Report plenary meeting
Report
Bespreking
De heer Verstreken, verslaggever, heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, vanuit de Waalse regering kwam de afgelopen week een positief signaal voor de jeugdbewegingen. De bevoegde minister beloofde ervoor te zorgen dat er meer en betaalbare kampplaatsen komen. Ook in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement werd dit besproken. Onder meer op 23 februari werd het voorstel van resolutie betreffende de kampplaatsen in de commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media toegelicht door de indieners, mevrouw Rombouts, Schauvliege, Poleyn, de heren Van Dijck, Schueremans en Vandenbroucke. Dat gebeurde na advies te hebben gevraagd in heel wat commissies, onder andere de commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme, en aan de commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed. Nadat de adviezen door de bedoelde commissies waren verstrekt, werd het voorstel op 27 april 2006 besproken in de commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
Volgens mevrouw Rombouts neemt het aantal echte kampplaatsen systematisch af en slinkt ook de diversiteit. Dit heeft verschillende oorzaken. De vraag die aan de Vlaamse regering wordt gesteld, bestaat uit meerdere onderdelen. Volgens Ruimtelijke Ordening moet er rekening worden gehouden met de vragen en noden van de jeugdsector bij het opstellen van de structuurplannen en het uittekenen van de verblijfsrecreatieve zones. Bovendien moet de minister de gemeenten erop wijzen dat voor de bestaande, vergunde, zonevreemde kampplaatsen zo snel mogelijk een oplossing moet worden gevonden. Dit kan door regularisatie via een sectoraal BPA.
Er wordt ook gevraagd om een inventaris te maken van alle regelgeving die over kampplaatsen bestaat, na te gaan welke impact die heeft en dat te centraliseren en te vereenvoudigen in functie van de kamporganisator en van de potentiële kampeigenaar. Er worden specifieke acties gevraagd, met daaraan gekoppeld budgettaire middelen, om het aantal en de diversiteit van de kampplaatsen te verzekeren. Er wordt eveneens op aangedrongen om een rondetafelconferentie te organiseren met alle betrokken sectoren.
Volgens de heer Vandenbroucke is de kern van het voorstel van resolutie om op korte termijn een oplossing te vinden voor de opgesomde problemen. Op lange termijn is het nog belangrijker om een totaalvisie over de kampplaatsen te ontwikkelen om tot een totale en stabiele oplossing te komen. Het organiseren van een rondetafelconferentie met alle bevoegde instanties is in dit kader heel belangrijk.
Volgens de heer Van Dijck is er een probleem van overreglementering. Er is dringend nood aan een overzicht van de nog bestaande kamplaatsen. Daarbij moet ook in kaart worden gebracht met welke moeilijkheden die worstelen. Op lokaal vlak is sensibilisering noodzakelijk, maar dit wordt bemoeilijkt doordat een kampplaats niet door de lokale jeugd, maar door de externe jeugd wordt gebruikt.
De heer Schueremans wees erop dat heel wat eigenaars van kampplaatsen in rechtsonzekerheid verkeren omdat hun kampeerplaatsen in zonevreemd gebied liggen en zo dreigen hun erkenning en subsidies mis te lopen.
Het aspect ruimtelijke ordening mag volgens de heer Shueremans niet worden onderschat. Mevrouw Schauvliege sluit zich ook aan bij de uiteenzetting van mevrouw Rombouts. Tijdens de algemene bespreking verwees mevrouw Rombouts naar de adviezen van de verschillende commissies. Hier en daar werden nuances aangebracht, maar de teneur van de adviezen was positief.
Ze merkte wel op dat in de Commissie voor Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden en Toerisme werd gewezen op de mogelijke impact van het nog op te stellen logiesdecreet, en hoe de inhoud van het voorliggende voorstel van resolutie zich zal verhouden tot dit op stapel staande kaderdecreet. Ze sluit niet uit dat de problematiek van de kampplaatsen in dit decreet wordt opgenomen, maar wijst ook op de specificiteit ervan omdat ze niet tot de economische harde sector behoort waarbinnen Toerisme vaak wordt geplaatst. Deze problematiek kan besproken worden op de rondetafel met alle betrokken sectoren.
De heer Vandenbroucke merkte nog op dat diverse sprekers in de adviserende commissies hebben gewezen op de belangrijke verantwoordelijkheden van de lokale overheden om deze kampplaatsen conform de reglementaire bepalingen in te richten.
Het voorstel van resolutie betreffende het voortbestaan van kampplaatsen werd aangenomen met zeven stemmen voor bij twee onthoudingen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, op kamp gaan is belangrijk voor de werking van jeugdverenigingen. Kampplaatsen spelen dan ook een cruciale sociaal-maatschappelijke rol. De meeste collega's zijn hiervan overtuigd, maar toch rijzen er op het terrein een aantal problemen. Ik wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om dit voorstel van resolutie te verduidelijken.
Hoewel het ledenaantal van de jeugdverenigingen jaarlijks stijgt, daalt het aantal en de diversiteit van de kampplaatsen. Er is al meermaals aan de alarmbel getrokken en het is dan ook de hoogste tijd dat er actie wordt ondernomen. Verschillende oorzaken liggen aan de basis van deze vaststelling. Er worden dan ook inspanningen gevraagd van de verschillende betrokken bevoegdheidsdomeinen.
