Report plenary meeting
Report
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik heb aandachtig naar de toespraak geluisterd. Er ligt heel wat werk op de plank voor het Vlaams Parlement. Ik zal op enkele van uw bezorgdheden antwoorden en mijn verklaring past daar volledig in.
Vrijdag laatstleden heeft de Vlaamse Regering de begrotingscontrole 2009 en de begroting 2010 goedgekeurd. We hebben afgesproken dat dit parlement daarover als eerste wordt geïnformeerd. Dat is ons wonderwel gelukt. Niet alleen u, maar ook de media volgen aandachtig deze problematiek. Ook al is, en u hebt daarnaar verwezen, met dit parlement de afspraak gemaakt dat wij de volledige begroting met alle elementen overmaken op 21 oktober zodat de parlementsleden daarover kunnen beschikken eind oktober. De procedure zal stipt worden nageleefd. Ik vind het toch heel belangrijk dat de begrotingscontrole 2009 en de begroting 2010 worden toegelicht en dat nadien op basis van de stukken het debat kan voortgaan.
Waarom is dat zo belangrijk, beste collega's? Omdat de Vlaamse Regering cruciale weken meemaakt. Er worden nu beslissingen genomen die van belang zijn voor heel de legislatuur. Ik durf zelfs stellen dat deze beslissingen zeer belangrijk zijn voor de toekomst van Vlaanderen. Het gaat over de aanpak van de economische crisis, de begrotingsopmaak in moeilijke budgettaire omstandigheden, het uitwerken van de beleidsnota's met de beleidsopties voor de komende vijf jaar.
Niet alleen Vlaanderen, maar elke overheid in dit land en zelfs in andere landen wordt geconfronteerd met drie cruciale uitdagingen: ten eerste de crisis, ten tweede de economie en ten derde het budget. Deze drie uitdagingen zijn met elkaar verbonden en haken op elkaar in. Zo mag bijvoorbeeld de manier waarop het budget onder controle wordt gehouden de economische heropleving niet in de weg staan.
In feite zetten we nu de uitvoering van het regeerakkoord op de sporen en voorzien we daarvoor in de nodige financiële middelen. Dit is geen gemakkelijke opgave. Sommigen durven al eens te beweren dat het een gemakkelijke oefening zou zijn. Ik kan u verzekeren dat het dat allesbehalve was en is omdat wij zwaar moeten besparen. We willen minder uitgeven en efficiënter werken. Om dat te realiseren, moeten wij heel belangrijke beslissingen nemen. Ik ga ervan uit dat het na mijn toelichting voor iedereen duidelijk zal zijn hoe moeilijk deze oefening is, maar ook, mijnheer de voorzitter, hoe belangrijk deze uitdaging is voor ons allemaal.
Sta me toe dat ik eerst duidelijk maak binnen welk sociaaleconomisch kader dit moet gebeuren. Het is evident dat de opmaak van de begroting zich situeert in een heel belangrijke economische crisis. Ik denk dat wij de eerste Vlaamse Regering zijn die bij de start met zo'n grote financieel-economische crisis wordt geconfronteerd, met belangrijke sociale gevolgen voor de mensen die hun werk verliezen en voor de bedrijven die moeten sluiten.
Tegelijk zijn onze inkomsten - zowel de gewestinkomsten als de dotaties - fors gekrompen. Voor alle duidelijkheid: in deze moeilijke sociaaleconomische en budgettaire omstandigheden willen we de kop niet in het zand steken. Wij zullen de tering naar de nering zetten. De gezamenlijke welvaart in Vlaanderen zal tegen eind 2009 met 3,1 percent zijn afgenomen. In één jaar zijn 4.678 ondernemingen failliet gegaan. Eind augustus hadden 226.899 Vlamingen geen werk. Het is voor iedereen duidelijk dat de toestand ernstig is en bij deze cijfers zware conclusies zich opdringen.
