Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer De Meyer, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie besprak op dinsdag 17 en dinsdag 24 april 2007 het voorliggende ontwerp van decreet. Aan dit decreet is een uitgebreide voorbereiding voorafgegaan. Tal van federaties en organisaties kregen inspraak via een aantal rondetafels. Ook de VREG, de SERV, de Minaraad, de Raad van State, leveranciers, netbeheerders, gemeenten en armenverenigingen werden geconsulteerd. De tekst werd mede geïnspireerd door de motie van aanbeveling van de ad-hoccommissie Energiearmoede, onder het voorzitterschap van de heer Decaluwe.
Drie bestaande decreten worden aangepast: het decreet op gewaarborgde levering van 1996 het Elektriciteitsdecreet van 2000 en het Aardgasdecreet van 2001.
De regelgeving aangaande de gewaarborgde levering wordt vanaf nu in respectievelijk het Aardgas- en Elektriciteitsdecreet zelf ingebed. Daarnaast wordt een aantal begrippen en definities uitdrukkelijker omschreven en wordt de gehanteerde terminologie doorheen de decreten in overeenstemming gebracht met de krachtlijnen van de liberalisering. Het afsluitverbod tijdens de winter wordt van 2 naar 3 maanden gebracht, het vermogen van de stroombegrenzing wordt van 6 naar 10 ampère opgetrokken, de verplichting is opgenomen om binnen de 2 maanden een budgetmeter te plaatsen, en budgetmeters moeten kosteloos aan niet-beschermde wanbetalers ter beschikking worden gesteld.
De voorwaarden waaronder een afsluiting van een huishoudelijke afnemer kan gebeuren, worden veel strikter omschreven. Belangrijk is dat het begrip 'klaarblijkelijke onwil' wordt vervangen door een aantal objectieve criteria. Afsluiten waarbij armoede als enige reden wordt opgegeven, kan niet meer.
In de commissie werden nog een aantal amendementen aangebracht. Er werd voor gekozen de Lokale Adviescommissie, afgekort als LAC, een adviserende maar geen beslissende bevoegdheid toe te kennen. Een afwijking van het advies door de netbeheerder kan daarbij echter enkel in het voordeel van de huishoudelijke afnemer spelen. Daarnaast wordt in de LAC-procedure voorzien in een decretaal recht op bijstand door een raadsman of vertrouwenspersoon.
Ook werd er nog een overgangsbepaling toegevoegd. Het is in deze nieuwe regeling zo dat gemengde gebruikers die een professioneel contract hebben voor levering van aardgas of elektriciteit geen beroep kunnen doen op de beschermingsprocedure voor huishoudelijke afnemers. Voor deze groep gebruikers wordt in een overgangsperiode van één jaar voorzien, waarin zij hierover geïnformeerd zullen worden en eventueel dus hun contract kunnen wijzigen.
Daarnaast onthouden we ook het engagement van de minister om deze complexe wetgeving in een verstaanbare taal te communiceren aan de betrokken doelgroep, en dit in overleg met OCMW's en armenorganisaties.
Het ontwerp van decreet werd unaniem goedgekeurd door de commissie. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant en de N-VA)
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ook in de huidige geliberaliseerde markt is het nodig dat de sociaal zwakkeren onder ons beschermd worden. En reeds in het decreet van 20 december 1996 staat geschreven dat iedereen recht heeft op een minimale en ononderbroken levering van gas, elektriciteit en water voor huishoudelijk gebruik om volgens de geldende levensstandaard te kunnen leven. Het ontwerp van decreet sluit bovendien zeer nauw aan bij de aanbevelingen van de commissie voor Energiearmoede. Minister Peeters heeft beloofd om met de bemerkingen van de VREG en de SERV rekening te houden in de mate het technisch haalbaar en economisch betaalbaar is, en, uiteraard, als het om bevoegdheden van het Vlaamse Gewest gaat.
Bovendien lijkt het me logisch en rechtvaardig dat de netbeheerder in welbepaalde gevallen een huishoudelijke afnemer alsnog kan afsluiten. Ik denk dan in geval van fraude, of indien men geen wanbetaler is maar toch een leveringsovereenkomst weigert af te sluiten, en in nog enkele zeer bepaalde, uitzonderlijke gevallen.
