Report plenary meeting
Report
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik wil deze motie even situeren. Toen we nog dachten dat we snel een regering zouden hebben door verkiezingen, in juni 2010, organiseerde Netwerk Vlaanderen een actie en schreef een rapport over milieuschadelijke investeringen door Belgische banken. Het gaat over investeringen in steenkoolcentrales, in ontginning van teerzanden, in activiteiten die leiden tot grootschalige ontbossing enzovoort.
Die actie werd voorgelegd aan een aantal politici en sommige gingen daarin mee. Daarbij waren mensen van mijn partij uiteraard. Vanuit Open Vld ondertekende Mathias De Clercq de eisen van Netwerk Vlaanderen. (Rumoer. Gelach)
Ik weet dat Mathias De Clercq af en toe wordt teruggefloten, maar goed. Vanuit sp.a ondertekende Bert Anciaux. (Rumoer. Opmerkingen)
Collegas, jullie hebben gelijk. Ik moet met betere namen voor de dag komen. Vanuit sp.a werd het ook ondertekend door onze alom gewaardeerde collega Bart Martens. (Applaus)
Het werd ook ondertekend door iemand van de N-VA, iemand die voor 99 procent van de tijd eerlijk is: Siegfried Bracke. (Gelach)
Mijn motie neemt de tekst van Netwerk Vlaanderen letterlijk over. Voor die politici zou het geen probleem mogen zijn. De focus ligt op de banken waarvan de Vlaamse overheid aandeelhouder is: KBC en Dexia. Zij kregen een kapitaalsinjectie van de Vlaamse overheid, die daardoor aandeelhouder werd. Dan lijkt het mij evident dat men ook iets te zeggen heeft over het beleid. Dat is een standpunt van Groen!: wie geld ter beschikking stelt, mag op zijn minst suggesties doen voor het beleid.
Dat is trouwens ook het N-VA-standpunt. Toen de kapitaalsinjecties ter sprake kwamen, heeft minister Bourgeois dat standpunt verwoord. Hij stelde dat tegenover dat geld eisen moet kunnen worden gesteld aan het beleid van die banken. Ik ben het daar volmondig mee eens.
Ik ga ervan uit dat de Vlaamse Regering kiest voor een duurzame economie. Dat schijnt toch een doelstelling te zijn van Vlaanderen in Actie (ViA). Daarom denk ik dat men deze motie toch zou moeten kunnen ondersteunen.
Ik heb deze motie al vroeger ingediend. Ze lag op 8 juli 2010 ter stemming voor. Toen verklaarde de meerderheid bereid te zijn een initiatief te nemen en een nieuwe motie op te stellen, samen met Groen!, die hier dan ter stemming zou worden voorgelegd. Ik heb mijn motie toen dus ingetrokken.
Ondertussen is dat acht maanden geleden. Sindsdien heb ik daar niets meer over gehoord. Ik heb meermaals gevraagd wanneer er nu een eerste voorstel komt. Ik heb dat gevraagd aan de heer Martens, aan de heer Caluwé, aan de heer Kennes. Ik heb niets ontvangen. Het lijkt me dus dat de meerderheid dit niet wil steunen.
Daarom zou ik graag hierover de stemming hebben. Ik hoop dat de mensen die destijds de actie hebben gesteund, dat nu ook doen en hun fractie ervan kunnen overtuigen om deze motie goed te keuren.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik heb nog even het woord gevraagd, omdat er in onze plaats wordt gedacht. Het verhaal van de heer Watteeuw klopt: de meerderheid hecht inderdaad veel belang aan de problematiek van die investeringen. De heer Watteeuw heeft dat ook uitvoerig gedocumenteerd. We werken aan een initiatief. Dat zijn ongeduld groot is, omdat er al veel tijd over is gegaan, kan ik begrijpen. We hebben hier net heel het betoog gehoord van de oppositie dat men soms dingen moet uitstellen tot ze volledig in orde zijn.
