Report plenary meeting
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Matthijs, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, mevrouw de minister, geachte collega's, ik zal een kort overzicht geven van de besprekingen over de begrotingscontrole 2007 en de door de minister van Financiën en Begroting voorgestelde meerjarenplanning 2007-2009 in de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting.
Eerst en vooral de middelenbegroting. In de begrotingscontrole 2007 worden de middelen geraamd op 21,6 miljard euro, dat is 178 miljoen euro meer dan bij de initiële begroting 2007, die uitkwam op 21,4 miljard euro.
De inkomsten uit de gewestbelastingen dalen met 16,9 miljoen euro. De dalende activiteit in de bouwsector leidt tot een daling van de hypotheekrenten die worden betaald bij het afsluiten van leningen. De schenkingsrechten vertonen eveneens een lichte vermindering ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2007. Door een verminderde inflatie worden ook minder middelen doorgestort vanuit de federale overheid.
De vermeerdering van de inkomsten is dan ook vooral toe te schrijven aan de eigen ontvangsten van de instellingen, die een meerinkomst van 145 miljoen euro voorzien als gevolg van enkele technische correcties. Bij De Lijn bijvoorbeeld leidt een betere verwerking van de btw in de begroting tot een aanpassing van meer dan 45 miljoen euro.
Bij de begrotingscontrole is er andermaal over gewaakt dat de betaalkredieten hoger liggen dan de beleidskredieten. Op die manier wordt de impliciete schuld verder afgebouwd.
De conjunctuurprovisie bedroeg in de initiële begroting 92,8 miljoen euro en wordt, omwille van budgettaire voorzichtigheid, aangehouden, hoewel de prognoses voorspellen dat de effectieve economische groei dit jaar hoger zal zijn dan de initieel geraamde 2,2 percent.
De indexprovisie is verminderd met 41 miljoen euro, omdat de indexsprong, die aanvankelijk in het najaar was gepland, pas eind dit jaar zal plaatsvinden.
Vlaanderen behaalt ruim de begrotingsnorm in 2007 van 346,3 miljoen euro. Vlaanderen doet zelfs iets beter en haalt 348,2 miljoen euro. Dat is ruim binnen de begrotingsdoelstellingen en binnen de strengste norm van de Hoge Raad van Financiën.
Voor 2009 wordt een begroting in evenwicht verondersteld, met een begrotingsnorm van nul euro. De schuldafbouw, een van de voorname punten in de begroting, houdt het vereiste ritme aan. Minister Van Mechelen wijst erop dat inzake de schuldafbouw Vlaanderen zich aan de afspraken dient te houden die in het kader van het stabiliteitspact zijn gemaakt. De minister noemt het streven naar een zo laag mogelijke schuld een teken van een gezonde begroting en gezonde financiën. De rentelasten zijn op tien jaar tijd immers gedaald van 138 miljoen euro naar 41 miljoen euro. Doordat Vlaanderen zijn rentelasten drastisch heeft verlaagd, heeft het enorm veel recurrente beleidsruimte gecreëerd. Het is de bedoeling om de rentelasten nog verder te laten dalen. De minister is er ook van overtuigd dat, als over een jaar naar de realisaties zal worden gekeken, de impliciete schuld verder zal zijn afgenomen.
Wat de meerjarenbegroting betreft, stijgen de middelen in absolute termen van 2005 naar 2006 met 861 miljoen euro. 2007 is een scharnierjaar met een verhoging in absolute termen tussen de initiële begroting, de budgetcontrole 2006 en de budgetcontrole 2007 van 1,396 miljard euro. Van 2007 naar 2008 is de stijging kleiner, namelijk 531 miljoen euro. Veel zal afhangen van de evolutie van de parameters, maar dat is eigen aan een meerjarenbegroting. Tot slot raamt de minister een grotere stijging voor de periode van 2008 naar 2009 met 942 miljoen euro.
De beleidsdoelstellingen kunnen worden gerealiseerd met respect voor de voorgestelde en goedgekeurde begrotingsnorm. Het geraamde overschot bedraagt in 2007 2,8 miljoen euro. Dat overschot zal allicht hoger zijn. Als alle maatregelen uitgevoerd worden, is er in 2008 een overschot ten opzichte van de norm van 45,6 miljoen euro, in 2009 een overschot van 9 miljoen euro.
De Vlaamse Regering heeft rekening gehouden met het doortrekken van de conjunctuurprovisie. Die veiligheidsmarge is dus in de begroting gehandhaafd. In de meerjarenbegroting is het niveau van betaalkredieten steeds hoger dan het niveau van de beleidskredieten. De impliciete schuld wordt afgebouwd. Vlaanderen kan de beloofde betaalkredieten naleven. Het gaat dus om een heel gezonde meerjarenbegroting.
Nu een woordje over de uiteenzettingen van de diverse fracties. Het Vlaams Belang zal ik maar overslaan, want ze luisteren toch niet. (Applaus)
De N-VA pleit voor meer transparantie bij de alternatieve financiering en steunt de aanbeveling van het Rekenhof om aan de meerjarenbegroting een bijzondere bijlage toe te voegen met de toekomstige jaarlijkse lasten van alle verbintenissen inzake alternatieve financiering, met het jaar waarin die verbintenissen aflopen. De N-VA verwijst ook naar de resolutie betreffende de informatieverstrekking over en de controle op de alternatieve financiering, een resolutie die op 30 mei door de plenaire vergadering werd goedgekeurd. In die resolutie wordt aan de regering een rapport gevraagd waar in een vorm van rapportage over alle vormen van alternatieve financiering zal worden voorzien. Alles wat via alternatieve financiering zal betaald worden, zal daarin worden opgenomen.
