Report plenary meeting
Voorstel van resolutie betreffende de prioritaire wegendossiers in Zuid-Oost-Vlaanderen
Voorstel van resolutie betreffende de rondweg voor de N60 in Ronse
Voorstel van resolutie betreffende de ondertunneling van het kruispunt van de N9 met de R41 in Aalst en de doortrekking van de N41 van Dendermonde tot in Aalst
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van de dames De Ridder en Van der Borght en de heren van Rouveroij, De Meulemeester, De Gucht en Anthuenis betreffende de herinrichting van de N42 Wetteren-Geraardsbergen, van mevrouw Franssen en de heren Diependaele, De Loor, Bothuyne, Van Malderen, Dehandschutter en Yüksel betreffende de prioritaire wegendossiers in Zuid-Oost-Vlaanderen, van de heer De Meulemeester, de dames De Ridder en Van der Borght en de heren van Rouveroij, De Gucht, Anthuenis en Gatz betreffende de rondweg voor de N60 in Ronse en van mevrouw Van der Borght, de heer De Gucht, de dames Moerman en De Ridder en de heren De Meulemeester, Anthuenis en van Rouveroij betreffende de ondertunneling van het kruispunt van de N9 met de R41 in Aalst en de doortrekking van de N41 van Dendermonde tot in Aalst.
De voorstellen van resolutie van de dames De Ridder en Van der Borght en de heren van Rouveroij, De Meulemeester, De Gucht en Anthuenis, van de heer De Meulemeester, de dames De Ridder en Van der Borght en de heren van Rouveroij, De Gucht, Anthuenis en Gatz en van mevrouw Van der Borght, de heer De Gucht, de dames Moerman en De Ridder en de heren De Meulemeester, Anthuenis en van Rouveroij werden door de commissie verworpen.
Bij brief van 9 juni 2011 heeft de heer van Rouveroij verzocht ze op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
Conform artikel 69, punt 5, van het Reglement van het Vlaams Parlement moeten wij ons bij zitten en opstaan uitspreken over het aanvatten van de besprekingen.
De heer van Rouveroij heeft het woord over het al dan niet aanvatten van de besprekingen.
Voorzitter, deze voorstellen van resolutie zijn geen geïsoleerde initiatieven. Het gaat om drie voorstellen van resolutie die door de Open Vld-fractie zijn opgesteld en die betrekking hebben op de herinrichting van de N42, op de rondweg van de R60 in Ronse en op de ondertunneling van het kruispunt van de N9 en de R41 in Aalst en de doortrekking van de N41.
Ik verwijs in dit verband naar de woorden van de heer Caluwé. Indien een aantal voorstellen van resolutie als samenhangend wordt beschouwd en een van die voorstellen van resolutie omwille van de goedkeuring in de commissie op de agenda van de plenaire vergadering wordt geplaatst, is het niet meer dan redelijk alle samenhangende voorstellen van resolutie, met inbegrip van de voorstellen van resolutie die in de commissie zijn afgewezen, tijdens die plenaire vergadering te bespreken. Ik ga er dan ook van uit dat we deze voorstellen van resolutie met een meerderheid van de stemmen op de agenda kunnen plaatsen.
De volksvertegenwoordigers die voorstander zijn van het aanvatten van de besprekingen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
De besprekingen worden aangevat.
Dames en heren, ik stel voor om de besprekingen van de vier voorstellen van resolutie samen te voegen tot één enkele bespreking.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De bespreking is geopend.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Voorzitter, het voorliggend voorstel van resolutie van de meerderheid vormt de parlementaire vertaling van een breed gedragen vraag van het maatschappelijk middenveld in de hele regio Zuid-Oost-Vlaanderen. Het is de bedoeling de oproep van het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen, waar onder meer de werkgevers- en werknemersorganisaties, de burgemeesters en de parlementsleden uit de streek in zetelen, parlementair te vertalen en kracht bij te zetten.
Het gaat hier niet slechts om een lokale gewestweg. Het gaat om missing links met een respectabele leeftijd. Deze dossiers slepen al dertig tot veertig jaar aan. Ze moeten voor een optimale ontsluiting van onze regio zorgen. Het is cruciaal en levensnoodzakelijk voor de mobiliteit en voor de verkeersveiligheid dat deze missing links worden gerealiseerd.
Het voorstel van resolutie wil de globale ontsluiting van Zuid-Oost-Vlaanderen belichten. Om die reden hebben we er uitdrukkelijk voor gekozen de drie gewestelijke dossiers niet los van elkaar te behandelen. Dit is overigens een uitdrukkelijke vraag van het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen.
De realisatie en de opwaardering van deze prioritaire wegendossiers is dringend en noodzakelijk voor de mobiliteit, voor de economische leefbaarheid, voor de vlotte doorstroming, voor een verkeersveilige omgeving voor alle weggebruikers en omwille van het grote belang van deze wegendossiers voor de sociaal-economische ontsluiting. Het is daarom van essentieel belang dat er voldoende adequate infrastructuur aanwezig is.
