Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Dehaene, verslaggever, en de heer Strackx, verslaggever, verwijzen naar het schriftelijke verslag.
Minister Heeren heeft het woord.
Mevrouw Vogels, ik heb gewacht tot deze middag 12 uur om het amendement uit te laten delen omdat we ervan uitgingen dat het ontwerp van decreet deze middag nog zou worden besproken. Ik weet niet of u aanwezig was bij de bespreking van het ontwerp van decreet, maar in het ontwerp staat dat de administratieve geldboete zou worden afgeschaft met ingang van 1 mei 2009. Verschillende collega's hebben de vraag gesteld om de boetes van 2008 kwijt te schelden. Ik heb gezegd dat dat niet erg verstandig zou zijn, want dat het wel eens zou kunnen dat we dan een procedure bij de Raad van State aan ons been zullen hebben van al de mensen die de jaren voordien de boete hebben betaald.
Ik heb me tijdens de commissievergaderingen geëngageerd - het is spijtig dat mevrouw Dillen hier niet is - om zowel de problematiek van de verjaring als het juridische deel verder uit te klaren. Daarom hebben we de voorbije week bijkomend advies gevraagd aan professor Van Orshoven. Ik had verschillende juridische adviezen. We wilden daar uitsluitsel over. Professor Van Orshoven is expert op het vlak van constitutioneel recht. Hij bevestigde dat het niet mogelijk is om een gedeeltelijke terugwerkende kracht te verlenen aan de voorgestelde maatregelen omdat die de toets van het gelijkheidsbeginsel niet zou doorstaan.
Professor Van Orshoven wees er mij bovendien op dat zodra de decreetswijziging bekend zou zijn gemaakt, het principe zal gelden van de mildste straf. Dat betekent concreet dat voor alle sancties, in dit geval administratieve geldboetes die nog niet zijn betaald op het ogenblik van de bekendmaking van de decreetswijziging, de invorderingen moeten worden gestaakt. Meer nog, alle boetes die nog niet van kracht van gewijsde zijn getreden, zouden met succes juridisch kunnen worden betreden. Daarom heeft de Vlaamse Regering vandaag beslist een amendement op het ontwerp van decreet voor te stellen waarbij de opheffing van de administratieve geldboete bij laattijdigheid ingaat op 1 mei 2006.
In die zin heeft de Vlaamse Regering me gemachtigd om dit amendement vandaag in te dienen. De vraag was gerezen over hoeveel personen het gaat en waarom dat vandaag wel kan en gisteren niet. Een belangrijke zaak is dat, als we met terugwerkende kracht kwijtschelden, we dat moeten doen voor alle jaren en alle mensen die ooit een boete hebben betaald. Iedereen in de commissie was het erover eens dat dit inderdaad als onbillijk wordt ervaren. In 2005 heeft deze meerderheid dit goedgekeurd, omdat we een stok achter de deur wilden hebben. De zorgverzekering is immers gebaseerd op solidariteit. Het is ook een verzekeringssysteem, waardoor men verondersteld wordt rechten te hebben. We konden daar niet op terugkomen.
Ondertussen weten velen onder ons, en wellicht wij allemaal, dat in het begin van dit jaar mensen die drie keer laattijdig hebben betaald, een brief hebben gekregen met de vraag een boete te betalen. Het ging over een boete van 250 euro, of 100 euro voor diegenen in het Omniostatuut. In totaal hebben gedurende die vier jaar 61.036 mensen een boete gekregen omdat ze laattijdig hadden betaald. Van dat totaal hebben vandaag 13.500 mensen daadwerkelijk betaald. Wat de overige personen betreft, blijkt vandaag dat het grootste deel ervan een bezwaarschrift heeft ingediend. Begin dit jaar hadden 31.000 mensen een boete gekregen. Het grootste deel ervan heeft ook een bezwaarschrift ingediend. Als we het hebben over een terugbetaling van de boete over vier jaar, dan gaat het over die 13.500 mensen. Omgerekend hebben we het over een bedrag van 3.236.323 euro. Dat moet inderdaad worden opgevangen binnen de begroting van het Vlaams Zorgfonds. Mevrouw de voorzitter, dat is het voorwerp van het amendement dat hier vandaag ter tafel ligt.
Ten slotte was ik tegenover mevrouw Dillen een verbintenis aangegaan. Zij had een vraag gesteld over de verjaring van de ledenbijdrage. Ook daarover heb ik, zoals afgesproken, juridisch advies ingewonnen. Aangezien er geen specifieke verjaringstermijn is ingeschreven in het decreet, gelden hier de termijnen vervat in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2227 daarvan stelt dat de regeling ook geldt voor openbare rechtspersonen. Met andere woorden, een verjaring van de bijdrage heeft geen impact op de eventuele administratieve strafbaarheid van de onderliggende betaling.
Voor alle duidelijkheid, het systeem is destijds zo geconcipieerd dat er enerzijds de laattijdigheid is en anderzijds de wanbetaling. Enerzijds is er de geldboete, maar anderzijds is er ook een administratieve straf, namelijk de schorsing van de rechten die iemand kan hebben met betrekking tot de zorgverzekering. De terugbetaling van de boete betreft het financiële aspect. We hadden al ingeschreven dat we dat in de toekomst zouden afschaffen voor alle laattijdige betalers, maar niet voor de wanbetalers. Voor alle duidelijkheid, het verlies van de rechten blijft dus gelden voor iedereen die laattijdig betaalt of wanbetaler is. Dat blijft de stok achter de deur voor het Vlaams Zorgfonds om tegen het einde van het jaar een brief of e-mail ter herinnering te kunnen sturen, waarin mensen erop wordt gewezen dat, als ze niet of laattijdig betalen, ze de boete weliswaar niet meer moeten betalen bij laattijdigheid, maar ze wel het recht verliezen dat ze kunnen opbouwen in die zorgverzekering.
