Report plenary meeting
Report
De heer Kennes heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, met het oog op 18 oktober 2009 zijn vele ogen op Antwerpen gericht. Het college van burgemeester en schepenen moet een niet-bindend advies over een bij de Vlaamse Regering ingediende stedenbouwkundige aanvraag geven. En over dit niet-bindend advies wordt een niet-bindende volksraadpleging georganiseerd. Tot daar zit iedereen op dezelfde golflengte. Volgens mij zijn er echter twee problemen.
Het Gemeentedecreet bepaalt dat een referendum op initiatief van de gemeenteraad of op verzoek van de inwoners door de gemeenteraad kan worden georganiseerd over aangelegenheden die van gemeentelijk belang zijn. De vraag is natuurlijk of een dossier dat door de Vlaamse Regering wordt behandeld niet van Vlaams belang is, met kleine 'b'. Kan dit worden beschouwd als een aangelegenheid van gemeentelijk belang? Het gaat hier om een advies over een dossier dat zich op het niveau van de Vlaamse overheid bevindt. Dit lijkt me strijdig met de definitie van het begrip 'gemeentelijk belang'.
Daarnaast is het resultaat van een door een gemeenteraad georganiseerde volksraadpleging vanuit juridisch oogpunt louter adviserend. Dit blijkt ook uit alle rechtsleer over dit onderwerp. Die stelt letterlijk dat de gemeenteraad steeds de volledige beslissingsmacht behoudt. Maar in dit geval heeft de gemeenteraad echter geen beslissingsmacht. Dit is zelfs niet aan de orde. De gemeenteraad moet in deze procedure geen rol vervullen.
Mijnheer de minister, welke plaats heeft de door de Antwerpse gemeenteraad geplande volksraadpleging binnen de wettelijke regeling voor het organiseren van gemeentelijke volksraadplegingen in Vlaanderen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, op 23 maart 2009 heeft de Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen geoordeeld dat een volksraadpleging over deze aangelegenheid wel degelijk conform het decreet kan worden georganiseerd. De Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen, die is samengesteld uit een magistraat van de Raad van State en gespecialiseerde academici en ambtenaren, heeft besloten dat het om een gemengde bevoegdheid gaat. Enerzijds gaat het om een puur gemeentelijk advies over een bouwaanvraag. Anderzijds is deze zaak ook van algemeen Vlaams belang.
De Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen is van mening daar een gemeentelijke volksraadpleging kan worden georganiseerd, op voorwaarde dat het stadsbestuur met betrekking tot de eigen bevoegdheden over een discretionaire bevoegdheid beschikt. Dat is hier het geval.
Op 28 maart 2009, kort na het ontvangen van dit advies, heeft de Vlaamse Regering besloten de stad Antwerpen voldoende tijd en ruimte te geven om aanvullend onderzoek te verrichten en eventueel een volksraadpleging te organiseren. Op die manier kan het stadsbestuur het eigen advies onderbouwen.
Ik ga voor continuïteit van het beleid. Er is enerzijds het advies van de Adviescommissie, anderzijds de herhaaldelijk geponeerde beslissing van de regering. Ik verwijs naar de beslissing van 28 maart. Het zou pas politieke science fiction zijn om in de beslissing van de gemeenteraad van september te interveniëren, nu de procedure zo ver is gevorderd, nu de regering herhaaldelijk zo'n standpunt heeft ingenomen, nu de brochure is gedrukt, nu de stad volhangt met affiches. Integendeel, het is een op advies gebaseerde beslissing, en ik denk dat ze best uitvoering krijgt.
De heer Kennes heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik denk dat we ons dan op glad ijs begeven, want binnenkort kan een gemeenteraad over elk punt waar een college van burgemeester en schepenen advies over moet geven - bijvoorbeeld over het ruimtelijk structuurplan van een buurgemeente of over bepaalde vergunningen - een volksraadpleging organiseren. Dat strookt absoluut niet met de ratio legis destijds van de decreetgever toen hij in artikel 205 van het Gemeentedecreet bepaalde dat een volksraadpleging kan worden georganiseerd. Uit wat ik heb gelezen, blijkt dat dit niet conform is, wat de Adviescommissie ook als standpunt heeft ingenomen. Ik meen dat de Adviescommissie de zaak heel breed heeft geïnterpreteerd, en ik heb daar mijn vragen bij.