De vragen die in dit voorstel van resolutie zijn opgenomen, zijn niet blind voor de modal shift waar Vlaanderen hard op inzet.
Ook het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen heeft in haar streekvisie 2007-2013, naast aandacht voor deze wegendossiers, een visie voor transport over water, bus- en treinverkeer.
Onder het beleid van de vorige en huidige Vlaamse Regering in het algemeen en dat van de minister van Openbare Werken, Hilde Crevits, in het bijzonder, werden duidelijke engagementen genomen met betrekking tot een aantal van deze gewestwegen. Met het voorstel van resolutie vragen wij om werk te maken van de vooropgestelde plannen en de engagementen uit te voeren.
Ik zal zelf kort iets zeggen over de N60, de heer Diependaele zal dat doen over de N42 en de heer Van Malderen over de N41.
De N60 heeft een cruciale verbindings- en verzamelfunctie waarvan het belang in de toekomst nog zal toenemen. De weg is voor de ontsluiting van de regio van groot belang. Gekoppeld aan de bestaande economische dynamiek in de streek van Ronse en Oudenaarde en aan een selectief aanbodbeleid van zeer goed gelegen bedrijventerreinen, zal een verbeterde ontsluiting er in dit geval mee voor zorgen dat het economische weefsel in het gebied zijn bestaans- en ontwikkelingskansen veilig kan stellen. Het is ook een van de zes missing links die zijn opgenomen in het Vlaams regeerakkoord om uit te voeren via Via-Invest.
Ik ben mij er terdege van bewust dat alle partijen begaan zijn met deze streekdossiers en dat iedereen dit tot een goed einde wil brengen.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, ik wil u danken omdat we deze drie belangrijke dossiers toch mogen bespreken in deze plenaire vergadering. Ik besef dat het geen evidentie is. Mevrouw Franssen heeft daarnet al een insteek gegeven over het belang hiervan, maar ik hoop met mijn betoog nog duidelijker te stellen wat hier allemaal zo pijnlijk aan is en waarom we het er vandaag in de plenaire vergadering over moeten hebben.
We bespreken vandaag een aantal voorstellen van resolutie die specifieke regionale dossiers uit één bepaalde regio betreffen, namelijk Zuid-Oost-Vlaanderen. Het betreft de dossiers van de N42, N41 en N60, respectievelijk van groot belang voor de ontsluiting van de steden Zottegem en Geraardsbergen, van Aalst, en van Ronse.
Over het voorstel van resolutie van de N60 zal de heer De Meulemeester het woord voeren. Zelf heb ik me de voorbije jaren vooral toegespitst op de dossiers van de N41 en N42 en ik wil dan ook beide voorstellen van resolutie met deze gewestwegen als voorwerp graag toelichten.
Ik wil erop wijzen dat over deze dossiers al tientallen, misschien zelfs honderden parlementaire vragen zijn gesteld en dat er al negen Vlaamse ministers van Openbare Werken zijn geweest die er zich over gebogen hebben, maar er tot op vandaag nog niet in geslaagd zijn om de werken effectief te laten aanvangen. De voorliggende voorstellen kennen om die reden ook een uitgebreide toelichting en ik denk dat op basis van dit alles toch wel de noodzaak blijkt dat een ernstig debat mag plaatsvinden in het Vlaams Parlement. Zon debat hebben we in de commissievergadering trouwens ook al urenlang gevoerd op 24 maart. De bevoegde minister is toen in diezelfde week ter plaatse kennis komen nemen van de toestand van de N42 en heeft daar uitdrukkelijk en expliciet het engagement genomen om de realisatie van deze drie dossiers onder haar ministerschap te laten starten.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik heb geen enkel probleem met wat voorligt. Ik denk inderdaad dat er in jullie regio een aantal mobiliteitsproblemen zijn, maar ik denk wel dat we in het parlement zeer duidelijke afspraken moeten maken. Ik vind dat dit een precedent is. Ik denk dat elke regio in Vlaanderen wordt geconfronteerd met mobiliteitsproblemen, met vragen naar openbare werken.
Over mijn eigen regio, de Westhoek, werd ik deze namiddag al gecontacteerd door een aantal collegas met de vraag om eens samen te zitten om voor de Westhoek een voorstel van resolutie op te maken en om aan de Vlaamse Regering een aantal acties te vragen die ook al jaren op uitvoering wachten. (Opmerkingen van mevrouw Vera Van der Borght)
Zelfs al langer dan 40 jaar, mevrouw Van der Borght. Ik heb geen probleem met voorliggende discussie, maar ik vraag me af of we geen betere afspraken moeten maken met het oog op de toekomst. Ik kan u nu al verwittigen, voorzitter, dat als we Oost-Vlaanderen opdelen in vijf regios, we ook West-Vlaanderen zullen opdelen in vijf regios, net als Antwerpen, en we zo zullen uitkomen op 25 à 30 voorstellen van resolutie die ter goedkeuring worden voorgelegd aan het parlement. (Applaus bij CD&V en bij het Vlaams Belang)
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me ten dele aan bij de vorige spreker. Natuurlijk, de agenda is wat ze is en dat moeten we respecteren. We zullen onze agenda vandaag ook afwerken. Ik denk inderdaad dat de problematiek ook maandag al op het Uitgebreid Bureau aan bod is gekomen en dat we heel snel tot een oplossing zullen komen. Het kan natuurlijk zo niet. Ook in mijn regio in Limburg zijn er verschillende projecten die al tientallen jaren lopen.
