Report plenary meeting
Actuele vraag over de huisvesting van asielzoekers en de strijd tegen de huisjesmelkerij
Report
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister, een uitzending van Panorama vorige zondag heeft ervoor gezorgd dat er opnieuw heel wat te doen is over huisjesmelkerij en het dumpen van asielzoekers in Antwerpen. Vorig jaar dumpten 348 OCMW's ongeveer 3.600 asielzoekers in Antwerpen. Dit jaar zijn we toe aan 493 OCMW's die 6.273 asielzoekers die aan hen zijn toegewezen, dumpen in Antwerpen. Dat leidt tot mistoestanden, tot huisjesmelkerij, tot verloedering, tot problemen en overlast allerhande.
Mijnheer de minister, in november 2004, toen u pas minister was geworden, hebt u, zoals het past, een obligaat bezoek gebracht aan de wijk Antwerpen-Noord. In die wijk wonen wel 60.000 legale en ongeveer 10.000 illegale mensen. Dat is zoveel als het aantal inwoners van de stad Mechelen. Antwerpen-Noord omvat de Seefhoek, Dam, Stuivenberg, de Atheneumwijk enzovoort.
Uw bezoek is niet onopgemerkt voorbij gegaan. Er stonden twee bladzijden in de Gazet van Antwerpen. U zei toen: 'Het is hier vijftien jaar geleden blijkbaar ontspoord. Rechttrekken kan alleen op middellange termijn. Dumpen van asielzoekers door andere OCMW's kan niet. Het spreidingsbeleid moet terug naar de oorspronkelijke bedoeling. Iedere gemeente moet haar bijdrage leveren in de solidariteit.'
U kondigde toen een studie aan. Daarin zou worden nagegaan hoe asielzoekers, vooral uitgeprocedeerde asielzoekers, en illegalen misbruik maken van gemeenschapsvoorzieningen. We zijn nu mei 2006. Van die studie hebben we niet zo ontzettend veel meer gehoord. U zult straks ongetwijfeld toelichting willen geven over hoever het staat met die studie.
Een tijdje later, op 1 februari 2005, staat op de voorpagina van de Gazet van Antwerpen: 'Plan tegen dumpen van asielzoekers in steden'. We lezen daarin: 'Vlaams minister Marino Keulen wil definitief komaf maken met het dumpen van asielzoekers in grote steden. Hij wil de huisvestingskosten nog alleen vergoeden als asielzoekers effectief wonen in de gemeente die hen toegewezen is.'
'Ik zal zo snel mogelijk met mijn federale collega Dupont overleggen. Ik wil dat de subsidie om asielzoekers te huisvesten gekoppeld wordt aan de verplichting ze ook effectief te huisvesten in de gemeente,' zo zegt u onder meer. Bladzijden vol in de kranten, zoals dat hoort!
Daarna kwam uw minister-president naar, uiteraard, de wijk Antwerpen-Noord. Hij legde er ongeveer dezelfde verklaringen af, net zoals zijn federale collega Verhofstadt op 24 april 2002 en op 24 mei 2004.
Op 12 november 2004 kwam dan minister Dewael en ga zo maar verder. Meer ministers dan volk in Antwerpen-Noord of meer ministers dan illegalen, en dat zijn er wel wat daar. Helaas geraken de problemen er niet opgelost, ondanks de grote koppen in de krant en alle plannen en studies.
Mijnheer de minister, er is een uitzending geweest op televisie en dat is weer goed voor drie dagen spierballenrollerij in de kranten door allerlei politici van de traditionele partijen. Wanneer zal er iets gebeuren? Wanneer komt er iets van al die plannen, van al die maatregelen, van al die aangekondigde studies? We stellen vast dat op een jaar tijd het aantal gedumpte asielzoekers in Antwerpen verdubbeld is. U zult straks antwoorden dat dit niet uw bevoegdheid is, maar wel van federaal minister van Grootstedenbeleid, de heer Dupont. U vergeet dan natuurlijk handig te vermelden dat uw partijgenoot, minister van Binnenlandse Zaken Dewael, ook wel wat bevoegdheden terzake heeft.
