Report plenary meeting
Report
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, mijnheer de minister, het is natuurlijk niet de eerste keer dat over intrafamiliaal geweld vragen worden gesteld. Ook in de commissie is dat al gebeurd, onder andere door mevrouw Hoebeke.
Uit een recent rapport van het Antwerpse parket is toch weer gebleken dat de cijfers alarmerend hoog zijn. Zoals u weet, is er niet alleen intrafamiliaal geweld onder partners, maar treft het ook vaak kinderen. Nu blijkt dat de opvang nog altijd niet erg vlot verloopt.
De Vlaamse Regering werd - ik denk anderhalf jaar geleden - gedagvaard over een kind dat niet geplaatst kon worden. De vzw De Stobbe zat daarachter, als ik mij goed herinner. Toen heeft uw voorganger, minister Vervotte, gezegd dat we er echt iets aan moeten doen.
Het was en is nog steeds bijzonder schrijnend te weten dat kinderen bij wijze van spreken mishandeld worden in het huishouden, maar wegens gebrek aan opvang teruggestuurd worden naar datzelfde huishouden, om daar opnieuw in dezelfde situatie verder te moeten.
Er is toen beloofd dat er serieus aan gewerkt zou worden. Het is gewoon uit bekommernis dat ik u zou willen vragen hoever we staan met dit inhaalmanoeuvre.
Minister Vanackere heeft het woord.
Mevrouw Hermans, u wijst terecht op het belang om alle signalen van partnergeweld goed op te pikken en daar ook iets mee te doen. In dat verband is het belangrijk om te zeggen dat de campagne die er is geweest, om te zorgen dat mensen spreken over partnergeweld, ook aanleiding geeft tot meer meldingen van partnergeweld. Partnergeweld dat niet wordt gemeld, is daarom niet afwezig. Dat relativeert een beetje de cijfers over toenemende incidenten.
Als u spreekt over de dagvaarding van De Stobbe, wil ik toch even zeggen dat voor die dagvaarding tot bij een rechter is gekomen, er eigenlijk al een oplossing was gegeven. Mijn voorgangster, mevrouw Vervotte, heeft niet naar aanleiding van die dagvaarding beloofd er iets aan te doen, zij heeft uitgelegd dat zij er al iets aan deed, met name het creëren van het Globaal Plan. Zoals u weet, investeert dat 25 miljoen euro extra in extra plaatsen en realiseert daarmee 14 percent meer aanbod.
We hebben het Globaal Plan van minister Vervotte versneld doorgevoerd. Vanaf de zomer van 2007 heb ik dat derwijze versneld, dat de cijfers over de realisatie die aangekondigd waren in het Globaal Plan, eigenlijk vandaag al een feit zijn. Ondertussen hebben we ook een versterking gedaan van de crisishulpverlening. We hebben middelen ingeschreven om een extra centrum voor integrale gezinszorg mogelijk te maken. U weet dat ik, in overleg met de sector, bezig ben om een vervolgplan van het Globaal Plan van mevrouw Vervotte aan te vatten. We gaan daarmee van start.
Wat meer is, ik heb in het kader van de begrotingsbespreking 2009 al de nodige aanzetten gegeven om daar ook inhoud aan te geven. Ik wil dat graag in commissie verder toelichten.
Ik volg voor een groot deel uw redenering, mijnheer de minister. Het is zo dat we van alle kanten de mensen, ook jonge mensen, aanmoedigen om het geweld aan te geven. Dat is een feit. Dat verklaart natuurlijk deels de wijziging van de statistieken. Ik geef dat toe.
Ik hoor ook dat er heel wat impulsen, niet alleen financieel maar ook organisatorisch, gegeven worden, maar u moet begrijpen dat het een bekommernis blijft. De mensen blijven zeggen dat ze kinderen naar huis moeten sturen. Dus vraag ik me af hoe wordt geëvalueerd op dit moment. Is er een positieve evaluatie? Ziet u een vooruitgang?
Ja, als het gaat over het aanbod, mevrouw Hermans, zie ik een versnelling van het versterken van het aanbod. Maar nu u toch zegt dat er signalen blijven dat er te veel van dat soort incidenten zijn, nodig ik het parlement, en uiteraard ook de hele politieke wereld, uit om na te denken over de oorzaken van dat probleem.
Om niet alleen in een verhaal te stappen, zoals De Stobbe dat eigenlijk heeft geformuleerd, dat er extra aanbod moet komen om op te vangen waar het fout is gelopen, moeten er ook - en ik nodig iedereen uit om daar mee over te redeneren - inspanningen gebeuren om preventief gezinsversterkend te werken, op een manier dat dit soort narigheid voorkomen wordt in plaats van er alleen maar achteraan te lopen. Wij doen de twee. We zullen u kunnen aantonen, met cijfers, dat de versnelling van het aanbod een realiteit is, maar in het tweede Globaal Plan zal ik, nog meer dan in het vorige, de nadruk leggen op preventie, om te zorgen dat dit soort incidenten zo veel mogelijk vermeden kan worden.
Ik wil alleen maar zeggen dat ik de minister daarin kan volgen en dat preventie en zorgen dat het vermeden kan worden, nog belangrijker wordt dan de opvang. Dank u wel, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.