Report plenary meeting
Report
De heer Marginet heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister, op 14 april van vorig jaar hebben we u reeds over dit ontwerp ondervraagd in de Commissie voor Onderwijs. Het was toen actueel, en was dat eigenlijk ook al tijdens de vorige zittingsperiode. Ik heb u toen vragen gesteld naar aanleiding van de gelijkschakeling van de lonen van regenten, onderwijzers en kleuterleiders. Die gelijkschakeling is er niet meteen gekomen. Dat is geleidelijk gebeurd, maar uiteindelijk is ze toch wel volledig doorgevoerd.
U antwoordde me toen het volgende: 'Ik ben me ervan bewust dat deze directiefunctie aantrekkelijker moet worden om ook in de toekomst enthousiaste en deskundige personen te kunnen aantrekken. In de onder mijn voorganger doorgevoerde loonstudie wordt aangetoond dat de directiefuncties niet marktconform worden verloond. Ook de rondetafelconferentie Onderwijs wees hierop. In een recent onderzoek beveelt ook de OESO aan om de lonen van de Vlaamse directeurs te verhogen. De vraag naar een verhoging van de wedde van de directeurs van het basisonderwijs blijft terecht, maar over de omvang van die verhoging en het ogenblik waarop ze zal worden doorgevoerd, kan ik u op dit ogenblik geen uitsluitsel geven.' Ondertussen zijn we 9 maanden verder. Het kind had dus al geboren kunnen zijn.
Ik citeer u verder: 'Ik wil echter ook andere wegen bewandelen dan die van de loonsverhoging om de directiefunctie aantrekkelijker te maken, zoals meer mogelijkheden tot professionele ontwikkeling, meer werkingsmiddelen en een betere infrastructuur aanbieden. Vooral de schoolleiders van het basisonderwijs wil ik een goede omkadering en ondersteuning aanbieden. Ook de OESO heeft er trouwens op gewezen dat de nood aan extra ondersteuning vooral in de basisscholen een prioriteit is.'
Maandag hebt u het bezoek gekregen van een delegatie van directeurs van het basisonderwijs. Die mensen hebben u een petitie bezorgd. De 1.200 ondertekenaars ervan vragen die loonsverhoging.
Mijnheer de minister, hoe kunt u op dit ogenblik nog verantwoorden dat er nog steeds een groot verschil is tussen de lonen van directeurs in het basisonderwijs en die van directeurs van middenscholen, rekening houdend met het feit dat directeurs in middenscholen doorgaans over een veel betere omkadering kunnen beschikken? Gaat u in op die vraag naar loonsverhoging? Dat is niet alleen vandaag actueel, het was dat al in de vorige zittingsperiode.
In 2005 beloofde u, zoals ik al citeerde, dat er andere middelen zouden komen om de directiefunctie aantrekkelijker te maken. Welke stappen hebt u intussen genomen om de directeurs in het basisonderwijs die extra mogelijkheden tot professionele ontwikkeling te bieden, die uitbreiding van de omkadering en die verhoging van de werkingsmiddelen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer Marginet, ik kan hier vrij kort op antwoorden, want u hebt uitvoerig geciteerd uit een antwoord dat ik gaf op een vraag in de commissie. Ik bevestig graag wat ik toen heb gezegd. Dat was en blijft nog steeds mijn standpunt: directies in het basisonderwijs moeten beter beloond worden voor hun dagdagelijkse zorg en inspanning en voor de verantwoordelijkheid die ze dragen.
De vraag is wanneer het ervan komt. Het antwoord daarop is eenvoudig: dit staat op de agenda van CAO-besprekingen die sinds geruime tijd worden voorbereid. Er zijn heel wat informele contacten, maar ik hoop dat de besprekingen binnenkort ook formeel van start gaan, en dat ze goed vooruit gaan.
Om dat overleg tot een goed einde te brengen, geldt maar één advies: spreken is zilver, maar zwijgen is goud. Ik zal dan ook hierover, en over andere onderwerpen met betrekking tot het onderwijs, de komende maanden zeer zwijgzaam zijn. Dat is vervelend voor u, en vooral voor mij, maar ik doe dat om het CAO-overleg te doen slagen.
U vroeg ook wat er intussen in de praktijk gebeurt qua ondersteuning. We zijn nog lang niet aan het einde van het verhaal, en er is nog heel wat te doen, maar ik verwijs naar bijvoorbeeld de verbetering van de stimulus voor scholengemeenschappen in het basisonderwijs. Op het niveau van de scholengemeenschappen wordt daarmee een belangrijke bijkomende mogelijkheid geboden voor het organiseren van ondersteuning.
Dat is maar één element, en we moeten verder nadenken over wat er nog kan gebeuren. Ook of dat op het niveau van de scholengemeenschappen moet gebeuren of op andere niveaus, is nog een punt van discussie. We hebben dus niet stilgezeten, want de verbetering van die stimulus is ingegaan bij het begin van dit schooljaar.
Ik herinner u aan de fouten die gemaakt zijn bij de vorige CAO-onderhandelingen, in de hoop dat u die fouten niet opnieuw zult maken. U hebt toen het nieuw vrijgekomen geld gebruikt om oude beloftes over koopkracht en vakantiegeld te bekostigen, een operatie die u verkocht als een nieuwe CAO. De directies, de leerkrachten en de vakbonden hadden dat doorzien, en waren er niet erg enthousiast over. Bovendien had u op voorhand een bedrag, een termijn en een allocatie genoemd, nog voor de onderhandelingen begonnen. Wat viel er dan nog te onderhandelen? Eigenlijk niets. We hopen dat u uit die fouten leert.
U weigert nu uitspraken te doen over een bedrag, een bestemming of een timing. U zegt zelfs heel gewoon dat u zo veel mogelijk zult zwijgen en zo weinig mogelijk informatie zult geven. We hopen dat u niet hervalt in de oude zonden, namelijk een lege doos als CAO te verkopen.
We vragen u alstublieft rekening te houden met de verzuchtingen van de directies. Er is op dit ogenblik al een grote exodus van leerkrachten aan de gang. Een uittocht van directeurs kunt u missen. U kunt het tij keren door woord te houden en dit keer met financiële middelen over de brug te komen.
Het incident is gesloten.