Report plenary meeting
Report
Dames en heren, de Vlaamse Regering wenst bij het begin van de vergadering een verklaring af te leggen.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, de Vlaamse Regering heeft, net als de volksvertegenwoordigers, met verbijstering en teleurstelling kennis genomen van het nieuws dat er bij Volkswagen in Vorst niet minder dan 4000 arbeidsplaatsen worden geschrapt.
Uiteraard is dit in de eerste plaats een bijzonder zware klap voor elk van de 4000 gezinnen die door deze beslissing worden getroffen. Het betekent immers het verlies, niet alleen van een job en een inkomen, maar ook van een toekomstperspectief, de inrichting van hun eigen leven en de toekomst die ze voor zichzelf hadden uitgetekend. We moeten dan ook bijzonder veel aandacht hebben voor de menselijke aspecten en het verdriet dat met het verlies van deze arbeidsplaatsen gepaard gaat.
Dames en heren, de getroffen werknemers van Volkswagen zijn verdeeld over de drie gewesten van dit land. Meer bepaald woont naar raming 53 percent van de getroffen werknemers in Vlaanderen, 38 percent in Wallonië en 9 percent in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Heel België is dus geraakt door deze sociaaleconomische en menselijke rampspoed, maar uit deze cijfers blijkt ook dat vooral Vlaanderen bijzonder zwaar wordt getroffen door deze herstructurering.
We moeten trouwens verder kijken dan Volkswagen zelf. De beslissing van de Volkswagendirectie heeft immers ook rechtstreekse gevolgen voor de toeleveringsbedrijven en de honderden, duizenden werknemers die daarin tewerkgesteld zijn. Op dit moment worden inventarissen opgemaakt om te weten te komen over hoeveel mensen en bedrijven het precies gaat. In elk geval wacht duizenden binnenkort hetzelfde lot als hun collega's van de fabriek in Vorst zelf.
In de ogen van de Vlaamse Regering is de absolute prioriteit dat nu heel snel met alle partijen een constructief sociaal overleg wordt gevoerd in het bedrijf zelf, op een verantwoordelijke manier. Daarbij moet het liefst zo snel mogelijk duidelijkheid worden gegeven over de gevolgen van de beslissing, zowel voor de toekomst van het bedrijf - het liefst met het behoud van zo veel mogelijk banen - als voor de haalbaarheid van eventuele doorgroeiscenario's, zoals we die recentelijk hebben gekend bij Ford Genk.
De Vlaamse Regering wil zich volledig inschakelen in een gemeenschappelijke strategie, samen met de federale regering en de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, gericht op contacten die kunnen helpen om tot snelle resultaten te komen in het sociaal overleg.
Met het oog op een gecoördineerde aanpak van de opvang van werknemers werd, mee op voorstel van minister Vandenbroucke, reeds beslist om morgenochtend een crisiscel bijeen te roepen. Daarbij situeert, gelet op de ligging van het bedrijf, de coördinerende rol zich formeel bij de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De cel wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de Brusselse, de Vlaamse en de federale regeringen, de diensten voor arbeidsbemiddeling en de mensen die in dit land bevoegd zijn voor de werkgelegenheid.
De cel heeft onder meer als taak om ter beschikking te staan van de directie en de vakbondsafvaardiging en om op een gecoördineerde manier te antwoorden op alle mogelijke vragen die zullen rijzen in het licht van dit dossier. Daarnaast zal de cel - en ook dat is heel belangrijk - zorgen voor een goede afstemming op elkaar van de bemiddelings- en de opleidingsdiensten van de drie betrokken gewesten. Het is onze bekommernis om in het licht van de werking van de cel, indien mogelijk, ook de problematiek van de toeleveringsbedrijven in ogenschouw te nemen.
In functie van de uitkomst van het sociaal overleg kan ook worden beslist over de werking van bijvoorbeeld een tewerkstellingscel. Deze methode heeft haar deugdelijkheid bewezen in voorgaande dossiers. Minister Vandenbroucke zal hier straks dieper op ingaan.
In Brussel en in Wallonië gelden andere maatregelen, maar de verschillende gewesten zijn nu bezig met het op elkaar afstemmen van al die maatregelen. Naast de oprichting van de crisiscel en de gebeurlijke oprichting van de tewerkstellingscel gericht op de persoonlijke situatie van de werknemers, moet de Vlaamse Regering doorgaan, onder meer in samenwerking met de andere overheden, met de verdere uitbouw van een goed beleid om de assemblageactiviteiten voor de brede automobielsector in Vlaanderen, in ons land, verder goed te laten gedijen. Minister Moerman zal u daarover straks meer tekst en uitleg geven.
