Report plenary meeting
Report
Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Minister, gisteren heeft een zinnetje dat met zeer goede bedoelingen was geuit, een zware polemiek veroorzaakt. De Vlaamse Liga tegen Kanker heeft een zeer belangrijk onderwerp aangehaald, namelijk dat roken in het bijzijn van kleine kinderen enorme schade kan veroorzaken en zelfs tot een vorm van kindermishandeling kan worden gerekend. Jammer genoeg is de aandacht meer naar de formulering gegaan dan naar de inhoud van de zaak.
Wat de Vlaamse Liga aankaart, is dat 116.000 kleine kinderen verplicht worden om in de tabaksrook van hun ouders op te groeien. Die kinderen kunnen daar kwalijke aandoeningen van krijgen, van hersenvliesontsteking tot chronische bronchitis, middenoorontsteking enzovoort. Uiteraard kan niemand dat tolereren, zeker niet omdat er een aantal verdragen zijn gesloten in België en Vlaanderen, in het kader van de rechten van het kind, dat we de gezondheid van kleine kinderen hoog in het vaandel moeten dragen. De Vlaamse Liga tegen Kanker wil dit bij wet vastleggen. Samen met de formulering over kindermishandeling heeft dat voor de nodige polemiek gezorgd.
Minister, vindt u, binnen uw bevoegdheid en binnen de structuren die al bestaan, dat dat kan, dit wettelijk vastleggen? Hebt u genoeg kanalen benut om ervoor te zorgen dat de sensibilisering van de ouders goed en duidelijk gebeurt, zodat zo veel mogelijk ouders bereikt worden?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collegas, het is een thema dat door de Vlaamse Liga terecht heel nadrukkelijk, en misschien wel met een harde campagne, in beeld is gebracht. De onderliggende gedachte van de campagne, namelijk dat je niet rookt in het bijzijn van kinderen, kan een minister die bevoegd is voor Volksgezondheid en Gezin alleen maar ondersteunen.
Mevrouw Zamouri, u hebt de risicos op gezondheidsschade opgesomd. Daarover bestaat geen enkele discussie. Er is trouwens ook geen enkele reden waarom we wel gevoelig zouden zijn voor het passief meeroken in publieke plaatsen en cafés, en dat dat geen thema zou zijn als het gaat over de private sfeer in aanwezigheid van kinderen. De boodschap is dus ten gronde de juiste boodschap.
De vraag of men dat gedrag moet criminaliseren, is een ander debat. Het is geen Vlaamse bevoegdheid. Zelf denk ik niet dat het opportuun is om dat te doen. Wij moeten een draagvlak creëren voor een boodschap die gezondheid en ouderlijke verantwoordelijkheid promoot. Dat laatste kan Vlaanderen wél: sensibiliseren en mensen voor het probleem gevoelig maken. Vlaanderen doet dat ook. Kind en Gezin probeert om alle ouders met een kinderwens, zwangere vrouwen en ouders van jonge kinderen te sensibiliseren via onze kanalen: de consultatiebureaus, de opvoedingsondersteuning, enzovoort. Wij proberen hen te overtuigen om te stoppen met roken, en als dat niet lukt, dan toch ten minste niet te roken in het bijzijn van kinderen dus buitenshuis.
Die boodschap wordt gegeven via loco-regionaal gezondheidsoverleg en organisaties (Logo), de huisartsen, de consultatiebureaus van Kind en Gezin. Mensen aanmoedigen om te stoppen met roken is op zich ook een belangrijke prioriteit. Wij doen dat met de campagne 24 uur stoppen met roken, die wij zullen verlengen. Die wordt gedragen door de Logos, en ook de zeer kwetsbare groepen worden daarbij aangesproken. Onlangs hebben wij het Vlaams Apothekers Netwerk ondersteund om via hun contacten ervoor te zorgen dat mensen worden aangemoedigd om te stoppen met roken.
Onlangs is nog na een oproep, in het kader van onze gezondheidspreventie en gezondheidsdoelstellingen, een project met veel partners ingediend waarbij zwangere vrouwen wordt gewezen op de risicos van tabak, alcohol en drugs. Wij proberen dat op een consistente wijze aan te pakken en dat ook af te stemmen op wat op het federale niveau aan een aantal partners wordt aangeboden om mensen te overtuigen te stoppen met roken, zodat het één samenhangend verhaal wordt.