De CD&V-fractie stelt dat de middelenraming voor de ontvangsten realistisch, maar met een optimistische ingesteldheid, is ingevuld en vindt het uitermate positief dat het schuldbeheer evolueert naar een nulschuld. De CD&V-fractie stelt vast dat de opbrengst van de gewestbelastingen herzien is in neerwaartse zin. Er was door deze fractie al lang gewaarschuwd dat de gewestbelastingen, in het bijzonder de successierechten en registratierechten, niet in de mate van het verleden konden blijven aangroeien. Toch blijven de cijfers een aardige stijging vertonen ten opzichte van de begrotingscontrole 2006, terwijl de begrote cijfers in 2006 niet werden gehaald. De CD&V-fractie heeft dan ook haar twijfels bij de geraamde opbrengsten. CD&V sluit zich aan bij de vraag voor transparantie inzake alternatieve financiering. Het Rekenhof blijft immers hameren op wat het al eerder opmerkte inzake het budgetrecht van het Vlaams Parlement.
Sp.a-spirit heeft geen problemen met de begrotingsaanpassing. Ook vanuit die fractie komt de vraag om duidelijk te bepalen wat onder alternatieve financiering wordt voorzien en welke betaalverplichtingen daarmee gepaard gaan. Sp.a-spirit vraagt dat in het vervolg bij de begrotingsbesprekingen ook het beleggingsbeleid wordt toegelicht, zoals dat gebeurt met het Toekomstfonds.
De VLD is tevreden dat men voorzichtig blijft in de begrotingscontrole, vooral met de voorziene conjunctuurprovisie. De VLD zegt dat de kapitaalsparticipaties van de BAM, LijnInvest en AGIOn zijn opgenomen in de begroting. Daardoor wordt het zichtbaar dat de Vlaamse Regering een echte investeringsregering wil zijn. Het is voor de VLD belangrijk om Vlaanderen schuldenvrij te krijgen. Dit is cruciaal om meer beleidsruimte te creëren.
Mijnheer Van Rompuy heeft het deze morgen al gezegd: Groen! hebben we in het begrotingsdebat in de commissie voor Financiën niet gehoord. De partijen die wel betrokken waren in het debat, zijn het er over eens dat de begrotingscontrole voorzichtig en goed is gebeurd. (Applaus)
De heer Van Rompuy, mevrouw Hermans, de heer Van den Heuvel, de heer Van Nieuwkerke, de heer Verfaillie, de heer De Cock, de heer De Meyer en de heer Dehaene, verslaggevers, verwijzen naar het schriftelijke verslag.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister en heren ministers, de begrotingscontrole is een moment waarop men nagaat of de begroting die is ingediend in september-oktober en goedgekeurd in december, effectief wordt uitgevoerd. Ze dient niet om nieuwe dingen te doen. Mevrouw Vogels, die niet meer aanwezig is, zegt dat er zoveel nieuwe dingen moeten gebeuren, maar dat is niet de taak van een begrotingscontrole, dat is de taak van een normale begroting.
2007 is een echt boerenjaar geweest. In de commissie is gebleken dat de middelen van de Vlaamse Gemeenschap in 2007 zijn gestegen met bijna 1,4 miljard euro. Dat is een enorm bedrag. Het is een stijging met bijna 7 percent. Bij geen enkele overheid in België, noch de gemeenten, noch de federale staat, noch de provincies, zijn de middelen zo sterk gestegen. Het cumulatieve effect van het Lambermontgeld is nu gestegen tot 4,3 miljard euro, ten opzichte van 2,9 miljard euro vorig jaar. Het is dus een heel goed jaar geweest, ook door de stijging van het bruto binnenlands product en de groei van de Vlaamse fiscale capaciteit, zodat die begroting een formidabele ontwikkeling heeft gekend. 2007 is ook uitzonderlijk in die zin dat de stijging van de middelen de volgende jaren zal verminderen. In 2008 zal die onder de 4 percent zakken. In 2009 zal het nog gaan over 3,77 percent.
Ook voor de gewestbelastingen is het een uitzonderlijk jaar geweest. Nu innen we voor ongeveer 4,2 miljard euro aan gewestbelastingen. In de totaliteit van de begroting vertegenwoordigt dit nu 20 percent van de middelen, terwijl dat aandeel 5 jaar geleden slechts 10 percent bedroeg. Het is natuurlijk de grote opdracht van de staatshervorming om die eigen fiscaliteit uit te breiden.
De uitgaven liggen op schema. De meerjarenbegroting werd behandeld. Ik dank de minister en de Vlaamse Regering voor het feit dat ze nu een echt kompas hebben gegeven, dat ons in staat stelt te weten wat de netto beleidsmarge voor de volgende jaren is. Voor 2008 en 2009 weten we nu welke bedragen politiek kunnen worden aangewend. Voor 2008 gaat het over 578 miljoen euro. Voor 2009 gaat het over 1206 miljoen euro. Elke minister heeft een eigen groeipad. Voor het parlement is het heel belangrijk dat het nu in een meerjarenperspectief kan werken. Dat geeft ons de mogelijkheid de gevolgen te kennen van beslissingen die nu worden genomen, ook in de volgende jaren.