De heer Strackx heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, bijna precies tien jaar geleden werd het decreet houdende de zorgverzekering in dit halfrond goedgekeurd. Onze fractie heeft hier toen gezegd dat het decreet niet rijp was en dat we beter nog eens zouden nadenken alvorens aan een dergelijk avontuur te beginnen.
Net als nu stonden we toen vlak voor de verkiezingen en wilden de meerderheidspartijen niet wachten omdat ze nu eenmaal een wortel nodig hadden om aan de kiezer voor te houden. En kijk, exact tien jaar later zijn we nog altijd bezig met het decreet aan te passen. Ik kan niet meer zeggen de hoeveelste keer dat is.
Een grote stok in de wielen van de zorgverzekering was alleszins Europa. Ook vandaag passen we het decreet nogmaals aan aan de Europese regelgeving. Gemakkelijker wordt het er ook deze keer niet op. De Vlaamse overheid moet nu iedereen actief gaan opsporen die in het Waalse Gewest woont en in Vlaanderen werkt en ooit gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij verkeer binnen de Europese Gemeenschap. Zij zullen in de toekomst verplicht moeten aansluiten bij de Vlaamse zorgverzekering. Ik zou zeggen, mevrouw de minister, veel succes, begin er maar aan.
De tweede aanpassing die vandaag wordt doorgevoerd, is de vrijstelling van studenten, onderzoekers en hun familieleden uit niet-EU-landen van de bijdrageplicht voor de zorgverzekering. Dat komt niet uit Europa en dat is volgens mij ook nergens voor nodig. Het aangehaalde argument dat ze toch niet van de zorgverzekering zouden kunnen genieten, vind ik eerlijk gezegd nogal zwak. Leven we dan niet in een solidaire samenleving waarin iedereen meebetaalt voor de gemeenschap? We betalen allemaal belastingen voor zaken waar we nooit gebruik van zullen of kunnen maken. Waar ik woon, is er geen tram en er zal ook nooit een tram komen, en toch betaal ik mee voor de tram. Waarom zou deze groep dan niet solidair zijn met de samenleving waarin hij woont? Het risico van uitzonderingen zoals deze bestaat erin dat steeds andere bevolkingsgroepen en -categorieën zullen opduiken die van oordeel zijn dat zij niet moeten betalen omdat ze toch nooit van de zorgverzekering zullen kunnen genieten.
De derde aanpassing is de meest heikele en controversiële. Het grote probleem van de Vlaamse zorgverzekering was immers van meet af aan de betaling van de premie. Op een bepaald moment was het aantal wanbetalers zo groot - om en bij de 300.000 - dat de Vlaamse Regering zich genoodzaakt zag om in te grijpen. Jammer genoeg deed ze dat op een verkeerde manier. Wij waren de enige partij die deze regeling onmiddellijk als fout bestempelde. Er kwam een periode waarin men zich kon regulariseren. Nadien ging er een eigenaardig en absurd boetesysteem in voege waarvan enkele weken geleden 42.000 mensen de gevolgen aan den lijve nog eens mochten ondervinden.
Nochtans, mevrouw de minister, lijkt het me niet zo erg ingewikkeld om een achterstallige betaling te innen. Hoe doen elektriciteitsmaatschappijen dat? Hoe doen telefoonmaatschappijen dat? De klant krijgt een factuur in de bus met een vervaldatum erop. Betaalt men niet voor die datum, dan krijgt men een herinnering en dan komt er een kleine administratieve kost bij. Betaalt men nog niet, dan krijgt men een aangetekende brief, eventueel nog een verwittiging, en uiteindelijk komt er een deurwaarder en de premie wordt geïnd. Dat systeem kennen de mensen. Zo'n regeling verwachten ze. Ze verwachten minstens een aangetekende brief. Mensen zijn van oordeel dat een aangetekende brief ernstig is, een andere verwittiging heeft weinig waarde. De meesten wisten niet eens dat er een boeteteller liep. Ze betaalden eens per ongeluk een paar dagen te laat. Ze wisten dat waarschijnlijk niet eens want er gebeurde niets. Een paar jaar later betaalden ze nog eens een paar dagen te laat en er gebeurde nog niets. En nog eens een jaar later betaalden ze nog eens per ongeluk een paar dagen te laat. En ineens kregen ze zonder boe of bah, zonder verwittiging, een boete van 250 euro in de bus. Bij een gezin was dat meestal zelfs 500 euro.
En dat voor het te laat betalen van een premie van 25 euro. Het lijkt me duidelijk dat de straf niet in verhouding stond tot de ernst van het vergrijp.
De Vlaamse Regering schaft met dit decreet de boetes af voor het te laat betalen. Alleen, mevrouw de minister - en u moet mij dat toch nog eens uitleggen -, is het mij absoluut onduidelijk wat voortaan het verschil is tussen te laat betalen en niet betalen. Wanneer wordt de procedure opgestart voor het niet-betalen? Wanneer begint die te lopen of met andere woorden hoelang kan men te laat betalen voor men wordt beschouwd als een niet-betaler? Dat is de kern van de zaak. Ik kreeg hier toch graag een antwoord op.
Krijgt wie drie keer na 31 december betaalt, voortaan een boete als niet-betaler, of niet? Indien dat het geval is en de mensen die op 31 december niet hebben betaald, beschouwd worden als niet-betaler, ook al betalen ze op 1 januari, dan vraag ik me af of we het probleem dan niet gewoon verschuiven van 30 april naar 31 december. Volgens mij komen we dan van de regen in de drop.
Mevrouw de minister, ik herhaal dat het systeem van 'drie keer' moet worden verlaten, ook voor de zogenaamde niet-betalers. Wanbetalers, mensen die niet betalen, moeten reeds na de eerste keer dat ze niet betalen een aangetekend schrijven krijgen, en dan moet de premie geïnd worden. We moeten geen drie keer wachten - dit zijn trouwens niet noodzakelijk drie opeenvolgende jaren.
De boete, waar iedereen zo van geschrokken is, was feitelijk nog maar klein bier in vergelijking met de sanctie die later volgt. U hebt daarnet gezegd dat het principe van het te laat betalen dan wel mag worden afgeschaft voor wat de geldboete betreft, het blijft behouden voor de schorsing, voor het verlies van rechten van vier maanden per jaar dat men te laat betaalt, het is te zeggen na 31 december.
Geef toe, het is allemaal bijzonder verwarrend en getuigt niet van een goede regelgeving. Vroeger betekende te laat betalen voor de boete: na 30 april. Voor wat de schorsing betrof betekende te laat betalen: na 31 december. Welke gewone burger kan dit blijven begrijpen? Per keer dat men te laat, na 31 december, betaalt, wordt men later nog altijd geconfronteerd met vier maanden verlies van rechten. Aan het huidige tarief gaat het om 520 euro op het moment dat men zorgbehoevend wordt. Per jaar dat men te laat betaalt, wordt men voor 520 euro gestraft op het moment dat men zorgbehoevend wordt en dat kan het geval zijn over 20, over 30 jaar, over 50 jaar of over 60 jaar.
Ik vraag u nu, mevrouw de minister, welke zin het heeft om iemand in 2060 te bestraffen omdat hij in 2007 eens een paar dagen te laat betaalde. Denkt u dat dat een aanleiding zal zijn voor een correctere betaling van de premies? Eerlijk gezegd: ik geloof daar niets van. Wij dienen dus een amendement in om ook voor het te laat betalen, de sanctie van de schorsing of het verlies van rechten af te schaffen.
Ik wil nog eens herhalen wat ik zojuist heb gezegd. Het systeem kwam inderdaad tot stand in 2005 met een duidelijke optie van twee sanctiesystemen. Die ingeving destijds, die met een ruime meerderheid is goedgekeurd, is er gekomen omdat het een systeem is waarbij we een beroep doen op de solidariteit van elke Vlaming om die 25 euro te betalen om zo het systeem betaalbaar te houden. Uiteindelijk kunnen er vandaag 180.000 zwaar zorgbehoevende mensen in Vlaanderen gebruik van maken. Zij krijgen elke maand 130 euro of 6200 frank op hun rekening gestort, waardoor bijvoorbeeld de rusthuisfactuur betaalbaar wordt, maar dat bedrag kan ook in het thuiszorgsysteem worden gebruikt.
Er is destijds geopteerd voor twee sanctionerende systemen: de financiële geldboete en de opschorting met verlies van rechten. Het idee was dat we een stok achter de deur moesten hebben, zodat de mensen er zich goed van bewust zijn dat het belangrijk is dat ze dat betalen. In de beginjaren heeft dat tot resultaten geleid, want men was daar nogal nonchalant in. Intussen heeft de hele regeling ertoe geleid dat we een heel hoog inningspercentage hebben. 97 percent van de Vlamingen betaalt correct 25 euro voor 30 april. Het ging dus over 3 percent die ofwel te laat ofwel niet betaalde.
In het systeem van de administratieve geldboete had men een onderscheid gemaakt. Ten eerste had je de laattijdige betalers. Ik geef een concreet voorbeeld van de alleenstaande moeder met drie kinderen die altijd in mei betaalde, omdat dan het vakantiegeld gestort werd. Zij was zich van geen kwaad bewust, want ze had maar twee weken te laat betaald, maar ze stond wel degelijk op de lijst van de laattijdige betalers. Na drie jaar heeft ze een boete gekregen van 250 euro. Ten tweede had je de mensen die niet betaalden voor 31 december van datzelfde jaar: de wanbetalers.
In het systeem van de administratieve geldboete kreeg je een sanctie van 250 euro als je boeteteller aangaf dat je drie keer te laat had betaald, of drie keer wanbetaler was, of twee keer te laat betaald had en één keer wanbetaler was enzovoort. Het kwam erop neer dat, als je het cijfertje drie had bereikt op de boeteteller, je een aanrekening kreeg van een boete van 250 euro. En een grote massa heeft dat begin dit jaar ook effectief gekregen.
Ik heb u daarnet de cijfers gegeven van de 61.036 laattijdige betalers over de voorbije vier jaar. Toen ik het de eerste keer hoorde, was ik verrast dat van die 62.000 er maar 13.000 mensen betaald hadden. Dat is merkwaardig. Dat is ook de reden waarom we een akkoord hebben kunnen bereiken in de Vlaamse Regering om die boetes terug te betalen: het gaat om een vrij kleine groep van 13.000 mensen die we moeten terugbetalen.
