Report plenary meeting

De heer Van Hauthem heeft het woord.

Minister-president, gisteren heeft de minister van Binnenlands Bestuur ons in de commissie meegedeeld dat hij het besluit heeft genomen om de drie kandidaat-burgemeesters van Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem niet te benoemen. Dat lijkt ons in elk geval niet meer dan logisch, want het ligt in het verlengde van wat in het regeerakkoord staat.

Is de beslissing van minister Bourgeois gedragen door de hele Vlaamse Regering? Het decreet zegt dat het de Vlaamse Regering is die benoemt, en dus eventueel niet benoemt, maar vanochtend hoorde ik minister Lieten op de radio zeggen dat men, afhankelijk van de oplossing die koninklijk onderhandelaar Jean-Luc Dehaene zou voorstellen, eventueel nog afstand kan nemen van die beslissing. Is het besluit van minister Bourgeois gedragen door de hele Vlaamse Regering, ja of neen?

Een tweede element zijn de uitspraken van de heer Maingain, die vanochtend in de krant gepubliceerd zijn en die hij op de radio heeft bevestigd. Hij zegt dat die politiek overeenkomt met de praktijken van tijdens de Duitse bezetting. Ik vind, minister-president, dat u daar niet zo licht overheen mag gaan. De heer Maingain vergelijkt het niet-benoemen van burgemeesters met de bezettingsperiode en zegt letterlijk: “Het is zoals men tijdens de bezetting burgemeesters benoemt omdat ze de bondgenoten zijn van de bezetter.” Dat betekent dus blijkbaar, minister-president, dat wij als Vlaanderen de faciliteitengemeenten bezetten en dat de Vlaamse Regering alleen maar burgemeesters benoemt die collaboreren met de bezetter.

– De heer Carl Decaluwe, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.

We moeten daar eens ernstig over nadenken, collega’s. Wanneer de heer Maingain dat zegt, weet hij zeer goed wat hij zegt en doet. We hebben al alles over ons heen gehad. We zijn Miloševićen, we zijn etnische zuiveraars. Nu gaat men nog een stap verder en zegt men eigenlijk dat niet alleen minister Bourgeois maar heel de Vlaamse Regering en heel Vlaanderen, dat achter dit beleid staat, voor een stuk nazi’s zijn, of ten minste praktijken uitoefenen die vergelijkbaar zijn met die van de Duitse bezetter.

Minister-president, dit is niet op het randje. Dit is niet over het randje. Dit is ver over de rand. Dit is geen brug te ver. Dit zijn geen twee bruggen te ver. Het is gewoon crapuleus. En dus wil ik u vragen om die vergelijking niet alleen onaanvaardbaar te vinden, maar ook om als minister-president van deze Vlaamse Regering en de hele Vlaamse Gemeenschap formeel verontschuldigingen te vragen van de FDF-voorzitter.

Mijnheer Van Hauthem, u hebt al het dubbele van de spreektijd gebruikt. U stelt nu de vraag.

Als u hier op deze tribune staat, zal ik het ook eens doen.

Ik zal mijn vraag herhalen, minister-president.

Mijnheer Van Hauthem, u gaat nu afronden en uw vraag stellen.

U vindt het niet ernstig? (Opmerkingen van de voorzitter)

Ik zal de vraag stellen. Laat ze mij stellen.

Minister-president, ik wil dat u namens de Vlaamse Gemeenschap ten aanzien van FDF-voorzitter Maingain en ten aanzien van de heer Reynders, die de kartelvoorzitter is en die blijkbaar weigert afstand te nemen van die uitspraken, vraagt om formeel excuses aan te bieden en dat u er hen op wijst dat wij anders alle samenwerkingsverbanden met het federale niveau zullen moeten opzeggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)

Minister-president Peeters heeft het woord.

Ik zal vrij kort, maar duidelijk zijn: de uitspraken van de heer Maingain zijn onaanvaardbaar. Ik wil onderstrepen dat zo’n uitspraak te zot om los te lopen is. Ik kan mij aansluiten bij de reacties die op het federale niveau zijn geformuleerd door vicepremier Vanackere en minister Vanhengel. Zij hebben heel duidelijk gezegd dat dit er ver over is. Ik denk dat dit volstaat. Formele excuses en dergelijke zouden te veel belang hechten aan diegene die die uitspraken heeft gedaan. Ik zeg u zeer formeel dat ik als minister-president zo’n uitspraak onaanvaardbaar vind.