Het begrotingsdebat werd natuurlijk ook deels beïnvloed door de discussie over de publiek-private samenwerking, die voor de commissie telkens een totaal afzonderlijk punt zal worden. We hebben nu aan het Rekenhof gevraagd hoe er het beste voor kan worden gezorgd dat er regelmatig transparant wordt gerapporteerd. Met de resolutie van 30 mei 2007 van mevrouw Eeckhout hebben we de regering de opdracht gegeven om semesterieel, aan de hand van een boordtabel, in de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting een uitgebreide toelichting te geven over alle projecten van alternatieve financiering.
De minister heeft tijdens de besprekingen ook heel duidelijk gezegd dat de regering wil meewerken aan een conceptueel model voor informatievoorziening. Het parlement is er immers vragende partij voor dat een afzonderlijk hoofdstuk in de meerjarenbegroting zou worden gewijd aan de budgettaire impact van de alternatieve financiering. Nu is dat niet het geval. Het parlement maakt zich daar zorgen over, omdat het nu gaat over belangrijke bedragen. Bij de besprekingen over de begrotingscontrole is gebleken dat in de periode tussen 2005 en 2009 ongeveer een kwart van de investeringen zullen gebeuren via pps. Dat is een erg groot aandeel: enkele jaren geleden ging het over niet eens 5 percent. We staan daar dus voor een belangrijke evolutie. De Vlaamse Regering is een investeringsregering. Ze probeert te investeren via eigen technieken, die ESR-conform zijn. Het parlement is nu volop bezig, samen met het Rekenhof en de regering, om ervoor te zorgen dat die controlemechanismen effectief worden. Het betoog van de heer Peumans handelde daarover. We hebben immers de ervaringen met de BAM. We willen niet dat er in die andere pps-constructies een gebrek aan inzicht tot uiting zou komen.
Het SERV-rapport, het rapport van de minister-president in verband met de pps, de jaarlijkse beleidsbrief enzovoort wapenen ons meer en meer om ook in de volgende jaren ons parlementair werk te doen.
De Vlaamse begroting zal in 2009 eindigen met een nultekort en een nulschuld. Als we in de begrotingscontrole kijken naar de rentebetalingen in de Vlaamse begroting, zien we dat het tien jaar geleden nog 435 miljoen euro was. Dit is tot een dergelijk minimum teruggevallen dat men kan zeggen dat er een formidabele beleidsruimte gecreëerd is.
De collega's van het Vlaams Belang zijn niet aanwezig. De kern van het betoog van de heer De Reuse was dat we meer schuld moeten opbouwen. Dat is onzin. Door de schuld af te bouwen hebben we elk jaar marges gecreëerd van bijna 400 miljoen euro. Het wordt een probleem in de commissie voor Financiën en Begroting. De groene fractie is niet tussengekomen in het begrotingsdebat. Dat is zeer eigenaardig. Het Vlaams Belang zegt dat we meer moeten uitgeven en schulden maken. Normaal vraagt een parlement inzicht in de begroting om controle uit te oefenen op de uitgaven en de regering tot keuzes te dwingen. We zien daar een non-debat. Ik maak al 25 jaar parlementaire discussies mee. Het wordt hallucinant als een oppositie ofwel geen ofwel omgekeerde stellingen inneemt.
Mijnheer de minister-president, u gaat ons verlaten. U verlaat het Vlaamse Parlement met een begrotingsoverschot van bijna 350 miljoen euro en met het perspectief van een nulschuld in 2008. Ik zie vandaag in De Tijd dat u naar een niveau gaat waar u voor het einde van het jaar al 2 miljard euro moet vinden om de rekeningen te doen kloppen. Geniet nog een paar uur van dit boerenjaar en van de gigantische overschotten die u hebt kunnen besteden. Nu gaat u naar een niveau waar u zult moeten besparen.
Wij hopen wel dat wij in de overdracht van bevoegdheden veel meer bevoegdheden krijgen en dat wij veel meer financiële verantwoordelijkheid kunnen nemen. Twintig percent van de begroting bestaat uit eigen middelen. Dat is te weinig. De eigen fiscale verantwoordelijkheid moet worden opgedreven. Wij mikken voornamelijk op de personenbelasting. Dat is een grote opgave van de staatshervorming. Dit budget is nu ongeveer 24 miljard euro. Mijnheer De Wever, indien wij de Vlaamse resoluties kunnen uitvoeren die in het Vlaams Parlement zijn goedgekeurd, zullen we substantieel meer uitgaven hebben en een grotere financiële verantwoordelijkheid.
Onze fractie zal de begrotingscontrole goedkeuren omdat de cijfers kloppen en het engagement er is. De 5 miljard euro die nu in pps zit, moet een grote bekommernis zijn van het parlement. Het is in de eerste fase misschien een iets te snelle groei geweest. Men moet groeien en mechanismen creëren, maar de subcommissie voor Financiën en Begroting heeft vorige week nog haar grote bekommernis geuit om daar de nodige controle-instrumenten voor te vinden.
Tot daar onze fractie over de begrotingscontrole. We zullen ze goedkeuren.
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb een taalkundige vraag voor u. U zegt terecht dat we in een goede economische toestand leven. Het is algemeen geweten dat de Vlaamse Regering en de minister van Financiën uitzonderlijk goed hebben beheerd.