Het moet evenwel ook worden gezegd dat er signalen, prognoses zijn die wijzen op het opnieuw aantrekken van de economische activiteit. We moeten daar uiteraard voorzichtig mee omspringen. Maar uit die macro-economische prognoses blijkt dat het bbp in 2010 opnieuw zal toenemen. De werkgelegenheid daarentegen zal tot eind 2010 afnemen en zich pas in 2011 herstellen. De realiteit toont aan dat in Vlaanderen nog steeds nieuwe vacatures worden uitgeschreven en er nog steeds openstaande vacatures zijn. Dat is een van de paradoxen waarmee we zijn geconfronteerd. Zo werden in augustus meer dan 16.000 nieuwe vacatures bij de VDAB aangemeld. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat vandaag nog steeds 36.000 vacatures openstaan.
Ik hoef het niet te zeggen: de crisis is niet enkel een Vlaams en een Belgisch fenomeen, maar ook een mondiaal gegeven. Alle sectoren en alle geledingen van de bevolking worden getroffen. Maar de sterkst getroffen sector is overduidelijk de industrie. Vooral de metaal- en de textielsector hebben harde klappen gekregen. In die sectoren zijn er minder aanwervingen en is een grote uitstoot van arbeidskrachten zichtbaar. Maar ook de bouwsector en de dienstverlenende bedrijven worden geconfronteerd met jobverlies. En ook de interimsector voelt de terugslag van de verminderde aanwervingspolitiek.
Er zijn toch een aantal sectoren waar de toestand positief of alleszins toch minder negatief is, en dan denk ik aan de voedings- en de informaticasector. De crisis verschilt dus van sector tot sector, en we moeten daar rekening mee houden. Maar dat geldt ook voor de regionale spreiding. De provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Limburg zijn het zwaarst getroffen. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat de toename van de tijdelijke werkloosheid in de provincies Limburg en Antwerpen enorm is: in Limburg plus 103 percent, in Antwerpen plus 137 percent. Vooral mannen zijn het zwaarst getroffen. Zij zijn ook diegenen die het meest in conjunctuurgevoelige sectoren werken. Opvallend is ook dat de crisis niet alleen de kortgeschoolden treft - een stijging van de werkloosheid met 17,4 percent -, maar ook de middengeschoolden - plus 23 percent - en de hooggeschoolden - plus 20 percent. Een zeer kwetsbare groep zijn onze jongeren, vooral de kortgeschoolde jongeren.
De crisis is mondiaal, sommige sectoren zijn meer getroffen dan andere en ook de kwetsbare bevolkingsgroepen worden harder getroffen dan andere. Ik denk ook dat de crisis anders wordt aangevoeld door mensen die werk hebben dan door diegenen die hun werk hebben verloren of al werkloos waren. We moeten er rekening mee houden dat de moeilijke arbeidssituatie zich nog een tijd in negatieve zin zal ontwikkelen. De arbeidsmarkt reageert immers met zes maand vertraging op de economische situatie. De Vlaamse werkloosheidsgraad zal toenemen tot 10,5 percent. Wij verwachten dat het totale aantal werkzoekenden zal oplopen tot 270.000, dus nog 50.000 meer werkzoekenden dan nu.
Het aantal jobs zal in Vlaanderen met 1 percent afnemen. Dat betekent dat in 2009 en 2010 ongeveer 54.000 mensen de volgende weken en maanden hun job dreigen te verliezen. Ik hoop dat het voor iedereen in dit parlement duidelijk is dat in deze moeilijke en onzekere tijden, Vlaanderen meer dan ooit nood heeft aan een realistische en daadkrachtige aanpak van de gevolgen van de crisis. We hebben daar een aantal duidelijke afspraken over gemaakt. Tegen begin volgend jaar zullen we klaarder zien in de evolutie van de economische toestand.