Dat voor wat betreft uw tweede vraag. Nu uw eerste vraag. Minister Bourgeois, die de bevoegdheid heeft om zulke beslissingen te nemen, heeft mij geïnformeerd dat hij die beslissing zou nemen. Minister Bourgeois heeft die beslissing gisteren in de commissie bekendgemaakt. Deze beslissing, rekening houdende met de bevoegdheid van minister Bourgeois, is een beslissing die genomen is en ik heb daar verder geen commentaar op te geven. Minister Bourgeois heeft, met zijn kennis van het dossier en met de precedenten in dit dossier die door de Vlaamse minister en door de vorige Vlaamse Regering zijn genomen, zijn besluit genomen.

U hebt één minuut, mijnheer Van Hauthem.

Zet dan nu de klok stil.

Reglement is reglement, mijnheer Van Hauthem. U maakt deel uit van het Bureau. Doe een voorstel om het reglement aan te passen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)

Ik stel vast, ten eerste ten aanzien van de beslissing van minister Bourgeois, dat u daarin niet namens de Vlaamse Regering collegiaal bent. U neemt daar alleen akte van.

Ik respecteer die beslissing.

U respecteert de beslissing. Ik neem akte van het feit dat u alleen maar akte neemt van de beslissing van minister Bourgeois, die binnen zijn bevoegdheidsdomein blijft. En dat u geen afstand neemt van minister Lieten, die vanochtend heeft gezegd dat we daar eventueel nog afstand van kunnen nemen. Dat zegt al veel.

Ten aanzien van de uitspraken van de heer Maingain zegt u dat het onaanvaardbaar is maar dat u niet, zoals wij vragen, als minister-president formeel over zoiets crapuleus ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap excuses wilt eisen. In 1993 werd de heer Luc Van den Brande – en u zult dat nog weten, mijnheer Van Rompuy –, door Philippe Moureaux uitgescholden voor ‘Gauleiter’. Hij wist ook heel goed wat hij toen zei omdat dat zo gevoelig ligt. Toen is de heer Van den Brande bij de heer Dehaene gaan eisen dat dat werd rechtgezet. Dat is toen ook gebeurd. Minister-president, ik betreur dat u niet namens de hele Vlaamse Regering en de hele Vlaamse Gemeenschap ten aanzien van Maingain en ten aanzien van Reynders officieel excuses eist. (Applaus bij het Vlaams Belang)

De heer Gatz heeft het woord.

Voorzitter, het zal niemand verwonderen dat we niet enkel akte nemen van de beslissing van minister Bourgeois, maar dat we het ten gronde eens zijn met deze beslissing. De reden is eenvoudig. Toen hij nog minister van Binnenlandse Aangelegenheden was, heeft de heer Keulen dezelfde beslissing genomen. Deze beslissing is toen niet lichtzinnig genomen. Ik neem aan dat dit nu evenmin het geval is.

Het is jammer dat we moeten vaststellen dat bepaalde burgemeesters meer dan eens de wet overtreden en zichzelf op die manier buitenspel zetten. Ze kunnen überhaupt niet tot burgemeester worden benoemd.

Ik kan uiteraard niet voorbijgaan aan de zeer merkwaardige uitspraken van de heer Maingain. Ik zou deze uitspraken potsierlijk kunnen noemen. Ik zou kunnen proberen iets humoristisch te maken van zijn verwijzingen naar de Duitse bezetter. Het lijkt me moeilijk Vlamingen in hun eigen gemeenten voor bezetter uit te schelden. Ik vind het echter niet grappig. Zijn uitspraken zijn overtrokken, overdreven en onaanvaardbaar. Ik sluit me dan ook aan bij de distantiëring van een aantal mensen, waaronder de minister-president, van die uitspraken.

Het belangrijkste element in de discussie is hier nog niet aan bod gekomen. Ik vraag de minister-president niet onmiddellijk een standpunt in te nemen. Ik spreek me ook niet uit over de timing van de beslissing. Dat is de verantwoordelijkheid van minister Bourgeois. Minister Bourgeois is, misschien ongewild, in een misschien zelfs dodelijke paringsdans met de heer Maingain terechtgekomen. We mogen ons echter niet onttrekken aan de belangrijkste discussie. Er moet een snelle oplossing voor het dossier-BHV komen. Dit is belangrijk voor Vlaanderen en voor heel het land. We moeten de hypotheek van dit dossier lichten om tot andere gewichtige dossiers te kunnen overgaan. Het economisch herstel van het land, onze economische concurrentiepositie en de sociale zekerheid zijn slechts enkele voorbeelden.

De heer Van Rompuy heeft het woord.

Voorzitter, ik wil me bij de minister-president en de heer Gatz aansluiten. De woorden van de heer Maingain zijn verwerpelijk en buiten proportie. We zijn dit al gewoon. Dit sujet heeft al herhaaldelijk op deze manier gesproken. Ik sluit me aan bij de woorden van de minister-president.