U hebt het dan over een goed boerenjaar. Ik kom in mijn leven al eens in contact met landbouwers. Die klagen soms en terecht. Waarom zegt u dan van een goed jaar dat het een boerenjaar is?
De heer Vanackere heeft het woord.
Een boerenjaar is een jaar waarin zelfs de boeren niet klagen.
Dat is dus uitzonderlijk.
Ik betreur dat de landbouwbevolking door de toekomstige minister van Welzijn wordt beschouwd als een klagend deel van de bevolking. Ik wens daar uitdrukkelijk afstand van te nemen.
Mevrouw Eeckhout heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw en heren ministers, collega's, steevast krijgen we te horen dat het in Vlaanderen al jaren goed gaat met de financies en dat het jaar na jaar beter gaat. Het werk van de minister van Begroting mag dus zeker gezien worden.
Uit de begrotingscontrole blijkt dat de initiële raming van de middelen vrij goed zat. De Vlaamse Regering gaat uit van accurate parameters voor groei, 2,2 percent, en voor inflatie, 1,8 percent. Jaar na jaar nemen de middelen toe. De begroting voorzag in een stijging van de middelen met 1,2 miljard euro, en bij de begrotingscontrole 2007 blijkt dat de middelen met 172 miljoen euro extra stijgen.
De meerinkomsten vanuit het federale niveau zijn hoofdzakelijk te danken aan de economische groei die groter was dan verwacht. De inkomsten uit de gewestbelastingen vertonen niet langer de explosieve groei van de voorbije jaren. Het wordt iets minder dan verwacht. De inkomsten uit de gewestbelastingen stijgen met 312 miljoen euro, wat 17 miljoen euro minder is dan de in de begroting 2007 geraamde stijging van 329 miljoen euro.
De verklaringen hiervoor zijn heel eenvoudig. Er is de aantrekkende langetermijnrente die de zin naar kopen en verkopen van woningen en gronden doet afnemen. De beleidsmaatregelen die een tijd geleden werden genomen, zitten nu op kruissnelheid. Vermoedelijk zullen de hypotheekrechten stagneren op 145 miljoen euro en de schenkingsrechten 215 miljoen euro. Dat is vier maal hoger dan vóór de liberale beleidskeuzes tot lastenverlaging daarop werden toegepast. Vlaanderen ontving maandelijks 4 tot 5 miljoen euro schenkingsrechten, nu is dat 17 tot 20 miljoen euro per maand.
Vlaanderen blijft echter op veilig spelen. De conjunctuurprovisie blijft behouden. De indexprovisie wordt daarentegen met 40 miljoen euro verminderd omdat de inflatieverwachtingen zijn gedaald en de inflatie ten vroegste drie maand later kan optreden.
In het Toekomstfonds blijft er 187 miljoen euro gereserveerd met het oog op eventuele toekomstige lasten die uit de staatshervorming zouden voortvloeien of in elk geval middelen die kunnen dienen om meer bevoegdheden uit te voeren.
Vlaanderen blijft de beste leerling van de federale klas. Het blijft onverkort zijn budgettaire doelstellingen halen: een gezond financieel beleid met behoud van een evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven, het volgen van de strengste begrotingsnorm van de Hoge Raad van Financiën, geen lasten doorschuiven naar de toekomst. Meer nog, de lasten uit het verleden worden verder afgelost. We kijken ernaar uit om in 2008 de nulschuld te bereiken.
Het moet worden gezegd: wat de oppositie afschilderde als een nadeel in het verleden - de extra inspanningen - wordt een voordeel voor de toekomst. Er komt extra recurrente beleidsruimte want er hoeft geen geld meer vanuit Vlaanderen weg te vloeien door de huidige begrotingsafspraken met het federale niveau. Mocht men dat willen, dan zou men volgend jaar zelfs met een nuloverdracht kunnen werken. Die keuze moet dan worden gemaakt.
Nog een prima beleidskeuze is dat we de verzelfstandigde agentschappen niet meer in dezelfde mate toestaan om nieuwe schulden aan te gaan. In plaats daarvan verhogen we bijvoorbeeld de kapitaalsdotatie van De Lijn met eenzelfde bedrag. Daarmee voorkomen we te hoge schulden en rentelasten.
Uit deze begrotingscontrole komt andermaal naar voren dat deze Vlaamse Regering wel degelijk een investeringsregering is. De geplande investeringen zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. Er worden kapitaalsparticipaties genomen in de beheersvennootschappen van een aantal pps-projecten zoals LijnInvest en AGIOn. Dat zit allemaal in de begrotingscontrole.
Verder wens ik de aandacht te vestigen op de resolutie die het parlement op 30 mei 2007 aannam betreffende de informatieverstrekking van de regering aan het parlement over die pps-projecten. Die resolutie werd al opgevolgd in de commissie. De minister-president zal twee maal per jaar een boordtabel opstellen. We hadden daarover in de subcommissie een interessant gesprek met het Rekenhof. Dat raadt ons aan om zowel bij de meerjarenbegroting als bij de begrotingscontrole een hoofdstuk aan de pps te wijden.
Mijnheer Peeters, u hebt het misschien niet helemaal gevolgd, u bent nu met andere zaken bezig, maar we gaan u in de commissie zeker regelmatig aanspreken.
