Report plenary meeting
Voorstel van resolutie betreffende het nieuwe klimaatverdrag van Kopenhagen
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van de voorstellen van resolutie.
Het voorstel van resolutie van de heren Hermes Sanctorum, Filip Watteeuw en Dirk Peeters werd door de commissie verworpen.
Bij brief van 9 december 2009 heeft de heer Filip Watteeuw verzocht het op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
Is het parlement het eens om de bespreking hiervan aan te vatten? (Instemming)
Mevrouw Taeldeman, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Mijnheer de voorzitter, collegas, zoals afgesproken in de commissie Leefmilieu leg ik samen met mevrouw De Vroe het verslag voor.
De Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed besprak op 8 december 2009 drie voorstellen van resolutie over het nieuwe klimaatverdrag waaraan momenteel op de Internationale Klimaatconferentie in Kopenhagen wordt gewerkt. Er was een voorstel ondertekend door leden van de Groen!-fractie, een voorstel van leden van de Open Vld-fractie en een meerderheidsvoorstel van leden van sp.a, CD&V en de N-VA.
Eerder had de commissie al hoorzittingen en een gedachtewisseling met de minister gehouden over de uitdagingen van de klimaatconferentie. Op verzoek van de commissie heeft ook de Minaraad recent een advies uitgebracht over de klimaattop. De commissie begon dus niet onvoorbereid aan het debat.
De bespreking van gisteren gaf aanleiding tot de indiening en goedkeuring van een nieuw voorstel van resolutie, ingediend door de meerderheidsfracties en Open Vld. Daar kom ik straks op terug.
De onderhandelingen in Kopenhagen komen volgende week in een cruciale fase. De resoluties die gisteren op tafel lagen, hadden telkens de bedoeling om aanbevelingen en een duidelijk kader mee te geven aan de Vlaamse delegatie die volgende week mee de uiteindelijke politieke onderhandeling zal voeren. Daarnaast bevatten ze ook aanbevelingen voor het interne Vlaamse klimaatbeleid.
Het zou ons hier te ver leiden om alle aanbevelingen te overlopen. Mevrouw De Vroe zal de belangrijke discussiepunten in de commissie toelichten en daarna zal ik kort ingaan op de inhoud van het uiteindelijk goedgekeurde voorstel.
Mevrouw De Vroe, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Mijnheer de voorzitter, het debat in de commissie is gisteren als volgt verlopen. De heer Sanctorum verdedigde het voorstel van de Groen!-fractie. Belangrijke verschilpunten met het voorstel van de meerderheid zijn volgens hem dat aan de Vlaamse Regering wordt gevraagd een jaarlijkse reductie van de eigen broeikasgassen vast te leggen met 3 percent in een eigen Klimaatdecreet. Een ander belangrijk punt is dat de Vlaamse Regering er in Kopenhagen voor moet pleiten dat de sterkste schouders effectief de zwaarste lasten dragen, in de eerste plaats door de klimaatsteun van Noord aan Zuid additioneel te laten zijn en dus niet in mindering te brengen op de middelen voor ontwikkelingssamenwerking of op de eigen inspanningen om de klimaatdoelstellingen te halen.
De heer Bart Martens wees erop dat het niet altijd mogelijk is het onderscheid te maken tussen wel en niet klimaatgerelateerde ontwikkelingshulp. Het voorstel van de meerderheid lost dit op door te stellen dat de klimaatfinanciering de realisatie van de millenniumdoelstellingen niet in de weg mag staan. De vastlegging van een percentage voor Vlaamse reductie vindt de heer Martens overhaast, gezien de uitkomst van de klimaattop nog niet bekend is wat betreft doelstellingen en lastenverdeling. Eenmaal het Belgische aandeel in de Europese reductie bekend zal zijn, staan we bovendien nog voor een kostenefficiënte en sociaal rechtvaardige lastenverdeling binnen België.
De heer Sanctorum repliceerde dat op federaal niveau wel het principe van een klimaatwet werd aanvaard en dat in het Waalse en Brusselse regeerakkoord een reductie van 40 percent tegen respectievelijk 2020 en 2025 is ingeschreven. Het ontbreken van een concrete doelstelling is volgens het lid symptomatisch voor het hele Vlaamse milieubeleid. Het voorstel van de meerderheid voegt niets toe aan het standpunt dat door de Europese Unie zal worden verwoord.
Mevrouw Rombouts erkent dat het meerderheidsvoorstel rekening houdt met het standpunt van de EU, maar de vermelde aandachtspunten gaan soms ook verder dan dat. Wat betreft de Vlaamse doelstellingen, geeft ze er de voorkeur aan de hoogte van het reductiepercentage pas te bepalen wanneer alle feitelijke gegevens bekend zijn. Verder heeft mevrouw Rombouts twijfels bij de uiteindelijke resultaten die Wallonië en Brussel op het einde van de beleidsperiode zullen kunnen voorleggen, omdat niet duidelijk is hoe ze die doelstellingen kunnen bereiken. Om concrete resultaten te kunnen voorleggen, is bovendien de steun van het middenveld nodig.
Ikzelf heb het voorstel van de Open Vld-fractie toegelicht, en gemeld dat het een krachtiger signaal zou zijn wanneer alle partijen op één lijn dezelfde resolutie zouden goedkeuren, zoals ook in de Kamer is gebeurd. Open Vld kan zich vinden in het voorstel van de meerderheid, als ook de nadruk wordt gelegd op de ecologische innovatie en nieuwe technologieën. Door daarvoor te kiezen kan de Vlaamse Regering de eigen doelstellingen inzake CO2-reductie halen. Bovendien zal het ontwikkelen van deze technologieën een meerwaarde betekenen voor de Vlaamse bedrijven omdat die ook in de rest van de wereld kunnen worden gerentabiliseerd.
Mevrouw Van den Eynde wees erop dat voor een sterk geïndustrialiseerde maar technologisch ver gevorderde regio als Vlaanderen de lastenverdeling erg belangrijk is. Daarom wees zij het opbod inzake reductiepercentages af. Het lid vroeg ook aandacht voor de mondiale concurrentiepositie van de bedrijven. Mevrouw Van den Eynde heeft zich in de commissie onthouden over het volgens haar te vrijblijvende voorstel van de meerderheid. Toch vond zij het goed dat Vlaanderen een positief signaal geeft.
Na dit debat werd door de meerderheidsfracties en de Open Vld-fractie een gezamenlijk nieuw voorstel ingediend, aangevuld met een aanbeveling over de ondersteuning van het Vlaamse wetenschappelijke en technologische onderzoek inzake ecologische innovatie en nieuwe technologieën. Dit nieuwe voorstel werd aangenomen met 9 stemmen bij 2 onthoudingen. Het voorstel van de Groen!-fractie werd verworpen met 1 stem tegen 10.
Voor de aanbevelingen in het goedgekeurde voorstel van resolutie verwijs ik naar het rondgedeelde stuk. De vragen aan de Vlaamse Regering worden gegroepeerd rond vier invalshoeken.
In de eerste reeks wordt de Vlaamse Regering gevraagd om in Kopenhagen verder het voortouw te nemen in het bereiken van een gedragen, ambitieus en kwaliteitsvol internationaal akkoord dat juridisch bindend is voor de periode na 2012 en dat voortbouwt op het protocol van Kyoto en alle essentiële elementen daarvan omvat.
De tweede reeks vragen gaat over de aandachtspunten van de Vlaamse Regering tijdens de onderhandelingen in Kopenhagen en de derde groep over de noodzaak om het klimaatakkoord verder op te volgen na de conferentie.
Ten vierde en tot slot wordt gepleit voor een voortzetting van een sterk Vlaams klimaatbeleid en het opnemen van voldoende ambitieuze doelstellingen bij de opmaak van het nieuwe Vlaamse Klimaatbeleidsplan 2013-2020 binnen de Belgische en Europese context.
Wij wensen Vlaams minister voor Leefmilieu Joke Schauvliege en onze collegas Bart Martens en Hermes Sanctorum, die zondag vertrekken naar Kopenhagen, heel veel succes.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, het was mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk wat er nu eigenlijk ging gebeuren met de discussie over de voorstellen van resolutie in verband met Kopenhagen. Er werd mij verteld dat het Uitgebreid Bureau, net zoals de discussie over de VRT en de onderwijsbegroting, ook de discussie over Kopenhagen naar de commissie had verwezen, de commissie Leefmilieu in dit geval. Ik was even geschokt. Dat zou betekenen dat het Vlaams Parlement de problematiek van Kopenhagen en klimaat onvoldoende belangrijk vindt om plenair te behandelen. (Opmerkingen)
Ik was heel erg verbaasd. Maar blijkbaar kan ik mijn voorstel van resolutie toch toelichten. Dat is een positieve verrassing. Ik hoop dat we dan toch een debat kunnen voeren over Kopenhagen.
