Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Jans, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil graag kort verslag uitbrengen over de besprekingen van dit ontwerp van decreet in de commissie.
De regelgeving voor de vrijwilligers in de zorg- en welzijnssector bestond sinds 1994. Intussen is er heel wat veranderd en gegroeid in het vrijwilligerswerk en is ook de vrijwilliger en het engagement dat hij opneemt, wat veranderd.
Op 3 maart hebben we in de commissie het ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk binnen Welzijn en Gezondheid besproken. Alle partijen, zowel meerderheid als oppositie, spraken hun erkentelijkheid uit ten aanzien van het vrijwilligerswerk en waren het eens met de grote lijnen en vooral de positieve doelstelling van het decreet. Verder vroegen de sprekers de minister snel werk te maken van de uitvoeringsbesluiten bij het decreet.
Mevrouw Dillen van het Vlaams Belang waarschuwde voor te strenge en te formele regels, in het bijzonder met betrekking tot de afsprakennota en stelde zich vragen bij de artikelen over de uitbetaling van de onkostenvergoeding. Volgens mevrouw Dillen waren die niet duidelijk genoeg omschreven. Er waren ook wat vragen over het artikel rond de erkenning en het intrekken van de erkenning.
Mevrouw Van der Borght van Open Vld pleitte voor een coherent Vlaams vrijwilligersbeleid dat toepasbaar is. Ze waarschuwde voor de administratieve overlast voor vrijwilligers en wil organisaties helpen bij het afsluiten van een verzekering. Ze betreurde bij haar tussenkomst dat het ingebouwd vrijwilligerswerk en de organisaties die de juridische vorm van een nv of een bvba hebben, uitgesloten zijn van subsidiëring.
De sp.a stelde bij monde van de heer Bart Van Malderen, dat het voorliggende ontwerp van decreet tegemoetkomt aan het nieuwe profiel van de vrijwilliger en het vrijwilligerswerk. Hij waarschuwde er echter voor om initiatieven die door verschillende beleidsdomeinen worden gesubsidieerd, niet over het hoofd te zien.
CD&V vond het voorliggende voorstel een goed kaderdecreet dat tegemoetkomt aan de vragen van de sector en van het parlement. Er werd verwezen naar de resolutie die vanuit de meerderheid werd ingediend. Het profileert de vrijwilliger heel duidelijk binnen het beleidsdomein en het stemt de nieuwe definitie af op de federale regelgeving.
Na een kort en krachtig debat heeft de commissie voor Welzijn dit ontwerp van decreet op 3 maart unaniem goedgekeurd.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, het gaat hier toch wel om een belangrijk ontwerp van decreet. Daarom sta ik erop om tussen te komen, ondanks het gevorderde uur.
Collega's, vandaag bespreken we een belangrijk ontwerp van decreet betreffende het vrijwilligerswerk, helaas beperkt tot het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin.
Vrijwilligerswerk binnen onze samenleving - ik denk dat iedereen het daar over eens is - is heel verrijkend en ik wil hier namens onze fractie uitdrukkelijk onze erkentelijkheid bevestigen voor het vrijwilligerswerk dat in Vlaanderen een heel groot maatschappelijk belang heeft. In Vlaanderen zet ongeveer een op vijf mensen zich in als vrijwilliger, dat wil zeggen ongeveer een miljoen mensen die uit vrije keuze en onbezoldigd hun tijd en energie investeren in doelstellingen die ze ondersteunen. Deze doelstellingen kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn en behelzen in Vlaanderen zowat alle beleidsdomeinen. Met dit decreet wordt duidelijk gemaakt dat het Vlaams Parlement de vrijwilligers ernstig neemt en waardeert. Echter beperkt tot het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin.
Ik dank de verslaggever voor haar objectief en correct verslag. Ook zij heeft beklemtoond dat onze fractie de positieve doelstellingen van dit decreet zal steunen. Maar toch ben ik zo vrij even te wijzen op een aantal knelpunten.