Vandaag zijn de uitdagingen voor de Vlaamse Regering glashelder. We werken de anticrisismaatregelen verder uit en verfijnen die. De steunmaatregelen van de vorige Vlaamse Regering hebben hun effect niet gemist. De afgelopen maanden hebben we meer dan 10.000 dossiers voor overbruggingspremies goedgekeurd. Ook de waarborgregeling voor investeringskredieten is godzijdank toegepast door heel wat ondernemingen in Vlaanderen. In de periode van 1 januari tot 31 augustus 2009 waarborgde de overheid bijna dubbel zoveel kredieten voor de ondernemingen: plus 92 percent in vergelijking met dezelfde periode in 2008. In termen van het aantal goedgekeurde dossiers betekende dit een stijging met 89 percent, van 493 goedgekeurde dossiers in de periode van 1 januari tot 31 augustus 2008 naar 933 goedgekeurde dossiers. Dat is een enorme stijging. Ik kan het heel krachtig samenvatten: elke euro aan waarborg maakt 2,2 euro aan investeringen door bedrijven mogelijk.
De vorige Vlaamse Regering heeft daar juiste en slimme maatregelen voor genomen. Als we willen voorkomen dat die 54.000 er nog gaan bijkomen, dan zullen we nog een stap verder moeten gaan. Dan moeten we van het relanceplan van de vorige Vlaamse Regering overstappen naar een duurzaam werkgelegenheids- en investeringsplan, dat ook is aangekondigd in het Vlaams regeerakkoord en dat de regering samen met de werkgeversorganisaties en de vakbonden verder zal uitwerken in een duurzaam werkgelegenheidsplan.
U zult zeggen: Plannen zijn goed, maar daar moet ook geld tegenover staan. Daarvoor leggen we een provisie aan in onze begroting van meer dan 20 miljoen euro. Het werkgelegenheidsplan moet een antwoord bieden op drie knelpunten en die ook analyseren. Ten eerste moet het een antwoord bieden op de gevolgen van de crisis en de stijgende werkloosheid indammen. De balans is duidelijk: 54.000 jobs zouden in de volgende weken en maanden verdwijnen. Dit moeten we aanpakken.
Ten tweede zien we een verschuiving op de arbeidsmarkt, die alsmaar sneller gaat. Het gaat over de vermindering van de tewerkstelling in de secundaire bedrijfstakken. De industriële sector verschuift steeds meer naar de tertiaire bedrijfstakken en de dienstensector. Sectoraal gezien verwachten we vooral van werkgelegenheid in de gezondheids- en welzijnssector en de groene economie de grootste groei in de komende periode. Tegelijk moeten we werk maken van meer duurzame jobs in de sociale economie. Dat is het eerste belangrijke uitgangspunt van het werkgelegenheidsplan.
Het tweede uitgangspunt is de demografische uitdaging. Door de verzilvering van de beroepsbevolking zullen steeds minder mensen actief zijn op de arbeidsmarkt. De derde uitdaging zijn de typische arbeidsmarktknelpunten. Hieronder verstaan we het groot aantal knelpuntvacatures, maar ook de lage werkzaamheidsgraad van de kansengroepen. Ik denk daarbij aan de 50-plussers, aan onze jongeren en de kortgeschoolden, mensen van allochtone afkomst en mensen met een handicap.
We zullen daar meer maatwerk moeten verrichten. We moeten zowel de vraag als het aanbod aanpakken. We voorzien in een structureel aanbod op maat van de werkzoekenden die ver van de arbeidsmarkt staan. Elke werkloze verdient een aangepaste begeleiding naar nieuw werk. Daarnaast bieden we ook een meer sluitende en efficiënte ondersteuning aan de werkgever. We zetten in op competentieversterking en op een volledige mobilisatie van het menselijk innovatiepotentieel. Er is ook aandacht voor vorming en opleiding.
Het is heel belangrijk dat we duidelijk aangeven wat de uitdagingen zijn en waar we voor staan. Dat geldt ook voor het investeringsplan. We hebben nood aan een investeringsplan. We zullen gezonde bedrijven verder stimuleren en ondersteunen om uit de crisis te geraken. We zullen ook focussen op duurzame energie, zowel uit respect voor het milieu als om minder brandstoffen te doen invoeren uit het buitenland. We zullen ook onze kennis in onderzoek en ontwikkeling valoriseren, onder andere in de gezondheidszorg door middel van translationeel onderzoek of de versterkte introductie van ICT in de gezondheidszorg.
