Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
Mevrouw De Vroe, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
De commissie Leefmilieu besprak op dinsdag 6 juli 2010 het voorstel van resolutie van de heren Bart Martens en Wilfried Vandaele, de dames Tinne Rombouts, Tine Eerlingen en Valerie Taeldeman, de heer Lode Ceyssens en mevrouw Els Robeyns betreffende de verlenging van het openbaar onderzoek rond het ontwerp van Milieubeleidsplan 2011-2015.
Ik schets even de voorgeschiedenis van dit voorstel van resolutie. Het ontwerp van nieuw Vlaams Milieubeleidsplan voor de periode 2011-2015 werd op 4 juni 2010 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Het ontwerp werd aan het Vlaams Parlement bezorgd en vervolgens op 22 juni toegelicht in de commissie Leefmilieu. Het Vlaams Parlement kan volgens het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid overigens ook een advies uitbrengen over dit plan. Er stond dezelfde commissievergadering ook een vraag om uitleg van collega Bart Martens aan minister Joke Schauvliege op de agenda over de organisatie van het openbaar onderzoek over dit nieuwe plan.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, wij hebben gisteren een discussie gehad over politiek fatsoen. Onder andere de fractievoorzitter van sp.a heeft ons toen geleerd wat dat is. Ik zou het heel vriendelijk vinden mocht hij zijn rug niet tonen aan mijn collega De Vroe.
Mevrouw Brusseel, als ik die verhalen hier moet beginnen te vertellen, ben ik wel een halfuur bezig.
Maar voorzitter, u vraagt toch vaak om de discussies in de koffiekamer voort te zetten?
Mevrouw Brusseel, u hebt groot gelijk maar dan gaan we dat bij alle fracties toepassen.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik heb het signaal van mevrouw Brusseel verkeerd geïnterpreteerd. Ik dacht dat we al inhoudelijk mochten tussenkomen.
Neen, mevrouw De Vroe brengt nog altijd verslag uit.
Het openbaar onderzoek van het milieubeleidsplan loopt van 14 juni tot 14 augustus en strekt zich dus uit over de vakantieperiode.
Mijnheer Watteeuw, u staat met uw rug naar mij toe. (Gelach)
Als we zo gaan beginnen, zijn we hier nog een paar uren bezig, vrees ik.
Sorry, mevrouw De Vroe, nu gaan wij u niet meer onderbreken.
De timing van het openbaar onderzoek is volgens sommige commissieleden ongelukkig omdat burgers, gemeente- en provinciebesturen en ook het Vlaams Parlement daardoor niet op een normale manier opmerkingen zouden kunnen formuleren over het ontwerpplan. De bepaling dat de Vlaamse Regering uiterlijk 8 maanden voor de voorziene datum van inwerkingtreding van het milieubeleidsplan het ontwerpplan voorlopig vaststelt, werd evenmin gerespecteerd.
Deze probleemstelling heeft aanleiding gegeven tot twee voorstellen van resolutie.
Het eerste voorstel van resolutie van de heren Hermes Sanctorum en Dirk Peeters van Groen! werd al op 29 juni in de commissie besproken. De heer Dirk Peeters zegt in de toelichting dat de indieners betreuren dat de Vlaamse Regering te laat kennis heeft gegeven van het ontwerp van milieubeleidsplan en dat het openbaar onderzoek volledig in de zomer zou vallen. Om zowel de burgers als de gemeenteraden en het Vlaams Parlement de kans te geven om opmerkingen te formuleren, na het dossier grondig te hebben bestudeerd en na kennis te hebben genomen van de adviezen van de lokale en andere adviesraden, wordt voorgesteld de termijn van het openbaar onderzoek te verlengen. Groen! vraagt ook dat de decretaal bepaalde informatie- en inspraakmomenten worden georganiseerd.
Dit eerste voorstel van resolutie werd kort besproken in de vergadering van 29 juni. Mevrouw Rombouts wees erop dat de administratie bij de toelichting van het plan in de commissie heeft bevestigd dat de nodige soepelheid aan de dag zal worden gelegd en dat alle ingediende adviezen ernstig zullen worden genomen. De timing van het openbaar onderzoek is decretaal vastgelegd, en het past niet in een resolutie aan de Vlaamse Regering te vragen om van het decreet af te wijken.
Indien een aanpassing van het decreet wordt overwogen, moet dit op een doordachte en evenwichtige wijze gebeuren. Er zijn nog andere openbare onderzoeken die in de zomer lopen en ook met de ruimere aanbevelingen van de commissie-Sauwens moet rekening worden gehouden. Mevrouw Rombouts pleit voor vertrouwen in de administratie en de minister om dit openbaar onderzoek tot een goed einde te brengen.
