Report plenary meeting
Report
Dames en heren, op de agenda van de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van donderdag 16 juni 2011 staat de vraag om uitleg van de heer Lode Ceyssens tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de afschaffing van de topsportschool handbal.
Inmiddels werden tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, nog een interpellatie ingediend door mevrouw Ulla Werbrouck over de evaluatie van de topsportscholen, een interpellatie door de heer Johan Deckmyn over de afschaffing van topsportopleidingen in Vlaanderen, een vraag om uitleg door de heer Steve DHulster over het afslanken van de topsportopleidingen en een vraag om uitleg door de heer Peter Gysbrechts over de evaluatie van de werking van de topsportscholen.
Ik stel voor om, in afwijking van de artikelen 77 en 83 van het reglement van het Vlaams Parlement, die interpellaties en vragen om uitleg ontvankelijk te verklaren zodat zij kunnen worden toegevoegd aan de agenda van de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van donderdag 16 juni 2011.
De heer De Coene heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat ik, als voorzitter van de commissie, na uw voorstel nog een voorstel mag doen.
Ik wil, in mijn hoedanigheid als voorzitter van de commissie, bij dezen inderdaad die twee interpellaties gunstig adviseren. Ik ben alleszins bereid om de twee bijkomende vragen van de andere collegas ook te agenderen. Ik zou bijkomend willen voorstellen om intussen de twee interpellaties en vervolgens de twee vragen in het begin van onze agenda te behandelen. Uiteindelijk hebben we slechts een voormiddag en er waren al zeven vragen geagendeerd, waarvan de vraag van de heer Ceyssens pas op de zesde plaats kwam. Ik denk dat het beter is, ook om ten dienste te zijn van de oppositie, dat we dat in het begin van de agenda zouden behandelen.
Met het oog op de volledigheid van het debat, heb ik de minister gevraagd om het Bloso-rapport want daar heeft het alles mee te maken onverwijld over te maken aan de leden van de commissie, wat bij dezen gebeurd is. Ik besef dat de tijd bijzonder kort is om dit zeer lijvige rapport door te nemen. Ik vond het niettemin beter dat het vanavond nog aan de leden werd bezorgd, zodat ze volledige kennis hebben van alle relevante documenten.
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, we gaan ons hier niet tegen verzetten. Toch zou ik nog een opmerking willen maken. Die opmerking heeft echter geen betrekking op de interpellatie van mevrouw Werbrouck. Zij heeft daar in het verleden veel werk rond verricht, heeft ook eerder interpellaties voorgesteld en werkt met kennis van zaken.
Ik stel echter vast dat de heer Ceyssens verleden week, op 7 juni, op grond van veldwerk en contacten informatie heeft verzameld en daarover een vraag om uitleg heeft ingediend. Dat heeft verleden dinsdag aanleiding gegeven tot persartikels. Tal van collegas hebben dan interpellaties en vragen om uitleg ingediend.
Bon, we gaan ons niet verzetten, maar ik stel voor dat de oppositie nooit meer opmerkingen maakt als de meerderheid iets indient dat eerder vanuit de oppositie zou zijn ingediend. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Is het parlement het eens met de voorgestelde regeling van de werkzaamheden?(Instemming)