Ik betreur, collega's, dat dit decreet eigenlijk een kaderdecreet is en dat de uitvoering hiervan in grote mate aan de Vlaamse Regering wordt overgelaten. Dat is trouwens ook een bedenking van de Raad van State waarop niet wordt ingegaan. Ik ben er voorstander van, mevrouw de minister, dat een aantal artikelen volledig worden uitgewerkt in het decreet zelf en niet in latere uitvoeringsbesluiten. Zo bijvoorbeeld de procedure voor de erkenning en intrekking van de erkenning, dit omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid.
Ook wil ik waarschuwen tegen al te formele en strenge regels. De voorwaarden, collega's, waaraan de afsprakennota bijvoorbeeld moet voldoen volgens artikel 5 zijn behoorlijk uitgebreid. Ook de Raad van State heeft hier vragen over de juridische gevolgen. Ik begrijp dat er wordt toegezien op de voorwaarden, ik begrijp dat organisaties die vrijwilligers inzetten goede informatie moeten geven aan de vrijwilliger, maar gezien het specifieke karakter van het vrijwilligerswerk durf ik opnieuw pleiten voor een soepelheid ter zake en niet al te stringente en formalistische eisen.
Collega's, ik begrijp dat voor bepaalde vormen van vrijwilligerswerk een bepaalde vorming noodzakelijk is. Maar ook hier vraag ik om de eisen niet te streng te maken, niet te overdrijven en kandidaat-vrijwilligers zo af te schrikken, en vooral de mooie doelstellingen van het vrijwilligerswerk niet uit het oog te verliezen. Het gaat om mensen die zich uit vrije wil en zonder hiervoor betaald te worden, inzetten als vrijwilliger enkel en alleen uit idealistische overwegingen. Dat kunnen we alleen maar bewonderen.
Ook blijf ik zitten met vragen wat de onkostenvergoeding betreft die de organisatie kan verhalen op de hulpvrager. Hier is meer duidelijkheid wenselijk, zeker omdat vrijwilligerswerk binnen de sector Welzijn toch wel zeer specifieke doelstellingen heeft en kan hebben en het meestal gaat om het helpen van mensen, vaak in heel moeilijke situaties.
Tot daar, collega's, een aantal opmerkingen wat dit specifieke decreet betreft. Maar toch, mevrouw de minister, wil ik een aantal algemene bedenkingen meegeven in het belang van het vrijwilligerswerk in het algemeen.
Onze fractie is resoluut voorstander van een Vlaams vrijwilligersbeleid. Vandaag beschikt Vlaanderen, helaas, ook wat het vrijwilligerswerk betreft slechts over beperkte bevoegdheden. Niet enkel om politieke en ideologische overwegingen, maar ook in het belang van een goed werkend vrijwilligerswerk, is het belangrijk dat Vlaanderen alle hefbomen in handen heeft om een volledig beleid ter zake te voeren en moeten alle bevoegdheden dringend worden overgeheveld naar Vlaanderen. Dat is belangrijk om te komen tot een geïntegreerd inclusief vrijwilligersbeleid in Vlaanderen met een duidelijke en globale visie.
Vlaanderen is de vrijwilligers en het vrijwilligerswerk zeker gunstig gezind. Vrijwilligerswerk is nu eenmaal iets heel persoonsgebonden. In Vlaanderen bestaat de bereidheid vrijwilligers en het vrijwilligerswerk te stimuleren, te ondersteunen, en ik ben dan ook overtuigd dat het in het belang is van de vrijwilligers en het vrijwilligerswerk dat Vlaanderen alle bevoegdheden in handen heeft om zo een Vlaams vrijwilligersbeleid te kunnen uitwerken.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, dit decreet beperkt zich, helaas, tot het bevoegdheidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin. Maar vrijwilligerswerk manifesteert zich niet alleen in welzijn, maar in heel wat sectoren van het maatschappelijk leven. De meerwaarde van het vrijwilligerswerk op verschillende vlakken kan niet worden ontkend, op sociaal vlak, op het vlak van het persoonlijk welzijn, voor de versterking van de organisatie, op het vlak van arbeid en tewerkstelling, op economisch vlak enzovoort.