Daarnaast is er natuurlijk het systeem van opschorting met verlies van rechten. Het idee achter de zorgverzekering houdt stand, en we willen die stok achter de deur kunnen houden om tegen de mensen te zeggen dat dit solidaire systeem belangrijk is en dat ze vroeg of laat binnen de familiale kring zelf geconfronteerd kunnen worden met zware zorgbehoevendheid van vader, moeder of grootouders. En we willen de betaalbaarheid van dat systeem blijven garanderen.
U kunt inderdaad stellen dat dat een zware sanctie is, een opschorting met verlies van rechten gedurende vier maanden. We handhaven die sanctie, maar er zijn ook wel versoepelingen mogelijk. Zo is er een bezwaarcommissie opgericht. Als je jarenlang trouw je zorgverzekering betaald hebt, maar af en toe eens te laat, zou het kunnen dat, als je zelf een beroep doet op de zorgverzekering, men zegt dat je gedurende vier maanden geen recht kunt genereren omdat je in het verleden de zorgverzekering niet of te laat hebt betaald.
In dat systeem moet je een duidelijk onderscheid maken tussen de administratieve geldboete en de opschorting van verlies van rechten. Dat zijn twee verschillende sanctioneringssystemen. De administratieve boete had ik al afgeschaft voor de toekomst. Nu gaan we nog een stapje verder en schaffen we ze af met terugwerkende kracht. We gaan diegenen die de boete betaald hebben, terugbetalen, en aan wie een bezwaarschrift heeft ingediend, schelden we de boete kwijt. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Mevrouw Dillen, ongeveer 30.000 mensen in Vlaanderen hebben in januari een brief gekregen dat zij boeteteller drie hadden en dus een boete van 250 of 100 euro moesten betalen. Zij hebben bijna allemaal een bezwaarschrift ingediend. Ik heb er geen percentage van, maar we vermoeden dat het er heel veel zijn. Dat is in behandeling, maar er is nog geen uitspraak. Die mensen krijgen het signaal dat de procedure wordt stopgezet en dat hun boete kwijtgescholden wordt. Wie de boete al betaald heeft, vorige week of drie jaar geleden, krijgt dat geld automatisch teruggestort.
Wordt het ook terugbetaald aan hen die geen bezwaar hebben aangetekend?
Aan iedereen. Herinner u het debat in de commissie. Sommigen vroegen om het af te schaffen voor 2008. Ik heb toen gezegd dat ik dacht dat het niet kon omwille van het gelijkheidsbeginsel. Het zou toch erg zijn dat we daardoor procedures bij de Raad van State uitlokken. We hebben wel juridische adviezen ingewonnen. Die waren tegenstrijdig. Finaal hebben we vorige week beslist om naar meester Van Orshoven te gaan, en die heeft ons een heel duidelijk advies gegeven. Op basis daarvan hebben we de knoop kunnen doorhakken dat we retroactief iedereen die of een bezwaar heeft of dit jaar een boete betaald heeft of de voorbije jaren, kwijtschelden. Dat zal automatisch gebeuren, maar voor alle zekerheid hebben we toch een telefoonnummer geopend bij het Zorgfonds, waar mensen de volgende dagen informatie kunnen inwinnen. Die gegevens zijn beschikbaar. Het zal nog wel een opdracht zijn om die mensen schriftelijk te informeren en dat geld terug te storten.
Mevrouw de minister, nu weet ik nog altijd niet wat in het geval van het boetesysteem het verschil is tussen te laat betalen en niet betalen. Te laat betalen bestaat niet meer, men kan enkel nog niet betalen. Wanneer wordt men aanzien als iemand die niet betaalt? Als iemand een jaar of twee jaar te laat betaalt, is dat iemand die te laat betaalt, toch niet iemand die niet betaalt?
Dat is inderdaad iemand die te laat betaalt. Als die dat drie jaar na elkaar doet, staat zijn boeteteller op drie en krijgt hij het vierde jaar een boete van 250 euro boven op die 75 euro, drie jaar maal 25 euro. In totaal moet hij 325 euro betalen.
Jullie hebben een amendement ingediend. Het is aan het parlement om daarover te oordelen. De laattijdigheid blijft wel bestaan voor de opschorting met verlies van rechten.
Laat ons daar nog even over zwijgen. Iemand die betaalt op 15 januari, is voor het verlies van rechten een late betaler. Hij betaalt drie keer te laat, drie keer op 15 januari. Hij verliest drie keer vier maanden zijn rechten. Hij wordt een jaar geschorst op het moment dat hij zorgbehoevend is. Maar als hij drie keer op 15 januari betaalt, heeft hij dan nog een boeteteller voor de administratieve geldboete? Volgens mij is dat iemand die te laat betaalt. Maar te laat betalen bestaat niet meer in het decreet. Men kan nog enkel niet betalen.
Ik zou dus graag weten of iemand die drie jaar lang op 15 januari betaalt, een administratieve geldboete als niet-betaler opgelegd krijgt.
Neen. Want die persoon heeft binnen het jaar betaald. Maar zijn schorsing met verlies van rechten blijft. Want het is een laattijdige betaling.
Ik weet hoe het met de schorsing zit. U zegt "binnen het jaar". Maar wat bedoelt u daarmee? Binnen het jaar te tellen vanaf wanneer? In het decreet is dat niet bepaald.