In de begroting 2010 is bovenop de reeds geplande kapitaalparticipaties nog eens voorzien in 300 miljoen euro voor het nemen van nieuwe kapitaalparticipaties. Met dit budget kunnen belangrijke investeringen worden gefinancierd in tijden van schaarste op de kredietmarkten. We zetten daarbij sterk in op innovatie. We kiezen immers onverkort voor een innovatiegedreven economie. Via bestaande instrumenten en middelen ondersteunen we ondernemerschap en stimuleren we de economische en technologische speerpuntdomeinen. De volgende weken zal er een nieuw innovatiepact geconcretiseerd worden.
Mijnheer de voorzitter, collega´s, dit is het kader waarbinnen de begrotingscontrole 2009 en de opmaak van de begroting 2010 moet gebeuren. Daarover zal ik nu meer tekst en uitleg geven.
Ons uitgangspunt is dat we nu willen besparen. We zijn er immers van overtuigd dat dit de beste garantie is om de toekomst van de huidige en komende generaties te vrijwaren. Daartoe leveren we grote inspanningen. De Vlaamse Regering wenst zo spoedig mogelijk terug te keren naar een evenwicht om het broodnodige beleid te kunnen voeren. We willen dit evenwel doen zonder de economische heropleving in gevaar te brengen, het consumentenvertrouwen te verstoren en we willen absoluut de zwaksten in onze samenleving ontzien. Naast de noodzaak om tot een budgettair evenwicht te komen zijn deze uitgangspunten van essentieel belang. We hebben duidelijke prioriteiten gesteld en resoluut gekozen voor significante efficiëntiewinsten in het functioneren van het overheidsapparaat.
Hoe is de regering nu concreet te werk gegaan om de begrotingscontrole 2009 uit te voeren en de begroting 2010 op te stellen? Bij haar aantreden is de regering gestart met een bewarende maatregel om te vermijden dat facultatieve uitgaven zouden worden versneld om zo een bijstelling van het jaar 2009 in de feiten onmogelijk te maken. Deze bewarende maatregel hield in dat voor uitgaven en engagementen waar Vlaanderen niet geschaad wordt door een vertraging op het betreffende krediet, maximaal acht twaalfden mocht worden benut. Deze maatregel bleek zeer nuttig om bij de departementen en agentschappen het besef te doen groeien dat er effectief moet worden nagedacht over minder uitgaven en over efficiëntiewinsten.
En de regering waakte er ook over dat deze maatregel niet leidde tot het louter doorschuiven van facturen. Geen enkele factuur hoefde te blijven liggen na vervaldatum.
Mijnheer de voorzitter, beste collega's, de administratie heeft ook heel belangrijke werkstukken afgeleverd. Parallel met de regeringsonderhandelingen heeft ze technische bilaterales uitgevoerd en heeft de minister van Begroting daarover verslag uitgebracht op de vergadering van de Vlaamse Regering van 5 september. Daaruit bleek dat ten aanzien van de uitgangspunten bij de regeringsonderhandelingen uitgavenverminderingen mogelijk waren. Er bleven nog discussiepunten die op het politieke niveau een bespreking vereisten. Met elke minister afzonderlijk werden dan gesprekken gevoerd om zijn of haar bijkomende besparingsinspanningen en het probleem betreffende het tekort aan uitgavemogelijkheden per beleidsdomein onder de loep te nemen.
In de maand september hebben het Planbureau en het ministerie van Financiën dan geactualiseerde cijfers bezorgd over de groeiramingen en inflatieverwachtingen en inzake de fiscale capaciteit en leerlingenaantallen. Deze gegevens waren een meevaller - men moet ook wat geluk hebben - ten aanzien van de pessimistische uitgangspunten van het regeerakkoord. Anderzijds dienden we vast te stellen dat, in tegenstelling tot de verwachtingen bij de regeringsvorming, de federale overheid de negatieve afrekening van de gewestinkomsten pas in 2010 zal aanrekenen. Daarom leggen wij in 2009 een provisie aan van 500 miljoen euro.