Dames en heren, dit dossier is voor de Vlaamse Regering, voor de sociale partners en wellicht voor elk van de sociaaleconomische actoren van dit land bijzonder belangrijk. Dit bijzonder belangrijke dossier komt er ook op een cruciaal moment. Het is belangrijk op het vlak van het economisch beleid. We moeten meer dan ooit voluit inzetten op talentontwikkeling, op innovatie en op het sterk houden van onze logistieke troeven. We moeten ook op het vlak van het recent uitgetekende herstructureringsbeleid verder doorgaan met een versterking van het beleid om zoveel mogelijk mensen terug aan het werk te helpen enerzijds en om anderzijds de werkloosheidssituatie van individuele werknemers zo kort mogelijk te houden. We moeten ook de samenwerking tussen de verschillende gewesten in dit land, Brussel, Vlaanderen en Wallonië, verder versterken.
Het is belangrijk om, zelfs in ogenblikken van economische rampspoed zoals vandaag, overtuigd te blijven van de veerkracht van de Vlaamse economie. We moeten blijven geloven in onze troeven, in de inherente sterkte van het Vlaams sociaaleconomische weefsel, zodat de wonde die vandaag in Vorst wordt toegebracht op afzienbare termijn kan worden geheeld. Ik verheug me - bij wijze van spreken - trouwens op de berichten die ons bereiken van andere bedrijven die spontaan hebben laten weten dat ze vacatures hebben waar werknemers die nu door het noodlot worden getroffen bij Volkswagen, eventueel op kunnen ingaan.
Dames en heren, dit dossier bevat ook een belangrijke internationale dimensie. Er werd verwezen naar het gebrek aan internationale solidariteit. Ik wil onderstrepen dat ook in Duitsland duizenden werknemers hun arbeidsplaats verliezen. Waar we pleiten voor een internationale aanpak van het dossier, iets wat we tot nog toe onvoldoende terugvinden, moeten we ook de verantwoordelijkheid dragen om ons solidair te voelen met de werknemers in Duitsland die ook hun job zullen verliezen.
In elk geval moet de internationaal Europese dimensie in dergelijke dossiers worden versterkt. Vandaar dat we voluit, en meer dan we vandaag doen, gebruik moeten maken van de instrumenten die reeds door Europa ter beschikking worden gesteld. Ik denk onder meer aan het Globalisatiefonds, dat als doel heeft om de gevolgen van herstructureringen in grote bedrijven mee op te vangen. We zullen in er bij het Europees Parlement op aandringen dat de richtsnoeren ter zake snel worden goedgekeurd. We moeten ook het Europees overleg maximaal aanmoedigen, ook bij de vakbonden. De Vlaamse Regering moet nog meer dan in het verleden op een actieve wijze investeren, ook vooruitlopend op mogelijke nefaste ontwikkelingen, in contacten met hoofdkwartieren van multinationale bedrijven met vestigingen in Vlaanderen. Daarnaast moeten we nog meer openstaan voor de knelpunten waarmee 'headquarters' te maken krijgen in Vlaanderen bij investeringsbeslissingen en belangrijke economische beslissingen.
We moeten ook de Vlaamse CEO's van die bedrijven blijven ondersteunen. Ze moeten kwaliteitsvolle dossiers blijven voorleggen in de internationale context waarin ze werken. Zo laten we hun beter toe om hier te blijven en verder te groeien.
De voorzitter zal meteen het woord geven aan de ministers Moerman en Vandenbroucke om in te gaan op het tewerkstellingsluik en op het algemeen sociaaleconomisch aspect. Namens de Vlaamse regering wil ik onze teleurstelling en verbijstering, maar ook ons medeleven uitdrukken met de duizenden werknemers en hun gezinnen, die vandaag en morgen worden getroffen door deze economische rampspoed. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik weet dat de regering te allen tijde het recht heeft om het woord te vragen. Dat is nu ook gebeurd. Ik veronderstel dat de regering uit één mond spreekt en dat het niet nodig is dat er drie ministers het standpunt van de regering komen uiteenzetten.
Mevrouw de voorzitter, u bent bezig met de herwaardering van dit huis. Dat is heel belangrijk, en we steunen u daarin. Dit is echter een parlementair debat waarin het parlement in hoofdzaak aan bod moet komen. Ik stel voor dat eerst de volksvertegenwoordigers het woord voeren en reageren op het woord van de regering, uitgesproken door minister-president Leterme. Daarna kunnen de ministers reageren. (Applaus bij het Vlaams Belang en Groen!)
Mevrouw de voorzitter, ik heb u deze morgen telefonisch een aanbod overgemaakt om het parlement volledig te informeren om daarna een goed onderbouwd debat te voeren. Ministers Moerman en Vandenbroucke zijn bevoegd voor heel belangrijke aspecten in dit dossier.
Ik neem akte van de gebeurlijke beslissing van het Vlaams Parlement om dit niet bij de aanvang van het debat, maar met uw permissie, straks bij de replieken te doen, zodat ze de kans krijgen om in te spelen op argumenten over het tewerkstellings- en het economisch beleid.
Dat hoeft geen enkel probleem te zijn. In het actualiteitsdebat dat nu volgt en waarin de verschillende fracties het woord nemen, kunnen ook de ministers tussenkomen, net zoals de andere volksvertegenwoordigers, als ze dat nodig achten.