Ik betreur het dan ook dat vrijwilligerswerk geen systematische aandacht krijgt op Vlaams niveau. Het beleid is vandaag te versnipperd en vrijwilligerswerk komt niet binnen alle beleidsdomeinen even consequent aan bod. Even is het anders geweest, enkele jaren geleden, tijdens het Internationaal Jaar van de Vrijwilliger, wanneer de meeste ministers wel wat engagementen - minstens op papier - hadden genomen en er zelfs informeel een coördinerend minister was aangesteld. Maar in vele beleidsdomeinen is het daarbij gebleven en is dit niet de aanzet geweest tot de ontwikkeling van een coherent Vlaams vrijwilligersbeleid.
Onze fractie pleit ervoor om een inclusief Vlaams vrijwilligersbeleid op poten te zetten dat op een gecoördineerde wijze aandacht moet besteden aan het vrijwilligerswerk binnen alle beleidsdomeinen. Hiervoor is een Vlaams decreet Vrijwilligerswerk absoluut noodzakelijk. Op deze wijze kan het volledige vrijwilligerswerk in Vlaanderen worden gestimuleerd en ondersteund en krijgen alle vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers waardering en erkenning voor de initiatieven die ze ontplooien.
Onze fractie hoopt, collega's, dat een volgend Vlaams regeerakkoord uitdrukkelijke aandacht heeft voor het vrijwilligerswerk, waarbij de kracht en het belang van het vrijwilligerswerk wordt bevestigd en de Vlaamse Regering zich zal engageren om de ontwikkeling van een duidelijke visie op een Vlaams vrijwilligersbeleid te realiseren en zo een duidelijk signaal te geven waarbij het zeer grote belang van het vrijwilligerswerk wordt beklemtoond, het vrijwilligerswerk wordt ondersteund en nog meer Vlamingen worden aangespoord tot het verrichten van vrijwilligerswerk. (Applaus bij het Vlaams Belang en CD&V)
Minister Heeren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dit Vrijwilligersdecreet is van toepassing in de welzijnssector. Daar is een bepaalde reden voor, mevrouw Dillen, u weet dat. Dit ontwerp van decreet vervangt een decreet van 1994 over het georganiseerde vrijwilligerswerk dat hoofdzakelijk de klemtoon legde op het autonoom vrijwilligerswerk. In dit nieuwe ontwerp van decreet viseren we naast het autonome vrijwilligerswerk, ook vrijwilligerswerk binnen de voorzieningen.
Wij willen het vrijwilligerswerk en de inzet heel ernstig nemen, wat u ondersteunt. Voor ons is het cruciaal om de kwaliteit van het omgaan met de vrijwilligers verder op te waarderen in de welzijns- en gezondheidssector, het te stroomlijnen en op te volgen door een aantal basiskwaliteitsregels op te leggen.
Ik begrijp dat u wilt dat er morgen een volledig Vlaamse regelgeving is. Vandaag is dat niet zo. De federale wet focust vooral op het verzekeringsaspect, de aansprakelijkheid en een aantal risico's. We willen vooral de focus leggen op een goede plaatsbepaling van het vrijwilligerswerk in de organisaties van de welzijns- en gezondheidssector, met vooral een kwaliteitsvolle omkadering van de vrijwilligers. De zorgplicht op de organisaties en de voorzieningen voor het voeren van een hoogstaand vrijwilligersmanagement staat centraal in dit ontwerp van decreet.
Het gaat over vrijwilligerswerk in de sector waar ikzelf voor bevoegd ben. Misschien kan de volgende jaren worden gedacht aan een Vrijwilligersdecreet dat op alle beleidsdomeinen van toepassing is. Vandaag is dat niet zo. De basis lag in de Vlaamse regelgeving binnen mijn beleidsdomein op basis van het decreet van 1994. Dit is een actualisering en een verder uitbreiden naar het vrijwilligerswerk binnen de voorzieningen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijzebespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2042/1)
De artikelen 1 tot en met 17 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden