Report plenary meeting
Report
Mevrouw Ceysens heeft het woord
Mijnheer de voorzitter, geachte leden van de regering, collega's, gisteren heeft VOKA een rapport gepresenteerd met een scorebord van de sociaal-economische toestand van Vlaanderen. Dat bevat een lijst van een aantal pijnpunten waar nog verder aan gewerkt moet worden. Een algemene opmerking is dat de dingen traag gaan. Wie af en toe een beleidsdaad moet stellen, weet dat het in ons land niet altijd gemakkelijk is om dingen snel te doen. Sommige dingen staan ongetwijfeld in de steigers, hebben een traject te doorlopen of moeten vooruit worden geholpen.
Een belangrijke en terechte opmerking van VOKA is dat er nog veel weerstand is tegen ondernemen in de zorg. Ik was deels aangenaam verrast dat het thema het al zo ver heeft gebracht dat het een van de tien sporen is voor het economische beleid in Vlaanderen. Ik vind het heel belangrijk dat we innovatie en ondernemerschap krijgen in de zorg. We weten heel goed dat we ook een aantal dingen in Vlaanderen niet meer zullen hebben. In de toekomst is het van kapitaal belang om precies in de zorg marktwerking en ondernemerschap te krijgen.
We moeten de waarborgregeling volgende woensdag in de plenaire zitting nog goedkeuren, maar ik neem aan dat dat geen probleem zal zijn. Ik ben blij dat VOKA ze al meetelt alsook de dienstencheques in de kinderopvang. Anderzijds heeft het tot stand komen van de waarborgregeling heel lang geduurd. Ik weet hoe hard we daaraan hebben moeten werken en hoe blij we met uw persoonlijke steun waren, anders was die er niet gekomen.
De VLD-fractie heeft ook nieuwe voorstellen om de marktwerking in de zorg mogelijk te maken. Opnieuw stuiten we op weerstand in de meerderheid. Als die blijft bestaan, zal het bijzonder moeilijk worden om uitvoering te geven aan de marktwerking in de zorg.
We stellen voor om dit open te stellen wat dagverblijven en kortverblijven voor ouderen betreft. Op dat vlak bestaat een grote nood. Daar botsen we op heel wat weerstand, die zich moeilijk laat overwinnen. Daarom is het belangrijk dit hier aan te kaarten.
VOKA heeft dit aangekaart. Het staat in ons regeerakkoord. Het is ons aanvoelen dat dit, in tegenstelling tot de andere opgesomde punten, niet zozeer iets te maken heeft met planningsprocessen of vertragingen, maar wel met weerstand. Daarom hoop ik op uw steun te kunnen rekenen, en uw toezegging dat we die weerstand wel zullen wegnemen. Ik hoop dat we nu voor een ruimer plan met betrekking tot de marktwerking in de zorgsector kunnen zorgen, zoals overeengekomen in het regeerakkoord.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Ceysens, gisteren heb ik via de media kennis genomen van de beoordeling die de voorzitter van de SERV voor VOKA heeft gemaakt met betrekking tot het bredere economische beleid van deze regering. Als we bedenken dat 35 percent van onze regeerperiode is verstreken, zitten we met een realisatiepercentage van 39 percent perfect op schema.
Ik ben wat verbaasd over de knelpunten die de heer Muyters en VOKA vandaag zien bij het uitvoeren van de sociaal-economische prioriteiten van deze organisatie. Er werden drie punten belicht: het fiscaal pact, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de beschikbaarheid van bedrijventerreinen, en de voorbereiding van de staatshervorming.
Ik heb vanaf het begin gezegd dat deze regering de ambitie had geen aankondigingsbeleid te voeren. We voeren een beleid met een correcte communicatie, en we geven informatie als de beslissingen eenmaal zijn genomen. We hebben er nooit een geheim van gemaakt dat in dit dossier, dat valt onder de bevoegdheden van minister Keulen en minister Van Mechelen, pas voor 2008 en 2009, ten belope van respectievelijk 50 miljoen euro en 100 miljoen euro, in de nodige kredieten was voorzien als tegenprestatie voor economisch ondoelmatige lokale belastingen. Dat kan men ook terugvinden in de meerjarenbegroting.
Er zou ontgoocheling zijn over het RSV, een dossier dat behoort tot de bevoegdheden van minister Van Mechelen. Zoals in zowel de beleidsnota als in de beleidsbrief van minister Van Mechelen te lezen staat, hebben we afgesproken dat er de volgende anderhalf tot twee jaar sprake zal zijn van een versnelde uitvoering van de kwantitatieve doelstellingen van het RSV. Dat klinkt natuurlijk wat ironisch, gelet op de traagheid van de procedures. Wat de bedrijventerreinen betreft, zal op initiatief van de Vlaamse Regering tegen eind 2007 daadwerkelijk 4200 hectare ter beschikking worden gesteld. Minister Van Mechelen verzekert me dat we dit doel zullen verwezenlijken. Nadien komt er het planningsproces voor het opstellen van een RSV 2020.
Wat de staatshervorming betreft, weet u net als ik dat de Vlaamse Regering en de meerderheidspartijen in het Vlaams Parlement hier vragende partij voor zijn. In het regeerakkoord worden de belangrijkste elementen van de resoluties van het Vlaams Parlement opgesomd. Wie wil dansen, moet echter met twee zijn. Op een bepaald ogenblik heeft de federale regering op initiatief van premier Verhofstadt aangekondigd een forum te zullen oprichten. Momenteel functioneert dat forum niet. Bij gebrek daaraan is het niet evident om een gesprekspartner te vinden voor die staatshervorming. Mijn inschatting is dat het hier niet zozeer gaat over een probleem van voorbereiding, maar wel over het vinden van een gesprekspartner.
Wat het privé-ondernemerschap in de zorgsector betreft, wil ik om te beginnen opmerken dat de uitgangspunten van VOKA terzake niet noodzakelijk die van de Vlaamse Regering zijn. Het regeerakkoord is voor mij de toetssteen.
Ik citeer uit het regeerakkoord: 'We realiseren maximaal het groeipotentieel dat zich nog bevindt in de Vlaamse diensteneconomie. Daartoe wordt het ondernemerschap en de managementcapaciteit gestimuleerd in de zorg, cultuur, de welzijns- en de onderwijssector.'
Het is evident dat daar ook commerciële initiatieven thuishoren, maar het gaat niet over de introductie van louter commerciële initiatieven, want dat zou een verenging betekenen ten aanzien van de doelstelling uit het regeerakkoord. Er zijn ook organisaties zonder winstoogmerk die privé-initiatieven zijn. Ze leveren trouwens dag na dag schitterend werk in Vlaanderen. De initiatieven in de commerciële sector bezitten dus niet het monopolie van ondernemerschap en management.
Belangrijk is dat we in de zorgsector, in de brede betekenis van het woord, vooral gaan voor kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Ondertussen is er in tal van sectoren sprake van privé-initiatief in de zorg, zowel met als zonder winstoogmerk: in de bijzondere jeugdzorg, de sector voor personen met een handicap, de ouderenzorg en de kinderopvang. Echt commerciële initiatieven zijn er tot op vandaag in de kinderopvang en de ouderzorg.
Marktinitiatieven en social-profitinitiatieven moeten niet als vijanden van elkaar worden beschouwd, want ze hebben een complementaire rol te vervullen. De overheid moet in de zorgsector vooral oog hebben voor de betaalbaarheid, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg. Ik ben er samen met u van overtuigd dat er ruimte moet zijn binnen dat kader voor een inbreng van de markt en zelfs voor meer inbreng van de markt, middels het invullen van de criteria en van een goede afweging van de kosten en baten van de budgettaire inbreng van de overheid en de belastingbetaler. Uiteindelijk moet het wel gaan om een verbetering, een verruiming van het aanbod en niet louter om een ideologisch debat.
Ik heb op dat vlak geen vooroordelen. U verwees trouwens naar een dossier waarin we elkaar hebben gevonden. Ik heb ook voor de toekomst geen vooroordelen, ik wil zorgen voor een verruiming van het aanbod. Indien dat mogelijk is binnen de geschetste randvoorwaarden, wil ik daarvoor ook een beroep doen op de marktwerking. We moeten geen tegenstelling zien zoals VOKA dat doet.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u dat de gelegenheid werd geboden om te repliceren op de drie knelpunten die gisteren door de heer Muyters in de media naar voren werden geschoven. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, u moet het rapport eens bekijken. Het bevat 10 sporen waarin zowel ondernemen in de zorg als nieuwe sociale systemen op een prominente manier worden opgesomd.
Ik voel de weerstand wel. Ik ben heel blij dat u zegt dat moet worden gewerkt aan het wegnemen ervan. Dat er meer marktwerking in de zorg moet komen tijdens deze legislatuur, staat als een paal boven water.
Mijnheer de voorzitter, zonder polemisch te willen doen, merk ik op dat de heer Muyters een goede vakbondsafgevaardigde kan zijn, maar dat de tien sporen van VOKA niet gelijk zijn aan het regeerakkoord. Ik ben de hoeder van het Vlaams regeerakkoord dat gesteund wordt door een brede meerderheid in het parlement. Voor mij is het de bijbel - wellicht heeft de keuze voor deze term te maken met mijn christelijke origine. Ik zal het regeerakkoord uitvoeren. Ik herhaal dat marktwerking in de zorg voor mij geen taboe is, maar het is niet objectief om de tien sporen van VOKA volledig in te vullen. Mijn objectief is, en daarin word ik gesteund door de meerderheid, het uitvoeren van het regeerakkoord. (Applaus)
Het incident is gesloten.