Report plenary meeting
Report
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, u bent blijkbaar een minnaar van vossen in Vlaanderen. Ik zal dat even toelichten. Wij hebben in de commissie Leefmilieu gedebatteerd over de vossenplaag in Vlaanderen. We hebben het niet alleen gehad over het feit dat de vossen het jachtwild bedreigen en zelfs uitmoorden, maar ook dat de neerhofdieren kippen en pluimvee voor zij die niet in de materie thuis zijn worden getroffen.
Ik heb u in de commissie van 9 november de vraag gesteld en dit was uw antwoord: Als de evaluatie klaar is, zal ik de bevindingen ervan bekendmaken. Op dit ogenblik is het nog te vroeg om er uitspraken over te doen, maar ik herhaal dat ik bereid ben om, zodra er duidelijkheid over is, terug naar de commissie te komen.
We hadden met de voorzitter van de commissie, de heer Martens, afgesproken dat we dit thema na de begrotingsbesprekingen en na het reces, zouden hernemen. Wat lees ik echter tot mijn grote verwondering in Het Nieuwsblad van 20 december? U zegt in dat artikel dat het ontwerp van het Jachtvoorwaardenbesluit klaar is en ter tafel ligt. Minister, ik ben ontstemd en ook ontgoocheld. U had beloofd om met ons in de commissie te communiceren en te debatteren, maar u geeft er blijkbaar de voorkeur aan om met de pers te communiceren.
Bovendien is er een ander probleem. In uw demarche staat niets te lezen over een aanpak van het vossenprobleem. Integendeel, er wordt gesproken over een aantal vereenvoudigingen, maar niet over de kern van het probleem dat ons allemaal aanbelangt. Het vossenprobleem is een maatschappelijk probleem aan het worden, want het overstijgt het probleem van de jagers. Een aantal steden heeft al maatregelen moeten nemen omdat de bevolking wordt bedreigd door de vossen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega Sabbe, het gaat over een aanpassing van het Jachtvoorwaardenbesluit en niet van het Jachtdecreet. Wat staat erin? De Vlaamse Regering heeft heel trouw de resolutie van het Vlaams Parlement uitgevoerd die door meerderheid en oppositie is aangenomen in juli 2010. Het gaat over de zondagsjacht. In het besluit staan dus een aantal bepalingen die ook in de resolutie staan.
Daarnaast staan er ook een aantal administratieve vereenvoudigingen in, zodat de mensen die willen jagen niet gepest worden. U vraagt dat hier altijd, dus ga ik ervan uit dat u heel blij bent dat er een aantal formulieren worden vereenvoudigd. Het zal dus allemaal veel vlotter verlopen.
Er staan ook nog twee punten in die betrekking hebben op wilde zwijnen en op wilde katten. Het eerste is dat de bijzondere veldwachter meer mogelijkheden heeft om wilde zwijnen te bejagen binnen zijn jachtgebied en dat de melding ook wordt versoepeld. Wilde katten kunnen niet langer worden afgeschoten. De federale overheid heeft onlangs beslist om een grote sterilisatiecampagne voor de wilde zwerfkatten op te starten.
Wat betreft de vos staat er een bepaling in het besluit. Het betreft hier maar een eerste principiële en dus nog geen definitieve goedkeuring van het Jachtvoorwaardenbesluit, want er moet ook nog een advies van de Minaraad komen en uiteraard zal daarover ook in het parlement nog gediscussieerd worden. Wat met betrekking tot de vos? Dat is dat er meer aan populatieregulerende maatregelen kan worden gedaan als er effectief schade is op het terrein en dat kan binnen een straal van 500 meter van op de plaats waar de schade is ontstaan door iemand die uiteraard over een jachtverlof beschikt en met toestemming van de eigenaar.