Collegas, ik deel uw bekommernis en ik kan u voor een stuk bijtreden. We moeten ook eerlijk zijn tegenover onszelf. We zijn parlementsleden, we zijn verkozenen van het volk. Dat volk, die mensen die ons verkozen hebben, rekenen op ons. Ze stellen ons bepaalde vragen en vragen ons om hier bepaalde vragen te stellen. Wij doen dat en wij verwachten antwoorden van de minister, maar telkenmale weer stellen we vast dat die antwoorden een nieuwe datum krijgen en uitgesteld worden. En dan ontstaan er op een bepaald ogenblik discussies zoals vandaag. Laten we hopen dat de kwestie hiermee kan worden afgesloten.
Voorzitter, u bent ook voorzitter van de commissie Openbare Werken. Ik denk dat u heel wat vragen om uitleg gewoon afkeurt en ze laat omzetten in schriftelijke vragen omdat het gaat over plaatselijke situaties. Ik zou ook, samen met andere collegas, vragen kunnen stellen over de verbinding Ieper-Veurne, de N8, want die laat al vijftig jaar op zich wachten. Ik denk nog aan veel andere dossiers.
Ik meen dus dat hier binnen het Uitgebreid Bureau van het parlement, los van de noodzaak dat er inderdaad voor deze regio een oplossing wordt gevonden voor een aantal problemen, eens deftig over mag worden gediscussieerd.
Mijnheer Verfaillie, ik nodig u altijd graag uit op de regeling van de werkzaamheden van de commissie Openbare Werken.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, collegas, zoals ik al zei, heeft de minister in dezelfde week een bezoek gebracht aan de streek en meer bepaald aan de N42. Ze heeft daar ook kennis kunnen nemen van de zeer grote consensus die er bestaat mevrouw Franssen verwees er al naar om deze dossiers te realiseren. De sociale partners zijn voorstander, evenals ook bijna alle politieke partijen, met uitzondering van Groen!.
Het belang van de realisatie van deze dossiers op vlak van sociaal-economische ontsluiting en verkeersveiligheid mag met andere woorden absoluut niet onderschat worden. In het dossier van de N41 gaat het bijvoorbeeld over de ontsluiting van Aalst richting E17 en het Waasland en dus ook de haven van Antwerpen. Het gaat dus om meer dan over Oost-Vlaanderen alleen. En met betrekking tot het dossier N42 wordt duidelijk aangegeven dat één van de belangrijkste doelstellingen is om een betere ontsluiting te kunnen krijgen richting Wallonië en Noord-Frankrijk, en dan passeren we West-Vlaanderen, mijnheer Verfaillie. Ik ga niet beginnen met het voorlezen van de hele toelichting bij de voorstellen van resolutie. De hele voorgeschiedenis en de chronologie kunt u zelf overlopen en spreekt eigenlijk voor zich: dit dossier is al lang over tijd.
Onze voorstellen van resolutie vragen zeer specifiek om na het jarenlange beloven, aankondigen, bestuderen en verder bestuderen eindelijk een versnelling hoger te schakelen. Daarin, en dit wil ik toch uitdrukkelijk vermelden, verschillen ze toch wel van het voorstel van resolutie van de meerderheid. De vragen die in het voorstel van de meerderheid worden geformuleerd aan de Vlaamse Regering zijn vrijblijvend en geven absoluut geen blijk van een vraag naar een zo snel mogelijke aanvang en realisatie van de werken. Over de N41 lees ik bijvoorbeeld in het voorstel van resolutie van de meerderheid: ( ) na afronding van het plan-MER voor de doortrekking van de N41 tussen Dendermonde en Aalst te realiseren.
Dat lijkt me toch de evidentie zelf. Met alle respect, maar dat weten en vragen we al decennialang. Hierin staat niets te lezen over een timing, over een versnelde aanpak. Eigenlijk wordt gewoon gesteld wat logisch is. Ons voorstel van resolutie stelt heel duidelijk dat er zo snel mogelijk moet worden overlegd met het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, om er alles aan te doen om de plan-MER en het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan nog vóór het einde van dit jaar af te ronden, zodat begin volgend jaar kan worden begonnen met de studie voor de technische uitwerking en ten laatste in 2013 de eerste fase van de infrastructuurwerken kan worden aangevat. Dit zijn duidelijke deadlines, die ervoor moeten zorgen dat de nodige procedurele stappen zo snel mogelijk worden voltooid. Ik mis die urgentie in het voorstel van de meerderheid.
