Report plenary meeting
Actuele vraag over het recente ministerieel besluit dat bij overname van de nutriëntenhalte van een stop te zetten bedrijf de omvorming van de vergunning naar een andere diersoort onmogelijk maakt
Report
De heer Callens heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister, zoals u weet, gaat het niet goed met de kippensector. Er was de vogelgriep, die misschien nog niet ten einde is. Voor die sector betekent dit dat hij al heel wat maanden heel wat verlies lijdt. Bovendien zijn de prijzen met 30 percent gedaald. Alle diepvriezers zitten vol en deze mensen hebben problemen om hun producten kwijt te raken.
Mensen uit die sector overwegen te stoppen. Als ze allemaal stoppen, dan rijst er een probleem: die sector zou volledig kunnen verdwijnen. Nochtans lijkt het me dat diversificatie in de landbouw nog steeds belangrijk is. Wanneer zij stoppen, is men in diverse andere sectoren geneigd om de nutriëntenvergunningen van die bedrijven over te nemen. Zo zou bijvoorbeeld de varkenssector heel wat vergunningen kopen van de pluimveesector, die op heel korte termijn zou kunnen verdwijnen.
Mijnheer de minister, nu hebt u dit een halt toegeroepen. U hebt besloten dat het overhevelen van nutriëntenvergunningen van de ene diersoort naar een andere niet meer mogelijk is. U weet dat landbouw me na aan het hart ligt. Het valt me op dat u het in uw persmededeling terzake hebt over misbruiken. Ik zie niet meteen dat er daar grote misbruiken zouden zijn. Wat bedoelt u met die misbruiken?
De pluimveesector heeft niet alleen problemen door de vogelgriep. Er is ook het probleem van een nieuwe, meer diervriendelijke reglementering die is opgelegd en die bepaalt dat kippen wat meer ruimte moeten krijgen. Van de beschikbare oppervlakte zou er voortaan slechts 90 percent mogen worden gebruikt. Als iemand een hok heeft met 10.000 kippen, zouden er voortaan nog slechts 9000 kippen in dat hok mogen zitten. Nu, dat lijkt me niet het probleem te zijn. Het probleem rijst doordat er zo een overschot van 10 percent nutriënten ontstaat, ofwel een tekort van 10 percent wat hokken betreft. U kunt zich inbeelden dat het moeilijk is nog een klein hokje bij een groot hok bij te bouwen. Dat lukt niet. Volgens het reglement mag men een deel van de nutriënten niet overhevelen naar iemand anders.
Mijnheer de minister, allicht zullen we een oplossing moeten uitdokteren waardoor die 10 percent eventueel toch kan worden verkocht aan één bepaalde kweker met een rendabel hok. Misschien moeten we daar toch iets voor doen.
De sector heeft het heel moeilijk. Daarom wil ik, vooraleer mijn vraag te stellen, de tv-kijkers vragen vanaf vandaag wat meer kippenvlees te eten. Het is goedkoop, heel lekker en je wordt er 'kipgoed' van. Door dat te doen, kunt u de kippenkwekers een handje helpen.
Mijnheer de minister, wat denkt u te doen aan die problemen?
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer de minister, het spijt me dit te moeten zeggen, maar u hebt me voor de eerste keer zwaar ontgoocheld. Het moest er natuurlijk eens van komen.
Toen deze Vlaamse Regering aantrad met u als minister van Leefmilieu en de minister-president als minister van Landbouw, wekte dat zeer hoge verwachtingen, terecht of ten onrechte - dat laat ik in het midden. Tot op vandaag echter was het alvast ten onrechte, want op het terrein is er van fundamentele veranderingen, laat staan van een fundamentele koerswijziging inzake landbouw en de verhouding tussen leefmilieu en landbouw, nog niet echt iets te merken.
In juli vorig jaar pakte u uit met uw fameuze visienota voor een nieuw mestbeleid in Vlaanderen. Die was vrij rooskleurig en stemde de sector optimistisch. U gaf zelfs schoorvoetend toe dat de mogelijkheid bestond in de nabije toekomst op bedrijfsniveau aan uitbreiding te doen, zij het dan onder bepaalde voorwaarden.