Mijnheer Watteeuw, het is niet zo dat we hier geen belang aan hechten. Wat dat betreft, denkt u in onze plaats. We hebben dat ook duidelijk getoond. We zullen hier niet in meegaan, om te beginnen omdat de tekst van Netwerk Vlaanderen zich enkel tot de banken beperkt. Als de discussie wordt gevoerd, dan moet ze ruimer worden gevoerd, namelijk over investeringen in bredere zin, ook van beursgenoteerde bedrijven. We hebben toen ook gezegd dat dit geen gemakkelijke kwestie is. Het is ook niet gemakkelijk om dat neer te schrijven. We zullen dit dus niet volgen, maar we zijn het er wel mee eens dat dit een belangrijke problematiek is.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de heer Crombez. Er werden hier inderdaad een aantal namen genoemd. We zijn een aantal zaken aan het onderzoeken. We mogen echter niet voorbijgaan aan de hoofdreden waarom de Vlaamse overheid eind 2008 de stap richting Dexia en KBC heeft gezet. In eerste instantie was dat om die banken te redden van een faillissement. Diegenen die namens de Vlaamse Regering in die organen opereren, nemen vanuit dat oogpunt ook een belangrijke plaats in met betrekking tot het overeind houden van die banken. Ik wijs op de gevolgen die er zouden zijn voor heel wat burgers in ons land.
We willen ons ook de vraag stellen in welke mate het ook een opdracht is van vertegenwoordigers in die banken om de stand van zaken te komen belichten in het Vlaams Parlement. We zullen dat voort bekijken, maar ik wil er ook niet bij voorbaat van uitgaan dat deze banken zich bezighouden met klimaatschadelijke investeringen.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, de heer Crombez heeft terecht onderstreept dat de meerderheid deze problematiek echt wel belangrijk vindt. Ook nu reeds hanteren heel wat beleggingsvehikels van de Vlaamse overheid, zoals het Vlaams Zorgfonds, het Spaarfonds, het Toekomstfonds, pensioenfondsen, allerlei fondsen die werken met middelen van de Vlaamse overheid of onder toezicht staan van de Vlaamse overheid, regels van ethisch beleggen. Dat kan diverse vormen aannemen. Heel wat van hun beleggingsproducten worden gekozen op basis van de ETHIBEL-standaard. Er gebeurt dus al heel wat. Er kunnen wellicht nog verbeteringen worden aangebracht, maar het is zeker niet zo dat er op dit moment nog geen keuzes worden gemaakt in die richting.
Voorzitter, ik noteer dat de meerderheid zegt ik zeg wel zegt belang te hechten aan wat in deze motie staat. Blijkbaar moet het toch niet zo belangrijk zijn, want de interpellatie die aan de motie ten grondslag ligt, dateert van 22 juni 2010. De motie is hier ter stemming voorgelegd op 8 juli. We zijn nu acht maanden later en er is geen enkel initiatief genomen. Niets, zelfs geen eerste zin is er op papier gezet of aan mij bezorgd. Niets. De meerderheid heeft op geen enkel moment zelf het initiatief genomen naar mij om te zeggen dat ze ermee bezig is of welke timing ze hanteert. Dat komt niet echt over alsof men belang hecht aan dit gegeven.
Ik heb nog eens de discussie opgezocht van 22 juni 2010 in de commissie. De meerheid hecht zeer veel belang aan dit gegeven maar niemand komt tussen. Niemand zegt: ik vind dat belangrijk. Of toch wel, de heer de Kort zegt dat je de steenkoolcentrale van E.ON niet zo negatief mag bekijken want daar zitten ook positieve aspecten aan. Het evolueert in de goede zin, de impact van de uitstoot van CO2 is nog altijd enorm maar men toont bereidheid om een bedrag vrij te maken voor investeringen in nieuwe technieken. Van de meerderheid komt er verder niemand tussen. Heel de uitleg die ik hier te horen krijg van de meerderheid, klinkt nogal hypocriet.
De heer Van Dijck zegt dat het in de eerste plaats de bedoeling was om de banken te redden. Dat is juist. Ik stel alleen vast dat minister Bourgeois op het moment van de redding zegt dat er garanties moeten zijn zodat deze banken meer zouden investeren in een regionale en duurzame of ethische economie. Hij heeft het inderdaad over een redding, maar zegt: als we redden, moeten we ook iets te zeggen hebben over het beleid. Dat is wat deze motie wil: ze wil dat we iets te zeggen hebben in de investeringen die gebeuren. Maar het is duidelijk dat de meerderheid zich probeert te verbergen achter de stelling dat ze nog wel iets zal ontwikkelen, maar eigenlijk durft ze deze motie niet goed te keuren.