Het meerderheidsvoorstel vraagt verder dat men het knooppunt van de Gentsesteenweg en de Boudewijnlaan in Aalst zou laten ondertunnelen, in het kader van een goede afwikkeling van het verkeer. Dat is het enige dat daar staat. Er wordt niet gesteld wanneer dat moet gebeuren, noch is er iets waaruit enige urgentie zou blijken met betrekking tot de realisatie ervan. Ons voorstel van resolutie stelt daarentegen dat er zo snel mogelijk een aanbestedingsdossier moet worden opgesteld, dat de noodzakelijke onteigeningen en het uittrekken van de nodige investeringskredieten binnen de begroting 2012 versneld moeten gebeuren, zodat in de loop van volgend jaar de eerste werken kunnen beginnen. Dat geeft niet alleen blijk van de nood aan een versnelde aanpak, we formuleren ook duidelijke termijnen waarbinnen diverse stappen zouden moeten worden voltooid. De zinsnedes in de loop van volgend jaar of ten laatste in 2013 geven aan dat er een marge mogelijk blijft waarbinnen er kan worden gewerkt. Het mag alleen niet zo ver komen dat er complete vrijblijvendheid bestaat, zoals dat met het voorstel van resolutie van de meerderheid het geval is.
Wat het dossier van de N42 betreft, hebben we te maken met een mogelijkerwijze nog langere lijdensweg. Ook hierover werden al tientallen parlementaire vragen gesteld, en die werden jarenlang beantwoord met vele beloftes. De N42 is nochtans niet alleen een belangrijke ontsluitingsweg, maar jammer genoeg ook een dodenweg: de jongste 5 jaar vielen er 15 verkeersdoden en 46 zwaargewonden. Sinds 1980 wordt er gepraat over een aanpassing van de N42. Ons voorstel van resolutie dringt aan op die aanpassing. De verschillen met het voorstel van resolutie van de meerderheid zijn ook hier duidelijk. In het voorstel van de meerderheid is er geen sprake van een portiek met dynamische signalisatie voor de afrit Wetteren op de E40. Wie daar dagelijks passeert, kan daar die zeer lange file op de E40 zien, die zeer onveilig is. Nochtans heeft de minister al in 2010 een dergelijke portiek aangekondigd. De meerderheid vraagt ter zake opnieuw een onderzoek te starten. Als tussentijdse oplossing in afwachting van de realisatie van het streefbeeld zou het fiets- en landbouwverkeer op de N42 worden geweerd.
Het voorstel van resolutie van Open Vld stelt enkele concrete maatregelen voor om die tussentijdse periode te overbruggen. Het voorstel van resolutie van de meerderheid heeft het enkel over het spoedig nemen van tijdelijke maatregelen, zonder die echter concreet te formuleren. Voor de aanleg van een rotonde op het kruispunt van de Langestraat in Zottegem ontbreekt enige timing in het meerderheidsvoorstel. In antwoorden op schriftelijke vragen die ik in 2005 heb gesteld, werden de werken aangekondigd. Vandaag, zes jaar later, is er nog geen spadesteek gebeurd. De minister had nochtans aangekondigd dat men daar in maart of april van dit jaar van start mee zou gaan. Ik hoop dat men enig begrip kan opbrengen voor het feit dat we in ons voorstel van resolutie die zaken zeer expliciet opnemen en met een timing vastpinnen.
Het voorstel van resolutie van de meerderheid stelt dat alles in het werk moet worden gesteld voor de heraanleg van de doortocht in Herzele. Verder vraagt het voorstel van resolutie van de meerderheid dat de Vlaamse overheid contact zou opnemen met de Waalse autoriteiten om het dossier van de doortrekking van de N42 naar de A8 Brussel-Valenciennes op de agenda te zetten. Mijnheer Verfaillie, daarnet had u het daarover. Open Vld was bereid het eigen voorstel te amenderen, om ook deze beide punten op te nemen, maar na urenlang debat in de commissie heeft de meerderheid ervoor gekozen om de goed onderbouwde voorstellen van Open Vld toch niet goed te keuren, net als onze amendementen als tegemoetkoming in de richting van het voorstel van de meerderheid. Nochtans waren onze voorstellen constructief en bevatten ze tal van initiatieven die al eerder waren aangekondigd door de bevoegde minister.
Omdat de uitvoering achterwege bleef, zijn inderdaad concrete tijdskaders en deadlines vooropgesteld. Collegas, welk nut hebben deze voorstellen van resolutie anders ten opzichte van de huidige toestand van vruchteloos wachten op de aanvang der werken? Of is het de bedoeling de regio opnieuw te sussen met mooie woorden, terwijl daden achterwege blijven?
Bijna alle politieke partijen zijn het erover eens dat deze dossiers belangrijk zijn en moeten worden gerealiseerd. We vinden allen dat we al lang genoeg wachten. Over de partijgrenzen heen zijn we het dus met elkaar eens. Ieder van ons hecht veel belang aan de verkeersveiligheid en de sociaal-economische ontsluiting van deze regio. Laat ons dan nu ook samen een sterk en krachtig signaal sturen naar de minister en een sterk voorstel van resolutie goedkeuren.