Mijnheer Sanctorum, in het begin van de vergadering heeft het parlement hierover eenparig een beslissing genomen. Uw voorstel van resolutie is verworpen, maar u kunt toch de nodige toelichting geven. Dat is toch een tegemoetkoming van het parlement aan de oppositie. En toch komt daar weer kritiek op. Ik vind dat een eigenaardige gang van zaken. Op den duur weet ik het niet meer.
Het probleem is dat ik het ook niet meer weet. Het is verdorie verschrikkelijk onduidelijk hoe de discussies moeten worden gevoerd.
Mijnheer de voorzitter, bij deze dank ik u voor de gelegenheid om het voorstel van resolutie inzake Kopenhagen vanuit de Groen!-fractie toe te lichten.
De dames Taeldeman en De Vroe hebben een correcte weergave gegeven van de discussie in de commissie. Het is in elk geval belangrijk dat Vlaanderen mee het voortouw neemt in de klimaatdiscussie. Volgend jaar kan onze Vlaamse minister van Leefmilieu de Europese Milieuraad voorzitten. Dan is het inderdaad belangrijk dat we de internationale doelstellingen onderschrijven. Ook in het voorstel van de meerderheid staan die internationale doelstellingen, maar die mogen wel iets verder gaan. We moeten ook duidelijk maken wat we in Vlaanderen zelf willen doen, vooral dan omdat het zwaartepunt van het klimaatbeleid bij de gewesten zelf ligt, in tegenstelling tot wat de minister liet uitschijnen tijdens haar persconferentie. In elk geval zou het een heel sterk signaal zijn vanuit Vlaanderen te onderstrepen wat wij in eigen regio als doelstelling naar voren schuiven. Daarom wordt in ons voorstel van resolutie een klimaatdecreet met een jaarlijkse reductiedoelstelling van 3 percent voorgesteld. Dat is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Dat is op basis van wat de Klimaatcoalitie en The Big Ask Again reeds lange tijd naar voren schuiven.
Ik vond het heel spijtig toen in de commissie bleek dat de meerderheid dit voorstel niet wilde steunen. Ik wil er even op wijzen dat Wallonië en Brussel alvast meer doen dan wat Vlaanderen wil doen. Dat hebben ook de dames Taeldeman en De Vroe net aangegeven in hun verslag. Wallonië en Brussel hebben voorzien in eigen reductiedoelstellingen in hun regeerakkoord. In het Vlaams regeerakkoord is daar niets van terug te vinden. Hetzelfde geldt voor de beleidsnota en voor het voorstel van resolutie van de meerderheid. Ik zou er sterk voor willen pleiten dat we voor eigen doelstellingen gaan en dat deze vergadering het voorstel van resolutie van mijn fractie goedkeurt. (Applaus bij Groen!)
De heer Martens heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, ik wil de verslaggevers danken voor het correcte verslag van de discussie die we gisteren in de commissie Leefmilieu hebben gehouden. Ook de inhoud van het voorstel van resolutie dat door de meerderheid en Open Vld is ingediend, is op een treffende manier beschreven. Ik dank Open Vld voor de constructieve houding en voor de medewerking aan een consensusvoorstel van resolutie.
Dit voorstel van resolutie gaat verder dan het herkauwen van een aantal engagementen die de Europese Unie sowieso had genomen. Een aantal van die beslissingen van de Europese Unie wordt wel affirmatiever gesteld. We pleiten ook voor een snelle omzetting van de Europese engagementen en van het Europese energie- en klimaatpakket in eigen land en voor een snelle verdeling van de lasten tussen de federale overheid en de gewesten. We pleiten op internationaal vlak voor het opnemen van de doelstelling van 2 graden Celsius als maximale opwarming ten opzichte van het pre-industrieel niveau in de verdragteksten. We pleiten voor een globaal CO2-budget dat daaraan tegemoet wil komen met de reductie van de uitstoot in industrielanden tussen 25 en 40 percent tegen 2020, tussen 80 en 95 percent tegen 2050. Uiteraard willen wij ook dat de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden naar eigen vermogen en verantwoordelijkheid bijdragen in het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
Maar daarnaast hebben we uiteraard ook oog voor de noodzaak om de ontbossing te stoppen, om ontwikkelingslanden te financieren voor de maatregelen die zij moeten nemen op het vlak van de omschakeling van hun economie en de adaptatie aan de gevolgen van de klimaatopwarming.
Het betoog van de collega van Groen! verbaast me een beetje. Hij zegt dat dit voorstel van resolutie te slap is. Collegas, dit voorstel gaat verder dan de resolutie die in de Kamer is ingediend en goedgekeurd, ook door de fractie van Groen!. Ik daag u uit om één punt aan te halen waar de resolutie van de Kamer verder zou gaan. Ik vind het vooral verbazend te moeten horen dat ons voorstel van resolutie mangelt aan engagementen voor het terugdringen van de uitstoot in Vlaanderen en in eigen land. Want, eerlijk gezegd, die engagementen lees ik ook niet in de resolutie van de Kamer. Daarin wordt er met geen woord over gerept.
We krijgen nu het verwijt dat we het engagement niet op ons hebben genomen om een klimaatdecreet in de steigers te zetten. De woorden federale klimaatwet zijn ook niet terug te vinden in de resolutie van de Kamer. Ik begrijp dan ook niet goed waarom de fractie van Groen! zich niet kon scharen achter het voorstel van resolutie dat door de meerderheid en Open Vld werd uitgewerkt.
Met dit voorstel van resolutie van de meerderheid en de oppositie geven we de minister, die volgende week afreist naar Kopenhagen met de trein, waarvoor felicitaties! een krachtig mandaat om daar het voortouw te nemen bij het uitwerken van een krachtig en ambitieus klimaatakkoord. Ik hoop dat u dat goede voorbeeld ook bij uw volgende reizen zult aanhouden en dat uw collegas in de Vlaamse en federale regering uw voorbeeld zullen volgen. Ik denk daarbij aan minister De Crem. Het is niet alleen belangrijk hoe we daar naartoe gaan: belangrijker is wat we daar zullen zeggen.
Collegas, het is misschien de laatste kans die de mensheid heeft om het eigen lot in handen te nemen. Ik ga ervan uit dat we die kans niet voorbij willen laten gaan. Samen met u hoop ik dat we van Kopenhagen een succes kunnen maken. Als wat hier op papier staat ook wordt nagekomen door de anderen landen die daar onderhandelen, zal Kopenhagen zeker een succes worden. Dan hebben we inderdaad een wettelijk bindend akkoord, waarin de wereld zich engageert om de opwarming op aarde onder die fameuze 2 graden Celsius te houden, waarbij ieder voor eigen deur veegt, waarbij iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid moet opnemen.
Mijnheer Martens, ik wil reageren op wat u daarnet hebt gezegd. U zei dat dit voorstel vergelijkbaar is met de resolutie die in de Kamer is goedgekeurd. Een belangrijk verschil is dat in de Kamer het principe van een klimaatwet wordt gedragen. Daarin zullen duidelijk reductiedoelstellingen staan, zullen duidelijke klimaatbudgetteringen staan. Op het Vlaamse vlak is daar nog helemaal geen sprake van.
Daarnet werd ook gezegd dat er concrete maatregelen in staan voor een Vlaams klimaatbeleid. Maar veel meer dan dat we een klimaatconferentie zullen organiseren, een verwijzing naar de beleidsnota Leefmilieu en Natuur in verband met de adaptatie, waarin staat dat we een adaptatieplan zullen opstellen, lees ik niet in het voorstel. Dat is ook de reden waarom Groen! een meer verregaand voorstel wilde indienen, waarin duidelijke doelstellingen staan.
Mijnheer Sanctorum, u zegt dat er al een overeenkomst is over die federale klimaatwet. Ik zou dat durven betwisten. Ik merk dat uw fractie een amendement op het voorstel had ingediend. Dat is weggestemd door de meerderheidspartijen. Ik merk onder andere ook dat de heer Schiltz zich uitdrukkelijk verzet heeft tegen het initiatief voor een federale klimaatwet.