De administratie wees ook op de onderbenutting en de cijfers die daarover waren opgemaakt en vanuit voorzichtigheidsoogpunt hebben we de gehanteerde cijfers inzake onderbenutting naar beneden herraamd. In de begroting 2010 werd in extra middelen voorzien. Daarnet heb ik gezegd dat we de armsten en zwaksten in onze samenleving moeten beschermen en dat we niet mogen besparen op investeringen. Het is dan ook evident dat naast de belangrijke uitdaging inzake het evenwicht in 2011 er tezelfdertijd extra middelen moeten worden uitgetrokken voor de zeer essentiële zaken waarvoor niet kan worden gewacht tot 2011. Zo wordt voor het werkgelegenheidsplan 22,5 miljoen euro uitgetrokken. Om de crisis aan te pakken, is er niet alleen een werkgelegenheidsplan en -akkoord nodig, maar ook middelen. Er is ook 22,5 miljoen extra vrijgemaakt voor de sector personen met een handicap. Als we de zwaksten in de samenleving niet willen treffen, moeten we er extra aandacht aan besteden. Er is ook 22,5 miljoen voor investeringen en 10 miljoen extra voor kinderopvang.
Gelet op een aantal onvermijdbaar gebleken uitgaven tijdens de politieke bilaterale besprekingen werden de uitgaven voor 2009 nog verhoogd met 16 miljoen euro voor de renovatiepremie en met 66 miljoen euro in 2010 voor de sectoren renovatiepremie, landbouw, inburgering en voor een aantal dringende investeringen in diverse sectoren. Specifiek voor de sociale huisvesting wordt in een extra investeringsvolume voorzien van maar liefst 85 miljoen euro. Om in deze omstandigheden een begroting te kunnen presenteren die de tekortnormen van het regeerakkoord respecteert, hebben we dan ook nog een aantal punctuele maatregelen genomen in de sector van de waterzuivering, waar het aligneren van de afbetalingstermijn aan de afschrijvingstermijn ons toelaat de uitgaven de komende jaren te drukken. We wensen van de overheidsbedrijven ook een jaarlijks dividend te ontvangen en we hebben dan nog een bijkomende besparing opgelegd aan de beleidsdomeinen ten belope van 45 miljoen euro, verdeeld naar draagkracht over de verschillende beleidsdomeinen. De details van deze besparingen tot op het niveau van de basisallocatie worden afgestemd met de leidend ambtenaren.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, bij deze begrotingsopmaak heeft de Vlaamse Regering zich voortdurend laten leiden door de principes van het regeerakkoord. Wij oriënteren de besparingen naar maatregelen die tot een grotere efficiëntie van de overheid moeten leiden. Subsidies worden specifiek onder de loep genomen: in welke mate dragen ze effectief bij tot de publieke doelstellingen? We nemen maatregelen zodat het prille herstel van de economie niet wordt geschaad. We ontzien de tewerkstelling en de investeringen.
De leidend ambtenaren worden uitgenodigd om, natuurlijk in overleg met de sociale partners, mee te zoeken naar efficiëntiewinsten en kwaliteitsverbeteringen en zullen daartoe meer flexibiliteit krijgen. Dit kan dan vertaald worden bij de begrotingscontrole 2010. Het is evident dat de begrotingsdoelstelling om opnieuw aan te knopen met het evenwicht in 2011 als een paal boven water staat, daar mag niet aan geraakt worden. Wij willen voldoende zuurstof in de economie en wij willen geen sociaal bloedbad. Ik heb dat daarnet al zeer uitdrukkelijk onderstreept.
