Report plenary meeting
Report
Opheldering over de stand van zaken en voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Sanctorum bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, voor we aan het vragenuurtje beginnen, wil ik eerst nog het volgende kwijt.
Voorzitter, ik heb een actuele vraag ingediend naar aanleiding van de beslissing van minister Schauvliege en de Vlaamse Regering over het invoeren van een norm voor straling van gsm-zendmasten en dergelijke. Ik vind het een schande dat die vraag werd geweigerd.
Ik wil me niet tegen u persoonlijk richten, voorzitter, u hebt gewoon het reglement toegepast. Maar misschien is er iets mis met dat reglement. Als een minister een beslissing neemt die regelrecht ingaat tegen het advies van de Hoge Gezondheidsraad, tegen tal van gezondheidsexperts en tegen een unaniem goedgekeurde resolutie van het Vlaams Parlement, dan is er een probleem. Overigens werden er hoorzittingen georganiseerd over de operationele haalbaarheid van normen, en net in het midden van die reeks hoorzittingen neemt minister Schauvliege een beslissing die haaks staat op wat naar voren kwam in de hoorzittingen.
Daarbovenop, en dat vind ik het ergste van al, heeft de minister gelogen in haar communicatie. Ze heeft echt gelogen. Als ik mijn vraag had kunnen stellen, had ik dat kunnen aantonen. De minister heeft gelogen in haar communicatie over de stralingsnormen. Ik vind het dan ook een probleem dat ik daar geen vraag over kan stellen in de plenaire vergadering. Ik vraag me soms af in dit soort discussies waar de grote voorvechters zitten van de parlementaire democratie. Wat voor zin heeft het om resoluties goed te keuren die naar de prullenmand verhuizen? (Applaus bij Groen!)
Mijnheer Sanctorum, zoals u opmerkte, heb ik mij gebaseerd op het reglement. Als voorzitter moet ik dat doen. Ik verwijs naar artikel 80, 4, c: Onontvankelijk zijn (...) vragen over aangelegenheden waarover voordien al in de loop van dezelfde zitting (...) een ontwerp of voorstel van decreet (...) is ingediend.
U hebt in de loop van deze zitting inderdaad al een voorstel van decreet ingediend samen met de heer Peeters houdende de bescherming tegen de eventuele schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen. U hebt ook een actuele interpellatie ingediend op 22 februari die door het Uitgebreid Bureau op diezelfde dag werd geweigerd.
U voert vandaag een nieuw feit aan: de regeringsbeslissing van 2 april 2010. Ik pas zuiver het reglement toe. Als ik dat niet doe, is er volgende week weer een voorval. Als ik dat niet doe, kan men mij verwijten dat ik twee maten en twee gewichten hanteer. Dat is niet de bedoeling! U kunt bij de bespreking van het voorstel van decreet te allen tijde de regering vorderen in de commissie. Ik zou u dat aanraden. U kunt in de commissie vragen om een toelichting van minister Schauvliege.
Ik stel u ook voor omdat we het hele reglement aan het herzien zijn om via uw fractievoorzitter, de heer Watteeuw, suggesties te doen voor de aanpak van zulke situaties in de toekomst. Ik pas het reglement toe, niets dan het reglement.
De heer Sauwens heeft het woord.
Ik wil zeker geen inhoudelijk standpunt innemen in de discussie. Ik heb sinds 1985 ervaring in het parlement. Het vragenuurtje, zoals het in de Kamer en later in het Vlaams Parlement werd ontwikkeld, is in grote mate gebaseerd op het Britse question time. Iedere volksvertegenwoordiger kan in die tijd de vraag stellen die hij zelf wil, in de bewoordingen die hij wenst, en op het ogenblik dat hij dat nuttig acht. Daar staat geen Bureau boven dat recht. Het reglement is er om de werkzaamheden te regelen, maar mag geen belemmering vormen voor het recht op vraagstelling van ieder individueel parlementslid. Voorzitter, ik zou u willen vragen om het reglement toe te passen in de geest van de betekenis en niet in de letterlijke zin.