Dat initiatief van een federale klimaatwet staat in de beleidsnota van minister Magnette. Dat klopt. Maar het is geenszins door de andere meerderheidsfracties aanvaard. Dat heeft uw fractie in de Kamer er niet van weerhouden om toch het voorstel van resolutie, zoals het neerligt en dus exclusief de vermelding van de Klimaatwet, goed te keuren. Het verwondert mij dat u, omwille van het principe dat het gewestelijke Klimaatdecreet hier niet in staat, ons voorstel van resolutie toch zou blijven verwerpen en mordicus wilt blijven vasthouden aan een eigen voorstel van resolutie. Dat is dan zeker om aan te tonen dat u de betere leerling van de klas bent?
Mijnheer Sanctorum, ik wil u er ook op wijzen dat het verdelen van de lasten tussen de federale overheid en de gewesten van een doelstelling die wij als land opgelegd krijgen of zullen aanvaarden helemaal geen gemakkelijke klus is. In de periode dat uw ministers daarvoor bevoegd waren, van 1999 tot 2003, is men er niet in geslaagd om de Belgische Kyotodoelstelling van 7,5 percent reductie te verdelen tussen de federale overheid en de gewesten. Daar is men in vier jaar tijd niet in geslaagd.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Het is heel simpel om te zeggen: Toen u verantwoordelijk was. Het was toch een paars-groene regering? Het is een klein beetje te veel eer om al wat die regering heeft gedaan alleen toe te wijzen aan de groenen. U was toen mee verantwoordelijk. U bent trouwens in alle voorbije regeringen mee verantwoordelijk geweest.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Hier wordt aangetoond dat zelfs als alle kaarten op tafel liggen, namelijk de internationale doelstellingen die moeten worden gehaald, het ongelofelijk moeilijk is om die verdeling te maken binnen België en binnen de gewesten. U bent er inderdaad op dat moment, als verantwoordelijke minister, niet in geslaagd om dat in vier jaar te doen. Dit toont alleen maar aan dat dit een ongelofelijke oefening is, terwijl u nu vraagt om dit vooraf te doen. We hebben vandaag nog geen enkel zicht op wat de internationale doelstellingen zijn. Die liggen nog niet vast. En toch vraagt u al dat Vlaanderen vandaag zegt hoeveel het zal doen. Dat is soloslim spelen en zeker niet verantwoord in een klimaatverdrag.
In Wallonië en in Brussel is het blijkbaar wel mogelijk, en daar zijn groene ministers aanwezig. Zij hebben die beslissing uiteindelijk zelf genomen.
Voorzitter, ik wil eerst reageren op wat mevrouw Vogels zegt. Het klopt natuurlijk dat dit de verantwoordelijkheid van voltallig paars-groen was. Maar, mevrouw Vogels, u had de bevoegde minister. Ik wil zeggen dat u van de vier jaar van die federale regering er drie en een half hebt uitgezeten en dat in het laatste halfjaar, toen Freya Van den Bossche minister van Leefmilieu was, die lastenverdeling wel is afgerond. Het laatste halfjaar heeft de federale regering 1999-2003 een akkoord gevonden met betrekking tot de lastenverdeling van de 7,5 percent reducties die we volgens Kyoto moeten realiseren. Ik denk dat wij wat dat betreft onze verantwoordelijkheid hebben genomen.
Dit is een beetje een kleinzielige politiek, mijnheer Martens. Tijdens die regering was minister Stevaert verantwoordelijk voor Mobiliteit en Energie. Inderdaad, het laatste halfjaar heeft mevrouw Van den Bossche gefinaliseerd wat door Olivier Deleuze was voorbereid. Laat ons alsjeblieft dat soort kleinzielige politiek niet voeren. Het is zoals de heer Sanctorum zegt: we zijn nu in 2009, aan de vooravond van 2010. We weten allemaal dat er een sense of urgency is. Die sense of urgency was er helaas tien jaar geleden niet in hoofde van iedereen. Het is zoals de heer Sanctorum zegt: het is perfect mogelijk. Niemand zegt dat het makkelijk is. Maar we weten welke stappen we kunnen zetten om een bijdrage te doen. Zoals men in Brussel en Wallonië concrete voorstellen heeft gedaan, zouden we dat vandaag in Vlaanderen kunnen doen. We hoeven echt niet te wachten op de doelstellingen. We zouden een voortrekkersrol opnemen als we nu al concrete voorstellen zouden doen. Dat is alles was wij in onze resolutie beweren.
We doen soortgelijke voorstellen in verband met de bijdrage die Europa en hopelijk ook de andere industrielanden in het kader van een globaal klimaatakkoord moeten leveren. We willen echter niet naar conclusies springen. Indien we nu, los van de resultaten van de conferentie te Kopenhagen, los van de bijdragen die de ontwikkelde landen, de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden zullen leveren en los van de doelstellingen die de Europese Commissie zal aanvaarden, al zouden verklaren wat de Vlaamse bijdrage zou moeten zijn, zouden we naar conclusies springen. Aangezien we niet weten wat het technisch potentieel inzake de terugdringing van de broeikasuitstoot in Vlaanderen is, zou het niet enkel jumping to conclusions maar ook jumping to illusions zijn. Dat willen we vermijden.
We gaan de discussie niet uit de weg. Eenmaal de kaarten op tafel liggen, het internationaal klimaatakkoord er is, de Europese Commissie weet tot welke reducties ze zich wil engageren en de lastenverdeling tussen de Europese lidstaten heeft plaatsgevonden, moeten we snel, in de schoot van een nationale klimaatcommissie, bepalen hoe we de verplichtingen tussen de federale overheid en de gewesten zullen verdelen. Daarvoor moeten echter eerst alle kaarten op tafel liggen. Indien we nu zomaar een doelstelling uit de hoge hoed zouden toveren, zouden we in onze ogen een brug te ver gaan.
De heer Martens heeft het over doelstellingen die lukraak uit een hoge hoed worden getoverd. Het klopt natuurlijk dat we stilaan werk zouden mogen maken van de verdeling tussen de gewesten en de federale overheid. We weten al een jaar wat onze doelstelling is.
Ik kan echter een vergelijkbare tactiek gebruiken. Door naar groene ministers te verwijzen, probeert de heer Martens de bal terug te spelen. Hij is zelf uit de wereld van de ngos afkomstig. Hij heeft nog voor de Bond Beter Leefmilieu gewerkt. De Klimaatcoalitie spreekt al lang over 3 percent. Nu verklaart de heer Martens dat we met die 3 percent aan jumping to conclusions zouden doen. Hij gaat in twee totaal verschillende richtingen.
Ik vind dat we op het niveau van de EU een doelstelling moeten en kunnen formuleren. De heer Sanctorum weet echter ook dat de reducties met 20 percent, waartoe de EU zich in het Europees energie- en klimaatpakket unilateraal heeft verbonden, op basis van de verdelingscriteria niet lineair worden toegepast. Ik vind het goed dat er ambitieuze doelstellingen zijn. De EU heeft haar doelstellingen, los van een in Kopenhagen afgesloten akkoord, unilateraal naar voren geschoven. Ik zou het niet fair vinden dit lineair naar alle lidstaten en regios door te rekenen. We kunnen met ditzelfde bedrag eigenlijk veel verder gaan. Indien we rekening houden met de kostenefficiëntie, kunnen we nagaan waar we de meeste reducties op de goedkoopste manier tot stand kunnen brengen. Op die manier zouden we allicht meer met die 3 percent kunnen doen.
We gaan die discussie in ons voorstel van resolutie in elk geval niet uit de weg. We wachten gewoon met Vlaamse engagementen tot de kaarten op tafel liggen. Het moet duidelijk zijn tot welke reducties de industrielanden en de EU zich verbinden. Het moet duidelijk zijn hoe die reducties onder de Europese lidstaten zullen worden verdeeld. We zullen ons eerlijk aandeel van die Europese reducties opnemen. We pleiten voor een nieuw Vlaams klimaatbeleidsplan voor de periode 2013-2020.
Ik wil hier trouwens opmerken dat het huidige klimaatbeleid zijn vruchten afwerpt. Wie had ooit gedacht dat we onze Kyotodoelstellingen zouden halen? Ik zie de heer Van Rompuy al knikken. Ik herinner me nog dat destijds is verklaard dat we slecht hadden onderhandeld en dat we ons te veel reducties en te dure maatregelen op de hals hadden gehaald. We gaan die doelstellingen halen. Het beleid kan werken.