In de eerste plaats is er het probleem van de zonevreemdheid. Ongeveer 45 percent van de kampplaatsen ligt zonevreemd en wordt dus bedreigd in zijn voortbestaan, op het vlak van ruimtelijke ordening en op het vlak van subsidiëring.
De diversiteit van de kampplaatsen is zeer belangrijk. Op kamp gaan is een beetje de wereld verkennen. Als we enkel nog kampplaatsen toelaten midden op het dorpsplein, betekent dit dat de jeugd in zijn ontdekkingen en ervaringen een heel groot deel van de wereld mist. Kampplaatsen in open gebieden, in bossen en de natuur, langs beken enzovoort zijn cruciaal, maar vormen vandaag veelal een probleem inzake zonering. Inzake de ruimtelijke ordening vragen we de Vlaamse Regering om de gemeenten te wijzen op het belang van kampplaatsen en de mogelijkheid van regularisering. We vragen ook aandacht voor kampplaatsen in alle toekomstige ruimtelijke plannen op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau. Tot slot moeten er maatregelen worden genomen waardoor de jeugdkampen kunnen concurreren ten opzichte van de hardere economische toeristische sectoren.
Ten tweede is er de regelgeving over kampplaatsen die verspreid is over verschillende decreten. Het aantal normen en verplichtingen is gestegen en ook hier is er de gekende papierberg. Om kamporganisatoren en potentiële kampeigenaars te stimuleren in plaats van af te schrikken, wordt gevraagd een overzicht te maken van alle bestaande regelgeving die een impact heeft op jeugdkampen, die te evalueren en mogelijks te vereenvoudigen.
Ten derde moet er voldoende budgettaire ruimte worden vrijgemaakt om de hoeveelheid, de kwaliteit en de diversiteit van de kampplaatsen te versterken.
Tot slot vragen we een rondetafel met alle betrokken sectoren, overheden en administraties, niet om de problemen vast te stellen - er is immers al meermaals aan de alarmbel getrokken - maar om effectief acties op het veld uit te werken. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, het verbaast me dat de heer Verstreken hier het verslag naar voor heeft gebracht. Volgens mijn nota's is mevrouw Crevits verslaggever voor dit voorstel van resolutie.
Mijnheer Verstreken, wij hebben in de commissie ook onze bekommernis geuit over dit onderwerp. Het verwonderde ons wel dat er geen melding werd gemaakt van het knelpunt op het vlak van de landbouw. Veel landbouwers zijn bereid om hun gronden te verhuren. Ze zouden dan echter het risico lopen om Europese subsidies te verliezen.
Ik heb dat probleem ook aangekaart in april 2003, toen mevrouw Dua minister van Landbouw was. Ze zei toen dat braakliggende percelen waarvoor Europa een premie geeft, niet als kampplaats kunnen worden gebruikt. Indien dat wel zou gebeuren, zouden de subsidies niet worden toegekend. Het zijn echter net die terreinen die het meest geschikt zijn als kampeerplaats.
Ik ben blij dat de minister van Landbouw aanwezig is. Misschien kan hij ons zeggen of er een oplossing voorhanden is en of er met Europa kan worden onderhandeld om deze terreinen ter beschikking te stellen. Ik weet echter niet of minister Peeters mijn vraag gehoord heeft.
De heer Loones heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, we steunen de resolutie. Er is echter nog een ander knelpunt, namelijk op het vlak van toerisme. Dat is ook de reden waarom advies werd gevraagd aan de commissie voor Toerisme. De kampplaatsen vallen ook onder toerisme. Een toeristisch verblijf wordt bijvoorbeeld omschreven als het slapen gedurende minstens twee nachten in een bed dat niet het eigen bed is.
De minister van Toerisme werkt aan een algemeen logiesdecreet. De ambitie is ieder bed onder die bepaling te laten vallen. Dit moet principieel ook gelden voor kampeerbedden. Er zijn dus nog een aantal andere regelgevingen dan die voor stedenbouw waarmee rekening moet worden gehouden.
Mevrouw Van den Eynde, ik heb daarnet het verslag gegeven van de commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Het voorstel werd in die commissie goedgekeurd. U had het over de adviezen die in de andere commissies werden besproken.
Minister Anciaux heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik kan me volledig aansluiten bij de inhoud van het voorstel. Ik ben bereid een actieve rol te spelen in de gevraagde rondetafelconferentie. Ik zal alle nodige contacten leggen om oplossingen te zoeken. De zaak is voor een groot deel opgenomen in het jeugdbeleidsplan. Het is een belangrijk onderwerp. Degenen die me kennen, weten hoeveel belang ik hecht aan het kamperen en aan de jeugdbewegingen.
Wat de tenten en dergelijke betreft, zullen we een nooit geziene inhaaloperatie realiseren. Wat zijn we echter met al die tenten als er geen terreinen meer zijn. Samen met minister-president Leterme zal ik het probleem van de Europese regelgeving wel kunnen oplossen. Ik kan u wel verzekeren dat het tijd is om de inhoud van de resolutie te realiseren. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.