Intussen is er echter een uitspraak van Europa gekomen. In februari organiseerde u een rondetafelconferentie over mestverwerking. Uw afsluitende speech zette reeds een domper op de feestvreugde, althans voor zover daarvan toen nog sprake was in de sector. Van uitbreiden op bedrijfsniveau was plots geen sprake meer. Eerst zou er immers orde op zaken worden gesteld, daarna zou u wel zien. Wat u zou zien, weet ik niet, maar u zult dat wellicht nog uit de doeken doen.
Vorige week kwam er dan een nieuw voorontwerp van ministerieel besluit over de handhaving in het MAP met een aantal nieuwe maatregelen. Zoals de heer Callens al zei, worden met die maatregelen zware beperkingen opgelegd aan een aantal deelsectoren, waaronder pluimvee en varkens.
Godzijdank lees ik nogal wat. In het nummer van Boer en Tuinder van 14 april las ik in een interview met u het volgende: 'Ik ga er voorlopig van uit dat nutriëntenemissierechten over de sectoren heen worden verhandeld. Bij mijn recente bedrijfsbezoeken met Groene Kring is het probleem aangekaart, maar we mogen de wetgeving niet onnodig bemoeilijken of ondoorzichtig maken door sectoren af te schermen.' Veertien dagen na deze uitspraak in het gerenommeerde vaktijdschrift van een gerenommeerde landbouworganisatie, die ik overigens de voorbije dagen nog niet heb horen protesteren en die ik vandaag ook niet op de tribune zie komen om vragen te stellen, zegt u net het tegenovergestelde in een ontwerp van ministerieel besluit waardoor emissierechten niet meer verhandeld mogen worden tussen de sectoren.
Bovendien gaat u de repressieve toer op. Ik heb soms de indruk dat we in een big brother-tijdperk leven - en ik heb het niet over het televisieprogramma. U zult immers een aantal opzoekmethodes ontwikkelen waarmee 'malafide' praktijken bestreden kunnen worden.
Als we dit bekijken in het licht van de maatregel - of de niet-maatregel - van de minister van Landbouw, die een paar weken geleden heeft geweigerd om financiële tegemoetkomingen te geven aan de pluimveesector, dan is het duidelijk dat er iets fout loopt. De pluimveesector zit op dit ogenblik zwaar in de problemen en de minister van Landbouw wil geen steun verlenen maar wacht af. U zegt dat pluimveebedrijven die in de problemen zitten, hun mestrechten niet mogen overdragen aan andere deelsectoren. Daardoor komen beide sectoren in de verdrukking.
Mijnheer de minister, uit uw vorig leven zou u moeten hebben onthouden dat we nog steeds leven in een maatschappij die pleit voor het vrije ondernemerschap. Hier wordt het vrije ondernemerschap aan banden gelegd omdat men blijkbaar niet meer kan overschakelen, geheel of gedeeltelijk, van de ene sector op de andere.
Wat opvalt en veel belangrijker is, is dat we ons, samen met velen in dit parlement, ook met partijgenoten van u, altijd hebben verzet tegen de warme sanering binnen de veeteeltsector. Bij een warme sanering gaf de Vlaamse overheid een financiële tegemoetkoming aan bedrijven die wilden stoppen. We hebben dat bestreden. Wat nu gebeurt, is echter nog veel erger: dit is geen warme sanering, dit wordt op termijn zelfs een koude sanering. Het is een koude sanering waarbij u door maatregelen te nemen zowel de pluimveesector als de varkenssector als eender welke andere landbouwsector langzaamaan wurgt. U legt immers maatregelen op waardoor men niet langer op een rendabele wijze kan werken en moet stoppen zonder dat er financiële tegemoetkomingen tegenover staan. Dat is voor ons onaanvaardbaar. Het is bovendien precies het tegenoverstelde van wat we hadden verwacht van deze minister van Leefmilieu in combinatie met deze minister van Landbouw.
