Report plenary meeting
Report
De heer Loones heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, mevrouw Vervotte, ik vond het fijn dat er veel volk aanwezig was om uw laatste tussenkomst te aanhoren. We zullen u missen.
Mijnheer de minister, er zijn nog mensen die van Europa houden. Ik wil een vraag stellen over het laatste Europese overleg.
We hadden vanmorgen een zeer enthousiasmerende ontmoeting. Ik moet u en minister Anciaux trouwens de groeten overbrengen van een groot Vlaams kunstenaar Koenraad Tinel uit Galmaarden. We waren bij hem voor de aankoop van een paardenvissersbeeld. Ik toon u even de paardenvisser zodat u een idee hebt van zijn stijl. Deze man is echter ook bezig met een prachtig Europees project waarbij hij teruggaat tot de legende van Europa. Het jonge frêle meisje Europa was aan het spelen in Perzië toen ze op de rug van een stier over de wateren werd ontvoerd. Op die manier maakte ze de verbinding van Perzië in Azië met Europa. Op een bepaald moment werd in het gesprek geopperd dat Europa zijn ziel verloren heeft: men is verzand geraakt in ergernisgesprekken over kleine zaakjes waarbij Europa een pispaal geworden is.
Ik reken de N-VA-fractie bij diegenen die van Europa houden. Wij waren dus bijzonder tevreden met het compromis dat op de laatste top na 36 uren vergaderen bereikt is en met de aankondiging van mevrouw Merkel dat er een vervanging was voor het teloorgegane project van de Europese grondwet. Voor Vlaanderen is dit van belang. We waren bijzonder trots op de zo goed als gelijkschakeling van het Vlaams Parlement met de nationale parlementen voor het toetsen van de beslissingen van Europa, namelijk de beruchte subsidiariteitstoets.
Mijnheer de minister, ik ben wel vroeg met mijn vraag, maar ik hoop dat u de tijd gevonden hebt om een evaluatie te maken. De vraag is waar we nu staan. We hebben gehoord dat er vooral vanuit Nederland aangedrongen is om de nationale parlementen het Europese parlement te laten vervangen. Er zou nu zelfs een verbodsprocedure worden ingelast in plaats van een adviesprocedure.
We weten welke moeilijke procedure we hier doorgesparteld hebben in verband met de Europese grondwet, de uitvoering van het protocol 49, het samenwerkingsakkoord tussen de zeven parlementen. Het is zeer moeizaam en niet zonder politieke problemen verlopen. Waar staan we nu met de rol van het Vlaams Parlement in het algemeen en met de toepassing van de subsidiariteitstoets in het bijzonder? Volstaat het samenwerkingsakkoord dat afgesloten is tussen de zeven parlementen op 19 december 2006? Moet er een bijvoegsel komen? Moet het vervangen worden? Moet er opnieuw onderhandeld worden? We zijn bijzonder geïnteresseerd om van u hierover enig inzicht te krijgen.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, mijnheer Loones, u hebt terecht uw liefde voor Europa uitgesproken. Ik voeg er onze gezamenlijke liefde voor Vlaanderen aan toe, want het gaat eigenlijk over de band van Vlaanderen met Europa.
U weet dat in de Europese grondwet die aangepast is in Brussel en gewoon verdrag zal heten, het principe van de subsidiariteit en de evenredigheid is opgenomen. U weet ook dat het grootste deel van die grondwet behouden blijft. In Brussel is overeengekomen dat de nieuwe bepalingen van de grondwet, de protocollen en de desbetreffende verklaringen behouden blijven, tenzij ze gewijzigd zijn in Brussel. De subsidiariteit was geregeld in protocol II waarin een heel grote rol wordt toebedeeld aan de nationale parlementen, net zoals in de grondwet.
Mijnheer Loones, u hebt er terecht op gewezen dat wij, niet zonder slag of stoot, erin geslaagd zijn om het Vlaams Parlement op het niveau te hijsen van Kamer en Senaat en eigenlijk ook van de parlementen van de nationale lidstaten van Europa.