Dit is een verdienste van de vorige Vlaamse regeringen. We zijn effectief geweest. We hebben een investeringsklimaat voor hernieuwbare energie gecreëerd. We gooien hoge ogen met onze technologie. De windmolens die we vandaag in de Noordzee bouwen, zijn gewoonweg uitstekend. Nergens ter wereld worden op die diepte windmolens geplaatst.
De windmolens op zee zijn positief, maar voorlopig staan er ook nog niet zo veel. Ik denk dat er momenteel zes staan, wat al veel minder is dan de doelstelling voor 2010.
Los van die discussie, is het zo dat we volgens de laatste cijfers de Kyoto-normen halen. Dit heeft wel te maken met het feit dat de industrie een goede reductie van onder meer lachgas heeft verkregen. Als je de CO2-uitstoot bekijkt, dan is er nog altijd een overschrijding met 7 percent. Die CO2 is nu net kenmerkend voor onze economie: transport, energie, industrie enzovoort. CO2 is eigenlijk een graadmeter voor wat we met het klimaatbeleid doen. Als je ziet dat de CO2 altijd maar blijft stijgen, dan zijn we eigenlijk niet zo goed bezig. Dan moeten we inderdaad een tandje bijsteken, en dat zouden we kunnen doen met duidelijke reductiedoelstellingen.
Wat CO2 betreft, is er intussen ook een knik bereikt, niet ten opzichte van het niveau van 1990, maar wel ten opzichte van het piekniveau van enkele jaren geleden. Dus ook wat dat betreft, zijn we op de goede weg.
Ik ben het met u eens dat we op het vlak van transport, van gebouwenverwarming nog veel meer zullen moeten doen dan we vandaag doen, maar dat doen we ook. Kijk naar Vlaanderen In Actie, naar het Pact 2020 waarin voor Vlaanderen een groenstedengewest wordt uitgetekend. Er wordt werk gemaakt van de slimme netwerken die de energievoorziening veel efficiënter en veel groener kunnen maken. Er wordt werk gemaakt van een vergroening van de transportinfrastructuur, van een vergroening van het autoverkeer. We zetten daar volop op in.
Welke maatregelen worden er genomen voor een vergroening van het wegverkeer? Leg uit, leg uit.
Ik ga het debat over de beleidsnotas hier niet overdoen. Ik weet niet op welke planeet u hebt geleefd. Als u de inspanningen van de Vlaamse Regering voor de ontwikkeling van de elektrische wagen niet hebt opgemerkt, dan kan ik het u ook niet duidelijk maken in de tijd die me hier nog rest. Er wordt massaal ingezet op de elektrische wagen via Flanders DRIVE en via het innovatiebeleid dat we vorm geven.
Wat is er nodig voor de elektrificatie van het wagenpark? Een slim elektriciteitsnet waar de wagens kunnen inpluggen. Daaraan is Vlaanderen samen met de netbeheerders aan het werken. U weet dat er een pilootproject is van 4000 slimme meters in het Mechelse. Als het positief wordt geëvalueerd, dan zal het leiden tot een brede uitrol van dit systeem van slimme meters. In het Pact 2020 wordt geschat dat tegen 2020 voor ons mag dat ook vroeger het hele distributienet zal zijn omgevormd tot een slim netwerk waarin de mogelijkheden voorzien zijn om elektrische wagens in te pluggen.
Als u zegt dat er niets gebeurt, dan wil ik dat ten stelligste ontkennen. U zei het misschien ook in het verleden, maar de resultaten vandaag zijn er. Er is een knik in de CO2-uitstoot. Er is een veel sterkere daling voor de andere broeikasgassen. We zijn op de goede weg. We denken dat we wel degelijk in staat zullen zijn om ons aandeel in een zeer ambitieuze Europese doelstelling, te kunnen waarmaken. We hebben getoond dat we geloofwaardig zijn en dat we er zullen geraken.
Er ligt hier een voorstel van resolutie voor dat de minister een krachtig mandaat geeft als ze volgende week afreist naar Kopenhagen. Het blikt tegelijkertijd vooruit op de manier waarop we de engagementen die in Kopenhagen worden aangegaan, moeten omzetten in eigen beleid. Dit is meer dan een vodje papier. Het is een krachtig mandaat voor een krachtig resultaat in Kopenhagen. (Applaus bij de sp.a)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil in eerste instantie de verslaggevers bedanken voor het zeer goede verslag. Hiermee is meteen duidelijk wat de dringendheid en het belang van de conferentie in Kopenhagen is, ook het belang dat er effectief een akkoord over een klimaatverdrag wordt bereikt. We willen een krachtig signaal geven, maar dat signaal kan alleen maar krachtiger zijn als het voltallige parlement dit voorstel van resolutie steunt.
Het voorliggende voorstel van resolutie is duidelijk, evenwichtig en realistisch. Open Vld heeft zich ondertussen in de commissie aangesloten. Ik hoop dat bij de stemming de andere collegas zich alsnog aansluiten, voornamelijk omdat de elementen die als een barrière worden beschouwd, eigenlijk worden opgevangen. De terechte bezorgdheid over de concurrentiepositie is opgenomen in punt 2, c. Het element dat er voldoende aandacht moet zijn voor ontwikkelingssamenwerking is ook opgenomen.
Bij het laatste punt waarover is gediscussieerd, wil ik nog toevoegen dat ik echt hoop dat we in het parlement niet over symbolische cijfers gaan spreken. Het is belangrijk dat we goede cijfers vastleggen, die we ook kunnen bereiken en dat kan alleen op het ogenblik dat alle kaarten op tafel liggen. Dat is ook het uitgangspunt van het voorstel van resolutie. We zeggen niet dat de doelstellingen niet moeten worden vastgelegd, maar dat ze realistisch moeten zijn en dat het geen holle cijfers mogen zijn. Ze moeten worden vastgelegd op het ogenblik dat de kaarten op tafel liggen. Er is inderdaad een sense of urgency maar dat wil niet zeggen dat je holle beloftes moet maken of ondoordachte en overhaaste beslissingen moet nemen. Ik hoop dat iedereen in dat verhaal kan meegaan.
Ik wil ingaan op de opmerking dat Vlaanderen te vrijblijvend is en eigenlijk niets doet. Als we de werkzaamheden in de commissie van de afgelopen maanden en ook in de vorige legislatuur bekijken, merken we dat er op dit vlak al een aantal instrumenten zijn opgenomen. Ik denk aan het Energiedecreet waarin heel wat klimaathefbomen staan. Het is niet zo dat er niets concreets is. Ook in de milieu- en mobiliteitsregelgeving is er al verschillende keren over gediscussieerd. Ik hoop dat we de symbooldiscussie kunnen overstijgen en dat we met een voltallige stem vanuit het Vlaams Parlement naar Kopenhagen kunnen trekken. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik kan me volledig aansluiten bij wat de heer Martens en mevrouw Rombouts hebben gezegd. Het is heel belangrijk dat het voltallige parlement inziet dat we een realistische visie moeten hebben op wat de doelstellingen moeten zijn in verband met een akkoord in Kopenhagen. In tegenstelling tot wat de Groen!-fractie beweert, zijn we ook ambitieus. Het is heel belangrijk dat we geen voorafname doen, noch wat het stellen van de reductiedoelstellingen betreft, noch wat de verdeling van de emissierechten betreft. We moeten alleen maar vermelden in een resolutie waar we zeker van zijn dat we het kunnen halen. Het heeft geen zin om engagementen aan te gaan waarvan we na verloop van tijd beseffen dat ze niet zullen lukken. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik treed het standpunt bij van mevrouw Rombouts. Ik roep de oppositiepartijen op om erover na te denken om alle partijen te verenigen. Dit thema is te belangrijk.
De Groen!-fractie zal het voorstel van resolutie mee goedkeuren. Je kunt moeilijk tegen de inhoud zijn. Ik zal me symbolisch onthouden.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, iedereen de kranten, de radioprogrammas, de nieuwsberichten op tv heeft er de mond van vol: momenteel vindt er een belangrijke klimaattop plaats in Kopenhagen. Zowat alle landen van de wereld vonden dat er een belangrijke behoefte was aan deze top, nu het einde van het Kyotoprotocol in zicht is.