Mijnheer de minister, ik had daarom graag een antwoord gekregen op een aantal pertinente vragen. Geeft u ons een beetje meer uitleg over het ministerieel besluit van 28 april? Wanneer komt het actieplan er? U doet immers al een voorafname op het nieuwe MAP. U neemt maatregelen maar het algemene actieplan hebben we nog niet gezien. U hebt ons verweten dat het voorstel over een nieuw MAP dat we zouden indienen na Pasen, te lang op zich liet wachten. U stelt uw MAP echter al twee jaar in het vooruitzicht, maar het blijft wachten op Godot. Hoe zit het met het MAP en met de onderhandelingen met Europa?
Wat me het meeste interesseert, is uw antwoord op mijn volgende vraag. Hoe komt het dat u na juli vorig jaar, over februari van dit jaar en over het artikel dat veertien dagen geleden verscheen in 'Boer en Tuinder', nu zulke maatregelen neemt? Wat is de reden daarvoor? Wie heeft u beïnvloed? Of hebt u de Heilige Geest enkele weken voor Sinksen al gezien? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Wymeersch, ik kan u geruststellen: ik heb recentelijk de Heilige Geest niet gezien, maar ik heb wel een aantal maatregelen genomen, die ik naar aanleiding van uw vraag en van de vraag van de heer Callens graag toelicht.
U vroeg waar we nu staan. Ik heb al eens verteld dat we onderhandelen met de Europese Commissie in het licht van het ingediende actieprogramma naar aanleiding van het laatste bezoek van Europese Commissaris Dimas. Hij heeft ons immers gezegd dat we geen wetteksten moesten meebrengen, maar actieprogramma's die de nitraatrichtlijn, bijlage II en III, in actie verwoorden.
We zijn daar bijna mee klaar. We zitten in de laatste rechte lijn. We kregen bijkomende vragen van de Europese Commissie. De antwoorden daarop zijn overgemaakt. Ik ga ervan uit dat we dit binnen enkele weken kunnen afronden. Daarna zullen we alles in een decretale tekst gieten die nog met Europa en zeker ook hier verder wordt besproken. Hopelijk kan dan vrij snel worden beslist, zodat we op 1 januari 2007 een nieuw decreet hebben over de mestproblematiek. We zitten hiermee nog altijd op schema. Er is door heel wat mensen hard aan gewerkt. 2006 mag natuurlijk geen verloren jaar zijn. We moeten er alles aan doen om de waterkwaliteit verder positief te laten evolueren.
Mijnheer Wymeersch, ik heb nieuwe maatregelen genomen. U beweert ten onrechte dat deze in strijd zijn met mijn vroegere uitspraken in interviews en dergelijke meer. Wat de nutriëntenhalte en de drie categorieën runderen, varkens en pluimvee betreft, heb ik twee zaken vastgesteld. Met het oog op een nieuw MAP wordt er gespeculeerd en worden heel hoge prijzen betaald bij bedrijfssluitingen. De nutriëntenhalte wordt overgekocht om aan bijkomende mestproductie te kunnen doen. Ik wil ervoor zorgen dat er in de komende periode - tot aan het nieuwe decreet - geen grote bedragen op tafel worden gelegd om de nutriëntenhalte te verwerven voor eigen profijt.
Inderdaad, mijnheer Callens, er beweegt veel in één richting. De tendens is dat vergunningen voor runderen en pluimvee naar de varkenskwekerijen gaan. Ik heb voor u cijfers opgevraagd. Spijtig genoeg heb ik alleen gegevens voor 2004. Van runderen naar varkens ging het om 59 vergunningen; van pluimvee naar runderen om 3 en van pluimvee naar varkens om 17. Dit toont aan dat er massaal nutriëntenhalten van runderen en pluimvee naar de varkenssector gaan. Daarom wou ik voor een bepaalde periode een standstill realiseren. Er zal gedurende de volgende maanden tot aan het nieuwe MAP geen overstap meer mogelijk zijn. Toen ik gezegd heb dat er geen beschotten zouden komen, ging het inderdaad over nutriëntenemissierechten die we gaan invoeren. Hier gaat het over een duidelijk beperkte maatregel voor een beperkte periode inzake de nutriëntenhalte. We willen die hoge prijzen voorkomen en de verschuiving van de vergunningen richting varkenssector ombuigen. Ik wil die situatie bevriezen.