Mijnheer de minister, u kunt echter wel degelijk iets doen. Zo is er de fameuze omzendbrief-Gabriels, waarvan we al langer vragen dat die ongedaan wordt gemaakt. Die laat toe dat asielzoekers die in procedure zitten, de kans krijgen om hun kandidatuur te stellen voor een sociale woning. In Antwerpen komt nu al 25 percent van de kandidaturen voor een sociale woning van asielzoekers. Als u dat blijft toelaten, dat moeten we niet verwonderd zijn dat kleine wijken of beter gezegd kleine steden zoals Antwerpen-Noord, een aantrekkingspool zijn en blijven voor asielzoekers.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn heel simpel. Wanneer komt er wat van uw aangekondigde studie? Wanneer komt er wat van het plan dat u reeds een jaar geleden op de voorpagina van de Gazet van Antwerpen hebt aangekondigd? Wanneer wordt de omzendbrief-Gabriels afgeschaft, die toelaat dat asielzoekers kandidaat kunnen zijn voor de sociale huisvesting? Mijnheer de minister, ik hoop dat de holle woordenkramerij over het dumpen van asielzoekers eindelijk eens ophoudt. Stop met de spierballenrollerij, stop met de grote verklaringen in de media, maar doe er wat aan! De Antwerpenaar heeft geen enkele baat meer bij al deze woorden. Ze willen daden! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, dames en heren, de mensen zonder papieren staan inderdaad volop in de actualiteit. Enerzijds zijn er de bezettingsacties van kerken, moskeeën en andere openbare plaatsen, waardoor ze de politici verplichten rekening te houden met hun problemen. Anderzijds was er de verschrikkelijke reportage waaruit blijkt dat asielzoekers dikwijls het slachtoffer zijn van huisjesmelkerij.
Ik ga eerst in op het eerste aspect. Al die mensen die nu ergens steun zoeken, verwachten van de politici een antwoord, een oplossing. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van de bisschoppen. Het is natuurlijk niet uw bevoegdheid, maar u bent wel minister van Inburgering. Ik verwacht geen spierballenrollerij, maar wel een warm antwoord, een antwoord van solidariteit en menslievendheid.
Ik wil u dan ook vragen of u geen initiatieven wil nemen ten aanzien van uw federale collega om ervoor te zorgen dat er een oplossing komt voor mensen die hier al jaren in onzekerheid leven, hier wonen en geïntegreerd zijn, wier kinderen hier naar school gaan en wachten op het papier dat hen de toelating geeft om hier te kunnen blijven.
Het andere probleem betreft de huisvesting. Ik was ook zeer gechoqueerd te horen hoe het OCMW van Vilvoorde op een zeer actieve manier mensen effectief in de armen drijft van huisjesmelkers.
Ik geef nog een ander voorbeeld. De gemeente Lubbeek, een van de rijkste gemeenten van Vlaanderen, kreeg 257 asielzoekers toegewezen. Er verblijven permanent ongeveer een twintigtal asielzoekers. Een asielzoeker die in Lubbeek aankomt, krijgt een huurcontract van drie maanden en moet daarna opkrassen. Hij wordt dan gedumpt, al dan niet met de actieve medewerking van het OCMW, in een grootstad als Gent of Antwerpen of op andere plaatsen.
Dat kan niet. U moet daar als minister tegen optreden. De gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Nu de wetgeving wordt gewijzigd, vraag ik u de nodige maatregelen te nemen zodat alle lokale besturen hun verantwoordelijkheid opnemen en zorgen voor kwalitatieve ondersteuning van de mensen die hier asiel komen vragen.
Voorts beschikt u over het instrument van de Wooninspectie. Op uw website staat te lezen dat de Wooninspectie goed bezig is. Als men op het terrein de zaken ziet, is de vraag of de wooninspectie wel degelijk goed werkt en of er wel voldoende middelen en personeel zijn. In dat laatste geval moet er iets gebeuren. Er wordt misschien wel opgetreden, maar blijkbaar niet in voldoende mate, zoniet zouden er niet zoveel huisjesmelkers overblijven.