Beste collega's, de Vlaamse Regering heeft gewerkt met zeer nauwkeurige en realistische gegevens. In het verleden werd vaak gevraagd op basis van welke gegevens wij bepaalde beslissingen hebben genomen. Wij hebben alle instellingen die ons konden helpen, gesproken, en wij hebben de cijfers die zij ons konden geven, met heel veel zorg verwerkt. Ik wil dit hier nog eens samen met u overlopen. Bijvoorbeeld wat de kapitaaloperaties in de financiële sector betreft. Op dit ogenblik zijn er, zoals u weet, gesprekken bezig met de Europese Commissie om de herstructureringsplannen van de drie betrokken financiële instellingen goedgekeurd te krijgen. U weet dat het gaat over KBC, Dexia en Ethias. Prioriteit is de goedkeuring door Europa, en dan kan aan de uitvoering gewerkt worden inclusief de terugbetaling van het geïnvesteerde kapitaal en de dividenden. Voor alle duidelijkheid: in de begroting 2010 blijven we ter zake voorzichtig en voorzien we nog quasi geen inkomsten.
We willen dus zorgvuldig te werk gaan. De SERV, de Hoge Raad voor Financiën en de eigen Vlaamse administratie hebben allemaal hun cijfers ingediend en allen hebben de negatieve budgettaire ruimte voor de komende legislatuur geraamd. De SERV voorziet volgende negatieve raming: 2009: min 1,058 miljard euro; 2010: min 1,892 miljard euro. Uit voorzichtigheidsoverwegingen hebben wij daar een aanpassing op uitgevoerd en zo kwamen wij tot een negatieve ruimte van min 2 miljard euro voor 2010 en min 1,7 miljard euro voor 2011. De previsies van het Planbureau van 24 juni 2009 verplichten ons om voor 2010 nog eens min 55.941.000 euro te voorzien, en voor 2011 min 160.931.000 euro. Wij hebben dat allemaal verwerkt. Ik heb daarnet al gezegd dat wij vanaf 2010 voor bepaalde doelgroepen in bepaalde maatregelen onverkort bijkomende middelen wensen uit te trekken. In totaal gaat het om 80 miljoen euro in 2010 en 150 miljoen euro in 2011. Voor al deze inspanningen zijn besparingsinspanningen nodig: in 2009: 1,058 miljard euro; in 2010: 2,135 miljard; in 2011: 2,010 miljard euro.
Na al die negatieve berichten is er toch ook een positief bericht. De recentste parameters van het Federaal Planbureau inzake groei en inflatie en inzake fiscale capaciteit hebben de oefening iets verlicht. Ten opzichte van de eerdere ramingen konden de gedeelde en samengevoegde belastingen worden verhoogd met 355.364.000 euro.
Desalniettemin blijft het om een gigantische oefening gaan. De afgesproken tekortnorm om in 2011 een begroting in evenwicht te kunnen voorleggen, houdt in dat de tekortnorm in 2009 1 miljard euro en in 2010 500 miljoen euro zal bedragen. Om deze doelstelling te halen, moeten we in 2009 200 miljoen euro en in 2010 ruim anderhalf miljard euro besparen.
We volgen deze redenering met zeer veel zorgvuldigheid en realisme. Verschillende instellingen hebben hier hun licht over laten schijnen. De vraag is natuurlijk hoe we deze efficiëntiewinsten de komende weken zullen realiseren en concretiseren. Ik zal even de hierbij gehanteerde uitgangspunten en afspraken overlopen. We hebben deze uitgangspunten steeds voor ogen gehouden en we zullen dat ook blijven doen.
Besparingen in de vitale sectoren van onze samenleving zijn uitgesloten. We besparen niet in de gesubsidieerde sectoren waar de Vlaamse Regering belangrijke beleidsimpulsen wil geven. Het gaat dan om beschutte en sociale werkplaatsen, om voorzieningen en uitkeringen voor personen met een handicap, om kinderopvang, om jongerenwelzijn, om thuiszorg en om huursubsidies.
De besparingen binnen het overheidsapparaat bedoeld om de efficiëntiewinst te realiseren, mogen niet tot ontslagen leiden.