De motivatie voor de maatregel is dus klaar en duidelijk. Het tijdelijke karakter ervan is duidelijk. Hij zal bij de discussie over het nieuwe MAP aan bod komen.
Mijnheer Callens, er zal ook een evaluatie gebeuren, want ik ben gevoelig voor wat u hebt gezegd. De pluimveesector zit in de problemen, er kan nu geen nutriëntenhalte meer worden overgedragen naar de varkenssector. U stelt terecht de vraag hoe we dit moeten oplossen. Wat kunnen we doen als een beperkt deel van de nutriëntenhalte niet wordt gebruikt? Technisch gezien gaat het over artikel 33. Dat laat niet toe om een gedeelte van de nutriëntenhalte over te dragen als het niet gaat over een volledige stopzetting.
We hebben een maatregel genomen in het kader van een nieuw MAP, die zeker past in een verbetering van de nutriëntenproblematiek en de nitraatrichtlijn. Die maatregel heeft een tijdelijk karakter en werd genomen omdat het gaat over speculatie, zoals op de beurs. Daarover kunnen we voortijdig niets communiceren.
Ik heb me geëngageerd om deze beslissing van de Vlaamse Regering volgende vrijdag in de stuurgroep te bespreken. We zullen er ook over doorpraten met de landbouworganisaties en de milieuverenigingen. Ik ga ervan uit dat de minister van Leefmilieu en Natuur de juiste maatregel heeft genomen en dat we daarover met de sector van gedachten zullen wisselen in het kader van een nieuw MAP. (Applaus bij CD&V)
Ik hoop dat de minister van Landbouw de mogelijkheid zal benutten om de consumptie van kippenvlees te bevorderen, die de Europese Commissie sinds een paar weken biedt.
Mijnheer de minister, uw antwoord bevestigt ons vermoeden van de afgelopen maanden. U zit gevangen door Europese directieven, en daar kunt u niets aan doen. U bent echter ook gevangen door uw eigen meerderheid, en daar kunt u wel iets aan doen. U kunt of wilt of mag niet doen, wat u wel zou kunnen of willen doen als minister van Leefmilieu. De maatregelen die u neemt, zitten niet vervat in een groot pakket en betekenen dat u milieumaatregelen neemt die een nefaste invloed hebben op de economische activiteit van een aantal sectoren. We hebben dat altijd bestreden. Als u milieumaatregelen neemt die de economische rendabiliteit van bedrijven hinderen, dan moeten daar flankerende maatregelen tegenover staan. Anders kunnen we niet in uw verhaal meestappen.
Als u zegt dat u niet in tegenspraak bent met uzelf sinds juni 2005, dan raad ik u aan om uw visieteksten, interviews en spreekbeurten nog eens goed na te lezen. U zult misschien geen bocht van 180 graden, maar toch een bocht van 90 graden ontwaren.
U evolueert jammer genoeg naar groen-links. Dat hadden we van u niet verwacht. Ik hoop dat u dit de komende maanden zult rechtzetten.
Ik denk dat ook groen-links zo'n bocht van mij niet had verwacht. Mijnheer Wymeersch, ik weet heel goed wat ik heb gezegd. Ik ben niet in tegenspraak met mezelf. Deze maatregel is niet volledig afgeschoten door een aantal organisaties. Er is begrip voor deze stap. Ik ben ervan overtuigd dat we, rekening houdend met de dynamiek in deze sector, tot een goed resultaat kunnen komen en een goed MAP zullen goedkeuren.
Het incident is gesloten.