We moeten meer zicht krijgen op de meerjarenbegroting. De regering heeft beloofd om vanaf nu niet terug te keren naar het begin van de legislatuur maar om bij de volgende meerjarenbegroting uit te gaan van de cijfers van de begrotingscontrole 2007, met een extrapolatie naar 2008 en 2009. Volgens mij zal het regeerakkoord volledig uitgevoerd worden, meer zelfs, er is een extra beleidsruimte van 1,3 miljoen euro.
Tot slot wens ik te benadrukken dat de liberale keuze voor een consequent volgehouden beleid van begrotingsoverschotten, met de daaraan gekoppelde schuldafbouw, het voor Vlaanderen mogelijk maakt om enerzijds de uitstaande schuld vervroegd af te betalen
en anderzijds leningsmachtigingen aan te consolideren instellingen om te zetten in
structurele kapitaaldotaties. Deze beide maatregelen zorgen ervoor dat de toekomstige beleidsruimte verder kan uitbreiden en de schuldafbouw kan voortgaan. Meer financiële beleidsruimte, daar zorgt onze minister van Begroting voor, en daarvoor danken we hem. (Applaus)
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren ministers, collega's, ik wil eerst en vooral de verslaggever bedanken voor het interessante verslag over de tussenkomsten die wij over deze begrotingscontrole gehouden hebben in de commissie van Financiën. Uit het verslag blijkt dat er eigenlijk geen grote problemen waren met deze begrotingscontrole.
Mijnheer Van Rompuy, stellen dat een begrotingscontrole enkel en alleen over cijfers zou gaan, lijkt me niet helemaal correct. Uiteraard moeten wij controleren of de cijfers goed zijn, maar de bespreking van de begrotingscontrole is voor mij net zo goed een bespreking van een tussenstand van de beleidsvoering van het lopende jaar.
Als we de begrotingscijfers zelf nemen, merken we dat het voor Vlaanderen op dit moment niet moeilijk is om een sluitende begroting neer te leggen. We hoeven geen harde keuzes te maken. De Vlaamse overheid zit op koers, zowel wat betreft de gewone begroting als de meerjarenbegroting. Dat is enerzijds te danken aan het feit dat de minister zijn werk goed doet, maar heeft anderzijds ook te maken met de hoogconjunctuur waarin we leven en de dotatiestroom die zij met zich meebrengt.
Mijnheer de minister-president, ik sluit mij aan bij wat de heer Van Rompuy zegt: we moeten in het kader van de toekomstige communautaire besprekingen oog hebben voor een scheefgroeiende situatie waarbij een hoogconjunctuur een grote bijkomende belasting veroorzaakt op de federale overheid en bij ons net heel wat middelen genereert. Vanuit een gezonde federale en democratische structuur kun je naar meer fiscale autonomie evolueren, in plaats van te blijven functioneren als een dotatieparlement en een dotatieregering.
De hoogconjunctuur in Europa is zelfs beter dan wat er zich op dit ogenblik in de Verenigde Staten afspeelt. De werkloosheid in Vlaanderen is vrij laag. Het gaat goed met Vlaanderen, dus waarom zouden we ons zorgen maken? Mijnheer de minister-president, ik wil toch waarschuwen voor deze overdreven euforie bij het bekijken van de naakte cijfers van de begroting. Ik wil daarbij twee zaken aankaarten: de schuldenproblematiek en de werkloosheidsproblematiek. Ik wil daarmee duidelijk maken dat euforie niet op haar plaats is, en dat ook de Vlaamse Regering bepaalde uitdagingen ernstig moet blijven nemen, ondanks het feit dat het op budgettair vlak goed gaat met Vlaanderen.
Wij gaan naar een nulrente. Maar gaan we daardoor ook naar een nulschuld? Neen. Omdat wij willen dat deze regering investeert, zetten wij nieuwe pps-constructies op om in alternatieve financiering te voorzien. Binnen die pps-constructies gaat Vlaanderen grote verbintenissen aan, onder meer voor de bouw van scholen, zorgvoorzieningen, sportinfrastructuren, nieuwe wegen enzovoort. Het zijn ingewikkelde constructies, die belangrijke financiële consequenties inhouden voor Vlaanderen, zowel op korte als op lange termijn. Wij zullen op de een of andere manier vergoedingen moeten terugbetalen aan investeerders. De betaalverplichtingen nemen toe door het sterk groeiende aantal nieuwe pps-constructies en de investeringen die wij doen. In die betaalverplichtingen zullen ook rentelasten verrekend zijn. Alle pps-constructies zijn immers gebaseerd op middelen die geleend worden en waarop rente moet worden betaald. Vlaanderen betaalt die rente niet rechtstreeks. Wij zijn dus vrij van rentebetaling, maar we zullen wel gedurende vele jaren betaalverplichtingen hebben om de nieuwe investeringen binnen de alternatieve financieringen te kunnen realiseren. We kunnen niet onder die betaalverplichtingen uit, en dus kunnen we ze in zekere zin ook zien als schuld.
Mijnheer de minister, ik vind dit geen probleem, maar we moeten ook niet doen alsof de overheid geen schulden meer creëert. Een overheid die geen schulden maakt, is een overheid die niet investeert. Wij kiezen ervoor om te investeren en om bepaalde noden in Vlaanderen op te vangen door middel van versnelde investeringen.