Er komt nog een uitvoeringsbesluit. Dit decreet bevat de opdracht aan de Vlaamse Regering om de tekst uit te voeren via een uitvoeringsbesluit. Dat wordt dus in het uitvoeringsbesluit bepaald.
In het decreet wordt enkel gesproken over mensen die niet betalen.
Dat is niet waar. Er wordt ook gesproken over laattijdige betalers.
Dat is zo als het over de schorsing gaat. Ik heb het over de administratieve geldboete. En ik krijg geen antwoord.
In het decreet zoals het vandaag nog bestaat, zonder rekening te houden met een wijziging die vandaag voorligt, is sprake van de categorie van mensen die verkeerd betalen. 'Verkeerd' wil zeggen te laat of niet betalen. Het was niet nodig een onderscheid te maken tussen mensen die laattijdig betalen en mensen die niet betalen. Vandaag maken we dat onderscheid wel omdat de enen enkel een schorsing krijgen en de anderen daarbovenop nog een geldboete kunnen krijgen. Zoals de minister het zegt, is het belangrijk dat in de uitvoeringsbesluiten de datum wordt vastgelegd waarop iemand niet langer een laattijdige betaler is en een niet-betaler wordt. Dat is een technisch element waarover ik in de commissie ook al een vraag heb gesteld. Ik ben ervan overtuigd dat dit in een uitvoeringsbesluit kan en zal worden geregeld.
Als de datum waarop iemand verandert van een laattijdige betaler in een niet-betaler, niet wordt bepaald, kan iedereen die een boete wordt opgelegd omdat hij niet heeft betaald, alsnog zijn bijdrage voor de zorgverzekering betalen, en dan vervalt de boete. De regering heeft er dus alle belang bij om die datum te bepalen. Ik ben er dus van overtuigd dat de minister dat zal doen.
Vandaar dat ik me dus afvraag of we niet gewoon het probleem verschuiven, van 30 april naar een andere datum. Er moet een datum worden bepaald vanaf wanneer men van een laattijdige betaler een niet-betaler wordt. Hier schuift men het probleem gewoon door.
Ik ken u als iemand die de zorgverzekering en het decreet zeer goed kent. U weet ook dat 1 mei de uiterste datum is waarop men de bijdrage moet betalen. In het verleden bestond de mogelijkheid om herinneringsbrieven te sturen niet. Vandaar ook dat er een wijziging is waarmee laattijdige betalers een boete wordt opgelegd. In het verleden kreeg men een brief met de uitnodiging om de bijdrage aan de zorgverzekering, ten belope van 25 of 10 euro, voor 1 mei te betalen. Die datum was de enige die de zorgkas in de brief mocht opnemen. Als op die datum niet was betaald, dan had de zorgkas de mogelijkheid niet meer om een herinneringsbrief te sturen. Vandaag proberen we dat recht te zetten. Wij willen de zorgkas de kans bieden een herinneringsbrief te schrijven. Mensen vergeten soms een factuur te betalen. Dat is niet altijd uit slechte wil, maar soms omdat men wacht tot het loon op de rekening staat maar het dan toch vergeet. Nadien krijgen ze dan een herinneringsbrief. In dit geval willen we dat ook doen.
De datum blijft dus 1 mei. We geven alleen de kans aan de minister om de zorgkassen de toestemming te geven om gedurende zes maanden achter de veren te zitten van diegenen die zijn vergeten te betalen of nog niet konden betalen.
Degene die na die periode manifest weigert te betalen, krijgt een boete opgelegd. Ik vind dat een veel socialer systeem en ik hoop dat u het daarmee eens bent.
Mevrouw Roex, dit is toch maar spelen met data.
In het decreet staat duidelijk dat dit in een uitvoeringsbesluit wordt geregeld.
Mevrouw Roex, u zegt dat 1 mei moeilijk was omdat de zorgkassen niet genoeg tijd hadden.
U hebt niet goed geluisterd. 1 mei blijft de datum.
Indien men die brief in januari had verstuurd en daarin had meegedeeld dat er voor 1 februari moest worden betaald, dan hadden de zorgkassen tijd genoeg gehad.
Mijnheer Strackx, mevrouw Roex zegt iets anders.
Mijnheer Strackx, het probleem is dat we een verschillende taal spreken en dat u ons niet wilt begrijpen.
Mevrouw de minister, ik wil nog even terugkomen op de schorsing, op het verlies van rechten. Ik vind dat niet alleen een heel zware maar ook een overbodige sanctie. Die sanctie heeft werkelijk geen enkel nut. We zeggen tegen jonge mensen dat ze niet mogen roken omdat ze anders over 50 jaar longkanker zullen krijgen. Denkt u dat een jongere van 16 jaar daar wakker van ligt? Bijlange niet. Denkt u dat iemand van 26 jaar ervan wakker ligt dat hij binnen 60 jaar vier maanden geschorst zal worden? Bijlange niet.
Mijnheer Strackx, nu komen we echt in twee verschillende werelden terecht. Het gaat hier over een verzekeringssysteem. Wie niet betaalt in een verzekeringssysteem, kan geen rechten genereren. Sommigen hier aanwezig lagen mee aan de basis van de zorgverzekering. Ik ben bijzonder blij dat er een paar maanden geleden definitief groen licht is gegeven voor de zorgverzekering. Dat is eigen aan de solidariteit van het systeem. De stok achter de deur is natuurlijk de opschorting van verlies van rechten. Het is uw volste recht om daartegen te zijn. Wij zijn er echter van overtuigd dat men altijd iets moet hebben om ervoor te zorgen dat die solidariteit kan worden gehandhaafd. Bovendien is in de huidige reglementering bepaald dat er een versoepeling mogelijk is op het ogenblik dat men zorgbehoevend is en een beroep wil doen op die zorgverzekering. Er zijn vrijstellingsgronden ingebouwd en er is een bezwaarcommissie geïnstalleerd waar men verzachtende omstandigheden kan inroepen. Het is aan die commissie om te beslissen of iemand al dan niet recht heeft op dat deel van de zorgverzekering. Dit is de filosofie waarin het decreet destijds is geschreven. We willen dit ook voor laatbetalers handhaven.
Iedereen heeft het over de betaalbaarheid van de vergrijzing van de bevolking in Vlaanderen. We weten allemaal dat het deel van de zorgverzekering dat vandaag in Vlaanderen wordt uitgereikt, ervoor zorgt dat het voor veel mensen betaalbaar wordt. Het bewijs daarvan is dat veel OCMW's veel minder moeten bijpassen in de rustoordfactuur.
Wij hebben een amendement ingediend om ook voor de laatbetaler de sanctie van de schorsing af te schaffen. Daarmee is het begrip 'te laat betalen' volledig uit het decreet verdwenen.
Maar dat willen wij niet.
Wij hebben ook een tweede amendement ingediend. Het gaat om een technische rechtzetting. Ik heb het daar ook in de commissie over gehad maar u wilde toen niet luisteren. Ik heb gevraagd om dat nog eens goed te bekijken.
Er staat een fout in.
Indien ik niet zou hebben geluisterd, zou ik vandaag niet met een amendement zijn gekomen.
Bij decreet van 19 december 2008 hebben wij in artikel 21bis, paragraaf 1, tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd. Dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarde waaronder bepaalde jaren waarvoor de bijdrage niet, slechts gedeeltelijk of laattijdig werd betaald, niet in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het eerste lid." En nu wijzigen wij met dit decreet dat eerste lid waarnaar verwezen wordt. Daardoor staat er in lid 2 van artikel 21bis, paragraaf 1, van dat decreet een verwijzing naar laattijdig betalen. Maar in lid 1 staat niets meer over laattijdig betalen. Mijn amendement vraagt om ook daar dat woord 'laattijdig' te schrappen. Het slaat daar als een tang op een varken. Haal het eruit want het ontsiert het decreet en ik heb dat niet graag.
Mevrouw de minister, wij trekken onze derde amendement in. Wij volgen het amendement van de regering. Het doet ons plezier dat de regering inziet dat het boetesysteem voor te laat betalen onrechtvaardig en overdreven was. Schaf dus het te laat betalen af vanaf de invoering ervan. Alsof het nooit bestaan heeft.
De consequentie, mevrouw de minister, is dat u alle geïnde boetes voor te laat betalen zult terugbetalen. U hebt dat nu gezegd. Dat zal veel administratie vragen en veel geld kosten. Die kosten hadden kunnen worden vermeden door beter na te denken vooraleer men dit had ingevoerd. Maar wat gebeurt er met de mensen bij wie een deurwaarder is moeten tussenkomen om die boete te innen? U weet dat het inschakelen van een deurwaarder kosten vergt die zeer hoog kunnen oplopen. Ik neem aan dat u dan ook die deurwaarderskosten en alle mogelijke andere kosten die de mensen hebben gemaakt, zult terugbetalen.
Neen, dat zullen we niet doen. Wij betalen alleen de boete terug. Het systeem was en is wat het was. Wij hebben het hier in 2005 met een ruime meerderheid goedgekeurd. Velen in dit parlement konden zich vinden in het boetesysteem. Men heeft dat uitgevoerd. Sommige mensen hebben inderdaad deurwaarderskosten moeten betalen. Wij zullen die niet terugbetalen. Wij betalen alleen de boete terug.
Mevrouw de voorzitter, wij hebben geen probleem met het invoeren van de amendementen. Het ene houdt wel steek met het andere omdat u, mijnheer Strackx, ervan uitgaat dat laattijdigheid niet meer moet bestaan. Dat is nu juist het verschil tussen u en ons of mij. Wij behouden de laattijdigheid in dit ontwerp van decreet. Mevrouw Roex heeft al herhaald dat nu de kans bestaat dat er een herinneringsbrief of -mail wordt gestuurd naar de betrokkene waardoor hij nog voor het eind van het jaar kan betalen, waardoor hij ook geen sanctie zal oplopen.
Mevrouw de minister, die kans was er vroeger ook. Men heeft het alleen maar niet gedaan. Men had evengoed die brieven kunnen sturen in januari met de vragen om te betalen vanaf 1 februari, dan had men nog drie maanden.
Ik wil u toch vragen, mevrouw de minister, om toch eens dat tweede amendement te bekijken. Het is gecoördineerd in de tekst te lezen. Het is waar wat ik zeg. Ik zal u hopelijk de volgende legislatuur de gecoördineerde tekst van dat decreet eens kunnen tonen. Dan zult u zien dat het niet klopt.
Mevrouw de minister, wij vinden het systeem van die drie keer niet noodzakelijk aaneengesloten achtereenvolgende jaren een slecht systeem. Wij vinden dat het ook voor de niet-betalers moet worden afgeschaft. Men moet optreden op het moment dat het nodig is. Men moet optreden wanneer de mensen niet betalen. Men moet niet zoveel jaar later zeggen dat er toen niet betaald is geweest. Dat werkt niet. Dat is pure psychologie. Dat werkt niet.