De meest duurzame oplossing zal er allicht met de Wooncode komen. We moeten naar een systeem van huurtoelage gaan, gekoppeld aan een kwaliteitsvereiste voor verhuurders en een vaste huurprijs zodat ieder misbruik wordt uitgesloten. Ik vraag u dan ook op dat vlak een initiatief te nemen.
Zult u uit menslievendheid en solidariteit een demarche doen tot bij uw federale collega Dewael om ervoor te zorgen dat er duidelijkheid komt over de regularisatie van mensen zonder papieren? Wat gaat u ondernemen op het vlak van huisvesting zodat vermeden wordt dat mensen constant het slachtoffer worden van uitbuiting? Dat is nu immers duidelijk het geval.
Minister Keulen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben in feite heel blij met deze vraag. Het geeft ons de kans de inspanningen die wij leveren in de strijd tegen de huisjesmelkers in de verf te zetten. Wij hebben de Wooninspectie, die de strijd tegen de huisjesmelkers aanbindt, op de rails gezet. Dat was in 2003, tijdens de vorige legislatuur. De minister en de Wooninspectie werken goed samen. De verhoudingen tussen de Wooninspectie en dit parlement zijn ook opperbest. Pol Van Damme en Hilde Van Op den Bosch, die de kar trekken, zijn hier intussen gekende gezichten geworden.
We stellen vast dat we het net aan het aanhalen zijn. Het is nog niet volledig gesloten, maar we maken het speelterrein kleiner. Dat hoort men ook in de reportage. Voor heel wat huisjesmelkers gaat de lol er af en dat is ook de bedoeling. We zullen de strijd dan ook onverminderd voortzetten.
Mevrouw Dua en de heer Dewinter zijn geen van beiden lid van de Commissie voor Huisvesting. De leden van die commissie stellen hierover geen vragen. Zij weten immers wat wij iedere week doen. Vandaag ligt een nieuw wetgevend initiatief klaar, dat heel binnenkort in de commissie zal worden besproken. Het initiatief gaat uit van collega's Gennez, Dewachter, Heeren, De Wever en Guns en is erop gericht de strijd tegen de huisjesmelkers nog doeltreffender te voeren met zwaardere sancties, boetes en herstellingen om de woningen opnieuw bewoonbaar te maken op kosten van de huisjesmelkers. De kosten voor de tijdelijke herhuisvesting in fatsoenlijke omstandigheden zullen opnieuw door de huisjesmelkers moeten gedragen worden. De huisjesmelkers moeten immers worden geraakt waar het hen pijn doet, namelijk in hun portemonnee. Hun geweten is immers voor de rest afgestompt.
Vergeet ook niet wat de federale overheid allemaal doet op doeltreffende manier. Ik denk daarbij aan het verbeurd verklaren van de huuropbrengsten. Dat zorgt ervoor dat huisjesmelkers twee keer nadenken. Er zijn natuurlijk nog altijd huisjesmelkers actief.
We voeren al sinds 2003 strijd tegen de huisjesmelkers. Er is nog altijd veel werk te leveren, maar we zijn er dan ook iedere dag mee bezig. Ook het gerecht doet nu zijn werk en zit vaak samen met mij rond de tafel.
De wooninspectie en de inspectie van de administratie Woonbeleid zitten met het parket geregeld rond de tafel. Dat gebeurt om aan het parket duidelijk te maken dat de strijd tegen de huisjesmelkers voor de politiek een topprioriteit is.
De mensen van de wooninspectie zeggen altijd dat het over een kleine, maar hardnekkige kanker gaat. Vorig jaar werden 35 verhuurders gedagvaard. Er werden ook 23 vonnissen uitgesproken door de correctionele rechtbank.
Op 2 mei 2005 vond in Gent een themazitting plaats over huisjesmelkerij, waarop 14 dossiers samen werden behandeld. Toen moesten 22 beschuldigden zich samen met vier vennootschappen verantwoorden. In het totaal ging het over 59 wooneenheden die werden verhuurd. Het vonnis verklaarde voor 335.000 euro aan huurgelden verbeurd. Bovendien kreeg een van de verhuurders een effectieve celstraf van zes maanden.