Hoewel er weinig animo en draagkracht was voor het Kyotoprotocol, lijken nu ook de landen die niet intekenden op dat protocol, te beseffen dat hun medewerking aan een wereldklimaatbeleid noodzakelijk is. De komende dagen zullen 190 landen zich buigen over de vraag hoe we de zwaarste klimaatveranderingen kunnen ombuigen. Waar iedereen het over eens is, is dat het klimaat momenteel volop aan het veranderen is. Warme zomers, nattere winters: het lijkt soms wel of onze seizoenen door elkaar zijn gegooid. Er is toch wel iets gaande: dat merkt de burger in de straat ook.
Wij willen ons niet uitspreken over wetenschappelijke bevindingen. Er zijn wetenschappers zoals die van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), die stellen dat de opwarming van de aarde voornamelijk het gevolg is van menselijke activiteiten, maar die zelf ook toegeven dat men soms paniek moet zaaien en de dingen heel zwart-wit moet voorstellen, wil men de aandacht krijgen. Er zijn echter ook wetenschappers die stellen dat de klimaatverandering toe te schrijven is aan het uitdoven van de zon, en anderen hebben dan weer een andere mening.
Alleszins is klimaatonderzoek geen exacte wetenschap, en het is eigenlijk koffiedik kijken hoe onze wereld er tegen 2020 zal uitzien, wat niet wil zeggen dat we het voorzichtigheidsprincipe niet kunnen hanteren. Ik heb in de commissie de Groen!-fractie een opbod horen doen over cijfers. Voor ons is dat niet de essentie van het verhaal. Het is niet de essentie van het klimaatdebat. De vraag is welke inspanningen haalbaar zijn. De vraag is op welke manier we alle en ik zeg duidelijke alle 190 landen ertoe willen bewegen om inspanningen te leveren die een mogelijke opwarming van het klimaat kunnen tegengaan. Als we de lat hoog leggen, zullen landen ongetwijfeld afhaken. Meer nog, dan is er geen goed internationaal klimaatakkoord en dan geven we de burger ongetwijfeld een zeer slecht signaal. Een mondiaal probleem verdient mondiale oplossingen en een mondiale aanpak.
Het voorliggende voorstel van resolutie van de meerderheid is veeleer een sturend voorstel, waarin aan de Vlaamse Regering, en in het bijzonder aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, wordt gevraagd om best ambitieus te zijn. Geachte leden, ambitieus zijn mag, als we een aantal zaken nauwlettend in het oog houden. Wij menen dat een vernieuwend klimaatbeleid Vlaanderen inderdaad opportuniteiten kan bieden. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat ons land voor zijn energiegebruik in zeer grote mate afhankelijk is van fossiele brandstoffen, die ontegensprekelijk verantwoordelijk zijn voor een hoge CO2-uitstoot. Dat konden we ook afleiden uit de beleidsnota Energie. Net daarom is het zo belangrijk om van deze klimaattop gebruik te maken om een vernieuwend energiebeleid te voeren, om Vlaanderen ook minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen. Het zijn immers net die fossiele brandstoffen die verantwoordelijk zijn voor de grote aanwezigheid van CO2 in het milieu.
Bovendien komen deze fossiele brandstoffen overigens van landen waarvan de toestand heel onstabiel is, waardoor er ook geen garanties op een constante energievoorziening zijn. Onze fractie staat open voor hernieuwbare energie, maar we mogen in dat verband niet vergeten dat energie ook betaalbaar moet zijn. We stellen vast dat er massaal subsidies zijn uitgekeerd voor allerhande initiatieven met betrekking tot hernieuwbare energie. Dat mag en moet soms wel, maar we moeten ook eerlijk erkennen dat elektriciteit uit onder meer zonnepanelen negen à tien keer zo duur is als elektriciteit uit bijvoorbeeld een nucleaire centrale. Dat betekent helemaal niet dat we tegen hernieuwbare energie zijn, maar naar ons gevoel moet het een en-enverhaal zijn, en niet een eenzijdig verhaal.
Voort inzetten op hernieuwbare energie, maar ook op kernenergie moet dus voor ons absoluut de boodschap zijn. Dat is ook de boodschap van de Verenigde Naties, die op hun eigen klimaatconferentie in Wenen in 2007 pleitten voor 108 miljard euro aan extra investeringen in kernenergie tot 2030, in waterkrachtcentrales en andere duurzame energie. Enkel door dat en-enverhaal, een verhaal van duurzame energie en kernenergie, kunnen we een energiebeleid voeren waarbij we propere energie kunnen leveren. Door dat en-enverhaal kunnen we een klimaatbeleid voeren zonder aan de economische draagkracht van onze bedrijven te raken, die overigens door het benchmarkconvenant bij de uitvoering van het Kyotoprotocol enorme inspanningen hebben geleverd. U hebt daar zelf naar verwezen, mijnheer Sanctorum. De inspanningen van de meest energie-intensieve bedrijven waren zelfs groter dan verwacht.
Ik ben er ook van overtuigd dat we de burger meer kunnen betrekken bij het streven naar een grote CO2-reductie. Ik herinner mij nog de tonnencontractcampagne van minister-president Kris Peeters, die hij naar aanleiding van het klimaatdebat in 2007 had opgesteld. De brochure probeerde de burgers ervan te overtuigen dat hun inspanningen wel degelijk iets kunnen opleveren om de CO2 te reduceren. Gisteren nog stonden in een krant tien tips voor de burger om mee te werken aan de bescherming van het klimaat. Tien eenvoudige tips, waar ieder van u ongetwijfeld wel een of meerdere maatregelen uit kan pikken die bijdragen tot de klimaatbescherming.
Maar zorg er vooral voor, collegas, dat achter al die overacting de boodschap duidelijk blijft. Maak de Vlaming niet klimaatmoe. Kijk maar naar Margaretha Guidone, die nu vooral belang hecht aan een goede job voor haar kinderen. Inderdaad, de Vlaming wil werk, en wil niet inboeten aan comfort. Dat heb ik overigens zondag nog tijdens De Zevende Dag kunnen vernemen van gastspreker Jan Verheyen.
Ik denk dat we het ook perfect eens kunnen zijn over het feit dat deze regering ontegensprekelijk moet investeren in technologische ontwikkeling, en dat dit nog steeds veel te weinig gebeurt. De brains en de technologische kennis zijn in Vlaanderen aanwezig. Ook dit gegeven maakt dat Vlaanderen enorme kansen kan putten uit een vernieuwd klimaatbeleid. Maar niet alleen deze regering, ook vele bedrijven in Vlaanderen moeten opnieuw investeren in onderzoek en ontwikkeling. De overheid kan hier een stimulerende rol in spelen. Zijn hiervoor nog fiscale stimuli aanwezig zoals in het verleden?
Ik hoor de heer Sanctorum zeggen dat de gewesten het klimaatbeleid moeten invullen. Wat ons betreft moeten niet alleen de gewesten dit vernieuwde klimaatbeleid invullen. Ook de federale overheid draagt een verpletterende verantwoordelijkheid om te investeren in kernenergie, wat de beste oplossing is om de CO2-uitstoot te beperken. Een goed onderhandeld internationaal klimaatakkoord kan kansen bieden, stelt Voka in de hoorzitting die in de commissie over het klimaatdebat werd gehouden. Een goed internationaal klimaatakkoord dat rekening houdt met een tiental aandachtspunten, mag geen bedreiging zijn voor onze bedrijven. Aandachtspunten zoals één prijs voor koolstof over alle sectoren, werken aan innovatie en technologische vooruitgang, vereenvoudiging en verbetering van de flexibiliteitsmechanismen, iedereen moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, werken aan energie-efficiëntie en optimale energiemix, en alle landen moeten meedoen. Dit zijn de duidelijke voorwaarden waarop het klimaatakkoord moet worden onderhandeld.
Het Vlaams Belang zal zich bij de resolutie van de meerderheid onthouden. We vragen u, mevrouw de minister, dat u met het tienpuntenplan in het achterhoofd naar Kopenhagen vertrekt, zodat het klimaatakkoord Vlaanderen niet de das om doet, en niet leidt tot de teloorgang van de economie in Vlaanderen. Het Vlaams Belang zal in ieder geval de komende jaren de waakhond spelen en erop toezien dat Vlaanderen geen eenzijdig klimaatbeleid voert. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bouckaert heeft het woord.