De heer Janssens heeft het woord.
Mijnheer Kennes, ik vind het een beetje verwonderlijk dat u een advies dat een stadsbestuur moet verlenen, niet van gemeentelijk belang zou vinden. U moet me dat eens uitleggen.
Mijnheer de minister, ik wil u bedanken voor uw duidelijk antwoord. Ik was een beetje ongerust over het antwoord dat u zou geven, omdat ik gisteren uw partijvoorzitter heb horen zeggen dat dit referendum eigenlijk niet wettelijk is, maar dat het politiek onverstandig zou zijn om het niet te laten doorgaan. Ik ben blij dat u de puntjes op de i zet.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, u hebt daarnet een mooie inleiding gegeven over het feit dat er meer democratie moet zijn. Mijnheer Kennes, destijds is in dit parlement het gemeentelijk referendum goedgekeurd om de burger meer bij het beleid te betrekken. Als u nu hier komt zeggen dat voor het aanleggen van een Lange Wapper en het sluiten van de ring - een project dat Antwerpen voor de volgende honderd jaar zal bepalen en dat een impact heeft voor honderdduizenden mensen voor wat hun levenskwaliteit betreft - het referendum niet is bestemd, dan vraag ik me af in welk soort democratie u wel gelooft.
Ik vind het ten aanzien van de Antwerpenaren nogal choquerend dat u hier die vraag gewoon nog maar durft te stellen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik zou me niet emotioneel willen uitspreken over dit referendum, maar ik heb een rechtstreekse aanvullende vraag voor de minister. Ik volg eigenlijk de redenering van de heer Kennes.
Indien de vraag bij de ronseling in het tot stand komen van dit referendum afwijkt van datgene waar we nu zitten en indien - en dat is ook zo - door de werkzaamheden in de commissie in dit Vlaams Parlement blijkt dat de vraag waar eerder over is gestemd in de gemeenteraad eigenlijk afwijkend is - stoute tongen zeggen dat dit referendum zonder voorwerp zou kunnen zijn -, is het dan niet de moeite waard om dit ook eens te bekijken? Er zijn zoveel afwijkingen gebeurd sinds men in de gemeente heeft gezegd dat dit referendum conform is.
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil de minister van Binnenlandse Zaken bedanken voor zijn antwoord. Hij reageert heel wat meer volwassen dan zijn partijgenoot - zoals ook de burgemeester van Antwerpen al heeft gezegd -, waarvan akte.
Mijnheer de minister, ik denk dat u vandaag een belangrijke politieke uitspraak hebt gedaan waar heel veel mensen rekening mee zullen moeten houden.
Ten aanzien van de heer Kennes en ten aanzien van de CD&V wil ik toch wel mijn verbazing uitdrukken. Mijnheer Kennes, ik stel vast dat u het Gemeentedecreet over de referenda niet kent. U doet een aantal uitspraken die duidelijk maken dat u het dossier zelfs niet begrijpt, maar dat verbaast me ook niet. Ik heb al mogen merken dat de CD&V bevreesd is voor volksraadplegingen. Het heeft misschien historische gronden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik was de laatste dagen lichtelijk verbaasd door uitspraken in kranten die zouden kunnen worden gezien als een minachting voor de Antwerpenaar. Ik citeer de burgemeester van de stad Antwerpen die, als Antwerpen op 18 oktober ja zegt tegen de Lange Wapper, het volgende zegt: " Ik kan me met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat het Antwerps stadsbestuur onvoorwaardelijk een gunstig advies kan verlenen aan de bouwaanvraag voor het BAM-tracé in dat geval." De bal werd onmiddellijk teruggekaatst door de havenschepen, die zei: "Het is niet omdat het referendum neen zou zeggen tegen de Lange Wapper dat wij als stadbestuur onvoorwaardelijk neen moeten zeggen."
