actie (ViA). Maar o wee wanneer het gaat over resultaten. Resultaten boeken ligt duidelijk moeilijker.
Intussen is Vlaanderen alweer een overleg rijker. De Industrieraad kwam enkele dagen geleden voor de eerste keer samen. Maar er zullen keuzes moeten worden gemaakt, want wie alles doet, kiest voor middelmaat en middelmaat is de snelste weg naar krimpen en niet naar groei. Mijn vraag aan u is: staat u klaar om die keuzes met de Industrieraad zeer snel te maken?
Groei stimuleren, betekent ook ingaan op de vraag van de vier werkgeversorganisaties om snel werk te maken van de Brusselse grootstedelijke gemeenschap. Op een werkgeversdebat van 17 oktober stelde u, minister-president, samen met de heren Demotte en Picqué, bereid te zijn dit overlegplatform volwaardig uit te bouwen. Hoe zit het daarmee? De sociaal-economische ontwikkeling en de mobiliteitsproblemen van dit metropolitane gebied vergen dringende actie. Minister-president, hebt u daarvoor al toestemming gekregen van de N-VA?
Vertrouwen herstellen en groei stimuleren: daarop wordt u in 2014 afgerekend door ons, maar ook door de burger. Tot zover enkele algemene beschouwingen.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, collega van Rouveroij, ik wil toch iets vragen over die grootstedelijke gemeenschap. Ik weet wel dat uw partij dat mee heeft onderhandeld, maar er is natuurlijk wel een verschil tussen samenwerken op vrijwillige basis waar het nuttig en noodzakelijk is en wat nu in het Vlinderakkoord staat. Er wordt daarin effectief bij bijzondere wet dan nog een grootstedelijke gemeenschap opgericht, waar alle gemeenten van de oude provincie Brabant van rechtswege deel van uitmaken. Dat is iets helemaal anders. Dat heeft naar mijn bescheiden mening niets meer te maken met het noodzakelijk overleg dat er hoe dan ook moet zijn en waar niemand iets tegen kan hebben, maar dit is een voorafname van een nieuwe beleidsstructuur: het groot-Brussel in de praktijk. Uw vraag of dit mag van de N-VA is terecht. Ik zou die vraag aan de minister-president willen stellen. Gaat de Vlaamse Regering al dan niet instappen in die constructie zoals ze nu is geconcipieerd?
Collega Van Hauthem, het Vlinderakkoord voorziet in de oprichting van een metropolitane gemeenschap, maar het zijn de drie gewesten die dit inhoudelijk zullen moeten opladen. Mijn vraag van daarnet blijft pertinent: minister-president, wanneer gaat u dat opladen en hoe gaat u dat opladen? Als u dat oplaadt, hebt u dan de toestemming van de N-VA om de stekker in het stopcontact te steken?
Tot zover enkele algemene bedenkingen. Laat mij nu even enkele dossiers overlopen die Open Vld bijzonder ongerust maken. Onder de categorie cadeautjes zijn er veel genomineerden. Op kop staan uiteraard de kindpremie en de cao voor de Vlaamse ambtenaren. Samen kosten zij, op kruissnelheid, meer dan 45 miljoen euro.
Zijn dit nu de prioriteiten van de Vlaamse Regering op een moment dat iedereen de broeksriem moet aanhalen, op een moment dat de Vlaamse Regering hoe dan ook in het rood gaat? Het is een slecht moment. Het is een slecht signaal. U kent ons standpunt. In het bijzonder aan de collegas van N-VA zou ik willen vragen hoe ze dit rijmen met hun verhaal op het federale niveau dat er in deze moeilijke tijden onvoldoende wordt gesaneerd.
Daarachter zit een peloton van diep in de begroting verscholen subsidies die illustreren hoe de Vlaamse ministers elk een zandbak hebben waarin ze zich als wilde weldoener kunnen uitleven. Zo zijn er tientallen Vlaamse projecten en projectjes, van Maaseik tot De Panne, om het imago van Brussel te bevorderen en een honderdtal subsidies van 200 euro u hoort het goed tot 7000 euro voor manifestaties die het Vlaams karakter van de Rand en de integratie van anderstaligen ondersteunen: de Cuba night van de scouts van Dilbeek, Halloween in Tervuren of een race met zeepkisten in Linkebeek. Belangrijk? Jazeker. Een opdracht voor de Vlaamse Regering? Neen. Tenzij de Vlaamse Regering koste wat het kost wil bewijzen dat ze een veredeld schepencollege is.
De categorie geklungel heeft twee absolute toppers opgeleverd dit jaar. Het onderwijsveld moest collectief in verzet komen tegen het onwerkbare Inschrijvingsdecreet vooraleer de regering doorhad dat ze verkeerd bezig was. Er ontstond een zeldzaam verbond tussen het katholiek onderwijs en het gemeenschapsonderwijs. De minister van Onderwijs moest bovendien beleven dat de schepen van Onderwijs in Vlaanderens grootste stad neen, niet Gent Antwerpen, zijn partijgenoot Robert Voorhamme, de nieuwe inschrijvingsregels ronduit onwerkbaar noemde.