De gemiddelde omkadering in het onderwijs zal niet dalen.
Besparingen op investeringen zijn uitgesloten. Deze investeringen zijn immers noodzakelijk voor ons economisch herstel.
Het gaat steeds om reële besparingen, die zo veel mogelijk recurrent moeten zijn. Indien eenmalige maatregelen worden genomen, wordt zeker geen beroep gedaan op technieken als sale-and-leaseback.
Ik kan tevens een overzicht geven van de besparingen die in de loop van 2010 zullen worden doorgevoerd. De selectieve verdeling van de indexprovisie bedraagt 100 miljoen euro. De nulindexatie van niet-loongebonden kredieten in 2009 en in 2010 bedraagt 120 miljoen euro. De efficiëntieverhoging van het apparaat bedraagt 133 miljoen euro. Concreet gaat het dan om een verhoging van 2,5 percent op het loonaandeel en van 5 percent op het functioneringsaandeel. De efficiëntiewinst op facultatieve subsidies bedraagt 45 miljoen euro. De besparing op gereglementeerde subsidies bedraagt 28 miljoen euro. Op de communicatie- en consultancybudgetten zal 8,5 miljoen euro worden bespaard. De jobkorting zal selectiever worden gemaakt. Dit zal 635 miljoen euro opleveren. Punctuele maatregelen, zoals het Hermesfonds, de kabinetskredieten, de herraming van de rente, het optrekken van de eigen ontvangsten van het MINA-fonds en een aantal andere zaken zullen 150 miljoen euro opleveren.
Daarnaast zullen een beperkt aantal eenmalige maatregelen worden genomen. De belangrijkste hiervan zijn de verkoop van gronden van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), wat 125 miljoen euro zal opleveren, en de activering van de aanwezige reserves in een aantal fondsen, wat 95 miljoen euro zal opleveren.
Deze besparingsoperatie is niet gemakkelijk. We zijn er echter van overtuigd dat ze essentieel is om de toekomst van Vlaanderen en van de Vlamingen veilig te stellen. Ze biedt ons tevens de mogelijkheid om, eenmaal deze begrotingsoperatie is afgerond, budgettaire ruimte voor belangrijk nieuw beleid te creëren. Dit nieuw beleid zal gericht zijn op de grote doelstellingen van het Vlaams regeerakkoord, met name het creëren van een vernieuwende, duurzame en warme samenleving. In het belang van het nieuw beleid dat we voor ogen hebben, rekenen we op de verantwoordelijkheid van velen om de door ons vooropgezette besparingen door te voeren en tot een goed einde te brengen.
Reeds in 2010 voorzien we immers, zoals vooropgesteld tijdens de regeringsonderhandelingen, in ruimte voor nieuw beleid: voor kinderopvang, voor investeringen, voor werk, voor welzijn. De welzijns- en gezondheidssector - waar enorme uitdagingen zijn - krijgt een aanzienlijk deel van de beleidsmarge. De Vlaamse Regering zal sterk inzetten op de zorgvragen van personen met een handicap en dit vijf jaar lang. Het vernieuwd sociaal beleid krijgt het voorziene deel van de beleidsmarge en vereist nu ook verder overleg en juridisch-technisch denkwerk voor de praktische uitvoering ervan.
Wij zijn - mocht u daar nog aan twijfelen, quod non - een sociale regering en een investeringsregering. We voorzien in de nodige middelen voor investeringen waar grote noden zijn: openbare werken, cultuur, het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, om er maar enkele te noemen. De middelen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds worden verhoogd met 15,5 miljoen euro. Voor de renovatiepremie wordt in 2009 bijkomend 16 miljoen euro uitgetrokken en in 2010 nog eens 36 miljoen euro. De mogelijkheid tot integratie van de verschillende premies wordt onderzocht, dit ook in het kader van de efficiëntie van ons beleid.