De heer Martens laat opmerken dat de minister in antwoord op de vraag om uitleg heeft bevestigd dat de decretaal geplande informatie- en inspraakmomenten zullen worden georganiseerd. Nu nog een decreetswijziging doorvoeren voor het einde van het openbaar onderzoek is qua timing niet realistisch. Uit de toelichting van de administratie bleek ook dat in de praktijk nog rekening kan worden gehouden met adviezen die de gemeenten en provincies in september uitbrengen.
De heer Sanctorum pleit ervoor toch een duidelijk signaal te geven aan de Vlaamse Regering dat op een soepele manier moet worden omgesprongen met de adviezen die in september zullen worden uitgebracht. Tot zover de bespreking in de commissievergadering van 29 juni.
In de vergadering van dinsdag 6 juli werd het voorstel van resolutie van de meerderheidsfracties, ondertekend door de heren Martens en Vandaele, de dames Rombouts, Eerlingen en Taeldeman, de heer Ceyssens en mevrouw Robeyns, aan de agenda toegevoegd. De heer Martens licht toe dat de minister intussen de opdracht heeft gegeven de provinciale informatie- en inspraakvergaderingen te organiseren en dat hiervoor data werden vastgelegd. Dat punt is dus niet meer in het voorstel van resolutie opgenomen.
Wel wordt de Vlaamse Regering gevraagd om rekening te houden met de adviezen die nog in september 2010 worden uitgebracht. Op die manier hebben ook de provincies nog de mogelijkheid om tot voor 1 oktober een advies uit te brengen. Voor de gemeenten was decretaal al in die mogelijkheid voorzien indien de gemeenteraad niet vergadert gedurende de maanden juli en augustus. De Vlaamse Regering wordt ook gevraagd de gemeente- en provinciebesturen aan te sporen om voor het formuleren van het eigen advies, het advies in te winnen van de gemeentelijke en provinciale milieuraden.
De heren Sanctorum en Peeters zien dit voorstel van resolutie van de meerderheid deels als positief, maar stellen dat het geen soelaas brengt voor de burgers die opmerkingen willen formuleren. Voor de burgers geldt immers de termijn van 60 dagen om opmerkingen te maken in het kader van het openbaar onderzoek dat door de gemeenten wordt georganiseerd.
De heer Martens laat opmerken dat het de gemeenten vrij staat om ook de laattijdig door burgers ingediende opmerkingen nog als bijlage bij het advies te voegen.
Ikzelf heb de beide voorstellen van resolutie gesteund omdat ze uitgaan van een soepele benadering van het openbaar onderzoek en de inspraak over het milieubeleidsplan. Het voorstel van resolutie van Groen! is wel minder vrijblijvend omdat er een officiële verlenging van de termijn in wordt gevraagd.
De heer Martens antwoordt dat er uitdrukkelijk voor werd gekozen om in het voorstel van resolutie niet te vragen aan de Vlaamse Regering om af te wijken van de decretale bepalingen. Om de termijn officieel te verlengen moet het decreet worden gewijzigd.
Het voorstel van Groen! werd verworpen met 7 stemmen tegen 3. Het voorstel van resolutie van de meerderheidsfracties wordt aangenomen met 9 stemmen voor bij 1 onthouding. (Applaus)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Onze fractie heeft een amendement ingediend naar aanleiding van de discussie die heel goed werd toegelicht door mevrouw De Vroe.
Het voorstel van resolutie van de meerderheid houdt een verbetering in. Dat is op zich een goede zaak. De meerderheid houdt echter te weinig rekening met het feit dat burgers in de tweede helft van augustus en september 2010, wanneer het openbaar onderzoek is afgerond, zullen merken dat met hun opmerkingen geen rekening zal worden gehouden. De gemeenten zouden hiertoe immers zelf iets moeten ondernemen. Het lijkt me dan ook beter de Vlaamse Regering te vragen de gemeenten te verwittigen. De gemeenten zouden de bezwaarschriften die na het openbaar onderzoek zijn ingediend en die bijgevolg onontvankelijk zullen worden verklaard, toch naar de Vlaamse overheid moeten opsturen. Hierdoor krijgt de Vlaamse Regering de mogelijkheid hier alsnog rekening mee te houden.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het eerst over de etiquette hebben. Wie vroeger bij Louis XIV, de Zonnekoning, werd ontvangen, mocht de audiëntie enkel achterwaarts verlaten. Niemand mocht de Zonnekoning ooit zijn rug laten zien. Ik weet niet hoe de heer De Wever daarnet het koninklijk paleis heeft verlaten. Ik hoop dat hij de moed heeft gehad die een Vlaming ooit bij de Zonnekoning heeft getoond. Jan Bart, de grootste zeerover die we na Piet Piraat ooit hebben gekend, heeft de audiëntie met zijn rug naar de Zonnekoning verlaten. Dat siert ons, Vlamingen. Ik denk dat we zo zijn. (Opmerkingen en gelach)
Nu kom ik tot de grond van de zaak. Wat staat er in feite in stuk 619? Blijkbaar adviseren de indieners de Vlaamse Regering zich te laten adviseren en zelf de lagere adviserende besturen te adviseren zich door ongetwijfeld goed ingelichte adviseurs te laten adviseren. Dat is de essentie van het voorstel van resolutie.