En vorige week mochten we met zijn allen het geklungel meemaken met betrekking tot de hervorming van de belasting op inverkeerstelling (BIV). Het ontwerp schiet volkomen voorbij aan het gestelde doel, namelijk een vergroening van de BIV. De Vlaamse Regering blijft halsstarrig ontkennen wat iedereen al lang begrepen heeft, namelijk dat het over een reeks extra belastingen gaat. De regering is er bovendien nog in geslaagd om de invoering in complete chaos te laten verlopen. Eerst werd Vlaanderen gealarmeerd dat de regeling op 1 januari 2012 zou ingaan, maar, geschrokken door de felle en terechte reacties, stelt de regering nu dat de regeling misschien kan ingaan vanaf 1 maart. Goed bezig, zou ik zeggen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, er werden een aantal vragen gericht tot de N-VA-fractie, ik zou er twee willen uitlichten. Het thema ambtenarenzaken is in dit parlement, ook in de plenaire vergadering, uitvoerig aan bod gekomen. De maatregelen zijn gevolgen van sectorale akkoorden. Wat binnen Vlaanderen werd afgesproken inzake de ambtenaren, is enerzijds minimaal en moet anderzijds bekeken worden tegen de achtergrond van de keuze voor minder ambtenaren. Dit is allemaal met de nodige flair en met het nodige overleg met de syndicale organisaties verlopen.
Inzake de BIV gaat eigenlijk de stelling van de heer Caluwé op: als we allemaal maar hard genoeg zeggen dat het nergens op lijkt, dan zal men dat ook geloven. Vorige week werd op tv aan de minister gevraagd hoe het zat met de onduidelijkheid. Wel, ik zie echt geen onduidelijkheid, voor mij is dit heel duidelijk. (Rumoer)
Ook dit kwam in de commissie uitvoerig aan bod en zal straks ook besproken worden wanneer we het ten gronde over de BIV hebben.
Ik wil nog het volgende zeggen. Een belasting heeft voor mij twee finaliteiten. Een eerste finaliteit is het genereren van inkomsten om er vervolgens ook iets mee te doen, ten positieve ten aanzien van de gemeenschap. Een tweede finaliteit is het gedragssturend zijn. We heffen een belasting op leegstand, niet om geld te innen, maar om leegstand tegen te gaan. We heffen in dezen een belasting, de BIV, met het oog op vergroening, om te sturen zodat mensen een ander aankoopgedrag vertonen en wagens kopen die minder vervuilend zijn.
Ik wil met u de oefening maken. Deze BIV, die straks door dit parlement zal worden besproken, heeft geen belastingverhoging voor ogen, maar zal finaal zelfs leiden tot een vermindering van de inkomsten wanneer we bereiken wat we willen bereiken: een vergroening van ons wagenpark.
Mijnheer Van Dijck, ik daag u uit om met mij nu ergens een autohandel binnen te gaan en een wagen te bestellen. U zult merken: de chaos is compleet. Men gaat naar de website met de nieuwe tarieven. Men weet in de sector niet waaraan men zich hoeft te houden. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Als u dan toch, foutief, voorgelezen hebt de heer van Rouveroij heeft u moeten corrigeren, nog erger en als u dan toch spreekt over gedragsturend, dan moet u een variabele belasting invoeren, geen vaste belasting. Laat dat nu duidelijk zijn, dat blijkt uit alle onderzoek dat is gebeurd rond mobiliteit. (Applaus bij LDD)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, wat de heer Van Dijck zegt, is toch te gek. Hij zegt dat een belasting ofwel moet kunnen zorgen voor extra inkomsten, ofwel gedragsturend moet zijn. Wel, mijnheer Van Dijck, ze is geen van beide. Het is in elk geval de bedoeling om ze budgetneutraal te maken. Dat is een goede zaak. Maar gedragsturend zal ze zeker niet zijn, daar zijn alle organisaties het over eens, van milieuorganisaties tot mobiliteitsverenigingen. We klagen altijd aan dat de federale overheid in het verleden en nog altijd de dieselwagens heeft gepromoot. Wel, deze BIV is geen vergroenende BIV en zal dieselwagens niet ontmoedigen. Iedereen is het daarover eens. Deze BIV is dus een mislukking. (Applaus bij de oppositie)
Ik ga repliceren op de heer Van Dijck. Het is inderdaad een bescheiden cao, dat is waar. Maar ook iets dat bescheiden is, kan een verkeerd signaal geven. Het is op dit ogenblik een verkeerd signaal om die maaltijdcheques en die eindejaarspremie te verhogen. Mijnheer Van Dijck, ik heb het al eens gezegd: wat is de dringende nood vandaag voor het verhogen van de eindejaarspremie voor 2013 en 2014? Het is een slecht signaal. Vooral: het zal een kostenspiraal teweeg brengen in de richting van de steden en gemeenten. Ik waarschuw u daarvoor.
Wat betreft de BIV, ronden we het debat heel eenvoudig af. We spreken elkaar volgend jaar, zo rond januari, eens we het begrotingsjaar 2012 kunnen afrekenen. Dan gaan we eens de cijfers bekijken. Dan vermoed ik dat u zult begrijpen dat we gelijk hebben.
Zo kom ik op de categorie werven van de eeuw. Met eeuw verwijs ik naar de tijdsduur die ze klaarblijkelijk nodig hebben om voltooid te geraken. U denkt spontaan aan BAM. Wij ook. Maar er is stevige concurrentie vanwege alles wat in het onderwijsveld zou moeten veranderen maar niet verandert. Het is pas van vorige week geleden dat een socialistische schepen, jawel, weer die van Antwerpen, de minister van Onderwijs op de vingers tikte omdat hij niet opschiet met de hervorming van het secundair onderwijs. Hij zei: Antwerpen kan niet langer meer wachten op de hervorming van minister Smet. Dat kan wel tellen, als je dat moet horen van een kameraad.
In de categorie u gelooft uw eigen oren niet kaapt minister Schauvliege de hoogste nominatie weg. Er is al naar verwezen. Ik doe het heel kort. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) verkoopt gronden aan Aquafin. In mensentaal: Vlaanderen verkoopt aan zichzelf. Aquafin moet daar echter voor lenen. De intrestlast heeft de heer Vereeck berekend: 300 miljoen euro. Dat is een gigantische kostprijs, zonder enige meerwaarde, de nominatie weggesmeten geld meer dan waard. Ik vermoed dat de heer Vereeck daar dadelijk veel omstandiger over zal uitweiden.