Ik herinner me zeer goed de discussie en de vragen die ik heb gehad in de commissie Leefmilieu. De constante daar was dat er gezorgd moet worden dat men daarover in het najaar een beslissing neemt. De eerste principiële beslissing is genomen over het Jachtvoorwaardenbesluit en, ik herhaal, niet over een wijziging aan het decreet. Ik denk dat ik daarmee tegemoetgekomen ben aan de vragen vanuit het parlement, waaronder u, om snel vooruit te gaan en snel een principiële beslissing te nemen. Het is nog maar een eerste principiële beslissing. Daarover kan nog perfect overleg gepleegd worden en ik heb daar trouwens zelf niet actief over gecommuniceerd, mijnheer Sabbe.
Minister, wat betreft de aanpassing die u doet aan het Jachtvoorwaardenbesluit, kunnen we administratieve vereenvoudigingen alleen maar toejuichen. Ik heb het daarnet ook al gezegd. De vereenvoudigingen die er zijn, zijn een verbetering. Dat is duidelijk. Behalve de administratieve vereenvoudiging stellen we echter vast dat u aan de verdelging van predatoren, en dan spreek ik zowel over jachtwild als over wilde vogels en dergelijke meer, in feite niet tegemoetkomt, integendeel. Wat betreft de verwilderde kat klopt het dat dit al van toepassing was, maar het stond nog niet als dusdanig in het besluit. U hebt dat nu in het besluit ingebakken en daar gaat u in feite de verkeerde richting op. Want concreet hebt u niets gedaan aan de predatoren die zeer vernietigend zijn. Ik heb toen verwezen naar de studie die in Groot-Brittannië is gedaan over predatoren met en zonder verdelging en waar het duidelijk is dat er heel veel slachtoffers vallen.
De aanpassing beperkt zich tot een administratieve vereenvoudiging. U zegt dat u niet zelf actief naar de pers bent gestapt. Men kan dat uit dat artikel afleiden, maar toch hebt u al een ontwerpbesluit neergelegd in de ministerraad, vooraleer de commissie ten volle te kennen. Ik ben ervan overtuigd en dat blijkt ook uit de verslaggeving dat we afgesproken hadden dat we dat eerst in de commissie ten gronde zouden bespreken na de hoorzittingen. Dat is niet gebeurd en dat is ontgoochelend. Eens te meer is de pers belangrijker dan dit halfrond.
De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Sabbe verbaast er zich blijkbaar over dat er te weinig is gebeurd. We verbazen er ons veeleer over dat er een beetje te veel is gebeurd met het besluit van de Vlaamse Regering vorige week. De minister zegt dat het conform de resolutie is en dat klopt voor een deel die door het parlement is goedgekeurd. We hebben het gevoel dat de beslissing van de Vlaamse Regering toch wel iets verder gaat dan hier bedoeld was. We zijn daarover, mijnheer Sabbe, met de meerderheidspartijen nog in overleg. U hebt gelijk: er zijn heel wat gegevens uit die hoorzittingen gekomen. We denken ook dat daar rekening mee moet worden gehouden bij de uitstippeling van het beleid. De meerderheid is daarmee bezig. Ik hoor dat de minister zegt dat er nog een tweede lezing komt en ik hoop dat daar nog ruimte is voor aanpassingen. We zijn daar in elk geval voor. Ik ben het misschien op dit punt eens met u, mijnheer Sabbe, dat dit parlement in elk geval nog de gelegenheid moet krijgen om, als al er aanpassingen moeten gebeuren aan die acht voorwaarden, daarvoor de bakens uit te zetten.
De heer Peeters heeft het woord.
Ik heb in de commissie al gezegd dat de heer Sabbe de vos een beetje verwart met de witte pijpjes van de schietkramen. (Gelach)
Maar ik wil het daar nu niet over hebben, maar wel over de draagwijdte van de beslissing zoals ze nu in het ontwerp is voorgesteld. Minister, in artikel 21, punt 1, als het gaat over de populatieregulerende maatregelen, zegt u duidelijk dat na melding bij het ANB binnen die straal van 500 meter kan worden geschoten. Mijn vraag is of hier bedoeld is dat er met de kogel kan worden geschoten en of het mogelijk wordt gemaakt dat er s nachts wordt geschoten binnen een straal van 500 meter van bebouwingen.