Mijnheer de minister, in de commissie heb ik al gezegd dat het Vlaams Belang het eens is met het basisprincipe van het voorliggende ontwerp. We zullen het dan ook goedkeuren bij de stemming.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, eerst en vooral wil ik de heer De Meyer danken voor het verslag. Mevrouw de voorzitter, dit is een van de weinige ter stemming voorgelegde ontwerpen van decreet, als het al niet het eerste is, dat tot stand is gekomen na uitermate groot overleg, ook met de zwaksten in de samenleving.
De tekst met de aanbevelingen was nog niet droog of de minister had al, samen met de Vlaamse Regering, concrete initiatieven genomen. Wij willen u daarvoor, mijnheer de minister, met het voltallige parlement danken. U hebt in dit dossier als een man van actie gehandeld.
De vraag is natuurlijk of de voorliggende tekst, ondanks de talrijke en uitvoerige adviezen en consultaties, perfect is. Neen. Hij kan, met het oog op de uitvoering, nog worden verbeterd. Wij hebben hem in de commissie al verfijnd en verduidelijkt, ook na overleg met alle collega's en met verenigingen waar armen het woord voeren.
Een van de eerste elementen - de verslaggever verwees ernaar - is dat de betrokkenen zich bij de LAC's kunnen laten bijstaan. Op die manier wordt vermeden dat mensen met betaalmoeilijkheden zich hulpeloos en onmondig voelen, zoals al uit enorm veel ervaringsgetuigenissen is gebleken. Dit kleine elementje heeft voor een goede bijstand waarschijnlijk grote gevolgen.
De heer De Meyer verwees in het verslag ook al naar een tweede element: het advies van de LAC was vroeger bindend, nu is het een gewoon advies. Die wijziging werd ingegeven door de lessen die we uit de praktijk hebben getrokken. Daaruit bleek dat er zelden wordt afgesloten met een negatief advies, maar vooral toch ook dat een aantal positieve adviezen voor afsluiting uiteindelijk niet door de netbeheerder worden gevolgd. De netbeheerder denkt nu dus dubbel na. Dat heeft zeker meegespeeld in deze wijziging. De uiteindelijke doelstelling is afsluitingen tot het absolute minimum te beperken.
Ten derde, mijnheer de minister, hebt u ook toegezegd dat dit decreet door de uitvoeringsbesluiten nog op een aantal punten zal worden verfijnd en verduidelijkt.
Hoe belangrijk dit decreet ook is, collega's, de motie van aanbeveling die hier, op de onthouding van Groen! na, eenparig werd goedgekeurd, is ruimer dan dat. Er is ook inzake huisvesting - en het is jammer dat minister Keulen hier niet meer is - nog veel te doen. Er zijn vandaag al actuele vragen geweest over de Wooninspectie en de kwaliteit van de woningen. We zagen in een aantal kranten van vandaag de beelden van woningen van de zwaksten van de maatschappij, vaak ouderen: zeer slecht geïsoleerde woningen, woningen met verouderde of helemaal geen verwarmingsinstallaties… Deze economisch kwetsbare groepen worden daardoor dubbel getroffen. Ze hebben hoge energierekeningen en tegelijk zijn ze niet in staat om te investeren in zuinig energiegebruik, isolaties enzovoort. Dit is een vicieuze cirkel, de zogenaamde armoedespiraal.
Ook inzake de werking van de LAC's zijn er een aantal aanbevelingen. Ik kijk met grote belangstelling uit naar verdere initiatieven. Niet zozeer van u, mijnheer de minister, want u hebt al formidabel werk verricht, maar vooral van minister Vervotte en minister van Wonen Keulen. Ik vraag uitdrukkelijk om een tandje bij te steken, vooral op vlak van woonbeleid, renovatie en energievriendelijk wonen. Ik denk ook aan het nieuwe en nu al sinds jaren aangekondigde nieuwe financieringsstelsel, met het nieuwe socialehuurbesluit en met methodes om dat alles te berekenen. Dat is er vandaag nog niet. U kunt die boodschap overmaken aan uw collega's. Vooral minister Keulen moet op dit vlak een tandje bijsteken ten gunste van de zwaksten in de samenleving.
Een knelpunt dat ons blijft achtervolgen, zeker sinds de commissie Energiearmoede daarover geregeld overleg heeft gepleegd, is dat de armoedeverenigingen en ook, mijnheer de minister, het Vlaams Parlement het recht op energie als een basisrecht beschouwen. Dit recht is ingevuld en met het optrekken van de minimumlevering naar 8 ampère zelfs nog versterkt. Anderzijds mag er geen verwarring bestaan: het is niet omdat de minimumlevering is opgetrokken dat ze gratis is. Velen denken dat ze gratis is, maar dat is zeker niet het geval.