Er loopt een en ander door elkaar. Er is het verhaal van de sociale huisvesting en de strijd tegen de huisjesmelkerij, en daarnaast is er het verhaal van het asielbeleid, wat een federale bevoegdheid is.
Ik vind de nieuwe principes rechtvaardig, want we evolueren naar een feitelijke spreiding. Indien er geen feitelijke spreiding is, zullen er sancties volgen. Bovendien zal er alleen een materiële ondersteuning worden aangeboden en wordt de procedure korter, namelijk maximaal een jaar. Dat laatste lijkt me uitermate belangrijk.
Er moet dus voor worden gezorgd dat die asielzoekers een tijdelijke opvang krijgen. Daarvoor kunnen we de socialehuisvestingssector niet inschakelen, want die heeft als taak te zorgen voor de permanente huisvesting van behoeftigen. Bovendien heeft die sector te kampen met een capaciteitsprobleem. Vandaag staan er 54.000 kandidaten op de wachtlijst. We leveren dan ook grote inspanningen. Het investeringsvolume bedraagt 320 miljoen euro op jaarbasis. Dat is vier keer zoveel als in 1999.
De nieuwe procedure zal hooguit een jaar duren. In dat opzicht moet minister Dupont, die verantwoordelijk is voor maatschappelijke integratie en dus ook voor het asielbeleid, op korte termijn met de lokale beleidsverantwoordelijken rond de tafel gaan zitten. Hij zal in de nabije toekomst een ontmoeting hebben met de VVSG om na te gaan hoe de rechtvaardige principes in de praktijk zullen worden toegepast.
Vandaag heb ik op het nieuws gehoord dat het federale kernkabinet beslissingen heeft genomen, maar die moeten nog worden bekrachtigd door de regering, waarna ze ook nog eens moeten worden voorgelegd aan de federale wetgevende kamers. Als de nieuwe principes operationeel worden, zal de omzendbrief-Gabriels opnieuw moeten worden bekeken.
Er wordt de indruk gewekt dat de asielzoekers de plaats innemen van andere mensen in de sociale huisvesting. Dat is niet juist. Het gaat over mensen in de ontvankelijkheidsprocedure. Ze hebben zich kandidaat gesteld en wachten hun termijn af. Ze krijgen geen bijzondere voorrang en er is geen sprake van voorspraak. Het gaat trouwens over een beperkt aantal.
Indien de procedures korter worden, moet de teneur van de omzendbrief worden herbekeken. Dit kan pas gebeuren nadat de federale overheid, die de verantwoordelijkheid voor het asielbeleid draagt, dit voorstel in een wet heeft omgezet.
Het onderzoek naar het gebruik van de gemeenschapsvoorzieningen door asielzoekers wordt momenteel door mevrouw Van San uitgevoerd. De resultaten zullen in de loop van 2007 worden opgeleverd.
Dit onderzoek duurt erg lang. Het verbaast me niets dat de resultaten pas na de gemeenteraadsverkiezingen bekend zullen zijn.
Mijnheer de minister, er is veel politieke moed voor nodig om de omzendbrief-Gabriels in te trekken. Volgens u kandideert slechts een beperkt aantal mensen. Ik vraag me af hoe u dat eigenlijk weet. Ik heb u hierover onlangs een schriftelijke vraag gesteld. U hebt me toen het volgende geantwoord: 'De gevraagde gegevens met betrekking tot het aantal sociale woningen dat in 2005 werd toegewezen aan asielzoekers en geregulariseerde illegalen zijn niet beschikbaar. De gegevens worden niet jaarlijks opgevraagd bij de socialehuisvestingsmaatschappijen, zodat ik ze ook niet in de nabije toekomst aan u kan bezorgen.' Dat is het antwoord dat u me toen hebt gegeven. Nu verklaart u dat het er niet zoveel zijn. Ik vraag u over hoeveel mensen het gaat. Uit de gegevens die ik van de socialehuisvestingsmaatschappijen in Antwerpen heb gekregen, blijkt dat het om 20 tot 25 percent gaat. U kent die cijfers ook. U bent alleen niet bereid om ze publiek te maken.