Collegas, u bent natuurlijk verbaasd door mijn allround belangstelling. Laat me beginnen met de conclusies. Mijn partij zal tegen het voorstel van resolutie van Groen! stemmen, zal zich onthouden bij de resolutie van de meerderheid annex Open Vld, maar zou vóór gestemd hebben indien Open Vld zijn eigen voorstel had aangehouden. (Opmerkingen van Open Vld)
Nee, u hebt geen geluk. Daarmee wil ik aantonen dat wij een genuanceerd standpunt hebben.
De hele klimaathype begint intussen wat akelige kenmerken te vertonen. Wie een dissidente stem durft te laten horen, wordt op de brandstapel gegooid. In de 16e eeuw maakte men een kleine ijstijd mee. Dat kunt u zien op de schilderijen van Bruegel. Toen heeft de paus de schuld daarvoor aan de heksen geweten. Veel vrouwen kwamen daardoor vroegtijdig aan hun eind. De hype van de klimaathoogmis doet mij daar een beetje aan denken.
Trouwens, u moet weten dat voor de klimaathoogmis 1200 limousines werden gehuurd voor de machtigen der aarde, waaronder vijf elektrische wagens, dat er 140 private jets werden ingevlogen ik weet niet of de heer Martens er met een private sp.a-jet naartoe zal vliegen en dat de hele klimaatconferentie 41.000 ton CO2 produceert.
Mijnheer Bouckaert, ik ga alvast met de trein.
U haalt zaken aan die wetenschappelijke nonsens zijn. Het punt is of u erkent wat de klimaatwetenschappers bijna unaniem stellen. Dat is het punt. Dat is ook wat in de resoluties voorligt.
Ontkent u dat of onderschrijft u dat? Daarover gaat de discussie. U haalt middeleeuwse zaken aan, binnenkort zullen we de heer De Wever nog eens horen over Thomas van Aquino, maar dat doet allemaal niet ter zake.
Dat doet wel ter zake. Ik haal een van de goeroes aan van de klimaathype in Vlaanderen, de heer Peter Tom Jones. U zult hem wel kennen. Het is niet de zanger Tom Jones, maar Peter Tom Jones. Hij zegt koudweg dat we onze visie op het goede leven moeten herdenken, maar dat dat in de huidige pluralistische context niet mogelijk is. Daaruit blijkt dus een verborgen oproep om het ideologisch intellectueel pluralisme op te doeken en te komen tot een soort ecologisch eenheidsdenken.
Mijnheer Sanctorum, ik mag toch wel waarschuwen voor dit taalgebruik dat we bestendig terugvinden in allerlei ecologische manifesten? Wie een klimaatscepticus is, pleegt een misdaad tegen de menselijkheid, dat wordt daar bestendig in gesteld! In een debat mogen we toch wel kritische geluiden laten horen?
Om terug te keren naar uw vraag: wie zijn wij om een aantal bevindingen van het IPCC, waaraan duizenden wetenschappers hebben meegewerkt, te ontkennen? Dat doen wij ook niet. wij loochenen het licht van de zon niet, laat me daar heel duidelijk over zijn. Ik hoop dat Groen! ook de intellectuele consequenties zal aanvaarden bij eventuele wetenschappelijke bevindingen die een beetje tegen uw dogmas ingaan en dat u de wetenschappelijkheid ervan ook zult erkennen. Ik denk maar aan het rapport van een Vlaamse professor, wiens naam mij nu ontsnapt, dat positief was over de ontwikkeling van kernenergie. Ik weet nog heel goed dat Groen! toen in alle toonaarden heeft gebulderd omdat het niet overeenkwam met uw dogma dat kernenergie des duivels is. Wees dus intellectueel eerlijk en plooi u voor de wetenschap.
Ik moet u trouwens zeggen dat het IPCC een trend aangeeft, en dat zal wel zo zijn zeker, want dat wordt op heel veel vlakken bevestigd, maar in de schattingen van de impact zijn er altijd serieuze vorken en het is intellectueel niet eerlijk om altijd de hoogste waarde te nemen om een bepaald beleid aan te prijzen. En dat is wat gebeurt, bijvoorbeeld in het Stern-rapport, dat ook in uw resolutie wordt aangehaald, waarin wordt uitgegaan van een aantal hypotheses zoals een extreem hoge bevolkingsgroei, een lage economische groei, een beperkte technologische vooruitgang, temperatuurstijgingen van 5 à 6 graden. Dat wordt dan als basis genomen van het beleid. In die dingen moet u zin voor relativiteit hebben. Ik kan u het boek van professor Albrecht, medewerker van Itinera, op dat vlak aanbevelen.
Laat me in het algemeen stellen dat onze partij voorstander is van een reductie van de verbrandingsprocessen hier op de aarde. De schepping kreunt, ik ben het daarmee eens. Ik ben het ermee eens dat er een reductie komt van het gebruik van fossiele brandstoffen, maar niet alleen wegens de klimaatopwarming, want er zijn nog andere heel goede redenen, bijvoorbeeld het terugdringen van de olieafhankelijkheid. Politiek is dat ook niet oninteressant. Er is ook de reductie van het fijn stof, dat is ook een heel lovenswaardige beleidsdoelstelling. Ik herhaal dat niet alleen de klimaatopwarming een goede reden is, maar dat er nog andere zijn.
Mijn fractievoorzitter heeft het al herhaalde malen benadrukt: wij zijn voor de auto, maar willen de externe effecten van de auto op het milieu inperken door de ontwikkeling van de elektrische auto. U moet ons die nuance laten.
Mijnheer Bouckaert, ik was al een tijdje aan het wachten op een reden waarom u de voorstellen van resolutie niet zou goedkeuren. Het zijn net die wetenschappelijke bevindingen die in de voorstellen van resolutie staan, zelfs met de vork van onzekerheid.
Zelfs met die vork van onzekerheid moeten we inderdaad naar een reductie van de CO2-uitstoot.
U vroeg naar redenen waarom wij het voorstel van resolutie niet goedkeuren. Ten eerste vinden wij dat er te weinig nadruk ligt op het wetenschappelijk beleid en op meer input van O&O. In uw voorstel van resolutie wordt er helemaal geen nadruk op gelegd, mijnheer Sanctorum, in het voorstel van de meerderheid wordt dat wel vermeld. Het Copenhagen Consensus Center van Bjørn Lomborg heeft bijvoorbeeld aangetoond dat de huidige elektriciteitsprijzen in Denemarken de hoogste van de wereld zijn omdat Denemarken het meest een beroep doet op zonne- en windenergie en omdat de arbeidsplaatsen in die sector de belastingbetaler 81.000 euro per jaar kosten. Dat is nog altijd een zeer dure aangelegenheid. Als je dat wilt stimuleren, moet je dat doen met O&O, zodat de techniek op het vlak van de opslagmogelijkheid van de energie kan worden verbeterd, zodat die energie goedkoper wordt en effectief een marktalternatief wordt voor de fossiele brandstoffen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer Bouckaert, als u in ons voorstel van resolutie kijkt onder ten tweede, punt g, staat daar wel degelijk de noodzakelijke toename van onderzoek en ontwikkeling die bijdragen tot een lagere uitstoot van broeikasgassen. Meer nog: we investeren eveneens in de ontwikkeling, toepassing, verspreiding en overdracht van veilige en duurzame technologieën naar ontwikkelingslanden.
Er wordt dus op twee punten heel duidelijk ingespeeld op de ontwikkeling van duurzame technieken om de broeikasgassen te doen dalen. Ik zie dus niet hoe dat volgens u te weinig aan bod komt in ons voorstel van resolutie.
Mijnheer Bouckaert, ik wil even inpikken op het subsidieverhaal. Ik heb ook het artikel van Bjørn Lomborg gelezen in De Tijd van enkele dagen geleden. Landen die nu volop inzetten op hernieuwbare energie, steken daar inderdaad nog heel wat subsidies aan toe. Maar het is evenzeer zo dat je in die landen bij elke verdubbeling van het geïnstalleerde vermogen aan windmolens of zonnepanelen een reductie van de productiekost van 20 percent ziet. Een windmolen van vandaag is 80 percent goedkoper per geleverd kilowattuur dan een windmolen van begin de jaren tachtig.