Mijnheer de minister-president, ik hoop dat bij een volgende staatshervorming kan worden afgesproken dat het gewest ook opnieuw leningen kan aangaan. Op die manier kunnen op een transparantere manier bepaalde investeringen gebeuren. Ik ben niet tegen pps-constructies. Die kunnen relevant zijn wanneer daardoor een meerwaarde ontstaat in de realisatie, exploitatie of dienstverlening. Een pps-constructie die wordt opgezet enkel en alleen om de financiering te garanderen, lijkt me een te magere argumentatie. Ik hoop dan ook dat we een andere staatsstructuur krijgen waardoor we op een transparantere manier kunnen omgaan met onze middelen en onze schuldproblematiek.
Mijnheer Van Rompuy, een begrotingscontrole dient niet alleen om na te gaan of de cijfers worden gerealiseerd. U zei net dat een begrotingscontrole niets te maken heeft met nieuw beleid. Ik wil u er echter op wijzen dat in deze begrotingscontrole meer dan 250 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor bijkomend nieuw beleid.
Ik wil nog even stilstaan bij de werkloosheidsproblematiek. Op dit moment zijn er in Vlaanderen 170.000 werklozen, waarvan 30.000 jongeren. Meer dan de helft van hen heeft geen diploma of getuigschrift van het secundair onderwijs. De Vlaamse Regering doet grote inspanningen voor deze groep maar ze mag niet op haar lauweren rusten omdat ze de werkloosheid ziet dalen. In Vlaanderen leeft nog altijd meer dan 5 percent van de gezinnen in armoede. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. Ik hoop dan ook dat de regering tijdens deze periode van hoogconjunctuur blijvend werk maakt van de aansluiting van deze moeilijkere groep op tewerkstelling. Alleen op die manier kan het aantal werklozen maar ook armen worden gereduceerd.
Niet alleen Vlaanderen maar ook de Vlaamse bedrijven en KMO's moeten hun verantwoordelijkheid nemen. In de toekomst moet dan ook niet zozeer verder worden gewerkt aan lastenverlagingen maar moet veeleer worden gedacht aan het vrijmaken van middelen om dit tewerkstellingsbeleid verder door te zetten.
In 2006 hebben de bedrijven uit de Bel-20 38 procent meer winst gemaakt, voor een totaalbedrag van 23 miljard euro. De winst die ze samen maakten, was nog nooit zo hoog. Van die 23 miljard euro keert 18 miljard euro terug naar de aandeelhouders als dividend. Dat is 20 procent meer dan in 2005.
Ik denk dat we hier ook het bedrijfsleven moeten aanspreken in verband met de investeringen, de tewerkstelling, de bijkomende aansluiting met de moeilijke categorie van mensen die op dit moment niet in het arbeidscircuit terecht komen.
De heer Quaden stelde onlangs dat het aantal investeringen in Vlaanderen verhoudingsgewijs niet stijgt ten opzichte van de winst die wordt gerealiseerd. Hij stelt ook dat, als dan al wordt geïnvesteerd, dat dikwijls in de verkeerde producten dreigt te gebeuren. Wij zullen in de toekomst meer aandacht moeten hebben voor investeringen in de juiste producten. Bij energie-investeringen hoop ik dat we in de toekomst blijven kiezen voor de juiste producten en niet voor de verkeerde.
Als we het hebben over Vlaanderen en de Vlaamse begroting, baseren we ons heel graag op het bruto regionaal product. En natuurlijk is het bruto regionaal product een belangrijke internationale maatstaf om na te gaan of het goed gaat in een samenleving en in een regio. Maar bij die gestegen welvaart kan iedereen ook vaststellen dat het welzijn van de mensen niet evenredig is toegenomen.
Ik weet niet of het u is opgevallen. De laatste tijd komen er nogal wat sociale conflicten aan de oppervlakte. Die conflicten hebben meer te maken met een gebrek aan welzijn dan aan welvaart. Zo is de horecasector pas in het nieuws gekomen. Dat geldt echter ook voor andere bedrijven waar flexibiliteit en allerlei andere inspanningen worden gevraagd van de werknemers. Daardoor komt de kwaliteit van het leven onder druk.
Toen ik daarnet heb gepleit voor meer tewerkstelling en een grotere aansluiting tussen mensen zonder en mensen met werk, dan mag dat niet gaan ten koste van de kwaliteit van dat werk en ten koste van de kwaliteit van het leven van deze mensen. Het voorbeeld dat ik aanhaal, zal wel toeval zijn, maar toch. Hebt u zich echter al vragen gesteld bij het feit dat in één maand tijd in Frankrijk, België en Nederland ouders hun kind vergeten in de wagen? Waarschijnlijk zullen er nog meer dergelijke gevallen zijn, maar dan zonder een dergelijke dramatische afloop. Wat is daar de oorzaak van? Het is een symptoom van een doorholeconomie, van een stresseconomie waar we in terecht zijn gekomen. We moeten ons daar vragen bij stellen.
Ik wil niet verder ingaan op al de nieuwe uitdagingen waarvoor deze Vlaamse Regering staat, ondanks de goede cijfers. Zo zijn er noden in de welzijnssector, in de kinderopvang, in de bejaardenzorg, moet er gezorgd worden voor de toekomst van het zorgfonds. Mijnheer de minister-president, er zijn nog andere elementen, zoals het VIA. Ik heb minister Peeters horen zeggen dat we pas in september of oktober een doorstart van het VIA mogen verwachten. U hebt vorig jaar in september een charter met het middenveld ondertekend inzake duurzaamheid. Ook daarover hoor ik nu onvoldoende. Het gaat echter wel om een belangrijke uitdaging. Ik ga ervan uit dat in september of oktober een doorstart wordt gerealiseerd.