Zo kom ik aan de allerlaatste categorie, de meest schrijnende categorie: weggesmeten geld. In zijn antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Van Mechelen stelt minister Muyters dat hij op 17 mei 2011 40 miljoen euro heeft belegd in de Gemeentelijke Holding via de aankoop van commercial paper. U hebt het goed gehoord: de minister gebruikt het werkwoord beleggen. De Gemeentelijke Holding maakte toen al water, maar met enig optimisme kon men nog hopen dat de lekken zouden worden gedicht.
Op 18 juli verlengt minister Muyters deze belegging. Ondertussen maakt het schip al slagzij, maar de minister beschouwt die 40 miljoen euro nog steeds als een belegging, al is het voor de Gemeentelijke Holding op dat ogenblik al pompen of verzuipen. Dat scenario herhaalt zich op 1 september, op 15 september en op 30 september, ondanks het feit dat op dat ogenblik enkel nog de achtersteven van de Gemeentelijke Holding boven water steekt. Drie weken later zinkt het schip en is dat bedrag van 40 miljoen euro 1,6 miljard Belgische frank definitief verloren. Op vraag van de heer Van Mechelen heeft het Rekenhof de feiten onderzocht. Het verslag is vernietigend. Zo wordt gesteld dat minister Muyters de procedures en regels voor beleggingen een voor een heeft miskend en het parlement te laat heeft ingelicht.
Ik besluit met de dubbele opdracht die ik in het begin heb geformuleerd: het vertrouwen herstellen en de groei stimuleren. Open Vld heeft volgens mij aangetoond hoe lichtzinnig, en hoe eigenzinnig ook, deze Vlaamse Regering met ons belastinggeld omspringt. Deze regering verdient ons vertrouwen niet. De toekomst van Vlaanderen is onzeker. Deze regering neemt die onzekerheid niet weg.
Wat die commercial paper van 40 miljoen euro betreft, de Vlaamse Regering heeft in heel deze geschiedenis de redding van de Gemeentelijke Holding, en daarmee de redding van Dexia Bank, voor ogen gehad. Toen Francis Vermeiren, de voorzitter van de Gemeentelijke Holding, ons heeft gevraagd een tijdelijk overbruggingskrediet te geven, is de Vlaamse Regering daarop ingegaan. Dat is een thesaurieverrichting, waarvoor ik het parlement niet hoef te raadplegen. We zijn ervan uitgegaan dat dit echt iets voor de korte termijn was. De federale overheid had immers beloofd om Astrid van de Gemeentelijke Holding over te kopen. We gingen er ook van uit dat de vakantiekassen na de vakantie opnieuw geld zouden opnemen.
Toen we zagen dat dit niet tijdelijk was, en die commercial paper niet verlengen was toen geen optie, hebben we het advies gevraagd van het Rekenhof. Het Rekenhof vond dat we dit, door de hernieuwing, moesten beschouwen als een kapitaalparticipatie. Dat is een ESR-8-verplichting, waarvoor we ook een machtiging tot 300 miljoen euro hebben van het parlement. Met die 40 miljoen euro komen we daar dus helemaal niet aan.
Toen we op 22 oktober naar een dading gingen, heb ik, samen met de Vlaamse Regering, onmiddellijk transparant gereageerd tegenover het parlement. Ik heb een begrotingsdeliberatie gedaan voor de waarborg van 225 miljoen euro en die 40 miljoen euro van die commercial paper. Die 225 miljoen euro zit vast aan een bijblad.
Het lijkt me duidelijk dat het ging over een tijdelijk overbruggingskrediet dat binnen de thesaurieverrichtingen kon worden geboekt. Als Vlaamse Regering vonden we dat op dat ogenblik noodzakelijk om problemen voor de Gemeentelijke Holding te vermijden.
Voorzitter, ik was van plan het daar straks over te hebben, maar het debat hierover is nu toch begonnen.
Minister, ik was verbouwereerd, ook door het schriftelijke antwoord dat we vrijdag van u mochten ontvangen. In dat antwoord zegt u dat u, met betrekking tot de intekening voor 40 miljoen euro op die commercial paper, geen gebruik hebt gemaakt van de parlementaire machtiging. Dat was ook niet het discussiepunt. U zegt dat het niet die machtiging was die de juridische basis was. U stelt dat de juridische basis te vinden is in het decreet houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer.
Wat zegt nu het Rekenhof? Het Rekenhof stelt dat artikel 4 van dit decreet van 7 mei houdende bepalingen inzake kas-, schuld en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest de doelstellingen bepaalt die de Vlaamse Regering in acht moet nemen bij beleggingsbeheer.
Minister, u stelt in uw antwoord dat deze beleggingsopdrachten met uw goedkeuring zijn gebeurd. Het ging dus over een belegging. Het Rekenhof stelt dat die doelstellingen zijn: streven naar een maximale rentevoet en een minimaal risico, rekening houdend met de contractuele voorwaarde op de financiële rekening bij de kassier; de concurrentie laten spelen en streven naar optimale financiële voorwaarden; streven naar een optimale transparantie en controleerbaarheid. Het Rekenhof stelt vervolgens dat aan die doelstellingen werd voorbijgegaan bij de intekening op de commercial paper.
En dan zegt men vijf keer waar u aan die doelstellingen bent voorbij gegaan. Daar hebben we nog steeds geen antwoord op. U zegt nu dat het een opportuniteitskeuze van de regering was om dat te doen, in het kader van de redding van de Gemeentelijke Holding en Dexia.