Minister, ik dank u voor het antwoord. U somt veel campagnes op. Ik denk echter dat de Vlaamse Liga tegen Kanker deze oproep deed omdat die campagnes niet helpen. Er zijn nog altijd 116.000 kinderen die niet op die manier worden bereikt. Dat lijkt me de reden te zijn waarom de organisatie het nu zo scherp heeft gesteld en een wettelijk initiatief vraagt.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Minister, ik begrijp de bezorgdheid van de vraagsteller. Ik zou echter toch even willen wijzen op de selectieve verontwaardiging inzake de gezondheid van kinderen. Als de gezondheid van kinderen in het geding is, dan is het goed de mensen te wijzen op hun individuele verantwoordelijkheid en hen te zeggen dat zij niet mogen roken in het bijzijn van kinderen. Maar wij hebben net een periode achter de rug waarin de luchtkwaliteit verschrikkelijk slecht was. De hoeveelheid fijn stof zorgt ervoor dat steeds meer kinderen luchtwegeninfecties oplopen. Ik wil u daarom vragen niet enkel iets te doen aan de kwaliteit van de lucht binnenshuis, maar ook dringend iets te ondernemen aan de algemene luchtkwaliteit en de hoeveelheid fijn stof. In dat verband bestaat trouwens het gevaar dat Europa ons zware boetes zal opleggen omdat wij de normen niet halen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik was blij met de reactie van Kind en Gezin op het standpunt van de Vlaamse Liga tegen Kanker. Kind en Gezin schaart zich niet achter het voorstel om een wettelijk verbod in te voeren. Kind en Gezin komt in elk huisgezin waar een kindje wordt geboren, zelfs twee of drie keer. De organisatie stelt in dat verband dat zij daarbij steeds aanbeveelt om niet te roken in het bijzijn van kinderen. Daarover is informatiemateriaal beschikbaar.
In principe wordt dus elke jonge ouder persoonlijk aangesproken over dit thema. Het moet me in dit kader ook van het hart dat het een belangrijk thema is, dat is een persoonlijke mening. We moeten daar werk van maken, zoals we doen met Kind en Gezin, en er niet alleen maar aandacht voor hebben. Anderzijds vind ik het gevaarlijk dat je gaat spreken over kindermishandeling als het gaat over roken in nabijheid van kinderen. We moeten ouders ondersteunen en helpen, maar wel de zaken in hun perspectief blijven plaatsen.
De heer Tack heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat dit thema hier aan bod komt. Ik zie bij de minister een zeer grote bezorgdheid.
Ik wil het volgende toevoegen. Ik zou van het roken in aanwezigheid van kinderen echt een prioriteit willen maken, alleen al maar omdat als een kind passief meerookt, het een dosis nicotine en andere schadelijke stoffen binnen krijgt die omgekeerd evenredig is aan zijn lichaamsgewicht. Als een kind van 10 kilogram schadelijke rook inademt, krijgt het gemiddeld zeven keer meer binnen per kilogram lichaamsgewicht dan een volwassene. Dat is een zeven keer ergere invloed. Minister, daarom zou ik graag hebben dat u daar een prioriteit van maakt.
Collegas, voor alle duidelijkheid, het initiatief van de liga komt niet van Kind en Gezin of van wie dan ook. Ik ben hier aan het antwoorden op vragen naar aanleiding van een campagne. Men heeft daarbij gezocht naar een zeer sterke communicatieve boodschap. Vandaar ook de boodschap zoals ze geformuleerd is.
Ik denk dat de onderliggende gedachte is dat het niet normaal is om te roken in de nabijheid van kinderen. We moeten dat debat beginnen te voeren. Het moet een maatschappelijk debat zijn. Het is een debat over de risicos van het passief meeroken. Vanuit die invalshoek vind ik het heel terecht dat men die campagne voert en dat men een heel indringende boodschap probeert te formuleren. Het is inderdaad een belangrijk risico. Het is niet normaal te noemen. In die zin heb ik gezegd dat ik de boodschap alleen maar kan onderschrijven. Ze past ook in de aanpak zoals we die onder meer vanuit Kind en Gezin trachten te propageren.
Het debat of je een wet moet maken die het verbiedt en er strafnormen voor moet vastleggen, daarover zijn we niet bevoegd. Ik denk eerlijk gezegd dat de eerste doelstelling van de campagne was om een beetje te provoceren en te zorgen dat dat debat wordt losgeweekt om de evidentie dat het geen issue zou zijn, te doorbreken. Ik vind het persoonlijk een boodschap die correct is. Het is een risico op gezondheidsschade en dat moeten we durven te zeggen.
Minister, ik dank u. Ik hoop dat u nog eens wil kijken naar uw bevoegdheden en nakijken of u werkelijk alles hebt benut en bekeken om te zorgen dat dit zeer belangrijk onderwerp serieus wordt aangepakt en verder wordt opgevolgd.
Dit was het eerste betoog van mevrouw Zamouri op het spreekgestoelte in de plenaire vergadering. De gewoonte is dat zij dan ook een applaus krijgt. (Applaus)
Het incident is gesloten.