Het is spijtig dat we daar vanwege de huidige politieke toestand niet verder over van gedachten kunnen wisselen bij deze begrotingscontrole. De lakmoesproef van de morgen hertimmerde Vlaamse Regering zal de Septemberverklaring zijn. Ik hoop dat we, ondanks de goede cijfers van deze begroting, toch ook over de prioriteiten, de nieuwe uitdagingen voor de volgende twee jaar een debat kunnen voeren. Op onze lauweren rusten zou totaal fout zijn.
Deze begroting en deze begrotingscontrole vormen echter wel de ideale basis om de nieuwe uitdagingen aan te kunnen. Dat is ook de reden waarom we onze volledige steun geven aan deze begroting. (Applaus)
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Dank u, mevrouw de voorzitter. Collega's, ik wil op mijn beurt onze vaste verslaggever, de heer Matthijs, bedanken, zeker omdat ik wist dat hij vandaag om medische redenen zelfs een over-en-weer heeft gedaan om hier tijdig aanwezig te zijn voor de verslaggeving. (Applaus)
Dat mag absoluut ook wel eens in de bloemetjes worden gezet.
Collega's, ik denk dat wij hierdoor opnieuw beschikken over een aantal kwaliteitsvolle documenten. Mijnheer Peumans, wij hebben in onze commissie Financiën en Begroting, zeker naar aanleiding van de budgetcontrole, een zeer ernstig debat gevoerd over wat wij nu zullen doen met de vertaling, de rapportering, de transparantie inzake pps en alternatieve financiering. De heer Van Rompuy had het daar ook over in zijn tussenkomst. Wij zijn er in de commissie in geslaagd om, rekening houdend met de aanbevelingen van het Rekenhof, dat goede evenwicht te vinden tussen wat de regering kan geven, wat het parlement terecht opeist en wat het Rekenhof voorstelt. Ik denk dat we nu over een goed kader beschikken.
Aan de collega's wil ik heel duidelijk zeggen dat de controle op de inkomsten en de machtigingen voor de uitgaven - dat was de discussie - nog altijd de essentie is van ons staatsbestel. Ik wil dan ook als een van de oudere parlementsleden in deze assemblee stellen dat het absoluut noodzakelijk is dat voldoende parlementsleden voldoende aandacht voor en inzicht behouden in de budgettaire problematiek. Dit geldt zowel voor leden van de meerderheid als voor leden van de oppositie. Ik vrees dat we anders de essentie van de democratische controle dreigen te verliezen.
Collega's, begroten is geen exacte wetenschap. Het spreekt voor zich dat we op het ogenblik dat we een begroting opstellen, in de periode juli tot 15 september van het vorige begrotingsjaar, niet in een glazen bol kunnen kijken. De geschiedenis heeft haar rechten. Op 11 september 2001, 9/11, werden we geconfronteerd met een drama dat gedurende jaren een enorme weerslag op onze begroting zou hebben. Daarom is het belangrijk dat we tijdens begrotingsdiscussies haarfijn weten waar we staan. Des te meer omdat een van de verworvenheden van de onderhandelingen die we in het Overlegcomité hebben gevoerd, mijnheer de minister-president, waar we er eindelijk in slaagden om in Vlaanderen onze dotatie niet langer afhankelijk te maken van het BNI maar van een reëel BNP, ons toelaat om voor een groot stuk ook de gevoeligheden van de BNP-fluctuatie te voelen in onze ontvangstenstroom.
Daarom was het zo belangrijk dat 2006, met een groei van 3 percent, een schitterend economisch jaar was. Het was lang geleden, van 2000, dat we dat nog eens hebben meegemaakt. In 2007 hebben we volgens het Planbureau een vooruitzicht van 2,2 percent groei.
Ik las deze week het laatste document van de studiedienst van een van onze bankiers, Dexia, met betrekking tot de vooruitzichten inzake de economische groei in 2007. Daarin las ik dat de laatste prognose van Dexia voor 2007 een economische groei is van 2,6. Dat is ook voor de federale begroting goed nieuws. Mijnheer Sannen, ik begreep uw redenering niet: dat economische groei een goede zaak is voor Vlaanderen maar een extra druk zet op de federale begroting. Laat mij duidelijk zijn: een economische groei is in eerste instantie goed nieuws voor de opbrengsten van de federale begroting en is, gelukkig, sinds enkele jaren ook heel belangrijk voor het doorstorten van middelen naar Vlaanderen.
We kunnen dus alleen maar vaststellen, mevrouw Eeckhout, dat deze begroting zeer voorzichtig is ingeschat en eigenlijk wat marge laat om te zien hoe we in 2008 dit budgettaire beleid kunnen voortzetten in Vlaanderen.
We hebben daarbij in deze begroting een eerste opstap gedaan: 23 miljoen euro meer inkomsten uit de samengevoegde en gedeelde belastingen. Wij hebben ook, eerlijkheidshalve, op advies van de SERV en het Rekenhof, een correctie aangebracht aan de opbrengst van de gewestbelastingen omdat we denken dat we daar een beetje het glazen plafond hebben bereikt: we moeten daar uiteindelijk de enorme stijgingspercentages die we de voorbije jaren hebben gekend, tot 18 percent, wat afkoelen.