We hebben het er al over gehad, in bepaalde commissies wordt tot 60 percent van de vragen afgewezen. De beoordeling of de vraag terecht of niet terecht is, de inhoudelijke toetsing ervan, is mijns inziens het recht van het individuele parlementslid. Of een vraag belangrijk is of relevant, wordt beoordeeld door de vraagsteller die enkel verantwoording moet afleggen aan zijn kiezers en aan de bevolking.
Dat kunnen vragen zijn die misschien ooit al eerder in het parlement aan bod zijn gekomen. Zeker wat het vragenuurtje betreft, vind ik dat u iets toleranter zou moeten zijn dan vandaag het geval is.
Mijnheer Sauwens, het afwijzingspercentage van de actuele vragen bedraagt welgeteld 5 percent. Ik heb vandaag alle vragen beoordeeld. Die worden door de administratie heel goed voorbereid. Behalve de vraag van de heer Sanctorum, zijn alle vragen doorgelaten. Dat is de afgelopen maanden altijd zo gebeurd.
Als er een reglement is, dan pas ik dat toe. U kunt knikken, maar wanneer ik dit morgen op een andere manier doe, dan zal een andere fractie vinden dat ik met twee maten en gewichten werk.
Wat een wijziging van het reglement betreft, heeft uw fractieleider van mij een brief gekregen. Ik wacht op suggesties over de evaluatie van alle controlemiddelen. Als morgen het reglement wordt veranderd, dan heb ik daar geen probleem mee. Ik pas puur het reglement toe.
Mijnheer de voorzitter, ik vind het jammer dat er vandaag geen actualiteitsdebat wordt gehouden over de splitsing van het kiesarrondissement BHV. Ik denk dat er intussen dankzij de Waalse media al wel voldoende materiaal beschikbaar is om daar een nuttig debat over te houden. Net als de heer Sanctorum, verwijt ik u dat absoluut niet, maar eventueel wel de andere partijen zoals die van u die bij monde van uw voorzitter liever stoere verklaringen aflegt op televisie dan hier in deze vergadering.
Voor de duidelijkheid, mijnheer Vereeck: we hebben het nu over de problematiek van de vraag van de heer Sanctorum. Het kan niet de bedoeling zijn een debat te voeren over vanalles en nog wat.
Ik wil graag met de deur in huis vallen. Op basis van artikel 69 van het reglement wil ik de hoogdringende behandeling vragen van een voorstel van resolutie met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde dat wij aan uw dienst hebben overgemaakt. Zo kunnen we vanuit het Vlaams Parlement nog wat wegen op de besluitvorming in de federale Kamer en moeten we niet volgende week achter de feiten aanhollen, terwijl het kalf dan misschien al verdronken is.
We zullen ons daar straks over uitspreken.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik betreur eveneens dat wij geen actualiteitsdebat konden houden omdat zelfs de oppositie in dit parlement of een bepaald deel daarvan daar niet toe geneigd was. In dat licht hebben wij een voorstel van resolutie ingediend over deze aangelegenheid waarvan wij de hoogdringende behandeling vragen, zodat op zijn minst het parlement zich kan uitspreken over deze aangelegenheid.
We zullen ons daar straks over uitspreken.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de heer Sanctorum wilde zeker geen steen naar u werpen. Ik wil dat nog eens herhalen. U hebt het reglement toegepast. Maar het is toch godgeklaagd dat parlementsleden worden geblokkeerd in hun activiteiten omwille van de werkzaamheden van dit parlement, dus omdat er een voorstel van decreet is, en dat de minister dit arrogant aan de kant kan schuiven en daar gewoon geen rekening mee houdt. Dat is een onevenwicht dat in een volgende versie van het reglement moet worden aangepast.
Mijnheer Watteeuw, als u een interpellatie indient op 22 februari, dan staat het u volkomen vrij om de volgende dag een vraag om uitleg in te dienen, die voor te leggen aan de desbetreffende commissievoorzitter en daarover een debat te houden in de commissie. Ik som u de mogelijkheden op. Ik pas het reglement toe en niets anders dan het reglement. Ik heb dat begrepen van u en ik dank u daarvoor. Ik was natuurlijk bezorgd wat u nu weer van mij zou zeggen.
Ik durf geen slechte dingen te vertellen over u.
Het incident is gesloten.