Mijnheer Strackx, het mooie aan democratie is net dat we van mening kunnen verschillen.
Mevrouw Roex heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik vind dit een belangrijk ontwerp van decreet. Eigenlijk was het bedoeld als een reparatiedecreet om een aantal zaken recht te zetten die ten gevolge van de Europese regelgeving moesten worden aangepast. Nu heeft dit ontwerp van decreet een sterk sociaal karakter gekregen.
Zoals ik in mijn reactie op de toespraak van de heer Strackx al heb uiteengezet, vind ik de mogelijkheid herinneringsbrieven te sturen heel belangrijk. We zijn dan ook zeer verheugd met het regeringsamendement dat daarstraks is rondgedeeld.
De minister weet dat we allang vragende partij zijn om de boetes retroactief af te schaffen en bijgevolg ook aan een aantal mensen terug te betalen. Verder vinden we dat alle hangende boetes, die in 2009 zijn uitgeschreven en die op 2008 betrekking hebben, niet meer moeten worden geïnd. Een groot aantal mensen heeft laattijdig betaald. In de commissie heb ik, namens mijn fractie, voor de retroactieve afschaffing van die boetes gepleit. We hebben toen gediscussieerd over de jaren waarvoor we dat kunnen doen en wat precies financieel haalbaar is. De cijfers met betrekking tot het aantal mensen dat een boete heeft betaald, hebben me doen schrikken. Blijkbaar heeft slechts een kwart van de laattijdige betalers effectief een boete betaald. Dit betekent dat de kostprijs veel lager is dan ik had ingeschat.
Tijdens de commissiebesprekingen hebben de heer Strackx en mevrouw Stevens me verweten dat mijn fractie het boetesysteem mee heeft goedgekeurd en me gevraagd waarom we nu van positie zijn veranderd. In het Frans zegt men wel eens "Il n'y a que des imbéciles qui ne changent pas d'avis". Dit geldt ook nu weer. Niemand onder ons had de impact van de boetes op mensen die gewoon een paar dagen te laat hadden betaald juist ingeschat. We zijn allemaal geschrokken toen we op straat, tijdens vergaderingen of in de familiekring werden aangesproken door mensen die een boete hadden ontvangen omdat ze hun factuur te laat hadden betaald.
Vanaf nu maken we een duidelijk onderscheid tussen mensen die manifest weigeren aan een solidair systeem deel te nemen en laattijdige betalers die solidair zijn, maar omwille van omstandigheden de boete een aantal dagen of zelfs maanden te laat hebben betaald. We weten allemaal dat de boete die in een herinneringsfactuur of een herinneringsbrief wordt vermeld nooit tienmaal zo hoog als het initieel te betalen bedrag ligt. Dat was hier wel het geval. Voor ons is 250 euro een onrechtvaardig hoge straf. Die boete heeft sommige families bijzonder hard getroffen. Indien het om de vader en de moeder in een gezin gaat, loopt dit op tot 500 euro. Voor een gezin is dat veel geld. Dit is zeker het geval indien die mensen de betaling van hun factuur van de zorgverzekering een paar dagen hebben uitgesteld omdat ze op hun volgend loon of op hun vakantiegeld moesten wachten.
We zijn blij dat het juridisch advies van meester Van Orshoven dit akkoord mogelijk heeft gemaakt. Het betreft hier een sociale maatregel. Mensen die solidair met het zorgverzekeringssysteem zijn, krijgen de kans het hoofd boven water te houden. We waren allang vragende partij, en we zijn blij dat de minister hier vandaag mee op de proppen is gekomen.
De heer Dehaene heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ken de heer Strackx als een specialist inzake de zorgverzekering. Ik volg hem niet helemaal. Hij probeert hier duidelijk te maken dat het voor hem nog niet duidelijk is.
Volgens mij creëren we met deze aanpassing net duidelijkheid. De mensen worden voor 1 mei uitgenodigd om te betalen. Tussen 1 mei en 31 december kunnen de mensen een herinnering krijgen.
Dat is duidelijk. We creëren een voldoende ruime periode om de zorgkassen de kans te geven om de mensen eraan te herinneren dat ze nog niet betaald hebben. Betaalt men na 31 mei, dan kan dat een schorsing teweegbrengen als men dat drie keer doet. Maar dan heeft men tenminste al verschillende herinneringen gekregen.
U zult, net zoals velen van ons, wel een aantal mensen gehoord hebben die zeiden dat ze nooit een herinnering hebben gekregen. Door die extra maanden te geven, kunnen we nu verschillende instrumenten gebruiken om de mensen eraan te herinneren.
De boete blijft bestaan. Het is dus niet juist dat men pas na 50 of 30 jaar geconfronteerd wordt met een eventuele sanctie. De boete blijft bestaan voor hen die manifest niet willen participeren in dit verzekeringssysteem. Na drie jaar krijgen zij een boete van 250 euro, bovenop het bedrag dat zij nog verschuldigd zijn.