Op dat ogenblik, minister, had u het parlement moeten inlichten over die transactie. U had op dat moment, ten laatste in september of begin oktober daar zouden we met plezier voor naar Brussel gekomen die transactie moeten toelichten, verantwoorden en ons om een dekking moeten vragen. U zegt in uw antwoord zelf dat het niet een parlementaire machtiging van 400 miljoen euro waarborg was, maar dat het op basis van een decreet was, waarvan het Rekenhof zei dat u het niet correct hebt toegepast. Daarom had u dat aan het parlement moeten voorleggen. Dat is mijn grote kritiek op deze transactie.
Voorzitter, ten eerste hebben wij op de vraag van de heer Van Mechelen en andere collegas reeds antwoorden gegeven. Ten tweede, mijnheer Van Mechelen, ben ik samen met de andere leden van de Vlaamse Regering uitgenodigd op de hoorzitting in januari. Ik verzeker u dat ik dan tekst en uitleg zal geven over de manier waarop het een en ander met de Gemeentelijke Holding is verlopen. We zullen dan ook nog eens duidelijk maken dat de Vlaamse Regering, geconfronteerd met een aantal heel pertinente problemen, alles heeft gedaan om Dexia Holding en Dexia Bank overeind te houden en dat de oorsprong van een en ander zich in 2008 situeert, zoals u overigens zeer goed weet.
Minister-president, ik heb nooit betwist dat er een acuut probleem was. U hebt met uw regering echter de kans gemist om deze meer dan risicovolle beleggingsactie toe te lichten in het parlement en daar in het beste geval ook meteen een machtiging voor te vragen. Mijn mening daarover werd overigens gedeeld door vele leden van de commissie, zowel van de meerderheid als van de oppositie.
Minister-president, ik zal niet zeggen dat dit een Griekse begroting is. De Griekse kalender begint er echter toch wel stilletjes aan te komen. U zegt nu al voor de tweede keer dat de discussie over waar we die 400 à 500 miljoen euro halen, in februari zal worden gevoerd en de discussie over de commercial paper, door de heer Van Mechelen aangehaald, in januari. Waarom antwoordt u hier en nu niet? De discussie wordt toch vandaag gevoerd?
Het is niet slim dat u niet ten gronde reageert. Er is hier wel degelijk een probleem. U had een parlementaire toestemming moeten vragen, net zoals u drie jaar geleden, toen u bij nacht en ontij 3,5 miljard euro op 24 uur tijd hebt uitgegeven, de dag nadien bij het parlement bent gekomen via een begrotingsberaadslaging.
Los van het politieke probleem, dat zich blijft voordoen en dat blijft etteren, stel ik mij de vraag waarom wij op 30 september eigenlijk nog zoveel geld richting die Gemeentelijke Holding hebben gesluisd. Op dat moment was het eigenlijk al duidelijkheid dat we dat geld zouden verliezen. Dat lijkt mij dus geen zorgzaam gebruik van belastinggeld.
Kunt u antwoorden op de vraag inzake de ministeriële verantwoordelijkheid?
Voorzitter, ten eerste hebben wij geantwoord op de vragen van de heer Van Mechelen. Minister Muyters heeft toen tekst en uitleg gegeven. Ten tweede zijn wij uitgenodigd op de hoorzitting in januari. Ik heb daar respect voor en zal daar, samen met mijn collegas, verschijnen. De commissie heeft beslist dat we niet dit, maar volgend jaar zullen worden gehoord. Ten derde zullen wij de begrotingscontrole in februari houden. U blijft daarop terugkomen. Mij niet gelaten, dat is oppositietaal. Wij zullen op dat moment een aantal zaken beslissen. Er zal dan ook tekst en uitleg gegeven worden aan het parlement.
Het is onjuist dat wij geen antwoord geven op bepaalde zaken. De parlementaire vragen zijn pertinent. De Vlaamse Regering heeft die vragen ook beantwoord.
Minister-president, u hoeft zich niet te verschuilen achter die commissie. Die commissie gaat over iets heel anders, namelijk over de rol die u speelde bij de Gemeentelijke Holding: welke invloed u daar hebt en wat de rol was van uw regeringsafgevaardigde. Wij willen zicht krijgen op de hele saga rond Dexia en de Gemeentelijke Holding.
Het voorval waar de heer Van Mechelen op wijst, is echter een apart voorval. Daar moeten we nu al tekst en uitleg over krijgen.
Ik kan alleen beamen wat de minister-president zegt. Wij hebben op 10 januari een hoorzitting. Ik heb de Vlaamse Regering daarop uitgenodigd. Zij zal zelf oordelen in welke samenstelling ze komt. Daar zullen de omstandigheden aan bod komen waarin de Gemeentelijke Holding uiteindelijk in vereffening is gegaan.
Ik heb net van het Rekenhof een kopie gekregen van de rapporten van de juridische en financiële adviseurs Laga en Leonardo. De commissieleden zullen die de komende dagen ook ontvangen. Wij zullen de Vlaamse Regering horen over de omstandigheden waarin zij bepaalde beslissingen heeft genomen. Het parlement zal dan oordelen in welke mate daarover al of niet voldoende informatie is gegeven. We zouden daar nu al de discussie over kunnen voeren, maar we moeten de regering de kans geven om toe te lichten in welke omstandigheden bepaalde beslissingen zijn genomen.
Het omstandige antwoord dat de Vlaamse Regering heeft gegeven, heb ik onmiddellijk doorgestuurd, mijnheer Van Mechelen. We zijn in de commissie overeengekomen dat er eventueel nog moties of voorstellen van resolutie kunnen worden ingediend, op basis van het antwoord dat de Vlaamse Regering ons schriftelijk heeft overgemaakt.