Ik stel vast dat hierdoor bij de burger minstens de perceptie ontstaat dat het allemaal geen zin heeft. Wat de uitslag ook zal zijn, de politici zullen gewoon hun zin doen. Dat is voor onze fractie onaanvaardbaar. Een volksraadpleging is misschien niet decretaal bindend maar is het moreel des te meer. Het is dus allesbehalve toevallig dat Open Vld stilaan met deze mening alleen komt te staan. Alstublieft, houd op met die spelletjes, houd op met de burger te behandelen als iemand die dom en onmondig is, als iemand die geen informatie kan verwerken. De mensen weten echt wel waar ze mee bezig zijn en zullen een wijs oordeel vellen.
Mijnheer de minister, u zegt dat de adviescommissie positief was over de gemeentelijke volksraadpleging, maar hebt u laten onderzoeken of een provinciale volksraadpleging dat ook zou zijn? We moeten immers toegeven dat dit een dossier betreft dat, hoewel ik zelf van de stad ben, de Antwerpse belangen lichtelijk overstijgt.
De heer de Kort heeft het woord.
Mijnheer de minister, zou u in het kader van het administratief toezicht niet moeten optreden? U zou mijns inziens hier als toezichthoudende overheid een opportuniteitscontrole moeten houden. Door de wijze waarop het nu wordt aangepakt door de stad Antwerpen, heb ik de indruk dat de belangen van de randgemeenten worden geschaad. Mijns inziens moet u op basis daarvan optreden.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik ga niet in op de discussie over wat mijn voorzitter zou gezegd hebben. Je kunt op goede gronden hieromtrent perfect een mening verkondigen zoals de heer Kennes dat doet. De decreetgeving over de volksraadpleging verwijst alleen naar artikel 2, eerste lid van het Gemeentedecreet. Daar gaat het over zaken van 'zuiver gemeentelijk belang'. Dat is voorgelegd aan een gerenommeerde adviescommissie, die zegt dat het een gemengde aangelegenheid is, wat niet expliciet in het decreet staat. Ze zegt dat je er een volksraadpleging over kunt organiseren op voorwaarde dat die gemeente over het deel dat haar bevoegdheid is, een discretionaire bevoegdheid heeft. Dat is in dezen het geval. Andere mensen kunnen daar op legistieke gronden een andere mening over hebben, ik zeg alleen wat die adviescommissie op 23 maart heeft geoordeeld.
Dat is de facto gevalideerd door de vorige regering op 28 maart. Ze heeft gezegd dat ze tijd en ruimte geeft aan de stad om bijkomend onderzoek te doen en desgevallend een bredere bevraging over dat advies. Het is een goede zaak als we de continuïteit van het beleid handhaven.
Alle andere beschouwingen over voogdijregeling, tussenkomsten en dergelijke meer, zijn niet pertinent in het licht van het standpunt dat al is ingenomen. Terugkeren op beslissingen van 28 maart zou niet goed zijn. Dat is niet aan de orde. Deze regering heeft daartoe geen beslissing genomen, integendeel. De herhaalde communicatie ten gronde is dat de zaak opnieuw wordt bekeken na afloop van de hele adviesprocedure waarvoor op dit ogenblik binnen de stad Antwerpen een volksraadpleging loopt.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de indruk dat het begrip 'belang' in juridische zin toch niet door iedereen goed wordt gevat. In het gewone taalgebruik betekent belang dat men betrokken is, dat er interesse is. Uiteraard is er voor alle Antwerpenaars een heel groot belang en uiteraard is er voor alle inwoners van de provincie, Vlaanderen en een stuk van Noord-West-Europa een reëel belang in wat daar gaat gebeuren, in welke zin dan ook. Er is een effectief belang in de gewone zin van het woord.
Maar wanneer het gaat over juridisch belang, gaat het over een ander begrip. Dan gaat het over bevoegdheden. Dan kan ik alleen maar vaststellen dat de gemeenteraad in dezen niet bevoegd is en dat de beslissing zal moeten worden genomen door de Vlaamse Regering. In de juridisch-technische zin krijgt het woord belang een andere invulling. Er is geen sprake van gemeentelijk belang.
Het incident is gesloten.