Report plenary meeting
Report
De heer Segers heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, een krantenartikel belichtte vandaag de thematiek van de administratieve lasten voor ondernemers en zelfstandigen, vandaar deze actuele vraag. Een studie van het Planbureau geeft aan dat er de voorbije acht jaar een halvering is geweest van de administratieve lasten voor onze zelfstandigen en ondernemers, meer bepaald van 3,4 percent van het bbp in 2000 naar 1,7 percent in 2008. Dat is uiteraard zeer positief nieuws, het is het resultaat van hard werken.
Het is ook in die context dat ik mijn vraag wil formuleren. Ik vermoed namelijk dat het aandeel van Vlaanderen in deze resultaten aanzienlijk zal zijn. De studie maakt daar niet meteen een allusie op, maar ik meen te weten dat de Vlaamse Regering in de vorige legislatuur een speerpunt had gemaakt van de administratieve vereenvoudiging, en dat is precies de periode waar deze studie rekening mee houdt. In de komende weken zou ik daar graag nog wat meer over te weten komen.
Vandaag had ik alvast graag gehoord, mijnheer de minister, wat uw houding is tegenover de huidige berichtgeving, wetende dat ze de komende dagen wellicht verder zal worden geactualiseerd.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Segers, ik heb geen kennis van de studie van het Planbureau. Mijn mensen hebben ernaar geïnformeerd bij het Planbureau, en daar zegt men dat men de studie niet meedeelt omdat ze nog officieel bekend moet worden gemaakt. Dat gebeurt pas op 5 oktober. Men zit een beetje verveeld met het feit dat de studie gelekt is. Ze is dus nog niet officieel beschikbaar, maar is wel gelekt.
Voor zover ik er kennis van heb kunnen nemen via de media, denk ik wel dat de studie positief nieuws bevat. Er zou namelijk een drastische reductie zijn van de planlasten voor zelfstandigen en ondernemers. Het tweede positieve nieuws is dat de gegevens gebaseerd zijn op drie beleidsvelden, waarvan er twee tot de bevoegdheid van dit parlement en deze regering behoren, namelijk Leefmilieu en Tewerkstellingsbeleid. Uit de studie zal dus hoogstwaarschijnlijk blijken dat de vermindering van de planlast ook voortkomt uit maatregelen die hier, op het Vlaamse niveau, genomen zijn.
We moeten de studie ook wel relativeren. Net als bij vorige studies betreft het immers geen meting. De studie is gebaseerd op een enquête bij ongeveer 1000 ondernemers, en hun perceptie is dat de planlasten gedaald is. Het gaat dus om perceptie. Bovendien slaat deze studie alleen op ondernemingen, terwijl Vlaanderen een beleid voert voor de reductie van administratieve lasten voor ondernemingen, burgers, verenigingen, organisaties en lokale overheden. Dat is een bredere scope dan alleen maar de ondernemingen.
We gaan daar ook mee door, want er is nog heel wat werk aan de winkel. Toen Europa de oproep deed om de planlasten met 25 percent te verminderen, hebben we beslist dat je dat alleen kunt doen als je een nulmeting hebt. Wij zijn de enige overheid in België die meet van welk punt ze vertrekt. Alle beleidsdomeinen zijn daar nu mee klaar en moeten hun reductieplan klaar hebben tegen het einde van dit jaar. Het is gemakkelijk om te zeggen dat je met 25 percent vermindert, als je niet weet waarvan je vertrekt en als je niet meet in min en meer. Wij doen dat wel. Bij de Vlaamse overheid meten we wat we afschaffen aan planlast, maar we zijn ook zo correct om te meten wat er bijkomt. Dat is een moeilijke oefening. We zijn de enige overheid binnen België die dat doet, maar we hebben nog heel wat werk voor de boeg.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijnheer de minister, het lijkt me net iets te veel van het goede om nu met zegebulletins voor de dag te komen over de halvering van de planlast voor de zelfstandigen. Ik wil er u op wijzen dat het artikel in De Standaard ook wijst op het feit dat er niet minder dan 243 regulerende instanties zijn op Vlaams en federaal vlak.
Ik wijs er ook op dat op 1 januari 2005 een compensatiemaatregel voor administratieve lasten verplicht werd door de Vlaamse overheid. Die zorgt ervoor dat elke stijging van de administratieve lasten gecompenseerd wordt door diezelfde regering. Uit een studie van UNIZO van vorig jaar blijkt dat het algemene saldo van de compensatiemaatregel die door de Vlaamse overheid is ingevoerd, nog altijd negatief is. Welke initiatieven plant u om aan die kritiek tegemoet te komen en de compensatiemaatregel bij te sturen?
Ik kan moeilijk ingaan op het andere luik van die studie over de regulerende instanties. Ik heb de studie niet gezien, ik las enkel wat in de krant staat. Laat ons toe om dat eventjes grondig te bekijken.
Ik heb inderdaad gezegd dat er nog veel werk aan de winkel is. Vandaar dat wij in de vorige regering nog gezegd hebben dat elk beleidsdomein zijn nulmeting moet doen en zijn reductiedoelstelling moet formuleren. Dat is nu bezig. Enkele beleidsdomeinen hebben dat al gedaan. Tegen het einde van dit jaar moeten ze het allemaal gedaan hebben.
Het blijft een permanente zorg. We stellen ons kwetsbaar op, want we meten in min en meer op basis van een internationaal erkende norm. Dat is een moeilijke oefening. We proberen er correct in te zijn. Het is vrij gemakkelijk om te zeggen dat je wilt verminderen met 25 percent als je de balans niet maakt en je niet weet van welk nulpunt je vertrekt.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik leid eruit af dat dit de komende weken en maanden zeker een onderwerp wordt en blijft in de commissie. Inpikkend op het discours van de minister-president, kan die financiële zuurstof voor ondernemingen hier al voor een deel geleverd worden.
Het incident is gesloten.