Mijnheer Van Mechelen, hebt u ten tijde van de bankencrisis groot overleg gevoerd met de commissie Financiën en Begroting toen bepaalde beslissingen werden genomen? Neen, en terecht, want in nood kan iedereen dopen, zoals het oude katholieke principe luidt. De Vlaamse Regering heeft met die commercial paper ook die verantwoordelijk genomen. Dat is het belangrijkste. Ze kan juridisch ook aantonen dat ze daarvoor de machtiging had. Ik begrijp niet dat men die discussie hier nu wil voeren. Daar is al een afdoend antwoord op gegeven.
Mijnheer Van Rompuy, na de redding van zowel Dexia, Ethias als KBC zijn wij daags nadien met de regering naar het Vlaams Parlement gekomen en hebben de minister-president en ikzelf toelichting gegeven over wat we hadden gedaan, in welke omstandigheden en met welke bedoeling.
Het debat over de Gemeentelijke Holding zetten we inderdaad voort in de commissie. Ik ben blij dat we de verslagen van Laga en Leonardo krijgen.
Ik dacht dat we ook het tweede bijblad bij de begroting 2011 bespraken, waarin de begrotingsberaadslaging wordt geofficialiseerd. Die begrotingen hangen natuurlijk in elkaar. Ik dacht dat in het kader van de discussie over de 265 miljoen euro ook het debat over de 40 miljoen euro aan de orde was, maar als we dat later moeten voeren, houd ik mij beschikbaar.
Collegas, de discussie over de tweede aanpassing van zowel de middelen- als de algemene uitgavenbegroting is afgerond. Ik heb vanmorgen gevraagd wie van het parlement of de regering het woord wou, maar niemand vroeg het woord. Maar niets belet u om er tijdens het debat nog op terug te komen.
Die twee begrotingen zitten natuurlijk in elkaar qua resultaat.
Minister-president, u zegt dat u in januari uitleg komt geven, omdat de commissie dat gevraagd heeft. Het is, voor alle duidelijkheid, de voorzitter van de commissie die dat in januari heeft vastgelegd, en niet de commissie op zich.
De commercial paper is niet aan bod gekomen tijdens de hoorzittingen over de Gemeentelijke Holding, maar is ter sprake gekomen in de commissie Algemeen Beleid en Financiën naar aanleiding van een interpellatie. In die zin is het wat kunstmatig om de twee te koppelen. Het had niet noodzakelijk met elkaar te maken, of met de werking van de commissie of de hoorzitting.
De intentie kan goed zijn, maar dat betekent niet dat je regels overboord mag gooien. Ik heb gezien dat de intentie van de bestuurders, de dagelijks bestuurder en de voorzitter van de Gemeentelijke Holding goed was. Maar ze hebben ook een aantal bedrijfseconomische regels naast zich neergelegd, met de gekende gevolgen. Dat de intentie goed is, is niet voldoende. Men had een mandaat moeten vragen aan het parlement, en dat is niet gebeurd.
Minister, collegas, de conclusie is voor Open Vld onderbouwd en helder: wij stemmen tegen deze begroting. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister-president, minister, collegas, de heer van Rouverij verwees al naar de woorden van de minister-president tijdens de Septemberverklaring: volgens de minister-president was de uitdaging van het politieke jaar te vermijden dat de zomer van onzekerheid zou uitmonden in een winterse recessie. Ik trek daar echter andere conclusies uit dan de heer van Rouveroij.
De woorden van de minister-president waren inderdaad profetisch. Een mens wordt vandaag bepaald niet vrolijk bij het lezen van de economische berichten. Een derde van de kmos beweert deze crisis harder te voelen dan de crisis van 2008-2009. Jammer genoeg zullen we wellicht dit jaar de kaap van tienduizend faillissementen ronden in ons land. Moodys verlaagde de Vlaamse rating tot Aa2. We moeten echter ook verder kijken dan Vlaanderen. De euro blijft daveren op zijn grondvesten. We zien voor het eerst echt wolken aan de Chinese economische horizon, die op zijn beurt de motor is van de Duitse economie. Al die zaken spelen zich op hetzelfde moment af aan een razendsnel tempo, en creëren een onvoorspelbaarheid die eigen is aan een crisis, die eigen is aan elke crisis.
Natuurlijk is het zo dat de uitgangspunten van een begroting die is opgesteld voor het losbarsten van de economische storm vandaag niet meer up to date zijn. Hoe zou het ook kunnen, alsof er nooit een tweede bankencrisis is geweest, alsof er geen internationale obligatiecrisis is?
Collegas, de heer Van Malderen heeft het recht op een luisterend oor. Wie overleg wil plegen, kan dat elders doen.
Het was tijdens de Septemberverklaring al duidelijk dat de begrotingscontrole van februari 2012, wanneer wij de resultaten en geen schattingen of ramingen van 2011 zullen hebben, een belangrijk ijkpunt zou worden voor de verdere concretisering van het beleid.
Uit de replieken en de uiteenzettingen is gebleken dat de regering intussen meer heeft gedaan. Minister Muyters verwees al naar de buffers die op verschillende posten werden ingeschreven. Wat nog minder aan bod is gekomen, is het feit dat deze regering bijna dagelijks bekijkt wat de invloed is en welke uitgaven er gebeuren. Zij voert een heel correcte monitoring om ervoor te zorgen dat de bestaande begroting niet ontspoort.
Op federaal niveau heeft men geleerd dat lopende zaken ook dure zaken kunnen zijn als die blijven aanslepen. In elk geval trapt deze regering niet in die val.
Als men dat wilt, kan men vandaag op elk uur van de dag een andere discussie opstarten over de groeiverwachtingen en de macro-economische prestaties van onze economie. Jaren geleden was er een programma Ieder zijn waarheid. Ik stel vast dat dit programma vandaag in de pers wordt herhaald: ieder zijn waarheid over kortetermijnvoorspellingen van onze economie. Ik wil me daar niet aan bezondigen.