Ik hoop dan ook dat jullie bereid zijn om onze voorstellen van resolutie alsnog te willen ondersteunen, maar ik maak me geen illusies! Ik en met mij onze fractie kan alleen maar hopen dat de huidige minister van Openbare Werken en Mobiliteit de daad bij het woord voegt door ervoor te zorgen dat deze drie dossiers onder haar ministerschap eindelijk van start gaan. Ze is hier niet, maar ik richt me toch tot haar: minister, ik hoop dat u uw verantwoordelijkheid in deze dossiers zult opnemen in een of andere beweging, maar laat het alstublieft bewegen. Zo niet, wees dan ook duidelijk en zeg dat ze er niet komen. (Applaus bij het Vlaams Belang en Open Vld)
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de gewestweg N60 verbindt Gent via Oudenaarde, Ronse, Leuze-en-Hainaut en Péruwelz met het Franse Valenciennes. Over het hele traject heeft de N60 de vorm van een klassieke expresweg, met tweemaal twee rijstroken, gescheiden door een middenberm, behalve in Ronse. Daar versmalt de weg tot tweemaal één rijstrook, dwars door het centrum van de stad. Daardoor kan de N60 niet volwaardig functioneren als noord-zuidverbinding tussen de E17 en de A8.
Om de N60 over het volledige traject een capaciteit van tweemaal twee rijstroken te geven en om het stadscentrum van Ronse te ontlasten van het toenemende vrachtverkeer, werd reeds decennia terug een rondweg om de stad heen in het vooruitzicht gesteld. Het gewestplan bevat zelfs een mogelijk tracé voor die rondweg, waarvoor over een afstand van 5,5 kilometer in een reservatiestrook werd voorzien. Gezien de nabijheid van een speciale beschermingszone, moest er een plan-MER opgesteld worden. De fase van de terinzagelegging van het kennisgevingsdossier voor het plan-MER werd afgesloten op 10 november 2008. De verdere stappen in de plan-MER-procedure slepen sindsdien echter aan. Momenteel liggen er nog twee mogelijke tracés op tafel, die allebei door waardevol natuurgebied lopen, wat de definitieve beslissing enigszins bemoeilijkt. Na afloop van de plan-MER-procedure, moet er nog een project-MER worden opgesteld en ook het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) en de resterende onteigeningen moeten nog worden uitgewerkt.
Op 23 maart 2007 werd de N60 als zogenaamde missing link opgenomen op de lijst van Via-Investprojecten. Via-Invest is een structureel samenwerkingsverband tussen enerzijds het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), en anderzijds de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV). De samenwerking heeft tot doel de technische expertise op het vlak van openbare werken, aanwezig binnen de Vlaamse administratie, te combineren met de publiek-private samenwerking (pps) en financiële expertise, aanwezig bij PMV.
Door op deze manier op de meest optimale wijze pps-projecten in het domein van openbare werken te realiseren, moeten de missing links versneld kunnen worden weggewerkt. De lijst van Via-Investprojecten werd bovendien bevestigd in het Vlaamse regeerakkoord voor de periode 2009-2014.
De voorbije jaren deden meerdere lokale politici uitspraken over de timing van de uiteindelijke uitvoering van de werken. Hoewel dankzij de opname op de lijst van Via-Investprojecten duidelijkheid kwam over de financiering, bleken alle prognoses over de timing onrealistisch. Het uitblijven van een oplossing voor de verkeersdruk in het stadscentrum van Ronse en voor de ontsluiting van de hele regio van de Vlaamse Ardennen leidt tot onbegrip bij de burger. Dat is ook meteen de reden waarom onze fractie deze problematiek via een resolutie onder de aandacht wil brengen.
De heer Carl Decaluwe, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
De doortrekking van de N60 zou een belangrijke economische impuls geven aan de hele regio van de Vlaamse Ardennen. En de zware overbelasting van de wegen in het stadscentrum van Ronse zou eindelijk worden weggewerkt. Maar zo zijn er tientallen problematische gewestwegen. Wat het verhaal van de N60 echter extra schrijnend maakt, is het feit dat dit al tientallen jaren aansleept. De laatste aanbesteding voor modernisering van de N60 vond plaats in 1980. Bovendien werd aan de eigendommen die in de voor aanleg van de N60 gereserveerde zone liggen, beperkingen op vlak van bouwen en verbouwen opgelegd, hoewel het nog altijd niet zeker is dat dit tracé zal worden gerealiseerd. Voor een recent opgedoken alternatief tracé zou men zelfs moeten overgaan tot een groot aantal onteigeningen, zelfs van woningen die nog in aanbouw zijn.
Het is onaanvaardbaar dat deze onzekere situatie decennialang blijft aanslepen. Het is de verantwoordelijkheid van de politieke wereld om dit probleem op te lossen. In het voorliggende voorstel van resolutie roepen we de Vlaamse Regering dan ook op om zo snel mogelijk een keuze te maken tussen de twee overblijvende mogelijke tracés en alles in het werk te stellen om de realisatie van dit project te versnellen.