Mevrouw Dua, u hebt zich smalend over het dumpen van asielzoekers in Antwerpen uitgelaten. U zou uw eigen burgemeesters eens tot de orde moeten roepen. U hebt er niet zoveel. De heer Minnebo, burgemeester van Zwijndrecht, heeft de helft van de 48 hem toegewezen asielzoekers in Antwerpen en in andere gemeenten gedumpt. Voor u hier andere mensen lessen komt geven, moet u ervoor zorgen dat uw eigen burgemeesters doen wat u hier verkondigt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, het kerkasiel is hier ook even ter sprake gekomen. U bent niet verantwoordelijk voor de bediening van de erediensten. U bent wel verantwoordelijk voor een gedeelte van de erediensten, met name de financiering. Dat aspect valt onder uw bevoegdheden. Ik wil er u op wijzen dat de Strafwet op dit vlak bijzonder duidelijk is. Artikel 268 stelt het volgende: 'Met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een geldboete worden bestraft de bedienaren van een eredienst die in de uitoefening van hun bediening door woorden in openbare vergadering gesproken de regering, een wet, een koninklijk besluit of enige andere handeling van het openbaar gezag rechtstreeks aanvallen.' Dat staat zo in de wet. Indien de overheid zou willen ingrijpen, zou ze dat ook daadwerkelijk kunnen. U draagt hierin een gedeelde verantwoordelijkheid. Hiervoor is echter meer dan een paar gespierde uitspraken nodig. Hiervoor is politieke wil nodig.
Ik heb op de voorpagina van de kranten kunnen lezen dat u de heer Laenens, een Antwerps OCMW-raadslid, naar voren schuift om de indruk te wekken dat de VLD het een en het ander wil doen. Als het er echt op aankomt iets te doen, bijvoorbeeld op basis van artikel 268 van de Strafwet, zwijgen de werkelijke verantwoordelijken als vermoord. Minister Dewael en uzelf doen alsof de Strafwet niet bestaat. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, u tracht hier de indruk te wekken dat u goed bezig bent en dat u nog verbeteringen zult aanbrengen. Ik raad u aan om eens een bezoek te brengen aan de mensen die momenteel in diverse kerken verblijven. U zou hun de gelegenheid moeten bieden te vertellen over de leefomstandigheden waarin ze moeten leven, over hun onzekerheid en over de moeilijke situatie waarin ze verzeild zijn.
U bent er op handige wijze in geslaagd mijn vraag niet te beantwoorden. Misschien moet ik ze eens aan de minister-president stellen. Misschien is hij, vanuit de invalshoek van de christelijke waarden, meer vatbaar voor de oproep van de kerkleiders. De bisschoppen hebben verklaard dat de politiek niet langer de ogen kan sluiten voor de realiteit van al die mensen. Het gaat hier om mensen die jaren in ons land verblijven. Ze leven in zeer moeilijke omstandigheden en in de grootste onzekerheid. Ze wachten gewoon tot ze de plek krijgen waar ze recht op hebben. Ze wachten op een verblijfsvergunning om normaal te kunnen functioneren en om een bijdrage aan onze samenleving te kunnen leveren. Dit is wat ze zelf willen.
Ik wil dus nogmaals expliciet mijn vraag herhalen. Is de Vlaamse Regering van plan om op dit vlak initiatieven te nemen ten aanzien van de federale regering om dit schrijnend menselijk probleem eindelijk op te lossen?
Ik denk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Ik denk net dat dit de jongste weken gebeurt op federaal niveau. Minister van Binnenlandse Zaken Dewael is bezig met de verkorting van de procedures in de asielwetgeving en minister Dupont is bezig met de reorganisatie van het hele asielbeleid: feitelijke spreiding en materiële ondersteuning. Deze initiatieven zorgen er net voor dat de praktische organisatie een stuk vergemakkelijkt en dat mensen sneller duidelijkheid krijgen. Ik denk dat dat net het antwoord is dat een overheid moet geven: op korte termijn aan mensen duidelijk maken waar het op staat. Voor de rest is iedereen natuurlijk verantwoordelijk op zijn domein. Het asielbeleid is een verantwoordelijkheid van onze collega's in de federale regering.
Het incident is gesloten.