Het is een magere troost dat de situatie in andere landen en regios nog veel erger is dan in Vlaanderen. Als ik echter naar de oppositie luister, dan lijkt het alsof het alleen in Vlaanderen stormt. De heer Vereeck, die blijkbaar even afwezig is, speelde in dit halfrond Cluedo. Ik zou meteen man en paard noemen, dan moet er niet naar geraden worden.
Ik citeer, mijnheer van Rouveroij, uit een bericht van 16 december 2011 over de bespreking van de Brusselse begroting: Vanraes, uw partijgenoot, wees in zijn interventie de kritiek van FDF op de schuldgraad van het gewest af. Hij erkende de hoge schuldgraad maar vroeg zich af of het in tijden van zware financiële crisis niet onverantwoord zou zijn om geen rekening te houden met het openbaar vervoer, de steun aan de gemeenten en de demografische uitdaging van de hoofdstad. In die uitgaven snoeien kan niet, luidde de teneur.
Collegas, in Brussel gaat men uit van een groei van 1,6 procent. Blijkbaar gelden in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een andere logica en ook andere praktijken. De Brusselse Regering voorziet, in tegenstelling tot de Vlaamse Regering, niet in evaluatiemomenten en bijsturingen. Business as usual in Brussels.
Collegas van Open Vld en van de rest van de oppositie, als het crisis is in Europa en in België, zou het een mirakel zijn als een open economie als de Vlaamse er niet mee zou onder lijden. De crisis stopt niet aan de grenzen van het gewest, in functie van de samenstelling van de regering in deze of gene regio. Als 1,6 procent in Brussel wel kan, is de kritiek op dat cijfer in Vlaanderen, met alle respect, een beetje hol. Maar deze regering zal tenminste niet doen alsof haar neus bloedt, deze regering zal haar verantwoordelijkheid wel nemen. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Van Malderen, ik denk dat de Brusselse Regering financieel en budgettair de toekomst met vertrouwen tegemoet zal zien, al was het maar ten gevolge van de nieuwe Financieringswet die uw partij mee heeft ingediend. (Applaus bij de oppositie)
Mijnheer Vereeck, uw opmerking doet helemaal niet ter zake. (Rumoer. Opmerkingen)
Het gaat er mij om dat de Brusselse Regering uitgaat van de 1,6 procent van het Planbureau en dat de partij van de Brusselse minister van Begroting zegt dat deze regering die 1,6 procent van het Planbureau niet kan aanvaarden. Die redenering klopt niet.
Er werd al eerder aangekondigd dat de begroting naar aanleiding van de begrotingscontrole opnieuw zal worden bekeken, rekening houdend met de wijzigende context. Dat is een essentieel signaal. Een crisis kan alleen maar worden bedwongen als we het vertrouwen herstellen. Zonder stabiliteit is er geen vertrouwen.
Vertrouwen en stabiliteit moeten er zijn, op de korte maar ook op de lange termijn. Vlaanderen staat ook structureel, los van de huidige crisis, voor enorme uitdagingen. Er is de demografie: de combinatie van vergrijzing en verjonging, die ons ieder jaar dwingender zal verplichten om nieuwe paden te zoeken. Nieuwe paden zijn nodig in onderwijs, willen we de toekomst niet hypothekeren. Ons onderwijs is, samen met onderzoek en ontwikkeling, de hefboom naar een innovatieve economie. Nieuwe paden op de arbeidsmarkt, waarop we inderdaad 300.000 werknemers zullen moeten vervangen en waar we wellicht, ook in tijden van crisis, met de paradox van hoge werkloosheid en openstaande vacatures zullen moeten afrekenen. Nieuwe paden in de zorg, waar we uitvoering moeten geven aan het Woonzorgdecreet en aan het nieuwe Kinderopvangdecreet, dat voor het eerst het recht op kinderopvang decretaal verankert en waarin we ook een cruciale omslag inzake het beleid voor personen met een handicap zullen moeten waarmaken. Het energiedebat zal enkel nog aan belang toenemen. Investeringen in energiebesparingen en duurzame energieproductie zijn vandaag geen luxeprojecten maar levensnoodzakelijke injecties waardoor we morgen bijkomende kosten kunnen vermijden. De klimaatflop van Durban mag onze aandacht niet afleiden van de impact die de klimaatwijziging op onze regio kan en zal hebben. Mobiliteit zal evenmin aan actualiteitswaarde inboeten. Net als een vlot werkende arbeidsmarkt zal een duurzame mobiliteit een essentiële voorwaarde voor aangehouden economische groei vormen.
De uitdaging om op al die vragen op korte en lange termijn tegelijk in te gaan, is enorm. Bovendien zijn we door de gedwongen redding van de financiële sector en allerhande waarborgen ook beperkt in onze reikwijdte.
Mijnheer Van Malderen, ik ben blij dat u de discussie over energiebesparing aanhaalt en dat u inziet hoe belangrijk dat allemaal is. Dat is goed in theorie. Maar u weet toch wat er in de praktijk gebeurt? In de praktijk krijgt energiebesparing in Vlaanderen een stevige aderlating. Dat heeft te maken met het feit dat men op federaal niveau de budgetten volledig heeft afgeschaft. Uw partij was daar trouwens ook bij betrokken. De Vlaamse Regering is blijkbaar niet in staat om dit tijdig op te vangen, zij had het zelfs niet voorzien. Zij had het zogezegd niet zien aankomen. Dat is volgens mij volstrekt ongeloofwaardig.
Hoe is het mogelijk dat de minister-president niet wist wat de federale onderhandelaars bespraken? Ik geloof daar niets van. In de praktijk krijgt de energiebesparing in Vlaanderen een deuk. De minister-president heeft verklaard dat dit voor hem belangrijk is. Ik wil dan ook concreet vernemen wat de Vlaamse Regering hieraan zal doen.