We moeten opletten dat we niet op zijn provocaties ingaan. De heer Maingain wil immers iets bereiken. Hij wil niet dat BHV wordt gesplitst. We werken momenteel aan een onderhandelde oplossing. De heer Maingain wil niet dat er wordt onderhandeld. Hij wil geen splitsing. Mijn fractie wil een onderhandelde oplossing. We zullen dan wel zien hoe die er precies uitziet. Indien er geen onderhandelde oplossing zou komen, zullen we in de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot een stemming overgaan. Ons standpunt blijft op dit vlak ongewijzigd. We moeten echter opletten. We mogen niet systematisch op de provocaties van de heer Maingain ingaan. Hij wil het politiek klimaat dermate verzieken dat er geen splitsing komt. We ijveren hier al jaren voor. Hij mag dit niet bereiken We moeten dit voorkomen.

De heer Demesmaeker heeft het woord.

Voorzitter, het klopt dat we niet op de provocaties van de voorzitter van het FDF mogen ingaan. Zijn woorden zijn het niet waard.

Wat BHV betreft, ligt de oplossing voor de hand. Er ligt een wetsvoorstel klaar. De partij van de heer Van Rompuy heeft dit wetsvoorstel zelf mee geschreven en ondertekend. We kunnen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers tot een stemming overgaan.

Ik dacht dat we het stadium van uitlatingen als die van de heer Maingain voorbij waren. Ik hoopte dit echt. Ik stel voor niet in hetzelfde jargon te vervallen. We kunnen best niet op dergelijke provocaties ingaan. Een groot gedeelte van Vlaanderen voelt zich allicht gekwetst. De wijze waarop de heer Reynders hier stilzwijgend niet op heeft gereageerd, stemt trouwens tot nadenken.

Laat ons gewoon erop wijzen dat de beslissing van minister Bourgeois betekent dat Vlaanderen de rechtsstaat respecteert. Want wie verkozen is voor een lokaal uitvoerend mandaat, moet werken binnen het wettelijke kader. Hij moet de wetten en decreten respecteren, ook al is hij het er niet altijd mee eens. Dat is de grond van de zaak.

Ik wil herhalen dat de uitspraken van de heer Maingain onaanvaardbaar zijn. Dit is een belangrijk signaal, ook vanuit dit parlement. Excuses vragen en dergelijke, zou te veel eerbied voor die persoon impliceren. Ik respecteer de beslissing van minister Bourgeois, zoals die van toenmalig minister Keulen. Minister Bourgeois nam de beslissing binnen de grenzen van zijn bevoegdheden. Dat is heel duidelijk.

Dat laatste is helemaal niet duidelijk. U hebt niet geantwoord of de hele Vlaamse Regering daarachter staat. Dit is heel duidelijk: er is een meningsverschil in de Vlaamse Regering.

Dat is niet waar.

U fluit uw viceminister-president, mevrouw Lieten, die daar bedenkingen bij had, niet terug.

U kunt 25 keer zeggen dat we niet te veel aandacht aan de heer Maingain moeten besteden, maar dergelijke beschuldigingen gaan zo ver en zijn zo crapuleus en zo onaanvaardbaar dat men daar wél aandacht aan moet besteden. Mijnheer Van Rompuy, het is immers met die man dat de heer Dehaene aan het onderhandelen is. Hij onderhandelt met de MR en de FDF om zogezegd tot een onderhandelde oplossing te komen.

U zegt dat u de woorden onaanvaardbaar vindt, dat zou er nog maar aan mankeren! Het zou nuttig zijn dat u premier Leterme eens opbelt om hem te vragen of het echt niet mogelijk is dat hij vicepremier Reynders vraagt om die kerel terug te fluiten. Want de heer Reynders verroert zich niet en neemt geen afstand van wat hij zei. Ook de positie van de MR is dus duidelijk. Wij zijn een gemeenschap die in de faciliteitengemeenten de praktijken van de Duitse bezetter imiteert. De heer Reynders bevestigt dat door van die woorden geen afstand te nemen. Maar wij gaan niet verder dan te zeggen dat dit onaanvaardbaar is.

We moeten verder gaan dan dat. Maar ik begrijp u wel. Premier Leterme heeft deze namiddag in de Kamer gezegd dat hij de ‘provocaties’ betreurt. Hij had het over provocaties, in het meervoud. Ik neem aan dat hij het heeft over de provocatie van de minister van Binnenlands Bestuur en de provocatie van de heer Maingain. In die context begrijp ik dat u geen officiële demarche onderneemt bij premier Leterme. Wij betreuren dat. (Applaus bij het Vlaams Belang)