Het Grond- en pandendecreet wordt verder uitgevoerd. Het investeringsprogramma in de koop- en huursector en voor infrastructuur wordt verhoogd met 85 miljoen euro, waarbij koop en huur zal worden gefinancierd via rentesubsidies en infrastructuur via kapitaalsubsidies. Tevens wordt in de nodige middelen voorzien ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode. We voorzien ook in bijkomende middelen voor inburgering, gelet op de consequenties van de regularisatie. De inspanningen voor de bestrijding van de armoede worden onverkort verder gezet.
Mijnheer de voorzitter, collega's, uit dit overzicht blijkt duidelijk - voor diegenen die gevolgd hebben - dat de Vlaamse Regering, ondanks de besparingen, nu al concrete, duidelijke stappen zet voor de uitvoering van de doelstellingen van het regeerakkoord. Met deze begroting doet de Vlaamse overheid wat is afgesproken in het regeerakkoord: de tekorten terugdringen naar nul in 2011. De inspanning die we leveren, - voor diegenen die lokaal actief zijn - biedt ook ruimte aan de gemeenten om zich voor te bereiden op een ESR-boekhouding vanaf de volgende gemeentelijke legislatuur. De Vlaamse Regering heeft in de lijn van haar regeerakkoord deze keuze gemaakt omdat we ervan overtuigd zijn dat we er alle belang bij hebben rentelasten te vermijden. Op die manier kunnen we immers snel opnieuw aanknopen bij de noodzakelijke maatregelen uit het regeerakkoord om Vlaanderen verder te ontwikkelen tot een warme en vooruitstrevende samenleving. Vlaanderen voldoet met deze begroting - niets meer, niets minder - ook aan de afspraken die gemaakt zijn in het Overlegcomité met betrekking tot het Stabiliteitspact. Onze regering is immers een regering met ambitie. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Woensdag kunt u uw vragen stellen. Woensdag zal ik antwoorden, dus hou u nog even in en luister zeer aandachtig. Onze regering is een regering met ambitie, een regering met ambitie voor Vlaanderen. Wij geloven in de kracht van ons uitstekend onderwijs, in het innovatievermogen van ons bedrijfsleven, in het potentieel van ons pluriform medialandschap, in de talenten en de werkkracht van onze mensen, in de troeven van onze centrale ligging. Zelfs in deze budgettair zeer moeilijke tijden blijven we in middelen voorzien om deze troeven te versterken. Dat zal concreet blijken uit de begrotingsdocumenten die hier aan het parlement zullen worden overgemaakt.
Ik wil nog één element toevoegen. In dit Vlaams regeerakkoord is de eerste fase van Vlaanderen in Actie opgenomen, alsook de doelstellingen van het Pact 2020 en de doorbraken van Vlaanderen in Actie. Wij hebben vorige week vrijdag beslist dat we een monitoring zullen organiseren waarin we niet alleen het regeerakkoord, maar ook Vlaanderen in Actie en het Pact 2020 van zeer nabij zullen laten opvolgen. De grote strategische projecten en de beleidsnota's zullen in concrete jaarlijkse stappen worden opgevolgd. Dat kan alleen maar het debat en de discussie in het Vlaams Parlement positief beïnvloeden. Op die manier komen we ook tegemoet aan de wens die hieromtrent op het einde van vorige legislatuur in dit parlement werd geformuleerd.
Want ook dat is onze ambitie: in goede samenspraak met het parlement, ieder vanuit zijn verantwoordelijkheid, een efficiënt en doortastend beleid voeren dat nauwgezet wordt opgevolgd en bijgestuurd indien nodig. Ik denk dat dit een goed voornemen is aan het begin van dit parlementaire jaar. Ik ga ervan uit dat we daar dit jaar en de volgende periode van deze legislatuur hard aan zullen werken. (Applaus bij de meerderheid)
De verklaring van de Vlaamse Regering is gesloten.
Zoals we daarstraks hebben afgesproken, komt het parlement aanstaande woensdag om 14 uur bijeen om het debat te voeren. Het Uitgebreid Bureau heeft beslist dat elke fractie 15 minuten krijgt.