Ik ben blij met de opmerking van de heer Sanctorum. Dit laat me immers toe te verwijzen naar minister Van den Bossche, die reeds heel duidelijk heeft aangekondigd dat ze wil onderzoeken hoe we een Vlaams antwoord op de wijziging van de federale context kunnen geven. Telkens als de federale overheid beslist een bevoegdheid over te dragen of een besparing tot stand te brengen, zullen we dit moeten doen. We leven niet in een laboratorium waarin het ene niveau geen invloed op het andere niveau heeft. Het is een uitdaging voor de Vlaams Regering en het Vlaams Parlement om op elke vraag een antwoord te geven. Op zijn minst mijn fractie heeft al verklaard die ambitie te hebben. Ik verwacht hetzelfde van de fractie van de heer Sanctorum.
Het zal te laat zijn. We kunnen in januari 2012 een kleine verschuiving tot stand brengen. In dat geval zouden we enkele miljoenen euros gebruiken om de schrapping van honderden miljoenen euros op te vangen. Tijdens de begrotingscontrole 2012 en de opmaak van de begroting 2013 kunnen we dan nog eens in een paar miljoenen euros voorzien. Als we dat parcours volgen, zal het voor energiebesparing in Vlaanderen te laat zijn. Ik vraag dan ook hoe de Vlaamse Regering op een accurate wijze op het federale debacle wil reageren.
Dit is een zeer interessant, maar ook delicaat debat. Ik heb begrepen dat de schrapping van de fiscale aftrekken voor energiebesparingen niet conform de afspraken van de acht partijen is. Ik wil hierover uiteraard snel duidelijkheid. Ik vraag de heer Sanctorum dan ook wat zijn mening daarover is.
Ik wil daar gerust op antwoorden. Het debat over de staatshervorming ging steeds over de overheveling van de budgetten en van de bevoegdheden. De minister-president was steeds vragende partij om volledig autonoom bevoegd te worden voor de hernieuwbare energie en voor de energiebesparing. Wij verwachten echter dat de budgetten ook worden overgeheveld.
CD&V en sp.a hebben de begrotingsopmaak bijgewoond. Tijdens die besprekingen zijn de federale stimuleringsmaatregelen inzake energiebesparing gewoon met een rode streep geschrapt. Nu beweert de minister-president dat hij van niets wist en dat Vlaanderen dit niet kan opvangen. Hij wist heel goed wat er aan de gang was. Ik stel vast dat de minister-president het blijkbaar niet voldoende belangrijk vond die schrapping op te vangen.
We zullen de net opgesomde uitdagingen in een steeds wijzigende context moeten aangaan. Het akkoord over de staatshervorming zal ons nieuwe hefbomen aanreiken, maar nillens willens ook dwingen een grondige discussie over de architectuur van Vlaanderen en over de hiervoor beschikbare middelen te voeren. We moeten dat debat met oog voor die duidelijke uitdaging voeren.
De context dwingt ons zeer selectief te zijn en de schaarse middelen zeer effectief in te zetten. Dat is in elk geval meer de ambitie van mijn fractie dan een blijvende discussie over 1,6 procent, 0,8 procent, 0,5 procent of zelfs nog minder. Die cijfers kunnen morgen al achterhaald zijn. We willen hier niet optreden als veehandelaars die tijdens de markt opbieden over hoeveel we in februari 2012 bijkomend zullen moeten besparen. Het is trouwens veel gemakkelijker de daling van de inkomsten te berekenen dan een duidelijk zicht op de uitgaven te krijgen. Het is in elk geval duidelijk dat we de tering naar de nering zullen moeten zetten. Tegelijkertijd zullen we een beleid moeten voeren dat ingaat op de grote vragen over economie, demografie en ecologie. Die begrippen hoeven elkaars tegengestelde niet te zijn.
De mensen opnieuw vertrouwen geven, lijkt me de beste basis voor een versneld herstel. Ik vind in de begroting en in de beleidsbrieven verschillende belangrijke initiatieven terug die deze ambitie ondersteunen. Als de economische groei vertraagt, is het in de eerste plaats belangrijk al de mensen die aan de slag kunnen ook aan de slag te helpen. De verlaging van de drempels met betrekking tot werk is een zeer belangrijke ambitie die we terugvinden in de beleidsbrieven en in de uitvoering die de Vlaamse Regering hieraan zal geven. Er zijn een aantal alternatieven voor de jobkorting, zoals het bedrag van 15 miljoen euro voor inkomensgerelateerde kinderopvang, de coaching en opleiding van de zwaksten op de arbeidsmarkt en de groei op twee jaar tijd tot 750 werk-welzijnsprojecten. Al deze signalen geven aan dat de Vlaamse Regering effectief werk wil maken van een alternatief voor de jobkorting.
U bent niet enkel minister van Begroting, maar ook de minister van Werk. We verwachten van u inspanningen om werk te maken van werkbaar werk. Als we van iedereen vragen en terecht om langer aan de slag te gaan, moeten we er ook voor zorgen dat mensen langer aan de slag kunnen blijven, moeten we uitval tegengaan en realiseren dat langer werken ook beter werken betekent.
We blijven aandacht vragen voor de zwaksten op de arbeidsmarkt. De maatregelen om de wachttijd in te korten, zullen ertoe leiden dat een paar duizend Vlamingen, als we niet ingrijpen, hun uitkering verliezen. Velen van hen worden vandaag gecatalogeerd als langdurig werkzoekenden met een ernstige medische, mentale, psychische en/of psychiatrische problematiek (MMPP), de zeer moeilijk bemiddelbaren. We vragen dat er een aanpak op maat tegenover staat. Het is niet de bedoeling dat we mensen hun uitkering afnemen, het is de bedoeling dat we ze aan de slag helpen.