Alleen zeggen de armenverenigingen dat dit absoluut is. Voor hen mag er nooit worden afgesloten. De vraag is of dit houdbaar is en juridisch kan. Indien er ouderhoudswerken aan het net zijn of omwille van de veiligheid, moet in bepaalde situaties kunnen worden afgesloten.
Deze discussie gaat niet over het recht op energie, maar over de implementatie van de sociale grondrechten die in artikel 23 van de Grondwet zijn verankerd. Uit de besprekingen blijkt dat in de rechtsleer de stelling naar voren komt dat deze rechten niet absoluut zijn, dat ze moeilijk afdwingbaar zijn. Men hanteert in de rechtsleer eerder het systeem van de standstill. Het algemene niveau van sociale bescherming mag niet achteruit gaan. De situatie moet beter worden en dit is hier alleszins het geval. De limitatieve en goed omschreven gevallen zijn een duidelijke verbetering ten opzichte van de wetgeving van vroeger.
Neem het recht op water, beter erkend als basisrecht, wat deel uitmaakt van de Millenniumdoelstellingen. Ook in dit grondrecht kent men het systeem van minimumlevering, van minimumhoeveelheid dat evenwel onmiddellijk in rekening wordt gebracht. Maar wat voor wie in buitengebied woont en niet op een distributienetwerk is aangesloten? Hoe is zijn recht gewaarborgd? Er zijn discussies met binnenschippers gevoerd over een kraantje op de wal. Ook daar is gebleken dat het recht op water niet absoluut is, dat er sanctiemechanismen zijn voor niet-betalers.
We hebben in de commissie voor Energiearmoede, ook onder impuls van mevrouw Vogels, de juiste cijfers van afsluitingen gekregen. Verder detailonderzoek levert concrete gegevens op waaruit één zaak blijkt: de werking van de LAC's en de zeer precieze, zorgvuldige analyse van de dossiers in de LAC's is cruciaal. De distributienetbeheerders moeten als lijn aanhouden nooit af te sluiten zonder sociaal onderzoek. Dat is de geest van het decreet.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer Decaluwe, ik wil u absoluut gelijk geven. De cijfers over het aantal beslissingen tot afsluiting en het aantal effectieve afsluitingen zijn op het eerste zicht zeer positief. Er wordt veel meer beslist tot afsluiting dan er reëel wordt afgesloten. Er bereiken mij echter van op het terrein steeds meer meldingen van andere zaken. Het effectief afsluiten is zeer duur. De netbeheerder moet ter plaatse gaan om af te sluiten en daarna om alles opnieuw aan te sluiten. Als alternatief wordt nu de stroombegrenzer eruit gehaald. Men sluit niet af, maar haalt de stroombegrenzer eruit. Wie niet oplaadt, valt toch terug op nul en heeft de gewaarborgde 10 ampère niet. Er is dus een ontwijkingsysteem dat de waarde van dit decreet voor een deel onderuit dreigt te halen. Ik pleit er dan ook voor om waakzaam te blijven. We moeten regelmatig evalueren. We moeten niet alleen kijken naar de cijfers over het aantal afsluitingen, maar een nieuwe categorie laten registreren, namelijk in hoeveel gevallen de stroombegrenzer wordt weggehaald. Eigenlijk is dat ook een afsluiting.
Mevrouw Vogels, dit is ons ook gemeld tijdens een van de laatste bijeenkomsten met verenigingen waar armen het woord voeren. Ik geef u gelijk dat we met dit decreet een goede stap voorwaarts zetten, maar dat we er nog niet zijn. Het is belangrijk om regelmatig grondig te evalueren. Het zou natuurlijk Vlaanderen niet zijn als men niet al de achterpoortjes van het decreet probeerde te zoeken.
Mijnheer de minister, tegen het einde van het jaar moeten we op basis van de cijfers en in overleg met de betrokken verenigingen evalueren. Als blijkt dat deze methode systematisch wordt toegepast, waar de sociaal zwaksten het slachtoffer van zijn, dan moet er worden gezocht naar een manier om dat gaatje dicht te rijden en dit onmogelijk te maken.