Ik wil dit nog aanvaarden, maar het Vlaams Parlement heeft zich al belachelijk gemaakt met de poppenkast die hier gisteren is opgevoerd. Dat was de la politique politicienne. Tot daar aan toe, maar we mogen ons niet belachelijk maken met het inhoudelijk werk dat we leveren.
Natuurlijk worden we geadviseerd. Natuurlijk gaan we ervan uit dat anderen ons adviseren. De vraag is of we die adviseurs moeten uitnodigen om dat advies te verlenen. Regeren is goed besturen. Een regering neemt kennis van zaken waar ze kennis van wil nemen. We hebben daar geen voorstellen van resolutie voor nodig. Ik zal me met betrekking tot dit initiatief dan ook onthouden. Ik denk dat dit ook voor de rest van mijn fractie geldt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil kort op het ingediende amendement reageren. We hebben die discussie tijdens de commissiebesprekingen ook al gevoerd. Ik vind het raar dat Groen! in verband met MINA 4 vindt dat een openbaar onderzoek te allen tijde niet meer in de zomerperiode mag worden gevoerd. De mensen zijn dan afwezig. Dit lijkt me niet enkel voor MINA 4 een belangrijk element. Dat geldt ook voor andere plannen.
Enkele maanden geleden hebben we in de ad-hoccommissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten een discussie over de versnelling van procedures gevoerd. De procedures slepen immers soms heel lang aan. Nu zouden we gedurende 2 maanden geen openbaar onderzoek mogen voeren.
Dit is een complexere discussie. We mogen dit niet snel voor MINA 4 doorvoeren. Dit kan niet in overweging worden genomen. De decretaal voorgeschreven procedure moet worden gevolgd. Dit betekent dat het openbaar onderzoek in de zomerperiode wordt gevoerd.
Ik zou nog even op de woorden van de heer Penris en mevrouw Rombouts willen reageren. Ik veronderstel dat iedereen het ermee eens is dat inspraak belangrijk is. Daar gaan dit voorstel van resolutie en ons amendement over. De organisatie van een inspraakronde tijdens het zomerverlof is eigenlijk een absurd idee. Eigenlijk worden de mensen uitgenodigd om niet te komen. De mensen zijn dan op vakantie.
Mevrouw Rombouts, we zijn het er absoluut mee eens dat dit niet enkel voor MINA 4 zou moeten gelden. Dit zou moeten gelden voor alle beleidsplannen en voor alle initiatieven waarvoor een openbaar onderzoek wordt georganiseerd.
Het punt is echter dat de Groen!-fractie in het verleden een voorstel van decreet heeft ingediend om geen openbaar onderzoek meer te organiseren in het zomerverlof. Dat werd toen weggestemd door de andere partijen.
Voor alle duidelijkheid: wij willen dit niet alleen voor MINA 4, maar ook voor andere beleidsplannen en initiatieven vanuit de overheid.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil erop wijzen dat het openbaar onderzoek 2 maanden duurt. Je moet al in het onderwijs staan of in het parlement zitten om 2 maanden vakantie te hebben. Ik denk dus dat de burgers wel de tijd hebben en alle kansen krijgen om bezwaren in te dienen.
Als indieners van dit voorstel van resolutie was het onze bekommernis dat de bestuursorganen die decretaal verzocht worden om een collegiaal overlegd advies uit te brengen, daartoe nog de kans zouden krijgen. Een van de instanties die verzocht worden om advies uit te brengen, is het provinciebestuur, via een beslissing in de provincieraden. We hebben gewoon vastgesteld dat drie op de vijf provincieraden voor het einde van de termijn voor het indienen van het advies, decretaal vastgelegd op 14 september 2010, niet meer samenkomen. Met ons voorstel van resolutie, waarin we aan de Vlaamse Regering vragen om toch nog rekening te houden met alle adviezen die zijn binnengekomen in de loop van de maand september, krijgen alle provincies de kans om rechtsgeldig een zinvol advies uit te brengen. Dat was de voornaamste bekommernis van de indieners van het voorstel van resolutie. Daarom meen ik dat wat hierin staat, correct is. Wij kunnen dat volgen.
Er is een groot verschil tussen individuele adviezen, die kunnen worden uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek, en collegiaal overlegde adviezen die verwacht worden van bestuursorganen die niet meer samenkwamen voor de eigenlijke deadline van 14 september 2010.
Ik wil mij aansluiten bij de heer Martens. Inspraak is inderdaad belangrijk, mijnheer Sanctorum, maar dan volgens de afspraken die vastliggen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over het amendement en over het voorstel van resolutie houden.