Maak dus werk van uw sluitend maatpak, minister, ga aan de slag met lintmeter en schaar, om het heel precies uit te snijden. Het werkgelegenheidsakkoord is een perfecte aanleiding. U hebt 30 miljoen euro ter beschikking. We vragen dat u er ook op wijst dat werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen om jobs te creëren en die open te stellen voor kansengroepen. Dat debat hebben we vorige week gevoerd. Dwing hen om te investeren in humanresourcesbeleid, in diversiteit en zorg ervoor dat de evaluatie en de inspanningen voor 50 plus worden omgezet in krachtdadig beleid.
We vinden in de begroting heel duidelijk terug dat er blijvend wordt ingezet op welzijn, op kinderopvang en op een hervorming van de sector voor personen met een handicap. De nadruk ligt op thuiszorg. We kijken uit naar het realiseren van de maximumfactuur in 2013. Ik wil mijn vreugde uitdrukken dat deze plenaire vergadering in januari het ontwerp van Adoptiedecreet zal goedkeuren, dat na twee legislaturen in de commissie is goedgekeurd.
Ik heb daarnet al gesteld dat innovatie de grote opstap betekent naar een innovatieve kenniseconomie. We zetten extra middelen in, gericht op maatschappelijke uitdagingen, met het oog op een evenwicht tussen het fundamenteel basisonderzoek en het toegepast onderzoek. Er wordt ingezet op lichte structuren, die samen met de controle door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), garantie bieden op een goede en efficiënte besteding. Gecombineerd met de verankering van de strategische onderzoekscentra (SOCs), kunnen we een grote continuïteit realiseren, die ook in dienste staat van het bedrijf zelf.
We moeten blijven investeren in de toekomst, in gelijke kansen in onderwijs. De automatisering van de studiebeurzen kan er bijvoorbeeld toe leiden dat meer mensen krijgen waarop ze recht hebben. Ons doel blijft in elk geval een onderwijs dat toegankelijk is, kwalitatief en efficiënt.
In verband met mobiliteit vragen wij niet meer of niet minder dan respect voor het regeerakkoord. We hebben geen taboes, maar het regeerakkoord is evenmin een vodje papier. We zijn heel blij dat minister Crevits veel aandacht heeft voor de kwaliteit van de snelwegen, maar we vragen toch ook aandacht voor fietspaden en voor investeringen in verkeersveiligheid.
Collegas, we vragen ook oog te hebben voor de enorme impact die energiekosten hebben op het beschikbare inkomen van gezinnen, maar ook voor het concurrentievermogen van bedrijven en de begroting van overheden. We hebben het er daarnet al even over gehad, mijnheer Sanctorum. Vlaanderen zal een antwoord moeten bieden op een wijzigende context. Weet dat vandaag investeren in energiebesparing, morgen winst oplevert.
We moeten niet enkel inzetten op de dingen die noodzakelijk geld kosten. We kunnen ook werk maken van efficiëntieverhogende maatregelen. Dan denken we aan vergunningen, de zorgvernieuwing, eenvoudigere procedures en sociale innovatie. Mevrouw Ceysens is hier niet, maar ik weet dat ze een beetje allergisch is aan dat woord. De niet-technologische innovatie of het innoveren in de maatschappij, kan er op momenten dat de middelen schaars zijn, voor zorgen dat we dingen anders en beter doen. Daar kunnen we ook een maatschappelijke return uit putten.
Soms zit de winst in heel kleine maatregelen. Ik denk aan de kapitaals- en gebruiksschade bij planprocessen rond natuur. Vaak moeten we vandaag twee keer betalen voor natuur die al bestaat: een eerste keer op het moment dat we bij een planproces zogezegde planschade aanrichten aan natuur die er al is en een tweede keer bij aankoop. De nadruk leggen op aankoopsubsidies voor natuurgebieden is een voorbeeld van hoe wij zaken anders kunnen aanpakken zonder dat dit ons geld kost, en zelfs voor besparingen ten belope van tienduizenden euro kan zorgen.
Mijnheer de minister-president, Vlaanderen heeft een rijke maritieme traditie. Het is traditie om in een context als de huidige beelden op te roepen van stormweer en hoge golven, met al dan niet ervaren kapiteins die aan het hoofd staan van gammele bootjes of tankers die steevast van koers moeten veranderen. Het zijn clichés, en meestal is het dan ook zo dat de beste stuurlui aan wal staan.
Ik denk niet dat vandaag de stuurlui de grootste hinderpaal zijn voor het schip van de Vlaamse Regering. In de Griekse traditie wil ik u voor enkele sirenen waarschuwen. Odysseus moest laveren tussen sirenen die probeerden om hem zijn schip op de rotsen te laten lopen. Ik moet u waarschuwen dat er soorten sirenen zijn. Ik moet u waarschuwen voor sirenen die pleiten voor blinde saneringen die alle kansen op nieuwe groei wegnemen. Ik wil u waarschuwen voor sirenen die als antwoord op een moeilijke politieke context enkel bijkomende chaos willen creëren. Ik roep u op om doof te blijven voor de sirenenzang die besparingen wil realiseren en die besparingen wil verhalen op jongeren, gezinnen en ouderen. Stop alsjeblieft uw oren dicht voor de repetitieve zang van bijvoorbeeld de heer Sabbe, die niet aanwezig is die een efficiënt arbeidsmarktbeleid beoordeelt aan de hand van het aantal mensen dat wij kunnen schorsen, en niet aan de hand van het aantal mensen dat wij aan het werk kunnen helpen.
Odysseus goot was in de oren van zijn bemanning en bond zichzelf aan de mast. Een dergelijke kastijding vragen wij niet aan u. Wij vragen alleen dat u het schip op koers houdt. (Applaus bij de meerderheid)