Het einddoel hebben we in ieder geval nog niet bereikt. Toch wordt met dit decreet een belangrijke stap in die richting gezet. De verslaggever heeft goed verwoord hoe belangrijk de communicatie is. Men moet goed uitleggen waarover het gaat. Ook facturen moeten duidelijk zijn. Het is allemaal niet eenvoudig. Het is een erg technische aangelegenheid, met allerlei kortingen en dergelijke. In Nederland zijn een aantal goede voorbeelden te vinden hoe alle energieactoren op een zeer duidelijke, transparante manier communiceren. In samenspraak met de zwaksten moet een goede communicatie mogelijk zijn. Even belangrijk zijn tussentijdse evaluaties en eventuele bijsturingen, zodat de essentie gevrijwaard blijft.
Wij pleiten er daarom voor om in contact te blijven met de vertegenwoordigers van de armen. Ik ben blij dat ze hier aanwezig zijn. Ook het contact met de distributienetbeheerders moet worden onderhouden. Ik hoop dat straks het parlement dit ontwerp van decreet unaniem zal goedkeuren. Het is een belangrijke stap voorwaarts naar een menselijk energiebeleid. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in feite kan ik over het voorliggende ontwerp van decreet vrij kort zijn, want de verslaggever en de andere sprekers hebben daarover al veel gezegd. Namens mijn fractie sluit ik me graag bij hen aan. Het ontwerp van decreet is een concretisering van een aanbeveling van de commissie ad hoc Energiearmoede. Die commissie heeft in grote consensus een coherent geheel van adviezen uitgebracht ter bestrijding van de energiearmoede. Op dat vlak is belangrijk parlementair werk verricht. Het is nu aan de regering om een en ander uit te voeren, wat trouwens met het voorliggende ontwerp van decreet ten dele al is gebeurd.
In de specifieke aanbeveling is gevraagd dat een meer rechtszeker kader zou worden gecreëerd voor de afsluiting van de elektriciteits- en gasvoorziening dankzij een betere omschrijving van de gevallen waarin kan worden afgesloten. Momenteel wordt immers het begrip 'kennelijke onwil' gebruikt: een begrip dat vaag is en tot misbruiken aanleiding kan geven. Bovendien wordt het in de verschillende regio's op een verschillende manier geïnterpreteerd, zodat van een ongelijke behandeling sprake is. Vaak valt de interpretatie van het begrip ook ten nadele van de sociaal zwakkeren uit, wat in geen geval de bedoeling is of mag zijn. Het begrip 'klaarblijkelijke onwil' wordt dus terecht uit de decreetgeving geschrapt.
Dit brengt een aantal wijzigingen voor de LAC's met zich mee. De heer Decaluwe heeft het daarover ook al gehad. Iedereen heeft recht op een ononderbroken aansluiting op de elektriciteitstoevoer. Enkel in uitzonderlijke gevallen mag de toevoer worden afgesloten. Dat wil echter niet zeggen dat de levering van elektriciteit gratis is, ook niet de minimale levering van elektriciteit. Afsluiten kan nog in een viertal gevallen. Op geen enkel moment is nog een beslissing van de LAC's nodig: dankzij een amendement van de meerderheid kunnen zij enkel nog adviezen uitbrengen. Het is uiteraard een goed amendement.
Toch blijven de LAC's een belangrijke rol vervullen, al was het maar omdat men via hun adviezen toch enigszins morele druk kan uitoefenen. Op die rol moeten ze ook voorbereid zijn omdat het aantal gevallen, toch in grote steden, fel kan oplopen. De VREG stelt dan ook terecht dat de LAC's voldoende ondersteuning moeten krijgen. Het begrip 'klaarblijkelijke onwil' had misschien ook een klein positief kantje in die zin dat daardoor fraude - die er hoe dan ook in sommige gevallen is - kon worden aangepakt. Met dit begrip werden immers gebruikers geviseerd die wel kunnen maar niet willen betalen. Hoe dan ook mogen deze gebruikers van slechte wil ook in de nieuwe regeling niet vrijuit gaan. Daar blijven de LAC's nog een rol spelen.
Ten slotte zou ik willen opmerken dat met dit decreet een belangrijke stap in de goede richting wordt gezet maar dat het werk niet af is. De aanpak blijft in zekere zin nog wat fragmentarisch. We hebben echter nood aan een meer omvattende benadering van de energie-armoede zodat de aanpak van het probleem coherent blijft.
