Report plenary meeting
Report
Voorstel tot aanvulling van de agenda en intrekking
De heer Daems heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de mensen die het asbestdossier kennen, beseffen al lang dat het probleem heel wat groter zou kunnen zijn dan we nu weten. Bovendien werd en wordt vanuit verschillende hoeken geprobeerd dit dossier onder de mat te schuiven. Vorige maand heeft het weekblad Knack alle feiten in een vrij grondig dossier nog eens systematisch op een rijtje gezet. Het is treffend dat hierbij het verband met een aantal buitenlandse bedrijven is gelegd. Hierop heeft mijn fractie besloten in de pen te kruipen en een parlementaire onderzoekscommissie te vragen. Dit is een weinig gebruikelijk en weinig courant instrument, maar dit dossier is te ernstig om met de komst van het zomerreces te laten voorbijwaaien.
Iedereen heeft in dit verband boter op het hoofd, de producenten en de deels stilzittende overheid. Ik heb het hier in de eerste plaats over de federale overheid. Aangezien deze bevoegdheid ten gevolge van de staatshervorming naar Vlaanderen is overgeheveld, heb ik het hier evenwel ook over de Vlaamse overheid.
Dat asbest een probleem vormt, is al vanaf het begin van de jaren '50 duidelijk. In 1953 is asbestose in België als beroepsziekte erkend. In 1955 is voor het eerst epidemiologisch bewijs van het verband tussen blootstelling aan asbest en bronchus- en longkanker geleverd. In 1960 was er al afdoend epidemiologisch bewijs van het verband tussen blootstelling aan asbest en pleuramesothelioom. In 1982 is mesothelioom in België als beroepsziekte erkend. In 1983 is de Europese richtlijn betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest goedgekeurd. In 1986 is die richtlijn in de Belgische wetgeving omgezet. Het heeft echter tot 1998 geduurd voor de productie en de toepassing van asbest voor bijna alle toepassingen in België werd verboden. Dat een definitief verbod, mede onder druk van de asbestlobby, zo lang is uitgebleven, is in onze ogen schandelijk. Asbest heeft al veel mensen het leven gekost en zal, spijtig genoeg, nog heel wat mensen het leven kosten. Om die reden vragen we het Vlaams Parlement een onderzoekscommissie op te richten.
We hebben vandaag in Knack de reacties van de meerderheid kunnen lezen. De meerderheid is ons voorstel niet ongenegen. De heer Lachaert heeft verklaard dat een onderzoekscommissie een meerwaarde zou kunnen hebben. Het zou politieke druk op de ketel zetten. Op die manier zou sneller en meer geld kunnen worden vrijgemaakt. De heer Martens heeft in dezelfde zin gereageerd. Hij heeft het verband met de milieuaansprakelijkheid gelegd. Mevrouw Schauvliege steunt het principe. Ze heeft terecht gesteld dat dit deels een federale aangelegenheid is. Het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling draagt op dit vlak een bijzonder zware verantwoordelijkheid. Dit argument mag evenwel niet tot een stilzittende Vlaamse overheid leiden. Als Vlaanderen een sterk signaal geeft, zal de federale overheid niet anders kunnen dan volgen.
Op basis van het decreet van 1 maart 2002 betreffende het parlementair onderzoek en van artikel 84 van het Reglement stelt mijn fractie voor om een onderzoekscommissie op te richten. Deze onderzoekscommissie zou moeten worden belast met het onderzoek naar mogelijke nalatigheden begaan door asbestproducerende of -verwerkende bedrijven op Vlaams grondgebied en door lokale en regionale overheden, met het formuleren van aanbevelingen met betrekking tot het huidige beleid inzake de beheersing van de door asbest veroorzaakte risico's en met het formuleren van een voorstel met betrekking tot de wijze waarop het Vlaamse Gewest, indien zijn verantwoordelijkheid zou komen vast te staan, een bijdrage tot een billijke regeling tot schadeloosstelling van deze milieuslachtoffers kan leveren. We hopen dat het Vlaams Parlement ons voorstel zal steunen. (Applaus bij Groen!)
De heer Lachaert heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, we hebben deze voormiddag in de commissie een vrij volwassen discussie over dit onderwerp gevoerd. We zijn niet zo happig op de politisering van dit dossier. Ik zou het verhaal ook kunnen politiseren. Tijdens de vorige legislatuur was de partij van de heer Daems immers verantwoordelijk voor het leefmilieu.
Het asbestprobleem dateert al van de jaren zestig.
Ik spreek namens de volledige commissie voor Leefmilieu. We stellen voor om geen onderzoekscommissie te houden, maar wel om een ernstige hoorzitting te houden. De bedoeling van die hoorzitting zal zijn het probleem te situeren binnen de regelgeving. We zullen nagaan op welk ogenblik welke regelgeving van toepassing was, welke wetenschappelijke basis er was op welk ogenblik en wat er in de samenleving bekend was op bepaalde ogenblikken. Op die manier krijgen we een duidelijk beeld. We hebben nu het beeld uit de Knack-reportage, maar we moeten dat toch evalueren.
Welke meerwaarde kan een hoorzitting bieden? Ze kan een incentive zijn voor de uitvoerende macht om de asbestsites te saneren en te zorgen voor het samenstellen van dossiers voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Dat laatste is namelijk niet zo gemakkelijk voor individuen.
Er is contact opgenomen met de voorzitter van de federale commissie voor Leefmilieu om voor het arbeidsrechtelijk aspect, waarvoor we niet bevoegd zijn, dezelfde oefening te maken. Ik doe dus dit tegenvoorstel van een hoorzitting. We kunnen daarna beslissen wat er verder moet gebeuren.
De heer Daems heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik betreur dat de meerderheid ondanks positieve signalen afstapt van de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie. Zo'n commissie heeft immers heel wat extra mogelijkheden en bevoegdheden. De heer Lachaert heeft zelf gesproken over het organiseren van een onderzoekscommissie op Vlaams niveau. Leefmilieu is immers grotendeels een Vlaamse bevoegdheid.
We geven die hoorzitting het voordeel van de twijfel op voorwaarde dat ze hetzelfde doel heeft als de onderzoekscommissie, namelijk de vraag stellen naar de verantwoordelijken, beleidsaanbevelingen doen en de zoektocht naar een vergoeding voor milieuslachtoffers. We zullen na de hoorzitting een evaluatie maken en beslissen of we onze vraag om een onderzoekscommissie zullen herhalen.
Trekt u uw motie vandaag terug en dient u ze na de hoorzitting eventueel opnieuw in?
Ja.
Het incident is gesloten.