De tijd is helemaal niet meer zo veraf dat hernieuwbare energie ook zonder subsidies competitief zal zijn met conventionele vormen van elektriciteitsopwekking. Op dat moment zullen die landen die een eigen sector uit de grond hebben gestampt met subsidies, daar hun voordeel bij doen, want dan gaat er een wereldmarkt aan exportmogelijkheden open. Dan zal in alle hoeken van de wereld, zonder dat men daar subsidies moet aan toesteken, in dergelijke technologieën geïnvesteerd kunnen worden. Op dat moment zal het Deense Vestas, om maar één bedrijf te noemen, een zeer goed gevuld orderboekje hebben, wat de werkgelegenheid in Denemarken zeker ten goede zal komen.
Wij hadden in ons land een voortrekkersrol op het vlak van windtechnologie. Wij hebben die in de jaren tachtig verloren laten gaan aan de Denen, door onze steun stop te zetten. Ondertussen werken er in Denemarken zon 30.000 mensen in die sector, dat is ongeveer evenveel als in de automobielassemblage bij ons, met dat verschil dat er in de automobielassemblage in Europa een structurele overcapaciteit is, terwijl er op het vlak van windenergie, zeker op een moment dat ze competitief is met andere vormen van stroomopwekking, een ongelooflijke groei zal plaatsvinden, waar de Deense bedrijven die vooruitziend zijn geweest, alleen maar van zullen kunnen profiteren.
Ook in Vlaanderen wordt een subsidiebeleid gevoerd. Mevrouw Van den Eynde heeft er ook al op gewezen toen de subsidies voor zonnepanelen ter sprake kwamen. Maar we bouwen die subsidies geleidelijk af. U weet dat men vandaag nog 450 euro voor een groenestroomcertificaat uit zonne-energie krijgt, maar dat wordt in 2010 350 euro en geleidelijk wordt dat bedrag verminderd, tot een bedrag van 0 euro in 2020. Op dat moment kan de sector op eigen benen staan. Als op dat ogenblik ook bedrijven van bij ons in die sector actief zijn, dan opent zich voor hen de hele wereld als exportmarkt.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de heer Martens toch zeggen dat ik verbaasd ben. Ik hoor hem graag spreken over zonnepanelen en dergelijke, maar over de factuur die bij de consumenten nog zal toekomen om groene energie te produceren, hoor ik niet veel. Laat me duidelijk zijn: ook LLD is voor groene energie. Maar er is wel jarenlang verzwegen dat daar een factuur voor de consument aan vastzit.
Ik geef een voorbeeld. Eandis heeft de afgelopen dagen gekozen voor de vlucht vooruit. Onder het mom van een personeelsuitbreiding stelt het bedrijf dat de distributiekosten weer eens omhoog gaan. Eandis wil daarmee slimme energiemeters betalen. Er wordt overgeschakeld op groene energie uit zonnepanelen, maar er zijn nu investeringen nodig in slimme energiemeters. En de consument moet dat betalen. Ik hoor een verdachte stilte bij de meerderheid als het daarover gaat. De consument zal er de dupe van worden, maar ook de partij van de heer Martens zwijgt erover. Het zou van intellectuele eerlijkheid getuigen als u ook dat verhaal eens ter sprake zou brengen.
Mijnheer Martens, dank u voor uw deskundige uitleg. Maar u schetst een zeer optimistisch toekomstbeeld over de maatschappelijke kost van die alternatieve energie. Eerst zien en dan geloven! Wat u zegt, staat overigens niet haaks op wat ik zeg. Ik zeg dat we moeten geloven in de technologische ontwikkeling en daarin moeten investeren. Maar deze regering bespaart sterk op O&O en dat stoort ons. Het is niet met slogans of met masochistische reducties van de welvaart dat we het milieu zullen helpen, maar wel dankzij de vooruitgang van wetenschap en technologie.
Er is ook geen aandacht voor kernenergie, hoewel de milieukost daarvan laag is. In dat kader willen we erop wijzen dat het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol een uitstekende instelling van wereldniveau is. Mol werkt aan MIRA, een project voor de ontwikkeling van een kernreactor van de vierde generatie. Die reactor zal vijftig keer minder uranium gebruiken dan oudere reactoren, en de levensduur van het afval wordt gereduceerd van duizenden jaar tot 300 jaar. U kent de cijfers wellicht beter dan ik.
Wel, dat fantastische MIRA-project, dat ervoor kan zorgen dat we op dat vlak een wereldleider worden, wordt stokken inde wielen gestoken door de PS. Mol heeft immers twee nadelen: het werkt aan de ontwikkeling van kernenergie en het ligt in Vlaanderen. In het federale regeerakkoord staat dat MIRA zal worden ondersteund. Maar de grote rood-groene milieugoeroe, de heer Magnette, zorgt voor vertragingsmanoeuvres. Want hij onderwerpt die steun aan voorwaarden, met tests en dergelijke. En hij doet dat enkel en alleen omdat hij dogmatisch tegen kernenergie is. Dat de groenen opkomen voor het milieu is goed, maar daarbij dogmas hanteren om goede oplossingen tegen te houden is verwerpelijk.
U hebt het over de vierdegeneratiekernreactor en u zegt dat men de levensduur van het radioactief afval tot 300 jaar zal reduceren. Wel, ik denk dat men daar, bij wijze van spreken, ook al 300 jaar over spreekt. (Opmerkingen van de heer Bouckaert)
Het punt is dat er in dit land gigantisch veel onderzoeksgeld is gegaan naar kernenergie en veel minder naar hernieuwbare energie. Als je alles optelt, dan blijft kernenergie veel duurder dan hernieuwbare energie.
Mijnheer Bouckaert, u begint een discussie over energie. Dat is een ander debat. Als u het voorstel van resolutie van de meerderheid met Open Vld bekijkt, waar staat dan dat MIRA of kernenergie volledig uitgesloten is in onderzoek?
Het zou leuk zijn mocht u dat steunen. U zegt dat u het niet uitsluit, u laat de deur open.
U haalde in het begin van uw pleidooi zelf aan dat u het voorstel van resolutie van Groen! niet zult ondersteunen, maar wel dat van Open Vld. Beide elementen van Open Vld zijn ook opgenomen in het voorstel van resolutie dat nu voorligt.
Anderzijds zegt u dat u het voorstel van resolutie niet steunt omdat er te weinig nadruk wordt gelegd op een aantal elementen. Dat element van kernenergie staat ook niet in het voorstel van resolutie van Open Vld. Hier is een politieke discussie aan de gang, veeleer dan een inhoudelijke discussie. (Applaus bij CD&V)
Alle discussies zijn politiek. Er zijn nog andere redenen waarom we ons onthouden. We zijn niet tegen het voorstel van resolutie van de meerderheid.
Ik wil toch nog even wijzen op de geopolitieke achtergrond van Kopenhagen. Ik heb het dan over het voorstel van resolutie van Groen! en de weg-met-onsmentaliteit die daaruit voortvloeit. In dat voorstel van resolutie wordt gesproken over ecologische rechtvaardigheid. De vervuiling komt van ons en zou vooral de ontwikkelingslanden treffen. Dus moeten wij bovenop alle andere engagementen inzake ontwikkelingshulp, gesteld dat die efficiënt zou zijn, bijbetalen. Het Westen draagt een schuld voor de kosten die de ontwikkelingslanden eventueel zouden overvallen.
Dit soort weg-met-onsmentaliteit komt neer op schieten in de eigen voeten. Intellectueel klopt het ook niet. Het is het aankweken van een schuldgevoel aan het Westen. De CO2-uitstoot heeft zich ontwikkeld in een periode toen de industriële landen in het Westen zich daar nog niet bewust van waren. Het Westen treft dus geen opzettelijke schuld.
De ontwikkelingslanden hebben ook heel veel voordelen gehaald uit de economische en wetenschappelijke ontwikkeling in het Westen. Moeten de ontwikkelingslanden daarvoor aan ons betalen in naam van de economische rechtvaardigheid? U moet ook durven toegeven dat veel rampen in ontwikkelingslanden hun oorzaak vinden in het rampzalige beleid van de eigen bestuurders. Dat wordt niet gezegd.
Ik wil geen oude koeien uit de gracht halen, maar ik herinner me Magda Aelvoet, die het beleid van president Mugabe verdedigde. Die marxistische dictator Mugabe heeft eigenlijk de ondergang van zijn land, toch de vroegere graanschuur van Afrika, georganiseerd. Dat mag ook wel eens worden gezegd.
We hebben hier al veel breed uitwaaierende debatten gehad, maar dat professor Bouckaert de nonsens almaar blijft opstapelen, is van het goede te veel.