De heer Decaluwe heeft u ook opgeroepen om uw collega's in de regering een tandje bij te doen steken. Hij legt de nadruk op minister Keulen, ik leg meer de nadruk op minister Vervotte. In het verslag van de commissie stelt u tot tweemaal toe dat het ter zake minister Vervotte is die bevoegd is voor een aantal van die zaken. Vandaar dat ik dan ook met enig plezier uitkijk naar wat de minister of haar opvolger daar gaat mee doen. Maar onze fractie zal uiteraard dit decreet goedkeuren. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant en de N-VA)
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik sluit me graag aan bij de leden van de meerderheid. Maar u heeft zich naar aanleiding van dit decreet geëngageerd om zo snel mogelijk een omvattend en coherent koepeldecreet over energie in te dienen bij het parlement. Alle wijzigingen om te komen tot een transparant energiedecreet zullen daarin worden opgenomen. Ik denk dat iedereen daarbij gebaat is. Wanneer zult u dat engagement in realiteit omzetten?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, vooreerst wil ik de verslaggever feliciteren voor zijn beknoptheid en volledigheid. Ik wil ook uitdrukkelijk de commissie ad hoc Energiearmoede danken. Daar is schitterend werk geleverd. De verenigingen waar armen het woord nemen, hebben, samen met vele anderen buiten dit parlement, een belangrijke inbreng gehad. Ik denk dat dit een voorbeeld is van hoe een problematiek die in dit parlement op tafel gelegd wordt, kan worden aangepakt in een commissie ad hoc: met heel wat inbreng van buitenaf. Het is dan aan de bevoegde minister of ministers om de motie van aanbeveling zo goed mogelijk in een ontwerp van decreet te gieten. Dat hebben we ook gedaan. We zijn daar in de commissie uitgebreid op ingegaan. De heer Huybrechts heeft terecht gevraagd naar de opmerkingen en de wijzigingen van de verschillende adviesorganen.
De basisuitgangspunten zijn dat elektriciteit, gas en water basisrechten zijn.
Als Vlaanderen tot de meest welvarende regio's van de wereld behoort, moeten we er alles voor doen om - als gezinnen en gebroken gezinnen omwille van financiële redenen niet tot betaling kunnen overgaan van de basisvoorzieningen gas, elektriciteit en water - een zo goed mogelijk wetgevend kader te creëren om ook deze basisrechten, ook in moeilijke omstandigheden, te garanderen. Ik denk dat we met dit ontwerp van decreet een belangrijke stap vooruit zetten. Het is natuurlijk zo dat de uitvoeringsbesluiten een aantal zaken verder moeten concretiseren.
Mevrouw Van der Borght, u hebt de problematiek van de LAC's en de huisvesting aangehaald. Ik denk dat, in het kader van de motie van aanbeveling, ook andere ministers daar verder werk van zullen maken. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook zal gebeuren.
De communicatie moet op een goede en bevattelijke manier gebeuren. Ik zal, zoals ik in de commissie heb gezegd, samen met de vereniging waar armen het woord voeren, bekijken met welk woordgebruik en hoe we die communicatie maximaal kunnen organiseren, zodat de informatie ook toekomt waar ze moet toekomen, bij de armen en de mensen die problemen hebben.
Mevrouw Vogels, mijnheer Decaluwe, als er nieuwe elementen in stelling gebracht zouden worden om te omzeilen wat we - ik hoop unaniem - gaan goedkeuren, zal dat door mij en vanuit dit parlement met de grootste waakzaamheid worden gevolgd, om deze gaten ook te vullen.
Mevrouw Van der Borght, ik kan alleen maar het belang van de LAC's onderstrepen. Ik denk dat we de problematiek van de klaarblijkelijke onwil nu hebben opgelost. Ik ben me er goed van bewust dat we met deze LAC's voort moeten gaan.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik ga ervan uit dat we dit ontwerp van decreet unaniem kunnen goedkeuren. De uitvoeringsbesluiten zullen, wat mij betreft, zo snel mogelijk worden uitgevaardigd, en mijn collega's zullen de motie van aanbeveling verder uitvoeren.
Mijnheer Peumans, we zijn volop bezig met het koepeldecreet, en het zal nog dit jaar in het parlement worden ingediend. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2006-07, nr. 1124/3).
De artikelen 1 tot en met 26 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.