Ik doe daarom een oproep aan alle collegas om in het belang van de economische ontwikkeling van de Vlaamse Ardennen, en in het bijzonder van de stad Ronse, onze resolutie goed te keuren. Ik dank u. (Applaus)
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, ik verwijs naar mijn collega, de heer Van Malderen. Mevrouw Franssen had hem al aangekondigd.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik dank u omdat u mij de kans geeft even stil te staan bij de problematiek van de N41, maar ook om in te gaan op wat mevrouw Van der Borght heeft gezegd. Het is inderdaad zo dat de noodzakelijke doortrekking van de N41 tussen Dendermonde en Aalst twee zustersteden met een roemrijk verleden de regio al jaren beroert. Veertig jaar geleden werkte men de eerste plannen uit, en dertig jaar geleden werden de eerste onteigeningen uitgevoerd. Maar vandaag nog bericht Voka dat niet minder dan de helft van de bedrijven uit de regio zeggen rechtstreekse schade op te lopen wegens het gebrek aan een vlotte doorstroming. Minder evidente bronnen zoals De Lijn laten weten dat met het huidige wegennet van een efficiënt mobiliteitsbeleid geen sprake kan zijn.
En dat is jammer want er bestaat al heel lang een groot draagvlak in de regio voor deze doortrekking. Dat draagvlak werd recent nog veruiterlijkt in het streekpact waar de doortrekking van de N41 als een van de prioriteiten door het regionaal sociaal-economisch overlegcomité (Resoc) naar voren werd geschoven.
Vandaag, mevrouw Van der Borght, is de provincie inderdaad bezig met de opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan dat een definitief tracé moet vastleggen. Binnen een plan-MER wordt nagegaan wat de impact is van die doortrekking op het vlak van milieu. Daarin zullen de nodige antwoorden en mitigerende maatregelen worden voorgesteld op bezorgdheden die bij de bevolking leven op het vlak van geluid en water.
We zijn ervan overtuigd dat dit proces tot een goed einde komt en dat de nodige antwoorden effectief worden gegeven. Vandaar dat de indieners vragen om zo snel en vlot mogelijk aansluitend op dit onderzoek dat door de provincie wordt gevoerd, te starten met de werkzaamheden voor de doortrekking van de N41 en te voorzien in de noodzakelijke randvoorwaarden bijvoorbeeld de ondertunneling in Aalst.
Wat mij stoort, mevrouw Van der Borght, is dat u pleit voor een versnelling. Een telefoon naar uw partijgenoot, gedeputeerde de heer de Buck die verantwoordelijk is voor de ruimtelijke ordening in Oost-Vlaanderen, zou u leren dat procedureel de afwerking van het RUP niet kan voor midden 2012. Hier nu pleiten voor een versnelling voor het einde van het jaar is niet alleen onmogelijk maar is ook een blijk van wantrouwen ten aanzien van uw partijgenoot. Als u dan toch het zakboekje van uw partij in handen hebt, kunt u ook eens bellen naar de Open Vld-burgemeester van Lebbeke, de heer Saeys, die nu al aankondigt dat hij, ongeacht de uitkomst van het RUP en het plan-MER, toch naar de Raad van State zal stappen. Ik denk dan ook wat dat we over timing in dezen geen lessen van u moeten krijgen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik zal het deel van de meerderheidresolutie over de N42 toelichten. Wij vragen daarin een drietal zaken: de ontdubbeling van het stuk tussen Wetteren en Zottegem, een carpoolparking in Wetteren en de doortrekking naar Herzele. Ik zal daar nu niet verder op ingaan omdat ik eigenlijk wel begrip kan opbrengen voor de opmerkingen van de heer Verfaillie. Ik wil wel twee zaken vermelden die het belang van die dossiers benadrukken.
Ik heb de minister een schriftelijke vraag gesteld over het aantal doden dat op de N42 tussen 2003 en 2007 is gevallen. Dat waren er niet minder dan 15. Er vielen ook 46 zwaargewonden en 529 lichtgewonden. Het gaat over een van de meest ongevalgevoelige wegen in Vlaanderen, vandaar ook de nood aan een oplossing. Wij vragen dan ook een snelle uitvoering van die werken.
Wanneer men tussen 17 en 19 uur van Gent naar Brussel rijdt, staat men wel degelijk aan te schuiven op de autosnelweg. Dat is een heel gevaarlijke situatie. Het verbaast me dat daar nog geen dodelijk ongeval is gebeurd. Er moet heel snel iets gebeuren aan die situatie.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik heb even getwijfeld of ik alle amendementen die ik had ingediend in de commissie, opnieuw zou indienen. Dan kon ik het net als de collegas hebben over de mooie Gijzenzelestraat in Oosterzele, het Bourgondisch Kruis en over het kruispunt De Vos. Ik heb dat niet gedaan en zal me beperken tot een aantal algemene bedenkingen.