Welke nonsens? Dat vind ik nu wel straf. Wat ik aanhaal zijn feiten, en ik heb het over de passages in uw voorstel van resolutie, waarin u het hebt over ecologische rechtvaardigheid. Het Westen heeft schuld aan het onheil dat ontwikkelingslanden zal treffen en moet daarvoor zwaar betalen. Die redenering steunt op niets.
Mijnheer Bouckaert, ik vind het nogal straf om te beweren dat de inwoners van Bangladesh, dat straks onder water loopt, de inwoners van de Malediven, van Tuvalu of van de Mekongdelta, de herders op de Ethiopische hoogvlakte of de vissers langs de Senegalese kust, het zelf hebben gezocht. U zegt dat het een probleem is van interne democratie, dat ze zichzelf maar moeten wapenen tegen een probleem waar ze niets mee te maken hebben. Ze leveren amper een bijdrage aan de wereldwijde, desastreuze klimaatopwarming maar dragen er de grootste gevolgen van.
Als u vindt dat de industriële landen geen bijdrage moeten leveren of de adaptatiemaatregelen niet mee moeten financieren die die landen kunnen wapenen tegen de gevolgen van ons productie- en consumptiegedrag, vind ik dat ethisch onverantwoord, meer dan een brug te ver en de discussie zelfs niet waard.
Mijnheer Bouckaert, elke wereldburger heeft in de mondiale uitstootruimte die hem ter beschikking wordt gesteld een gelijk wereldaandeel. Als wij boven ons wereldaandeel uitstoten en dus eigenlijk een deel van de milieugebruiksruimte van de ontwikkelingslanden inpikken, is het niet meer dan normaal dat we een dividend betalen aan die landen voor de extra welvaart die wij creëren door hun eerlijk aandeel in te pikken. Ik vind het niet meer dan normaal dat wij hen vergoeden voor de schade die wij bij hen hebben aangericht.
Ik ben er niet tegen dat er maatregelen worden genomen om deze rampen, die zich ook in de Derde Wereld zullen voordoen, tegen te gaan. Versta me niet verkeerd. Maar wij willen ingaan tegen het perspectief van Westerse schuld: dat wij aan de Derde Wereld een schuld zouden moeten betalen omdat wij schuldig zijn aan de opwarming van de aarde. Ik wil erop wijzen dat het feit dat zoveel mensen in de deltas leven ook te wijten is aan de bevolkingsexplosie in die landen. Daardoor moeten steeds meer marginale stukken land worden ingenomen. Dat mag ook wel eens gezegd worden.
Mijnheer Bouckaert, u brengt dit als een sadomasochistisch verhaal, terwijl het een kwestie is van historische verantwoordelijkheid. Driekwart van de aanwezige broeikasgassen in de atmosfeer is de verantwoordelijkheid van de rijke, industriële landen dat zijn wetenschappelijke cijfers , omdat voornamelijk CO2 zeer lang aanwezig blijft in de atmosfeer, tot honderden jaren. Wij zien de klimaatsteun liefst additioneel. U beschrijft het als: waarmee houden we ons bezig?
Mijnheer Martens, ik ben het volledig eens met uw pleidooi. Maar dan zie ik geen argument om die klimaatsteun niet additioneel ten opzichte van bestaande en toekomstige ontwikkelingshulp te creëren.
Ik herhaal dat u de discussie verplaatst. Wij zijn niet tegen die maatregelen. Wij zijn er trouwens ook voorstander van dat de verantwoordelijkheid niet enkel bij het Westen wordt gelegd. Ik denk aan China. China heeft een uitstoot die nu al ongeveer gelijk is aan die van de VS, met een grotere bevolking weliswaar. Die uitstoot zal enorm snel toenemen. China doet nu met de G77 een oproep aan de rijke landen, maar moet zelf ook voor zijn verantwoordelijkheid geplaatst worden.
Waar ik iets tegen heb, is die eenzijdige culpabilisering van het Westen, wat dan als een argument wordt gebruikt om allerlei geldstromen naar het Zuiden te verantwoorden.
Mijnheer Sanctorum, ik ben verbaasd dat u de discussie over het additionele aspect opnieuw aansnijdt. Daarstraks hebt u daar niet over gesproken. Ik dacht: chance, we hebben in de commissie duidelijkheid gebracht. Er zijn nu eenmaal middelen die je inzet voor ontwikkelingssamenwerking voor armoedebestrijding of voedselproductie, die eveneens een bijdrage kunnen leveren voor een beter klimaat.
Ik heb u in de commissie al uitgelegd dat bijvoorbeeld erosiemaatregelen belangrijk zijn zowel in het kader van het klimaat als bij de voedselproductie. Of die elementen nu uit de ene of uit de andere pot worden betaald, of eventueel uit beide samen is eigenlijk een symbolische discussie. Ik vind het heel jammer dat deze klimaatconferentie soms wordt herleid tot een symbooldiscussie.
Een van de redenen waarom wij ons onthouden, is de houding van Europa. Wij vinden dat Europa een beetje te ver op de muziek vooruitloopt. Europa neemt zeer sterke engagementen zoals de reductie van de uitstoot met 30 percent ten opzichte van 1990. Op zichzelf is dat niet verkeerd, maar Europa zou sterker moeten aandringen op een evenredige bijdrage van de andere werelddelen zoals China en de Verenigde Staten. Aangezien Europa zich nu al engageert, vrees ik dat het te sterk in eigen vlees snijdt.
De kosten voor die doelstelling worden voor Europa op 400 miljard euro geraamd. Voor België zou dat 16,5 miljard euro zijn. De productiekosten zouden gemiddeld stijgen met 30 percent. Dat zal de Vlaamse chemiesector serieus treffen. Die stelt 64.000 mensen rechtstreeks en 100.000 mensen onrechtstreeks te werk, vooral in Antwerpen, het Houston van Europa.
Wij moeten de economische berekening maken van onze milieu-inspanningen. Op zich is dat geen reden om het niet te doen, maar het is een element in dit debat. Ook de andere werelddelen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Dan hoeven we hier achteraf geen krokodillentranen te plengen als een veelvoud van Opelfabrieken sluit in onze steden en ons economisch weefsel drastisch wordt ondermijnd. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Mijnheer Bouckaert, ik heb dat schrikbeeld ook gelezen in een vrije tribune van uw voorzitter. Daarin stond dat een ambitieus Europees klimaatbeleid honderden jobs zou kosten. Ik weet niet of u vanmorgen in De Ochtend op Radio 1 Wouter De Geest van BASF hebt gehoord. Hij zei dat zij geen deel zijn van het probleem, maar wel een deel van de oplossing. In het kader van een ambitieus klimaatbelang zullen zij een enorm belangrijke rol kunnen spelen. Zij produceren isolatieproducten en zullen een bijdrage leveren vanuit de chemiesector aan dat slimme netwerk, en zelfs aan de elektrische wagens.
Het discours dat u voert en dat uw voorzitter heeft gevoerd in een opiniestuk met Derk Jan Eppink in De Tijd, is een discours van jaren geleden. Toen zei de chemiesector in Antwerpen inderdaad dat het invoeren van de Kyotodoelstelling zou betekenen dat zij zouden moeten verhuizen en geen bijkomende investeringen meer zouden kunnen doen. Wouter De Geest heeft vanmorgen op de radio gezegd dat we te lang Calimero hebben gespeeld en dat we te lang in een defensieve reflex hebben gezeten. Zij zijn nu een deel van de oplossing en geen deel van het probleem. Zij zullen hun noodzakelijke bijdrage kunnen leveren aan de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen en de vergroening van de economie.
Mijnheer Bouckaert, ik vind het spijtig dat niemand van LDD aanwezig was in de commissie om op dat moment mee de discussie te voeren. Op dat moment hebben we ook een aantal wijzigingen van Open Vld opgenomen om zo tot een consensus te komen.
In uw uiteenzetting hebt u het over O&O, over kernenergie en over Europa. U zegt het voorstel van resolutie van Open Vld te willen steunen. Ook daar staat niets in over Europa. Ik denk dan ook dat er inhoudelijk niet echt elementen zijn om het voorstel van resolutie van de meerderheid en Open Vld niet te steunen.
Vlak voor de stemming wil ik oproepen om met een zo krachtig mogelijk signaal vanuit het Vlaams Parlement dit voorstel van resolutie te ondersteunen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.