Voorzitter, ik had het woord al gevraagd, maar na hypocriet genoemd te worden, wil ik het zeker vragen. Mocht de minister-president nog aanwezig zijn geweest, hij zou opnieuw zijn begonnen over op flessen trekken. Als men het zo scherp wil stellen door te verwijzen naar een aantal vergaderingen hierover en het niet tussenkomen van de meerderheid, wil ik dit zeggen: het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering, en niet alleen deze, hebben een punt gemaakt van ethische beleggingen. Ze waren de eersten die een groot fonds met een ethische beleggingsstrategie hebben opgelegd. Ze waren de eersten die een volledige ethische beleggingsstrategie hebben opgelegd aan de grote fondsen. Dat bestaat al lang in het Vlaams Parlement. Wij hebben dat altijd mee ondersteund, en wij niet alleen, maar vele partijen hier.
Men zegt dat de banken zouden worden bekeken op het beleid dat ze voeren ten aanzien van regionale en duurzame investeringen. Dat gebeurt ook. Dat wil niet zeggen dat er dan een motie moet komen die nog een extra element wil opleggen, dat niet eens een gemakkelijk element is en dat zelfs afwijkt van de bestaande ethische en duurzame strategieën. Als je daarover praat met ETHIBEL en Netwerk Vlaanderen, dan weet je wat de moeilijkheden zijn. Als men ons hypocrisie verwijt, wil ik zeggen dat we dat belangrijk vinden. Ik vind het nog altijd belangrijk om dat zelf te kunnen vinden zonder hypocriet genoemd te worden. We zullen daar verder initiatieven in nemen zoals dat de voorbije maanden en jaren al is gebeurd.
De heer Martens heeft het woord.
Ik begrijp het ongeduld van de heer Watteeuw, maar stellen dat er binnen de meerderheid nog niets is gebeurd, is niet juist. Er worden wel degelijk teksten besproken en dies meer. Dat we daar de andere partijen nog niet van in kennis hebben gesteld, heeft inderdaad te maken met de complexiteit van het gegeven en het feit dat het meer verdieping behoeft.
Het is ook onze bekommernis om de scope van deze motie uit te breiden. Ethisch beleggen gaat over meer dan het vermijden van het investeren in klimaatschadelijke activiteiten. Kijk naar de problematiek van de wapenleveringen aan dictatoriale regimes waar we nu opstanden zien. Het gaat dus over veel meer.
Kijk ook naar de criteria die ETHIBEL hanteert om te bepalen wat ethisch beleggen is. We willen de scope breder trekken dan wat in deze motie vervat is. We willen de scope ook verleggen van de banken en financiële instellingen die in de motie worden genoemd, naar fondsen die de overheid aanhoudt.
Ere wie ere toekomt, de heer Sannen heeft in de vorige legislatuur het initiatief genomen met een voorstel van resolutie over het ethisch beleggen van de middelen die we hadden opgespaard in ons Toekomstfonds. Dat voorstel van resolutie is hier kamerbreed goedgekeurd is ging qua scope veel breder dan wat in deze motie zit.
Uit het feit dat men acht maanden niets heeft gezien, leidt men verkeerdelijk af dat de meerderheid hierover niet bekommerd is. We maken er in elk geval verder werk van.
Collegas van de meerderheid, als een specifieke motie valt onder jullie bredere benadering, dan zie ik echt niet in wat het probleem is om deze motie te stemmen. Als het specifieke valt onder jullie brede aanpak, dan moet dit ook kunnen, en dan zal de bredere aanpak later komen.
De heer Martens nam net voor de verkiezingen deel aan een actie, hij wou dat duidelijk ondersteunen en mee realiseren. Hij heeft er nooit bij gezegd dat hij het eerst in een bredere benadering wil. Hij heeft gezegd dat hij het wil ondersteunen. Wel, dat hij nu kleur bekent. Ik kan alleen maar concluderen dat de heer Martens, ondanks de woordenbrij van de heer Crombez, Mathias De Clercq-gewijs wordt teruggefloten.
Mijnheer Watteeuw, we zoeken wel degelijk uit hoe we op de beste manier een duurzaam beleid kunnen voeren en duurzame investeringen kunnen doen. Maak het niet moeilijk. Als u zegt dat we niet via Dexia en KBC mogen investeren in financiële dienstverlening aan de nieuwbouw of vernieuwing van met steenkool gestookte elektriciteitscentrales, maak het dan niet moeilijk en verbied ze gewoon. Dan moeten we die investeringen niet verbieden, verbied dan zulke centrales, maar straks moet de lamp nog altijd branden.
Siegfried Bracke vond dit perfect verdedigbaar.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 3
Ziehier het resultaat:
109 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
7 leden hebben ja geantwoord;
101 leden hebben neen geantwoord;
1 lid heeft zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie niet aan.