Uit de lange besprekingen in de commissie heb ik geleerd dat als de traditionele partijen spreken over duurzame, innovatieve, integrale en moderne mobiliteit, ze eigenlijk maar een zaak bedoelen. Ze hebben het dan eigenlijk over het doortrekken of verbreden van wegen. Al die mooie woorden leiden uiteindelijk maar tot één resultaat, tot een oplossing die al dertig à veertig jaar oud is. Dat betekent meer versnippering, minder open ruimte en meer fijn stof.
Vlaanderen is niet slecht bedeeld inzake wegen. In Europa bedraagt het gemiddeld aantal wegen per vierkante kilometer 1,1 kilometer. Europa is natuurlijk groot en sommige gebieden zijn zeer uitgestrekt; Ik maak de vergelijking met een land dat we beter kennen, met name Nederland. Daar heeft men 3 kilometer weg per vierkante kilometer, in België is dat 4,6. In Vlaanderen is dat bijna 6 kilometer weg per vierkante kilometer.
We zijn niet slecht bedeeld, en toch vinden sommigen dat er nog te weinig wegen zijn. Men zegt: als we maar een nieuw stukje weg aanleggen, als we maar verbreden en doortrekken, dan zullen alle problemen opgelost zijn. Dan vergeet men toch even de ijzeren wet van de congestie, de back to peak-beweging: nieuwe wegen leiden tot meer verkeer, en uiteindelijk komen de problemen van files altijd terug.
Je zou natuurlijk terecht kunnen zeggen dat het over onze welvaart en onze economie gaat. Daarin moeten we inderdaad investeren. De redenering zou dan kunnen zijn dat we de verkeersassen moeten vrijhouden, dat we nieuwe, brede wegen moeten aanleggen of doortrekken omdat onze economie daarop draait. Dan vergeet men wel even dat ook landen met heel wat minder wegen het economisch niet noodzakelijk slechter doen.
Gerenommeerde economisten zeggen dat de superfocus op de distributie-assen gewoon economische nonsens is. Voor een kleine economie als de onze, kan de focus op Vlaanderen distributieland catastrofaal zijn. Uiteindelijk passeren al die containers door ons land, maar leveren ze meer tewerkstelling op, leveren ze een toegevoegde waarde op? Dat is allemaal heel twijfelachtig. Ik heb het niet over obscure economisten, maar onder andere over Ivan Van de Cloot van Itinera.
Het was heel typerend hoe onze amendementen gemakkelijk werden weggestemd. Van een aantal amendementen begrijp ik dat. Ze gingen helemaal in tegen de geest van de resolutie van de meerderheid. Dat had ik verwacht, maar ons eerste amendement paste binnen die resolutie. Het vroeg om meer in te zetten op duurzame mobiliteit, op het realiseren van een modal shift, zowel voor het goederenverkeer als voor het personenverkeer.
Ons amendement werd afgewezen, men wou er zelfs niet over denken. Het enige dat men wil, is de wegen doortrekken en verbreden. De oude oplossing van dertig, veertig jaar geleden gaat men opnieuw gebruiken. Nu begrijp ik waarom sommigen zich met veel fierheid conservatief noemen.
Er is veel minder animo om de plannen van De Lijn, die daar ook al een tijd liggen, uit te voeren. Het Pegasusplan voor openbaar vervoer in de Gentse regio, dat ook belangrijk is voor Zuid-Oost-Vlaanderen, is afgeleverd in januari 2003. Ik merk dat de indieners dat zelf niet willen meenemen. Het zijn de oude, voorbijgestreefde oplossingen die de voorkeur wegdragen van de meerderheid. Blijkbaar heeft Zuid-Oost-Vlaanderen nood aan voorbijzoevende containers. Ik ben er zeker van dat de bevolking dat niet zal appreciëren.
De heer Tack heeft het woord.
Collegas, ik neem aan dat op dit gevorderde uur de meesten van u, zeker degenen die niet van Zuid-Oost-Vlaanderen zijn, niet wakker liggen van de verkeersproblemen in die regio. Ik wil er toch even uw aandacht voor vragen. Mijnheer Verfaillie, dit is inderdaad misschien niet het juiste gremium om lokale problemen te bespreken. Anders komt iedereen hier met zijn grieven over een weg die niet is aangelegd. Ik wil toch even uw aandacht vragen voor de N60 te Ronse.
Ik zal het niet hebben over technische aangelegenheden. Dit is daarvoor niet de juiste plaats. Het gaat over een menselijk verhaal. De heer Watteeuw zegt dat er al wegen genoeg zijn. Er zijn er inderdaad al heel veel in Vlaanderen, maar hier of daar ontbreekt er misschien een klein stukje en dat klein stukje zal niet het grote verschil maken.