De bezorgdheid om het nachtelijke jagen volledig te verbieden om veiligheidsredenen was immers ook in de commissie duidelijk merkbaar.
De heer Sintobin heeft het woord.
Het is de tweede week op rij dat ik het jammer vind dat hier een discussie wordt gevoerd over een onderwerp dat aan de commissie was toegezegd. Vorige week heeft de voorzitter van de commissie zijn belofte over de bespreking van het nieuwe Mestactieplan gebroken. Vandaag wordt de discussie over de bestrijding van de vos gevoerd.
Over de grond van de zaak moet ik de heer Sabbe echter bijtreden. Het resultaat is heel teleurstellend, minister. Nog voor het zomerreces hebt u aan de gemeenten beloofd regulerende maatregelen te zullen treffen ter bestrijding van de vos. Als ik nu zie wat het resultaat is en dat vergelijk met de batterij maatregelen die wel mogelijk zijn in Nederland, Duitsland en na een maatschappelijk debat ook in Engeland, is dit resultaat pover. Ik hoop dat er in de toekomst nog maatregelen komen ter bestrijding van de vos.
Ik stel vandaag nog eens vast dat de meerderheid verdeeld is. De heer De Meyer is jammer genoeg niet aanwezig. De uiteenzetting van de heer Vandaele was niet in overeenstemming met wat de heer De Meyer in het verleden over de vos in de commissie heeft gezegd.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Ik sluit mij graag aan bij de vraagsteller en de inhoud van sommige betogen. Minister, u wacht blijkbaar de bespreking van de nog komende resoluties niet af. We nemen daar akte van. We betreuren dat. Waarom werkt u niet aan een generieke maatregel in plaats van op het elan van de bestrijding voort te gaan? Ik denk dat we meer baat hebben bij een generieke maatregel dan bij maatregelen die in stukjes en brokjes naar voren worden geschoven, zoals de heer Sabbe zegt. Ik had daar graag een duidelijk antwoord op gekregen.
De heer Martens heeft het woord.
Wij houden van vossen, maar wij zijn ook verwonderd dat het debat in de commissie niet is afgewacht. Er was inderdaad toegezegd dat we na de hoorzittingen een debat zouden houden en dat daar een nieuw regime bestrijdingsmaatregelen tegen een aantal diersoorten vorm zou krijgen.
De vraag is ook of de nu genomen bestrijdingsmaatregelen tegen de vos wel een decretale basis hebben. Ik vermoed van niet. Dus denk ik dat de regering zich hier aan bevoegdheidsoverschrijding bezondigt.
Minister, u zegt dat u gevolg geeft aan een resolutie die hier met betrekking tot de zondagjacht is goedgekeurd. Dat klopt, maar dat betreft slechts een deel van de resolutie. In diezelfde resolutie hadden we immers ook gevraagd om een publiek toegankelijke website waar bejaging op zondag in natuurgebieden, domeinen en zo meer vooraf zou worden gemeld zodat jeugdverenigingen, wandelaars en recreanten zich op voorhand kunnen vergewissen of in een bepaald gebied gejaagd mag worden alvorens er recreatieve activiteiten te plannen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik kom hier niet meer tussen na de intro van de heer Martens. Ik geef wel mee dat, los van het besluit dat afgelopen vrijdag door de Vlaamse Regering is genomen, ik nergens heb horen vermelden dat dit de finale conclusie van het debat zou zijn dat wij in de commissie hebben gevoerd. Ik heb vastgesteld dat er een aantal maatregelen zijn genomen, ook maatregelen die tegemoetkomen aan een resolutie die in juli is goedgekeurd. Ik moet nog nagaan of daar de website als maatregel in werd opgenomen.
