Report plenary meeting
Report
Mevrouw Hoebeke heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, mevrouw de minister, mijnheer de minister, in de loop van verleden week verschenen een aantal persberichten over rusthuizen in Sint-Amandsberg en Overijse, waar geconstateerd werd, niet na een geregeld onderzoek maar bij toeval, dat bepaalde OCMW-raadsleden via het bestaande rekeningenstelsel in die rustoorden privé-rekeningen van patiënten plunderden.
Het systeem I is ons bekend. Pensioenen en tegemoetkomingen worden gestort op de systeem-I-rekening met de naam van de rusthuisbewoner. In bepaalde OCMW-rusthuizen en in sommige andere rusthuizen worden ze dan doorgestort naar een centrale rekening. Vervolgens gebeurt de afhouding van het bedrag van de factuur voor de voorzieningen en andere kosten die voor de patiënt worden gemaakt, zoals de opleg voor de dokter, de kinesist, de rekening van de kapper, enzovoort. Het restant wordt vervolgens teruggestort naar de systeem-I-rekening. Wanneer er op de systeem-I-rekening een tekort is, doordat het pensioen en de andere tegemoetkomingen niet volstaan, dan wordt aan de persoon zelf of aan de bewindvoerders gevraagd om bij te storten.
Mevrouw de minister, wat ik me afvraag, is hoe het mogelijk is dat bepaalde OCMW's die volmachten geven aan slechts één persoon van de directie en een aantal administratieve bedienden. Die mensen mogen dan doorgelicht zijn bij hun indienstneming, van niemand van ons is gegarandeerd dat hij niet eens over de schreef gaat in de loop van zijn carrière.
Denkt u dat er hiervoor regelgevend werk nodig is, of kunt u vanuit uw bevoegdheid bepaalde dingen toewijzen aan het personeel van de OCMW's, zodat dit niet meer kan gebeuren? Immers, bij veel mensen zal nu een bang vermoeden gewekt zijn. Als het zo gemakkelijk is, en als er zo weinig controle is, hoeveel oudere mensen, en vooral dan mensen zonder kinderen, worden dan niet met zo'n probleem geconfronteerd?
Minister Vervotte heeft het woord.
We moeten heel omzichtig te werk gaan ten aanzien van de problematiek in de rusthuizen. Het gaat er vooral om dat er voldoende interne controlesystemen zijn. We zijn nagegaan of dit systeem in veel voorzieningen voorkomt en waar dus het risico bestaat. Daarbij is gebleken dat zowel de voorzieningen als de mensen zelf proberen dit systeem zo weinig mogelijk toe te passen. Het beheer van middelen door de voorzieningen wordt niet als de meest aangewezen methode ervaren, noch door de mensen, noch door de voorzieningen zelf.
In de praktijk komt het niet veel voor dat het beheer van middelen wordt afgestaan of dat volmachten worden gegeven aan de voorzieningen. Dat betekent zeker en vast niet dat we het risico moeten minimaliseren. Het betreft enkel de risicospreiding.
Er bestaat momenteel een reglementering. Die is zeer strikt en bepaalt dat het enkel kan mits een schriftelijke toestemming en toezicht van een commissie. Bovendien kan het enkel door de dagelijkse verantwoordelijke van de voorziening zelf gebeuren. Als er aanbevelingen zouden zijn om de reglementering te wijzigen, zal ik die zeker ter harte nemen.
De reglementering bestaat en dus moet er geïnspecteerd worden. Wij voeren op regelmatige basis inspecties uit, minimaal om de 3 jaar, en aandachtsvoorzieningen worden jaarlijks geïnspecteerd. Daarbij wordt altijd bekeken of er een procedure terzake is en of er klachten zijn. Dit is een onderdeel van de gewone inspecties. Bij klachtmeldingen gaat de inspectie uiteraard ook ter plaatse om het beheer van middelen te onderzoeken, om uit te zoeken aan wie dat beheer werd toevertrouwd en welke procedures worden gevolgd.
We hebben ook informatie opgevraagd bij de klachtentelefoon. Ook daaruit blijkt dat er geen noemenswaardige of niet veel klachten zijn met betrekking tot het beheer van middelen of de volmachten.
Toch vraag ik me af of onze inspectie over voldoende instrumenten beschikt om dergelijke zaken te inspecteren en controleren. Bankzaken en dergelijke vormen toch wel een heel moeilijke materie. Ik stel vast dat onze inspectiediensten vandaag eerder de procedures bekijken en uitzoeken over welke mensen het gaat, maar geen verdere doorlichtingen doen. Naar aanleiding van dit dossier heb ik aan de diensten gevraagd welke verbeterpunten mogelijk zijn aan onze interne controlemechanismen en de inspectiediensten. Ik heb gevraagd welke conclusies ze zelf trekken en ook of ze over voldoende expertise beschikken om te garanderen dat dergelijke kwesties in de toekomst duidelijk aan bod kunnen komen. Ik verwacht binnenkort een antwoord van de administratie.
Ik herhaal dat er een reglementering is en dat er wordt geïnspecteerd, maar dat het om heel moeilijke materie gaat. Ook uit interne controlemechanismen van banken en dergelijke weten we dat er veel expertise nodig is om dergelijke fraudegevallen te ontdekken. Daarom heb ik aan de inspectiediensten zelf gevraagd wat ze leren uit deze kwestie en of ze van mening zijn dat ze over voldoende expertise beschikken om de taken in de toekomst aan te kunnen. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil u vragen om, indien mogelijk, de opvolging van deze zaak over te maken aan de commissie voor Welzijn.
Het incident is gesloten.