Dat is gebeurd doordat ik, bij mijn mandaat aan minister De Gucht om in Rome het verdrag te tekenen, gezegd heb dat er een verklaring aan toegevoegd moest worden. Dat is verklaring 49, die u kent. Daarna hebben het parlement, het Bureau en de voorzitter werk gemaakt van een samenwerkingsakkoord met de andere parlementen. Vervolgens heb ik gezegd dat we niet zouden ratificeren totdat alle deelstaatparlementen het samenwerkingsakkoord getekend hebben. Dat is nu allemaal achter de rug.
Het protocol is in Brussel gewijzigd op twee punten. De termijn om de toets te doen is verlengd van zes naar acht weken, wat een goede zaak is en meer tijd geeft aan de parlementen om de vaak ingewikkelde toets te doen. Er is ook overeengekomen dat het controletoezicht van de parlementen verscherpt wordt. Als de meerderheid van de parlementen zegt dat het voorstel van de Europese Commissie in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel, kan de Europese Commissie drie dingen doen: het voorstel intrekken, aanpassen of handhaven.
Als de Commissie het voorstel handhaaft, moet ze naar de Europese wetgever gaan met het voorstel en de motivering, maar ook met de motivering van de nationale parlementen. Ik kan me moeilijk de situatie voorstellen dat de Commissie tegen de wil van de nationale parlementen ingaat, maar die mogelijkheid bestaat. Als 55 percent van de leden in de Europese Raad zegt dat het voorstel in strijd is met de subsidiariteit of als de meerderheid van het Europees Parlement zegt dat het strijdig is met de subsidiariteit, wordt het voorstel naar de prullenmand verwezen.
Ik kom dan tot de intra-Belgische situatie. Ik ga ervan uit dat verklaring 49 gehandhaafd blijft. Het mandaat van Brussel - voor zover ik weet, want de teksten moeten natuurlijk nog gefinetuned worden door het Portugese voorzitterschap - stelt dat de verdragsbepalingen, protocollen en desbetreffende verklaringen blijven, voor zover ze niet gewijzigd worden. Mocht verklaring 49 niet gehandhaafd zijn, ga ik opnieuw dezelfde procedure toepassen en zeggen dat de federale minister het nieuwe verdrag maar kan tekenen op voorwaarde dat de verklaring wordt toegevoegd. In België moeten nationale parlementen beschouwd worden als Kamer en Senaat, plus de deelstaatparlementen.
Het samenwerkingsakkoord bepaalt dat het in werking treedt op het moment dat de grondwet in werking treedt. Het woord grondwet zal er niet meer in staan, maar ondertussen is er wel een overgangsbepaling die zegt dat het samenwerkingsakkoord al voorafgaand in werking treedt. Het parlement zal moeten nagaan of aan het samenwerkingsakkoord eventueel twee wijzigingen aangebracht moeten worden, met name het al dan niet vervangen van de term grondwet door protocol en het intern aanpassen van de termijn om te toetsen. Nu moest men al reageren binnen twee weken, terwijl de totale termijn verlengd is van zes naar acht weken.
Mijns inziens kan er binnen de federale entiteiten eigenlijk geen discussie zijn over het principe. Dat was verworven, is vastgelegd en is al in werking. Het Vlaams Parlement krijgt rechtstreeks van Europa, niet via het nationale parlement, de voorstellen toegestuurd. Er zijn twee wijzigingen van de modaliteiten, maar het is de taak van het Bureau van het parlement om na te gaan of daaromtrent actie ondernomen moet worden.
Mijnheer de minister, ik neem akte van uw antwoord. We zijn dus nog niet helemaal gerustgesteld. We zullen moeten nagaan of de wijziging nodig zal zijn.
Ik wil niet in een technische discussie vervallen. We hebben bij de vorige besprekingen van de samenwerkingsovereenkomst de meeste moeilijkheden gehad met de Senaat. Ik verneem dat onze Europese dame, mevrouw Smet, naar de Senaat gaat. Dat zal er misschien toe bijdragen dat we minder problemen hebben met de samenwerkingsovereenkomst met de Senaat.
We wensen mevrouw Smet het beste. Het is niet aan mij om dat te zeggen, maar we zien haar graag.
Het incident is gesloten.