Report plenary meeting
Report
Voorstel tot verdaging van de stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik zou de stemming over deze motie willen laten uitstellen tot de volgende vergadering. In de aanloop naar deze vergadering heb ik vernomen dat de meerderheidspartijen bereid zijn een gezamenlijk voorstel uit te werken dat onze bekommernis deelt, dat dus wil voorkomen dat Vlaamse banken die worden gesteund door de Vlaamse overheid, investeren in klimaatschadelijke bedrijven. Dat initiatief komt er en als het tot een goed einde wordt gebracht, zal ik zelfs deze motie terugtrekken. Voorlopig wil ik de stemming over de motie echter gewoon laten uitstellen.
De heer Caluwé heeft het woord.
Ik heb geen enkel probleem met het verdagen van de stemming, ook niet met het engagement om daarover een gesprek te voeren, maar de invulling van het resultaat van dat gesprek laat ik alleen maar over aan uw interpretatie want het is niet de interpretatie die wij er aan geven. Dat wat de materie is van deze motie, zal in onze ogen niet in die resolutie worden opgenomen. Laat dat duidelijk zijn. Over de globale problematiek kunnen we wel praten.
We gaan nu geen inhoudelijk debat voeren. De vraag is of u akkoord gaat om dit te verdagen of niet.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, het gaat wel over een heel erg principieel debat. Kan een parlement aan een regering vragen dat ze haar bestuurders een opdracht geeft? Iedere bestuurder in een raad van bestuur heeft bij mijn weten bestuurdersverantwoordelijkheid. Om die reden denken wij dat dit niet kan.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat het in eerste orde aan de heer Watteeuw is om uit te maken of deze motie ter stemming voorligt of niet.
De heer Watteeuw vraagt om het te verdagen tot september. Het staat op de agenda. Je kunt zomaar niet te pas en te onpas allerlei dingen van de agenda halen. Het is het parlement dat beslist.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wij stemmen bij zitten en opstaan over het voorstel tot verdaging van de stemming.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot verdaging van de stemming is aangenomen.