Wat mij betreft, is er duidelijkheid gecreëerd. De uitvoeringsbesluiten zullen dat nog verder onderstrepen. Ik ben blij met het amendement dat vandaag is ingediend, zodat we juridische duidelijkheid hebben gekregen en de nodige informatie hebben kunnen verzamelen. Die was nog onvoldoende beschikbaar toen we dit ontwerp van decreet bespraken in de commissie. Ik ben blij dat dit amendement van de regering vandaag wordt voorgelegd en we erkennen dat de boete voor te laat betalen, die door heel veel mensen in dit parlement gestemd is geweest, een te zware sanctie is en we ze niet alleen voor de toekomst, maar ook voor het verleden kunnen terugdraaien. Ik denk dat dit een correcte beslissing is en we niet verlegen moeten zijn om te zeggen dat het een te zware sanctie was.
Mijnheer Strackx, u geeft vaak de commentaar dat we het decreet regelmatig aanpassen. Ik kan u zeggen dat zeer veel mensen blij zijn met de zorgverzekering en de uitkering die ze krijgen. U zult zeker weten dat de Franstaligen jaloers zijn op ons systeem.
Het verwondert me een beetje dat vanuit uw partij zo veel kritiek komt. Dit is een nieuw decreet en we tasten hier de grenzen van onze bevoegdheden af. Ik dacht dat u blij zou zijn met dergelijke Vlaamse initiatieven. Het verwondert me dat u geen genoegen neemt met de kinderziekten, die er onvermijdelijk inzitten. Het is een uniek systeem, het is trial and error, als ik het zo mag zeggen. Als we dan eens een fout maken, is het goed dat we de moed hebben om dat toe te geven en ze recht te zetten in de mate van het mogelijke.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil me kort aansluiten, voornamelijk bij de laatste opmerkingen van de heer Dehaene.
Ook wij zijn gelukkig met het amendement van de regering. Het was inderdaad een vervelende situatie. Als er iets positiefs aan gevonden kan worden, naast het aspect dat we op deze manier de problematiek van de boetes kunnen oplossen, is het dat we hieruit leren dat we in de volgende legislatuur bij het maken van decreten heel goed moeten nadenken over wat we neerpennen en opleggen aan de lagere overheden en de burgers. We moeten kijken wat er de gevolgen van kunnen zijn. We moeten veel meer een inschattingsoefening maken van de mogelijke gevolgen, en dan zullen we misschien situaties als deze niet meer moeten meemaken.
Minister Heeren heeft het woord.
Mevrouw Van der Borght, ik begrijp wat u zegt. Maar op het ogenblik dat het decreet in het parlement werd gemaakt, kon men er geen zicht op hebben dat dergelijke grote groep mensen de zorgverzekering niet of te laat zou betalen.
260.000 mensen, dat is niet niks. We konden dit niet inschatten. Het systeem is met de beste bedoelingen gemaakt: een solidair systeem waarvan we moeten zorgen dat het betaalbaar blijft en waarvan de inningsgraad zo hoog mogelijk moet zijn. We zijn daar toch ook in geslaagd. Als u weet dat 97 percent van de Vlamingen betaalt en op tijd betaalt, dan is dat heel positief. 3 percent heeft te laat of niet betaald.
In het medialandschap waarin we leven, zijn we heel snel geïnformeerd over het ongenoegen van mensen. In januari zijn er ongeveer 30.000 brieven de deur uit gegaan. Dat betekent wel wat. Een samenleving verandert constant, maar wetgeving moet zich ook aanpassen, dat is nu eenmaal eigen aan wetgeving. Ik vind het absoluut geen schande dat deze meerderheid dit vier jaar geleden, met de beste bedoelingen, heeft goedgekeurd, maar dat we dit vandaag bijsturen. Dat doet geen afbreuk aan de basisprincipes van de zorgverzekering zoals we ze geconcipieerd hebben.
Mevrouw de minister, ik ben het volkomen met u eens. Vandaag stellen we dat die boete veel te hoog was en buiten proportie was. We hadden beter moeten inschatten dat we een boete oplegden die tienmaal zo hoog was als het initiële bedrag. Ik heb het inderdaad niet over wat u zegt, namelijk dat we vier jaar geleden niet konden inschatten wat dit zou teweegbrengen. Ik had het alleen over het bedrag van de boete.
Maar ik ben het er volledig mee eens dat de zorgverzekering een zeer goede zaak is. Het is een solidariteitsverhaal en dat is zeer positief.
Ik zou toch tegen mevrouw Van der Borght willen zeggen dat ze gelijk heeft, maar dat ze er zelf bij was en dat er mensen in de commissie gezegd hebben, waaronder ikzelf, dat die boete overdreven was. Maar toen hebt u niet geluisterd. Nu zegt u dat we er beter hadden moeten over nadenken. Maar als ik iets zeg, dan luistert u niet. Dat snap ik niet.
Ik zeg u vandaag ook dat er een fout in het ontwerp van decreet staat, via mijn amendement nummer 2. Niemand wil luisteren. Binnenkort komt er een decreetsaanpassing waarin dit moet worden gecorrigeerd. Dat begrijp ik dus niet. Als je in de oppositie zit en je zegt iets dat waar is, dan heeft dat geen belang.
We moeten elkaar ook geen Liesbeth noemen. Als er over zeven weken geen verkiezingen waren, dan bestond het boetesysteem vandaag nog altijd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2156/1)
De artikelen 1 tot en met 6 worden zonder opmerkingen aangenomen.Er is een amendement tot invoeging van een artikel 6/1. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2156/5)
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
Er is een amendement op artikel 7. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2156/5)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 8 en 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.Er zijn amendementen op artikel 10 en tot vervanging van artikel 10. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2156/4-6)
De stemmingen over de amendementen en over het artikel worden aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.