Er zijn wel enkele kleinere initiatieven genomen. De minister is inderdaad al herhaaldelijk gevraagd om al met iets te voorschijn te komen. Iedereen kan het hier met mij eens zijn dat dit op basis van de hoorzitting een zeer geladen dossier is omdat er veel betrokkenen zijn. Ik ga ervan uit, minister, dat in het licht van het komende debat in de commissie er nog met resoluties bij de Vlaamse Regering kan worden op aangedrongen om verder te gaan of een aantal andere punten te bespreken dan degene waartoe vandaag besloten is.
In de commissie hebben veel leden erop aangedrongen om heel snel een aantal maatregelen te nemen. We hebben dat nu gedaan, maar blijkbaar gaan we te snel en is dat niet goed.
We hebben geen grondige beslissingen genomen omdat het enkel gaat om de aanpassing van het Jachtvoorwaardenbesluit. Een aantal bijsturingen zijn belangrijk voor de jachtsector, maar we hebben inderdaad nog geen grootse dingen gedaan, omdat we wachten op het debat en eventueel ook nog aangekondigde resoluties in het Vlaams Parlement en in de commissie om het Jachtdecreet bij te sturen. Als we verder willen gaan, moeten we de decretale basis aanpassen. We hebben de juiste beslissing genomen om nu al bepaalde bijsturingen te doen, die ook gevraagd werden tijdens de hoorzittingen. De discussie ten gronde over het Jachtdecreet moeten we samen in de commissie uitpraten.
Het is belangrijk te weten dat dit maar een eerste principiële beslissing is. Als er uit de discussie in de commissie nog zaken komen waaruit blijkt dat het besluit moet worden aangepast, zijn we bereid om dat samen met de commissieleden te bekijken.
Mijnheer Peeters, u vroeg op welke manier de vos kan worden bestreden. Er zijn twee methodes om populatieregulerende maatregelen te nemen, namelijk het afschot en de kastval. Het is beperkt op basis van schade die moet geleden zijn, en tot een omtrek van 500 meter rond de plaats waar de schade heeft plaatsgevonden. (Opmerkingen van de heer Dirk Peeters)
Mijnheer Peeters, ik wil niet ingaan op uw vergelijking tussen de pijpjes en de vossen. Dat laat ik arbitrair aan u over.
Minister, ik denk niet dat u te snel bent gegaan. Ik heb liever dat u snel en grondig werk doet. U hebt iets willen doen en het was niet helemaal duidelijk wat dat was. De administratieve vereenvoudiging sta ik u toe. Voor het overige is er niets gebeurd. Is het zinvol om een ontwerp van decreet voor te leggen waar behalve dat, niets in staat?
Minister, het is duidelijk dat iedereen hier een grondige en totale aanpak vraagt. U moet Nederland niet altijd met ons vergelijken, maar hier is Nederland toch heel vergelijkbaar. Het naburige Nederland is een zegen voor de oostkust. Daar is heel het jaar door de bestrijding van de vos met alle middelen toegelaten, met vallen, kooien, aardhonden en het geweer. Daar is er in het wild- en vogelbestand een veel beter evenwicht dan bij ons, mede dank zij deze maatregel. Ik roep dus op om dit zo te doen. (Applaus bij LDD)
De heer Peeters heeft het woord.
Minister, ik vraag u uitdrukkelijk op welk moment die fameuze jacht met de kogel na melding kan gebeuren. Kan dat dag en nacht? Dat is toch een heel essentieel element, en dat kreeg om veiligheidsredenen veel aandacht in de commissie. Ik hoef enkel naar de heer de Kort te verwijzen om te zien wat er in Brasschaat op dat vlak ooit is gebeurd.
Mijnheer Peeters, u moet die vraag in de commissie stellen. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Mijnheer Watteeuw, ik pas het reglement toe. Het is niet aan mij om te beoordelen of de minister volledig heeft geantwoord. Ze heeft zes minuten tijd gehad om te antwoorden en als ze niet antwoordt, dan moet u dat daarna in de commissie regelen. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Ik was nu goedgezind, hou het zo.
Het incident is gesloten.