Ronse is de armste gemeente van Oost-Vlaanderen. Vroeger was het een van de rijkste gemeenten. Het ligt 10 kilometer van Oudenaarde. Die twee steden zijn goed met elkaar te vergelijken. Een verschil is dat de N60 te Oudenaarde vier stroken telt, en in Ronse niet. Het gevolg daarvan is geweest dat Oudenaarde van plattelandsgemeente een heel welvarende, economische gemeente is geworden. Ronse is de armste gemeente van Oost-Vlaanderen geworden met een gebrek aan werkplaatsen en een achteruitgestelde infrastructuur.
Dat is zonder twijfel ten dele het gevolg van de afwezigheid van openbaar vervoer. De NMBS heeft in Ronse een eindstation.
Voor alle duidelijkheid, mijnheer Tack. Het is inderdaad zo dat op sommige plaatsen de infrastructuur moet worden verbeterd. Maar wat gebeurt er nu? Men gaat een nieuwe noord-zuidas realiseren. Nu loopt er een van Antwerpen over Gent naar Kortrijk: de E17. Men gaat een tweede noord-zuidas realiseren, niet om de lokale problemen op te lossen maar gewoon om goederen vanuit Antwerpen naar Noord-Frankrijk te brengen. Dat zal de bevolking in Zuid-Oost-Vlaanderen geweten hebben.
Voor de N60 in Ronse zal dat misschien ten dele zo zijn, maar het zal in elk geval ook de mogelijkheid bieden om een boost te geven aan de economische ontwikkeling van deze stad, die nu heel fel te wensen overlaat. Laat ons ook niet vergeten dat Ronse een grensgebied is, en daarbovenop nog wordt gestraft met faciliteiten. Daardoor kan Ronse nooit fusioneren met omliggende, rijkere gemeenten en is het gedoemd om eeuwig een arme gemeente te blijven. Dat kan niet de bedoeling zijn. Deze stad is de voorbije tientallen jaren een beetje vergeten door Vlaanderen. Het is ook de grootste faciliteitengemeente, maar daar wordt hier zelden iets over gezegd.
De heer Jan Peumans, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
De N60 is belangrijk om de economische ontwikkeling van deze stad een nieuwe mogelijkheid, een nieuwe impuls te geven. Daarom vraag ik dit parlement en de regering om, ongeacht welk tracé, ervoor te zorgen dat de N60 zo snel mogelijk wordt doorgetrokken. De bevolking van Ronse zal er u dankbaar voor zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, enkele woorden van op mijn bank ter ondersteuning van de voorstellen die voorliggen. Ik vind dat de collegas uit de regio nogal defensief zijn wanneer zij worden geconfronteerd met de kritiek dat dit een streekgebonden dossier is. De benaming Zuid-Oost-Vlaanderen is een beetje misleidend. Het gaat eigenlijk om een zeer brede strook die deel uitmaakt van de Vlaamse Ruit, het economische hart van Vlaanderen. Daar wonen ongeveer een half miljoen mensen. De vraag is of men die strook op een fatsoenlijke manier zal ontsluiten dan wel of men het verkeer over secundaire wegen en over Gent en Brussel zal blijven sturen, met alle gevolgen die we nu kennen.
Dat is de vraag die voorligt. In de praktijk gaat het om een aantal detailsituaties, waarvoor dit misschien niet het forum is. Uiteindelijk is dit geen streekgebonden dossier. Het dossier overstijgt het regionale belang. Daarom zal ik de voorstellen van de meerderheid steunen. De bewoordingen van die voorstellen zijn echter vaak relatief braaf. Daarom steun ik ook graag een aantal voorstellen, zoals die van mevrouw Van der Borght.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat we deze voorstellen van resolutie hier kunnen bespreken, niet alleen wegens het belang van de betrokken weginfrastructuur maar ook omdat we nu eindelijk het verwijt kunnen counteren dat het Vlaams Parlement de veredelde versie is van de gemeenteraad van Antwerpen. Dit blijkt door de bespreking van vandaag duidelijk niet het geval.
Ik ga kort in op wat de heer De Meulemeester in het kader van het voorstel van resolutie zegt over de N60. Dat is inderdaad voor onze regio een heel belangrijk dossier. Het gaat zelfs om meer dan onze regio. Het pleidooi van de heer De Meulemeester was zeer uitgebreid. Hij gaf een goed historisch overzicht van dit dossier, dat helaas al veel te lang duurt.
Wij zullen vanuit de meerderheid dit voorstel van resolutie niet kunnen steunen omdat het technisch fout zit. Mijnheer De Meulemeester, wij spreken namelijk over drie en niet over twee tracés, zoals u verkeerdelijk stelt in uw voorstel van resolutie.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, ik ga niet in op de details van de dossiers. Ik wil toch de nadruk leggen op het belang hiervan en ook op het werk dat in het verleden al werd geleverd door mandatarissen van sp.a zowel lokale, provinciale als nationale mandatarissen. Daarnet werd al een stukje historiek geschetst. Dit zijn heel belangrijke dossiers voor de mobiliteit, de leefbaarheid, de economische leefbaarheid en de verkeersveiligheid. Daarom wilde ik er nog eens het belang van onderstrepen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.