Het is ook belangrijk te vermelden dat we een eenmalige inkomst hebben geboekt door de verkoop van een aantal GIMV-aandelen. U weet dat we de verkoop van deze kapitaalparticipatie hebben omgezet in een nieuwe kapitaalparticipatie, namelijk in het verhogen van het eigen vermogen van BAM, zodanig dat het ESR-neutraal is maar in de tabellen wel leidt tot een substantiële stijging van de ontvangsten, tussen het oorspronkelijke budget en de budgetcontrole.
Daarom is deze begrotingscontrole al bij al erg voorzichtig. We bereiken de vooropgestelde norm van 346,4 miljoen euro. Alles laat uitschijnen dat we beter gaan doen dan die norm. Dat laat toe dat we naar het einde van het jaar de nodige schikkingen kunnen treffen. We kunnen buffers creëren die ons in 2008 en 2009 voldoende beleidsruimte zullen geven om een aantal uitdagingen waarvoor Vlaanderen staat, aan te kunnen. Het klopt dat welvaart en welzijn niet altijd parallel lopen. In het rapport van Dexia staat dat het aantal werklozen is gedaald tot ongeveer 172.000. Dat zijn er voor mij nog 172.000 te veel! Dexia stelt in het rapport zeer nadrukkelijk dat dit te maken heeft met het herstel van onze economische concurrentie- en competitiekracht sinds 2003, waardoor we stilaan de werkloosheid aan het absorberen zijn. We zullen des te beter zien welke groep mensen uit de boot valt. We moeten proberen, zoals minister Vandenbroucke in heel zijn beleid doet, om die mensen een eigen onderkomen te geven.
We behouden de conjunctuurprovisie van 82,8 miljoen. We hebben de indexprovisie weliswaar afgetopt op 27,5 miljoen, maar als ik zeg dat dit rekening houdt met een inflatie van 1,8, dan manoeuvreren we ook daar erg voorzichtig. De voorspellingen wijzen momenteel op 1,6.
Wat het Zorgfonds betreft, overschrijden we de kaap van 700 miljoen euro reserves. In het Toekomstfonds zullen we in de tweede helft van dit jaar 187 miljoen euro storten. We zullen dit beheren in overeenstemming met de resolutie die in de commissie is goedgekeurd, zodat ook dit beantwoordt aan de verzuchtingen van het parlement.
Wat de meerjarenbegroting betreft, dank ik de heer Van Rompuy voor zijn positieve commentaar. Hij zegt terecht dat we een stevig kompas hebben dat ons toelaat te weten waar Vlaanderen budgettair naartoe gaat. De parameters waarmee we werken, zijn heel voorzichtig ingeschat. Dat bewijst de 2 percent die we aanhouden. Voor 2007 gaan we naar 2,6 percent, en voor 2008 waarschijnlijk naar 2,3 percent economische groei. Dus ook daar zit nog iets meer ruimte.
Mijnheer de minister-president, aan het begin van deze legislatuur en bij de onderhandelingen was er nogal wat scepticisme over de vraag over welke beleidsruimte de Vlaamse Regering zou kunnen beschikken in de periode 2004-2009. Op een bepaald moment werd gesteld dat de vette jaren voorbij zouden zijn en dat de tering meer naar de nering zou moeten worden gezet. Ik wil twee cijfers geven: de beleidsruimte exclusief eenmalige ontvangsten bedroeg in de periode 2000-2004 2,7 miljard euro, terwijl we nu naar een beleidsruimte van 3,9 miljard euro gaan. We hebben woord gehouden en de beleidsruimte gecreëerd. Die kan oordeelkundig via het Vlaamse regeerakkoord worden ingevuld.
Tot slot wil ik het nog even hebben over de schuld. We doen een bijkomende inspanning om 129 miljoen euro extra af te lossen, het fameuze consortiumkrediet bij Dexia. We gaan in 2000 naar een nulschuld. Mijnheer Sannen, ik ben niet iemand die triomfalistisch op de borst klopt. Ik stel alleen vast dat we in de begroting met circa 440 miljoen euro kapitaal- en rentelasten zullen dalen naar 0.
Het spreekt voor zich dat alternatieve financiering impliceert dat we nieuwe financiële lasten op lange termijn op ons nemen. U kent echter mijn opvatting: pps is geen wondermiddel, maar vooral een paardenmiddel om op heel korte termijn tegemoet te komen aan de noden die in de sectoren welzijn, onderwijs, mobiliteit en ook elders bestaan.
De verslaggever en de verschillende sprekers hebben de sterke en misschien ook de zwakke punten van de begrotingscontrole verwoord. Ik rond af met de opmerking dat cijfers cijfers zijn. Op deze tribune is soms gezegd dat Vlaanderen het gemakkelijk heeft. Mijn achtjarige ervaring heeft me evenwel geleerd dat er steeds opnieuw keuzes moeten worden gemaakt. Mocht u eraan twijfelen: de vraag is groter dan het aanbod van de minister van Begroting.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om als minister van Begroting de minister-president van harte te danken voor de steun die hij me de afgelopen jaren heeft gegeven om de budgettaire orthodoxie van de Vlaamse overheid te handhaven. Dikwijls konden we in het bilateraal overleg de collega-ministers ervan overtuigen dat met de beschikbare kredieten goed werk kon worden geleverd.
Ik gun het de minister-president om afscheid te nemen van Vlaanderen. Hij moet evenwel weten dat Vlaanderen vandaag een bijzonder gunstige kaspositie heeft. Vandaag hebben we 1 miljard 658 miljoen euro belegd. Het is ooit anders geweest. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.